Binnenland. Rechtszaken. Gemeenteraad van Axel. Gemengd Nieuws. De directeur-generaal der Poste rijen en Telegraphie noodigt belang hebbenden dringend uit, om op de adreszijde van de brieven en andere stukken, bestemd voor de militairen, die van 4 tot en met 12 September e. k. zullen deelnemen aan de groote manoeuvres in Gelderlandd, behalve den naam van den geadresseerde, te vermeldenhet korps en het onder deel daarvan waartoe hij behoorten als plaats van bestemming „op groote manoeuvres in Gelderland". De spoedige overkomst van die brieven en stukken, door middel van de veldpost, zal hierdoor belangrijk worden gebaat. De heer mr O. J. H. graaf van Limburg Stirum, het Tweede Kamerlid voor Schiedam, heeft wegens gezond heidsredenen zijn ontslag als Kamerlid ingediend. In eene beschrijving van de be grafenis van den heer P. L. Tak zegt de Midd. Crt. Te een uur zette op de Korte Burg de treurige stoet zich in beweging. Achter de rouwkoetsen, waarin de familie en vrienden van den overledene waren gezeten, schaarden zich de partij- genooten, mannen en vrouwen, kransen en palmtakken dragend, en zoo schreed een stoet door Middelburg's hoofdstraten als men daar slechts zelden, misschien wel nooit, heeft aanschouwd. Het was een lijkstatie, welke door iemand die haar zag wel nooit zal worden vergeten. Een talrijke menigte was getuige ervan en velen, ook niet-partijgenooteu, vergezelden hem tot aan den dooden- akker. Op het kerkhof waren ook velen aan wezig die den overledene de laatste eer bewijzen wilden. In de eerste plaats de heer mr H. J. Dijckmeester, Commissaris der Ko ningin in Zeeland, die het lid derTweede Kamer, dat hier overleed, terwijl het in functie was, een blijk van belang stelling wilde geven. Verder verschillende vrienden en bekenden, studiemakkers van den heer Tak, of personen, die met hem hebben gearbeid op verschillend gebied, o. a. ook mr M. W. F. Treub, lid der Tweede Kamer en verschillende autoriteiten, van wie wy echter niet weten of zij als zoodanig dan als particulier persoon aanwezig waren. de punt van zijn stoel zag zitten, zeide hij lachend »ge behoeft niet te vragen, Mijneheeren, wie hier l'enfant chéri is. Zie me dien ouden Hork eens aan hij heeft een voorrecht dat we allen moeten missen. Mevrouw bedient hem eigen handig als haar uitverkorene.* »Ziezoo Hork,* fluisterde mevrouw, >drink nu eens op mijn gezondheid, dat zal je eetlust opwekken. Die heeren zijn ook druk bezig, en ze zullen van ons geen notitie nemen.* Hork nam een krachtige teug, en voorzichtigheidshalve keek hij niet naar de »heeren« om. Hij nam toen kordaat zijn bord, en daar zijne verlegenheid voor 't oogenblik was weggespoeld door den gloeienden portwijn, verdween ook spoedig het stuk pastei, zoodat er geen kruimel voor de brutale mosschen over bleef. De Gravin vulde andermaal het glas van haar beschermeling en liet hem toen op de gezondheid van den Generaal drinken. »Wel, met plezier, mevrouw, en van de lieve kinderen ook,* zei Hork, weer moedig wordende. »üat zullen we aanstonds doen, Hork. Drink nu je glas maar leeg: alle goede dingen in drieën,* zeide zij hem vroolijk. »Mevrouw, ik heb nooit zoo'n engel gezien als u,« zuchtte Hork in de volheid van zijn hart. »Pas op, laat de Generaal het niet Ook de directeur-hoofdredacteur van de Middelburgsche Courant sloot zich bij den rouwstoet aan. Toen de kist in het graf werd neer gelaten, stond de gansche schare met ontbloot hoofd rond de plaats waar een man werd ter aarde besteld, die niet te vergeefs heeft geleefd. En onder een indrukwekkende stilte werden de bloemstukken neergelegd op het grat van P. L. Tak, daar een kleu- rigen heuvel vormende van getuige nissen van groote vriendschap, hooge waardeering en bittere smart. De heer Henri Tak, broeder van den overledene, dankte met enkele woorden voor de eer, aan diens nagedachtenis bewezen. Diefstal in onze Oost. In een correspondentie uit Koeta Radja in de Deli Courant wordt van den aldaar gepleegden diefstal uit 's Lands kas, het volgende verhaal gedaan Onze plaats mag prat zijn op de twijfelachtige eer, dat in haar midden het record der diefstallen, in Indië ge pleegd, geslagen is. De gouvernements- kas is hier bestolen voor het eerbied waardige bedrag van f321.000, zegge drie honderd een en