i;
Tijdelijk Onderwijzer.
Zaterdag 4 Mei 1«M)7.
23e
'aapg
EEN OUDE GESCHIEDENIS.
'id. 9.
m .j JJ
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEH Y\,
ONDERWIJZER
MARK r
een PAARDENMARKT
1.
F EU1LLETO N.
Buitenland.
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B O N N E M E N T.S P R IJ S
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIÉN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
GEVRAAGD, om zoo spoedig moge
lijk in dienst te treden, eeii tijdelijk
aan de openbare lagere school te AXEL.
Jaarwedde volgens de wet.
Stukken in te zenden aan den Burge
meester.
te
Burgemeester en Wethouders van
AXEL, maken bij deze bekend, dat op
Vrijdag (O Klei aanstaande,
zal worden gehouden, aanvang nemende
des voormiddags ten tien ure.
Axel, den 3 April 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. J. OGGEL, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris.
1
De Burgemeester van AXEL, doet
te weten, dat de heer Commissaris
der Koningin in deze provincie, op
Dinsdag den 7 ÜAei a. k., des
voormiddags omstreeks 10,50 uren, deze
3) -
We vinden op zekeren zomer-ochtend
Elbert, met de kleine Eva, die ongeveer
twaalf jaren is, in den tuin. Het meisje
voert de vogels in den loop, en Elbert,
in zijn hemdsmouwen en een stroohoed
tegen zijn achterhoofd geplakt, is op zijn
manier aan 't harken. Eva ie een mooie
blondinehaar zwaar, golvend haar
hangt in vrije kronkels tot over haar
middels ze is zeer blank, en het frissche
jeugdige bloed schemert in een gezonden
blos door hare wangen, 't Is een aller
liefst meisje, Eva, en papa zal moeten
oppassen, anders komen er al spoedig
verliefde ridders om het kind meer te
vertellen dan ze nog noodig heeft te
weten. Ze is groot voor hare jaren, en
toch heet ze nog de kleine Eva. Een
eenig kind blijft ook altijd de kleine
Benjamin.
»Kijk,« zegt Eva, >onze patrijsjes
groeien met den dagElbert, ik
verlang er zoo naar dat Frans terugkomt.*
»Wel, nu nog mooier!* antwoordt
Elbert, onmiddellijk den arbeid stakende
en den schouder tegen den steel zyner
hark leunende, alsof'teen bootshaak was
waarmede hij zich van den wal moest
gemeente met een bezoek zal vereeren,
dat Z.H.Ed.Gestrenge op dien dag aan
elk, die hem over het een of ander
wenscht te spreken, daartoe de gelegen
heid zal geven, en dat ieder, die daarvan
gebruik wenscht te maken, zich ter
Secretarie alhier, zal moeten aanmelden
van 's morgens 9 tot 10 uren.
Tevens heeft de heer Commissaris
der Koningin den wensch te kennen
gegeven, dat zijne ontvangst in deze ge
meente eenvoudig zij, en hij inzonder
heid gaarne zou vermeden zien, het
geen den ingezetenen kosten konde
veroorzaken.
Intusschen noodigt de Burgemeester
de ingezetenen uit, op dien dag, door het
uitsteken der nationale driekleur, van
hunne ingenomenheid met het bezoek
van der Koningin vertegenwoordiger
blijk te geven.
Axel, den 30 April 1907.
De Burgemeester voornoemd
D. J. OGGEL.
DUITSCHLAND.
