18. Zaterdag 8 1907. 23e Jaarg. EEN OUDE GESCHIEDENIS, Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli-Vlaanderen. F. DIELEMW, Buitenland. FEUILLETON. Binnenland. CO! ISWT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrij dagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor Belqië 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIÊN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrtydagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. Pastoor v. Jagemann te Grossauheim heeft de orde van den Rooden Adelaar 4de klasse gekregen. Deze priester heeft bij de jongste verkiezing voor den Rijksdag krachtig gewerkt voor den liberalen candidaat en tegen diens socialistischen tegencandidaat, ofschoon het centrum den kiezers had aanbe volen, zich bij de herstemming te ont houden. Jagemann's pogingen faalden, want de socialist werd toch gekozen. Grandinger, de liberale pastoor en Beiersche afgevaardigde, heeft op den brief van den aartsbisschop van Bam berg geantwoord dat hij zich in de Kamer bij geen partij zou aansluiten, maar naar liberale beginselen zijn mandaat zou uitoefenen. LUXEMBURG. In de vergadering van de Kamer heeft de minister van staat een wets ontwerp tot regeling van de troonop volging ingediend, in den vorm van een familie-statuut dat de groothertog op 16 April heeft geteekend. Het statuut bepaalt dat zijne oudste dochter Marie Adelheid en hare mannelijke nakomelingen hem zullen opvolgen, indien hij zelf geen mannelijken erfge naam nalaat. Is de prinses minderjarig dan regeert zij onder regentschap en voogdij van hare moeder. In dién de oudste dochter voor den groothertog komt te overlijden, dan zijn de andere prinsessen en hare afstammelingen naar VI. Drie weken later liep het gerucht te Goudberg dat er een engagement op til was tusschen Eva Van Pijlsburg en den heer De Jonge-Barneveld. Deze heer kwam bijna dagelijks op Landlust, en waar de Admiraal en zijne dochter waren, verscheen ook onze zeeofficier, die te Voorberg kamers had gehuurd. Tusschen vader en dochter scheen een stille overeenkomst te bestaan om met elkaar niet over den vriend van Frans te spreken. Elk voor zich begreep dat ze het met elkaar omtrent den persoon niet eens waren en oordeelde het beter zijn naam zoo weinig mogelijk op het tapijt te brengen, ten einde niet noodeloos aanleiding tot eenigheid te geven. Hoe de Admiraal zoo ingenomen kon zijn met iemand dien hij zoo weinig kende, begreep Eva niet, eu er was werkelijk ook iets raadselachtigs in, het stugge karakter in aanmerking genomen vau den man, die min of meer voor een mensohenhater doorging. Bij nadere overweging echter, werd de zaak ver klaar baar. de orde van haren leeftijd gerechtigd om op te volgen. ITALIË. In plaats van de door den minister van oorlog aangevraagde 200 millioen lire, besloot de desbetreffende parlemen taire commissie slechts 60 millioen toe te staan. Daarvan zullen 25 a 30 millioen moeten besteed worden tot de vervaardiging in Italië van 68 batterijen met het door Krupp gezonden materiaal en de vervaardiging van berggeschut. De andere 30 millioen zullen gebruikt moeten worden voor vestingwerken. Te Vittoria bij Syracuse is door roovers weer een stout stukje uitgehaald. Een twaalftal dezer heeren begaf zich, als politieagenten vermomd, naar het huis van baron Ricca, een rijken grondeigenaar, op 't oogenblik dat hij afwezig was. Zij zeiden, dat zy een roover kwamen zoeken, die ergens in huis verborgen was, en dat zij daarom het huis moesten onderzoeken. Zoodra zij binnen waren, knevelden zij de bedienden, en dwongen de barones, meer dood dan levend, de brandkast te openen. De roovers maakten zich op deze wijze meester van een bedrag van 75,000 lire en trokken op hun ge mak af, na de barones en het personeel zoo gebonden te hebben, dat zij on mogelijk de politie konden waarschuwen. Telkens weer blijkt, dat er in Italië heel wat hapert aan de eerlijkheid der ambtenaren, zelfs van die klassen bij wie men dit in de eerste plaats zou veronderstellen. Verleden week werd De Admiraal had het zwak van de meeste militaire heeren, die als ze den dienst hebben verlaten, hun voormalig métier* bij voorkeur van den schaduw kant bezien, maar toch geen aangenamer onderwerp van gesprek kennen, dan juist dat métier waarvan ze zooveel kwaad, weten. De jonge zeeofficier had heel spoedig en daartoe behoorde niet veel menschenkennis des Admiraals zwak opgemerkt, en hij maakte er, als geboren diplomaat, gebruik van om de hooge guust van den ouden zeeman te verwerven. Hij was zelfs op weg om zich onmisbaar te maken en reeds zoo ver, dat als hij niet op den verwachten tijd verscheen, de Admiraal een zekere leegte begon te voelen, en dien ten gevolge ongeduldig werd. De geruchten, waarvan we boven spraken, bereikten weldra, zooals van zelf spreekt, het oor van haar die er 't meest in betrokken was, en dit brak aanstonds h,et ijs. Eva kwam op zekeren namiddag uit de stad, waar ze bezoeken had afgelegd, eu ging regelrecht uit het rijtuig naar het vertrek van haar vader. Zij zag er opgewonden uithaar oog tintelde en haar lipje was zoo hoog opgetrokken dat het wil der kleine