fto. 28. Zaterdag 13 Juli 1907. 23« /I IJ EU EEN OUDE GESCHIEDENIS. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIËLËMA\, Buitenland. FEUILLETON Binnenland. COllliANT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIÈN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TiVEE uren. DüITSCHLAND. Het land van belofte voor meisjes die trouwen willen, is Duitsch Zuidwest- Afrika. Het gebrek aan vrouwen wordt er steeds grooter. Elke boot brengt nieuwe kolonisten, bijna uitsluitend vrijgezellen die, zoodra zij hun hoeve op orde hebben, een vrouw verlangen. Elk meisje dat uitkomt, wordt met aan zoeken overstelpt. Niet iedereen kan een reis naar Europa bekostigen, en zoo gebeurt het dikwijls dat de kolo nisten een afgevaardigde uitzenden met de opdracht, om hun vrouwen te .leveren". Laatst was er een kolonist in Hamburg die er vijf mee moest brengen. Hij nam een aantal meisjes mee die op zijn hoeve voor niets den kost hebben. Zij hebben daar volop gelegenheid om met de vrijers kennis te maken. De Deutsche Kolonial-Gesellschaft betaalt ook een vaste bijdrage in de reiskosten van zulke meisjes. Vele vrouwen in Duitschland worden per brief gevraagd. Bij hare aankomst halen de trouwlustigen de bestelde bruid zelf van de boot. De voorwaarden zijn alleengezond, flink, ij verig en niet te jong. Naar geld wordt niet gevraagd en .goede, zorgvuldige be handeling" wordt verzekerd. Het zal de schuld zijn van de Duitsche meisjes zei ven als zij nog blijven zitten. Bij het gebrek aan veldarbeiders, een gevolg van de ontvolking van het platteland door de groote nijverheid, 20) IX. Het spreekwoord zegt wel»de nacht brengt raad,» maar uit de oorkonden waaruit we deze geschiedenis hebben geput, is het ons nergens gebleken, dat een van het drietal, dat een groot gedeelte van den nacht, plannen makende en voornemens smedende, had doorgebracht, met een vast plan opstond. Ieder voor zich gevoelde zich vrij onaangenaam gestemd en ieder verlangde ook billijker wijze zijne onaangename stemming in eene aangename te veranderenmaar het ware middel daartoe had geen hunner nog kunnen vinden. Aanvankelijk was Frans Crul min of meer van plan geweest, zijn vriend, dien hij, waarschijnlijk om goede redenen, den rug had toegekeerd, te laten uitnoodigen tot een ochtendwandeling, met nog een paar kennissen, naar het naburig bosch, ten einde daar te beproeven wie van beiden het geluk zou hebben den ander een kogel door het lijf te jagen. Maar voor eerst stelde hij dat plan, hoe aardig ook bedacht, maar uit. Er zou hem wel iets beters voorkomen, en voor zoo n wandeling gebruikt men tegenwoordig dikwijls soldaten als hulpkrachten. Ook in de wijnbouwende streken komt dat in den drukken tijd voor. Nu heeft weer de Anhaltsche overheid aan de boeren soldaten aangeboden. Zij moeten ten minste 90 centen daags en voor over werk 12 centen per uur verdienen, met kost en inwoning en vergoeding van reiskosten heen en terug. FRANKRIJK. De Matin maakt een brief openbaar van een der soldaten van het muitende 17de, thans in Afrika. De soldaat schrijft aan zijn ouders d. d. 1 Juli. Hij is behoorlijk tevreden op zijn nieuwe standplaats. Het voedsel is hier goed, de levensmiddelen zijn goedkoop. Als het niet zoo warm was en wij volop water hadden, zouden wij het beter hebben dan eenig regiment in Frankrijk. Maar, legt hij uit, het was hier gisteren 45 graden in de schaduw en 6U in de zon. Meer behoef ik zeker niet te zeggen. Belangrijker