De Köln. Ztg. zou niet verwonderd
zijn als men in den aankoop van
Achilleion (het mooie landgoed van de
vermoorde keizerin Elizabeth op
Korfoe), door den Keizer politieke bij
bedoelingen zocht. De Keizer heeft nu
in elk geval een goede aanleiding, om
zich wat meer in de Middellandsche
Zee te vertoonen en daar, naar Engelsch
voorbeeld, belangwekkende politieke
gesprekken te houden. Zijne kruis-
afzetten, »hoe kom-je nu van die
patrijzen op Frans dat wou ik wel
eens weteu.*
»Ja, zie-je, Elbert, dat weet ik
ook niet recht, maar dat komt er ook
niet op aan ik denk zoo dikwijls aan
Frans; bijna alle dagen, ja, zeker
alle dagen, en dat is toch ook ra-
tuurlijk, geloof ik.c
»Ja-wel,« zei Elbert zijn hoed nog
meer achteruitschuivende, waardoor het
onbegrijpelijk werd hoe die hoed aan
zijn hoofd bleef hangen, ,'tis ook
natuurlijk, daar niet van. 't Is een
beste jongen, onze Frans maar zie-je,
of 't nou wel noodig is, dat je altijd aan
hem denkt, dat geloof ik niet; - want
kijk ereis hier, Eefjeveronderstel,
Frans gaat naar zee, want daar loopt
het toch op uit; hij moet óók admiraal
wordenhij gaat naar zee, zeg ik,
eh dan, ja, zie-je, dan afijn, dan
ben-je mekaar kwijt, en hoe minder je
dan aan mekaar hebt te deuken, hoe
beter, zie-jewant een zeeman is zoo
gesteld, dat hij eigenlijk geen oogenblik
kan zeggen zie-zoo, nu kan ik eens een
pijp zonder zorg rooken. Van ons,
matrozen, spreek ik nou nietdie kunnen
op hun tijd naar kooi gaanmaar de
officier van de wacht, de kommandant,
zie-je, dat zen je verantwoordelijke
lui, en moeien geen muizeuneslen ouder
de muts hebben.*
»Wel, Elbert, wat praat je daar nu
tochten om de noord zijn nooit bijster
vruchtbaar geweest voor de buiten-
landsche staatkunde.
Bij den aankoop van Achilleion rijst
nog een andere vraag, die ook voor
onpolitieke menschen van belang is.
Keizerin Elizabeth heeft op Achilleion
voor haren lievelingsdichter Heine een
standbeeld latén zetten, op welks voet
stuk het heerlijke lied: „Was will die
einsame Thrane gebeiteld staat. Zij
vereerde den dichter, die zoo hartstoch
telijk op den geklauwden Duitschen
arend gescholden heeft en daarom in
Duitschland geen standbeeld mocht
hebben, niet minder dan haren Homerus.
Maar ook de Keizer heeft de edel-
denkende en hoog ontwikkelde vorstin
groote bewondering toegedragen. Van
zijne ridderlijkheid mag men verwach
ten dat hij het marmeren standbeeld
aan de blauwe zee ongemoeid zal laten.
Maar zal dan, nadat 's Keizers oog
eenmaal aan het beeld van den dichter
gewend is, ook niet de tijd komen dat
Duitschland zelf nog aan Heine, in dit
tijdperk van steen en brons, geeft
waarop hij als een van de eersten recht
zou gehad hebben
BELGIË.
Verscheiden bladen kondigen aan,
dat het einde van de crisis nadert.
Maar afdoende bewijzen halen zij niet
aan om deze meening te staven. Daar
entegen zijn er wel berichten, die van
tegenspoed gewagen. Graaf van Lim
burg Stirum, die voor buitenlandsche
zaken op het lijstje van minister de
Trooz stond, is er weer afgevallen.