tanden zichtbaar was. „Papa,* zei Eva voor 'teerst in haar leven een uitdagende houding tegenover den gestrengen heer aannemende, »ik heb gemeld, dat de politie te Nap.els be schuldigd was met de Camorra onder één hoedje te schuilen thans blijkt, dat ooksommigerechterlijke ambtenaren alles behalve zuiver op de graat zijn. In de Kamer had n.l. de afgevaardigde Fera onthullingen gedaan over een aantal leden der magistratuur, die groot opzien baarden. Hij beschuldigde hen van grove onregelmatigheden, onwettige handelingen en daden, die het prestige der rechterlijke macht ernstig benadeel den. De bladen voegden daaraan nog het hunne toe, zoodat de nieuwe minister van Justitie Orlando een onderzoek instelde, en tengevolge van dit onder zoek 13 rechterlijke ambtenaren in staat van beschuldiging stelde. Over de medeplichtigheid van de Napelsche politie aan de wanbedrijven der Camorra heeft Maandag de afge vaardigde Salvia de Regeering geïnter pelleerd en daarbij nog eens het licht doen vallen op de haast ongelooflijke handelwijze der politie, waar het gold de misdaden der Camorristen te be mantelen. De onderstaatssecretaris van Binnenlandsche Zaken verklaarde daar op nog geen volledig antwoord te kun nen geven, daar de ingebrachte beschul digingen zoo ernstig waren dat er een zeer grondig onderzoek plaats moest hebben. Maar hij verklaarde' tevens, dat als mocht blijken dat de beschul digingen gegrond waren, de Regeering zonder aanzien des persoons streng zou straffen. RUSLAND. Over den moord op graaf Kayserling in de stad iets gehoord dat niet heel prettig voor me is." »Zoo, mijn kind, wat is dat vroeg de Admiraal, zijn boek neerleggende en het haardijzer opnemende om een brok steenkool door te stooten. »Men zegt in de stad, dat mijnheer Barneveld mij 't hof maakt,* zei Eva. »Zoo antwoordde de Admiraal. >En vind-je dit zoo verschrikkelijk, dat je hier binnen komt met een drift of er een kruitmijn ouder 'thuis ligt?* »Ik vind het verschrikkelijk Papa, zei Eva »ik vind het aileron pleizierigst. Wat verbeeldt zich die mijuheer wel >Die mijnheer verbeeldt zich niets. Ik ontvang hem, omdat ik dit wil, en ik behoef niemand daarvan rekenschap te geven, het publiek, evenmin als »Dus, Papa, 'tis u onverschillig wat het publiek van uwe dochter zegt!* zei Eva zich nog meer opwindende. »Volstrekt niet, mijn kind; maar als 't publiek niets anders van je weet te zeggen dan dat, is er niets wat ik me zou moeten aantrekken.* »Dus, Papa, ge zoudt het goed keuren als mijnheer Barneveld me 't hof maakte >Ik heb er niets tegen, Eva.* Eva strikte haar hoedje los, wierp het op tafel, met haar mof en visite-boekje, en ging tegenover den Admiraal in een armstoel zitten. »Ik zal u mijn gevoelen zeggen, Papa, worden uit Riga nog de volgende nadere bijzonderheden gemeld De graaf werd 's nachts op zijn land goed door 8 gewapende mannen over vallen, uit zijn bed gesleurd, mishandeld en met knodsslagen gedood. 'Het lijk was volkomen onherkenbaar gemaakt. Het dienstpersoneel was vooraf gebon den, zoodat men den graaf niet te hulp kon komen. Graaf Kayserling was bij de revolu- tionnairen gehaat, daar hij aan ver scheidene strafexpedities tegen de boeren had deelgenomen. Men meldt uit den Haag De defini tieve begrooting voor het departement van oorlog heeft thans de Tweede Kamer bereikt. Zy bevat de volgende bijzonderheden de uitgaven voor het blijvend gedeelte zijn verhoogd, wijziging in de hoogere leger-bevelvoering is aanstaande, met benoeming van een veldlegercomman- dant en afschaffing der inspecteurs van de infanterie en de artillerie. Andere benoemings maatregelen worden onder zocht. Herziening der soldijen wordt voor bereid door een onderofficierencom missie, maar voor gehuwde onderoffi cieren met 9 of meer dienstjaren, wordt al dadelijk een positieverbetering voor gesteld. Gelden worden aangevraagd voor manoeuvres in dit jaar door de 4e en de le divisie, zullende door laatstge noemde kustverdedigingsoefeningen in zei ze op ironischen toon. »Ik hou niet van mijnheer Barneveld, en ik zal nooit van hem kunnen houden.* Waarom uiet, Eva?* »Omdat ik niet van hem hou, Papa.* De Admiraal glimlachte. Waarom lacht ge, Papa.* >Omdat ik er zeker van ben, Eva, dat ge eenmaal van hem houden zult, als ge het niet nu reeds doet. Barneveld is een man van karakter, met een goed uiterlijk, en die carrière zal maken 't is geen dweeper, maar iemand die weet wat hij wil.* »Wat nog meer, Papa?" »Hij heeft een goeden naam en hij krijgt eenmaal een mooi vermogen.* »Ik vind aan den naam niets bijzon ders en wat zijn vermogen betreft, dat is me geheel onverschillig.* »Je denkt zeker, Eva, dat je vader rijk genoeg is »Zeker, denk ik dat.* »Je zoudt je wel eens kunnen ver gissen.* »Dan zou ik het onvergeeflijk van mijn vader vinden als hij op een voet leefde zooals hij nu doet,* zei Eva zeer juist. »Dus, beste meid, je vindt mijnheer De Jonge-Barneveld geen man die de eer waard is naar je hoogst voorname hand te dingen >0, Papa, spreek zóó niet, as-je-blieft. Die mijnheer is misschien veel te voor naam voor mij, maar al was hij de

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 1