dan deze opmerkingen over het materieele leven is wat de briefschrijver zegt van de officieren. Die zijn heel vriendelijk en voorkomend en zij gaan heel kameraadschappelijk met ons om. Zij behandelen ons niet als muitelingen, zooals wij eerst vrees den dat zij zouden doen. De heeie toon van den brief is op gewekt en wijst er op, dat de geest onder de manschappen van het 17de weer gezond geworden is in Tunis. Naar men in de Parijsche bladen meldt zal majoor Dreyfus eerstdaags was misschien later nog wel gelegenheid. De vriend zelf, en men ziet hier weer uit hoe wonderbaarlijk de sympathie werkt, leefde des ochtends in de verwachting van eene uitnoodiging te ontvangen als die waarvan zijn vriend had gedroomd. Eva, eindelijk waarlijk het is zoo dacht dat er iets van dien aard broeidemaar ze had wijselijk besloten het hare bij te brengen tot het beletten van wandelingen in de koude ochtendlucht. Men zou zeggen, dat dit dan toch een plan was, maar Eva wist niet of ze gelegenheid zou hebben haar voornemen te volvoeren, en al mocht haar dit gelukken, dan was ze immers nog niet voel verder, wau neer Frans Crul dezelfde onaangename stugge Frans verkoos te blijven die hij gistereu b.j uitnemendheid was geweest. Hoe 'tzij, opLmdlust heerschte twijfeling in sommige gemoede reu, gepaard aan zenuwachtige spanning, wrok en andere aandoeningen, die meestal tot eene uitbarsting leiden, en als ze dat niet doen, hoogst nadeelig werken op de gezondheid. Vrouwen, zegt men, kunnen het in dien toestand vrij lang uithouden, netgeen van zulke zwakke schepselen wel te verwonderen is. Men beweert zelfs dat ze bij dergelijke gelegenheden een zeer opgeruimd gelaat kunnen toonen en buiteugewone tegenwoordigheid van geest aan den dag leggen in het geven een verzoek indienen om op wachtgeld gesteld te worden. Men vermoedt, dat hij in onderhan deling is over een benoeming tot direc teur van een groote staalfabriek. RUSLAND. De revolutionnaire comité's hebben twee manifesten doen drukken. Het eene is opgesteld door de demo cratische arbeidersgroep en is getiteld „De nieuwe misdaad van het Tsarisme". Het is gericht tot de proletariërs van alle landen. Na lang te hebben stilgestaan bij het optreden der regeering tegenover de Doema, zegt het manifest De onbeschaamde regeering des Tsaren profiteert van de rust, die in het land heerscht, om de burgers weder te berooven van de rechten, die zij pas na harden strijd hadden veroverd. De regeering des Tsaren heeft zich gericht tegen de volksvertegenwoordiging. Zij heeft de rechten der natie geschonden. Zij heeft het proletariaat beleedigd. Een antwoord is noodig. Anders zou die onbeschaamde regeering voortgaan met haar actie tegen het volk. De regeering des Tsaren heeft het woord gehad. Thans is het aan het volk. Weg met de macht van den Tsaar 1 Leve de souvereine constitueerende vergadering Het tweede manifest is opgesteld door de revolutionnair-socialistische Doema-groep. De opstellers zeggen o.a. De vloek der natie trekt de verdwaasde regeering, die steunt op de bajonetten, de kanonnen, de schavotten en de van antwoorden die het voorwerp van haar wrok het gevoeligst kunnen treffen. We achten ous niet bepaald geroepen dat beweren te onderschrijven, en ook niet het tegen te spreken, maar dit kunnen we verklaren, dat onze lieve Eva die gave niet bezat. Het arme kind was na het ontbijt door de ijskoude houding van mijnheer Frans zoozeer over stuur, dat ze moeite