twintig duizend gulden, een bedrag zoo groot als nooit te voren de prijs is geweest voor welken handigen inbreker ook. We begrijpen er geen van allen wat van. We staan voor de kluis waar de som in geborgen was, we bezien ze van alle kanten en al weten we het, we kunnen het niet gelooven dat het geld er uit gehaald is. Het is ons allen, behalve den pleger(s) van de daad een raadsel, ook al hebben wij sinds Maandagmorgen 15 Juli den tijd gehad om onze hypothesen te stellen. Onderstellingen zijn er dan ook bij hoopjes. Maar laat ik vertellen wat ik weet. Zaterdag voor den diefstal had de ontvanger in zijn bijzijn door den inlandschen kantoorbediende geld kisten en kluis laten sluiten op de gewone wijze en op den gewonen tijd even vóórdat hij het kantoor verliet. De sleutels van de sloten op de kisten, waarin geldswaarde stak, in een andere kist opgeborgen en de sleutels van deze met die van de kluisdeur, gelijk iederen dag, door den ontvanger bewaard in een trommeltje, meegenomen naar diens woning, waar dit dan in een zijner ge sloten kasten werd opgeborgen. 's Avonds om 6 uur komt de wacht, die natuurlijk niets heeft opgemerkt. De Zondag volgt, niemand strekt dan zijn wandeling uit naar het eenzaam plekje achter het civiel bureau, waar de kluis staat en op den dag wordt er zelfs geen wacht bij geplaatst. Een uitstekende gelegenheid dus voor die haar weet waar te nemen. Maandag morgen komt toevallig een luitenant- kwartiermeester op 't kantoorhij werd eigenlijk, naar ik meen, den volgenden dag eerst verwacht, om gelden op te hooren,* fluisterde zij lachend; »maarje verliest voor 't oogenblik je geheugen, want ik weet dat je hetzelfde niet aan mij alleen hebt gezegd.* Hork's gelaat betrok weer, en hi; boog het hoofd als onder een pijnlijke her innering. De Gravin merkte zijne ver slagenheid op en zij praatte er haastig over heen. De heeren kwamen nu ook naderbij. Een algemeen gesprek volgde, waaraan alleen Hork, die zich weer in zijn natuurkundige waarnemingen van de mosschen had verdiept, geen deel nam, en na verloop van een half uur trok het gezelschap na de gewone plichtplegingen af, den Luitenant met Mijnheer en Mevrouw Van Hardsteek alleen latende. Wel had Hork eene beweging gemaakt om zijne schako uit den hoek te verlossen, maar mevrouw had even de wenkbrauwen gefronst, en dit was voor den gedweeën Luitenant genoeg geweest om als een paal te blijven staan en zijn verder lot af te wachten. Wordt vervolgd.) nemen. De ontvanger laat door zijn bediende kist en kluis open maken in zijn tegenwoordigheid. Er is niets dat hun opmerkzaamheid trekt. De ont vanger had de gewoonte om de hang sloten na sluiting met 't sleutelgat naar den wand te keerendit was ook nu zoo. Geen spoor van breuk of gewelds- oefening. Niets, niets. De bewuste kist, waarvan de inhoud voorgaanden Vrijdag of Zaterdag nog was opgenomen, wordt geopend en nu is die inhoud verdwenen. Het raadsel is tot heden nog in het minst niet opgelost. On geveer 50 K.G. aan bankpapier is meegesleept, b.v. f 82.000 ongeveer aan bankjes van f 25, en 't overige voorna melijk klein papier. Reeds ongeveer gedurende 8 maanden had de ontvanger gesukkel gehad nu eens met een slot binnen en dan buiten de kluis. Hij had in elk voorkomend geval de auto riteiten daarvan in kennis gesteld. Ook de ledige kist had aan haar slot ge mankeerd. Is dat toeval of voorbe reidend werk geweest? Niemand weet het. Niemand weet eenige andere aan wijzing te doen. De verdenking viel allereerst op de slotenmakers, die echter hun onschuld konden bewijzen. Op wie nu de verdenking valt, durf ik natuurlijk niet zeggen en noodig is 't al de gehoorde onderstellingen te ver zwijgen. Niet verzwegen behoeft de aanmerking, dat het toch wel eenigszins onvoorzichtig is een waarde op zulk een eenzaam en aan het oog van voor bijgangers onttrokken plaats, hoe goed ook achter sloten geborgen, 's Zondags en trouwens eiken tijd, als de kantoren gesloten zijn, niet te laten bewaken en dat wel, nadat de verdachte ge schiedenis met de sloten heeft plaats gehad. De berichtgever van het Hbld. te Batavia seinde Maandag nog. Een groot bedrag van den diefstal te Koeta Radja is aldaar teruggevonden, terwijl bij de huishoudster van een Europeaan te Congsar twee ton is achterhaald. AXEL, 30 