voor malle praat!* zei Eva lachend;
»omdat Frans, als hij eens officier is, op
de wacht geen muizennesten in 't hoofd
mag hebben, zou ik niet aan hem mogen
denken Zon 't schip daardoor kunnen
vergaan
»Je begrijpt me niet,* zei Elbert, op
dat oogenblik zwichtende voor de ver
zoeking die in zijn vestzak in een
koperen doos was opgesloten, »je
begrijpt niet,* herhaalde hij, een kleinig
heid uit de doos geheimzinnig achter zijn
kiezen bergende, »dat als Frans weet
dat je aan hem denkt, hij natuurlijk van
den weeromstuit ook aan jou denktdat
kan niet anders, of het zou precies
zijn alsof ik, ais kommandant van een
vaartuig, den vijand op me liet schieten,
stil mijn koers bleef liggen en me de
ooren dichtstopte zonder hem weerom te
poetsen. Neen, zie-je, zulke dingen gaan
over en weer, ais je dat maar weet,
kindlief. Daarom, zeg ik, is 't maar
't beste, dat je wat minder aan hem
denkt; dan beb-je ook later zooveel
minder leed er van als hij eens voor
een jaar of wat naar Oostinje of Japan
moet, of, wat erger is, als hij eens
met zijn klomp naar den kelder ging
dat kan ook gebeuren.*
Eva was in gedachten geraakt. Ze
stond daar met het lieve blonde hoofdje
voorover gebogen, en staarde in het zand,
terwijl het korfje met garst aan hare
hand was ontglipt.. Bij de laatste woorden
Hij is Dinsdag naar de Trooz gestapt,
en heeft hem verklaard, dat hij er toch
maar van afzag. De graaf schijDt op
te zien tegen de kosten, die het houden
van de portefeuille van buitenlandsche
zaken met zich brengt. Terecht zeggen
de bladen, dat van Limburg Stirum dat
maar dadelijk had moeten bedenken
toen de Trooz hem een plaats kwam
bieden in het kabinet.
Generaal Hellebaut heeft zich bereid
verklaard, minister van oorlog te wor
den.
Als personen, die nu op het lijstje
als „aaugenomen" voorkomen worden
genoemdde Trobz zelf, Descamps,
Liebaert, Helleputte, Renkin, Hellebaut
en Delbeke. Dat wil niet zeggen, dat
deze heeren vast op de difinitieve lijst
zullen voorkomen. Tegen Delbeke
hebben de protectionisten ernstige be
zwaren, de naam Delbeke houdt andere
namen van de lijst af. Mogelijk moet
Delbeke het afleggen, als de Trooz,
door hem weg te werpen, een mooie
vangst kan doen.
En dan spreekt men nog wel over
de inrichting van een afzonderlijk
ministerie van landbouw, een tiende
ministerie. Het lijkt ongerijmd, het
aantal plaatsen te willen vergrooten,
als er voor de oude plaatsen bijna geen
gegadigden te vinden zijn.
Nog juist voor het afdrukken van
dit bericht konden we eraan toevoegen,
dat de ministerieele crisis hier geëin
digd is.
Het nieuwe ministerie is aldus samen
gesteld de Trooz minister-president
en minister van binnenlandsche zaken,
van Elbert, hief ze het hoofd op en
staarde den oaden zeeman met baar
groote oogen aaü.
»Wat is dat: »met zijn klomp naar
den kelder gaan vroeg zij.
»Ja, zie-je, dat is zooveel als
alsof je met je vaartuig naar de haaien
gaat, afijn, 'tis precies 't zelfde alsof
je verzuipt.*
Eva zou, als se ouder en wat nuffiger
was geworden, Elbert misschien wel de
aanmerkingen maken, dat het werkwoord
verdrinken* fatsoenlijker is dan het
andere, maar het kind vond Elbert
met zijn zeemanS-vocabulaire zoo vol
komen goed, dat ze er niet aan dacht
hem om een enkel woord hard te vallen.
»Papa is toch ook nooit verdronken,*
antwoordde zij ernstig, »en hoe vele
jaren heeft hij niet op zee gevaren,
en jij ook Elbert, je bent toch ook
nog springlevend.*
»Ja, zie-je, beste meid, een mensch
is zoo gesteld, dat hij niet sterft vóór
zijn tijd, dat zeg ik altijd. Maar met
een zeeman is 't weer zóó gesteld, dat
hij altijd zijn testament klaar moet
hebben. Als ik geen geluk had gehad,
zou ik wel vijftigmaai naar de haaien
zijn geweest en je papa ook, vraag
't hem maar.*
»Ja, ik weet 't wel, Elbert, dat Papa
was verdronken, als je hem niet hadt
>En wat zou dat?* vroeg Elbert ruw.