had haar tranen te verbergen. Had de nacht haar geen raad gebracht, het ontbijt deed dit wel. De Admiraal had Frans laten verhalen, eerst over de laatste expeditie, toen over zijn andere tochten en zijn verblijf in Indiëwas toen opgestaan en had ouder 't heengaan gezegd »Over een uur wenschte ik je wel eens te spreken. Ik ben op mijn kamer.» De Admiraal had nauwelijks de deur achter zich dicht gedaan, of Frans wilde ook heengaan, maar hierin rekende hij buiten den waard, of liever, de waardin. Eva rees snel op, en trok den sleutel van de deur, na het slot te hebben omgedraaid. Dat was voor een jonge dame tegenover een jong heer nog al kras, maar nog krasser was 't wat Eva zeide. „Ge zijt zeker van plan me telkens te ontloopen, als ge toevallig met me alleen zijt,» zeide ze toornig; »daarom zal ik u nu dwingen hier te blijven en me te antwoorden.» Daartoe behoeft ge geen dwang gevangenissen. Door den staatsgreep van 19 Juni zijn de rechten der massa verkracht en de werklieden zullen in de derde Doema slechts een onbe- teekenende minderheid vormen. Ten slotte verklaart het manifest, dat de Tsaar zijn eigen fundamenteele wetten geschonden heeft. Staatscommissie Reddingswezen. Dinsdagmiddag had in het gebouw der Marinewerf te Amsterdam door den Minister van Landbouw enz., den heer Veegens, de installatie plaats van de Staatscommissie van het Reddingsxoezen. De Minister hield daarbij in tegen woordigheid van Prins Hendrik, die, zooals bekend is, voorzitter is, eene redevoering, waarin hij o.a. zeide: „De aan Uwe commissie verstrekte opdracht is in éeu opzicht beperkt. Zij bepaalt zich tot de voorzieningen, die op of van uit den vasten wal nog kunnen worden getroffen om bij scheepsrampen op onze kust verlies van menschen- levens zooveel doenlijk te voorkomen. De reddingsmiddelen, die aan boord van het schip behooren aanwezig te zijn, vallen daarbuitendit onderwerp zal worden geregeld bij of krachtens eene eerlang in te dienen Schepenwet met welker voorbereiding eene andere staatscommissie is belast geweest. Maar voor het overige is de taak uwer commissie zoo ruim mogelijk ge formuleerd. Zij omvat al datgene, dat tot verbetering in ons reddingswezen middelen te gebruiken,» antwoordde hij koeltjes. Wanneer het uw verlangen is met mij te spreken, ben ik tot uw dienst.» »Ik wilde wel eens weten,» zei Eva met een hoogen blos en tintelende oogen, »waarom ge uw koelheid zoo ver drijft, dat ge me niet eens, al was 't maar voor den vorm, geluk wenscht.» »Omdat,« antwoordde Fransafgemeten, »ik geen enkele reden heb om u geluk te weuschen. Een vreemde kan ik voor den vorm geluk wenschen, hun die mij lief zijn, niet.» »Fran8,« zei Eva met een onvaste stem, »je hebt me zoo'n verdriet gedaan.» »Dat heb ik gisteren niet kunnen merken,» zei Frans, een weinig spot achtig. »Maar je hecht er aan, Eva, dat ik je geluk wensch Welnu, ik wensch je geluk, - dat wil zeggen ik hoop dat je gelukkig moogt zijn.» »Ge zegt dit op een toon, die uw twijfel verraadt.» »Twijfel Ja, of neen ik twijfel uiet. Wat men zeker weet, behoeft men niet te betwijfelen.» »Ge weet dus zeker, dat »Dat ge niet gelukkig zult zijn, Eva,» zei Frans, die eerst achteloos tegen den schoorsteenmautel had geleund, zich nu eensklaps oprichtte en op Eva toetrad. »De man die den vriend bedroog, hem lasterde, hem ontstal wat hem 't liefst up de wereld was, zou die u gelukkig kunnen maken

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 1