Augustus 1907. Woensdag maakte het muziekgezel schap Concordia alhier een plezierreisje naar Antwerpen. Met een opgewekten marsch toog het corps 's morgens naar het station waar het 's avonds bij de terugkomst werd verwelkomd door tal van belangstellenden. Ook nu gin; het weer met een pas-redoublé naar het repetitielokaal vanwaar ieder huis waarts keerde om het genotene te ver halen. In de Woensdagavond te Neuzen gehouden algemeene vergadering der feestcommissie werd door het bestuur medegedeeld, dat door particulieren ruimschoots volteekend is het bedrag van f 200, dat men noodig achtte om te kunnen bedanken voor de vanwege den gemeenteraad toegestane subsidie tot dat bedrag. In verband daarmede werd met algemeene stemmen aangenomen een voorstel, om den raad te berichten, dat, in verband met de in dat college bij de behandeling van het verzoek om subsidie voor het organiseeren van feestelijkheden gehouden besprekingen, voor de toegekende subsidie ad f 200 wordt bedankt. De commissie had f 400 gevraagd. Het programma werd vastgesteld zooals dit oorspronkelijk was voorge nomen des voormiddags armenbedee ling, muziekuitvoeringen, uitvoering van feestmarschen door alle deelnemende gezelschappen, ook des namiddags muziekuitvoeringen, des avonds licht- stoet en tot slot schitterend vuurwerk. Van wege de spoorwegmaatschap pijen ontving de commissie bericht, dat verschillende extratreinen zullen worden ingelegd. M. Crt. Bij kon. besluit is aan de gemeente Clinge, boven en behalve de bijdrage bedoeld bij art. 48 der wet tot regelin van het lager onderwijs, een subsidie verleend van 9100. 4— Te Philippine is een fanfarencorps opgericht, onder den naam Willen t'j kunnen. Tot directeur werd benoemd de heer A. Voeten, gemeente-secretaris aldaar, terwijl den burgemeester, die het initiatief tot de oprichting nam, het beschermheerschap werd opgedragen. Als werkend lid gaven zich aanvan kelijk 40 personen op. Gisteren is onder de gemeente, Hoofdplaat het onweer ingeslagen op de hofstede, bewoond door den heer Daelman. De hoeve stond in lichte laaie. Bij kon. besluit is benoemd tot lid van het bestuur der waterkeering van de calamiteuze Hoofdplaat en Tho- maespolder de heer P. L. de Meijer te Hoofdplaat. In de week van 21 tot en met 27 Augustus 1907 zijn in Zeeland voorgekomen1 geval van typhus en typhoidea3 van roodvonk en 4 van diphtheritiste weten van typhus en typhoidea 1 geval te Groedevan roodvonk 1 geval te 's Gravenpolder en 2 te Middelburgvan diphtheritis 2 gevallen te Axel, 1 te Breskens en i te Zierikzee. PREDIKBEURTEN TE AXEL. Zondag 1 September 1907. Ned. Herv. Kerk. Voorm. 9 ure Leeskerk. Nam. 2 ure Ds. JB. T. Hugenholt*. Gereformeerde Kerken. Kerk A. Voorm. 9 ure Ds. E. H. Broekstra. Nam. 2 ure Ds. E. H. Broekstra. Kerk B. Voorm. 9 ure Ds. R. v. d. Kamp. Nam. 2 ure Ds. R. v. d. Kamp. Gereformeerde Kerk. (Lange Weststraat). Voorm. 9 ure Leeskerk. Nam. 2 ure Leeskerk. Arrond. Rechtbank te Middelburg. Zitting van 30 Augustus 1907. D. M., 31 j., polderwerker te Bosch- kapelle is wegens mishandeling ver oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf. P. J. W. v. A., 24 j., arbeider te Sas van Gent is wegens wederspan- nigheid veroordeeld tot 14 dagen ge vangenisstraf. H. V., 34 j., fabrieksarbeider te Sas van Gent is wegens mishandeling vrij gesproken. Zitting van heden, 13/4 ure nam Tegenwoordig de heeren Oggel, Dreg- mans, Dieleman, Smies en De Feijter. Eén vacature. Voorzitter de heer D. J. Oggel, burge meester secretaris de heer JA. van Vessem. De Voorzitter deelt mede, dat wegens onvoltalligheid de vergadering niet kan doorgaan. Gelukkig is gebleken dat het bericht, van de vier Zeeuwsche visschers waar van twee zouden verdronken zijn, on juist is. De visschers zijn Ed. van den Bossche en Theophiel Rammeloo, beiden gehuwd, die door den logger zijn opgenomen waaraan zij zich hadden vastgeklampt bij het omkantelen van hun vaartuig- De andere visschers Camiel Rammeloo en Adriaan Rammeloo, beiden jongge zellen, zijn door een zalmvisscher op gepikt. Deze zijn daarna met het vaar tuig de anderen gaan opzoeken. Op de mijn Oranje Nassau te Heerlen is een mijnwerker bedolven onder afvallend gesteente. Hij was onmiddellijk dood.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 2