Woensdag I 11)07. 23(' Jaarg. Tijdelijk Onderwijzer. EEN OUDE GESCHIEDENIS. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. JUFLEHVV, ONDERWIJZER Buitenland. FEUI L LET ON. COlillANT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. GEVRAAGD, om zoo spoedig moge lijk in dienst te treden, een tijdelijk aan de openbare lagere school te AXEL. Jaarwedde volgens de wet. Stukken in te zenden aan den Burge meester. ENGELAND. De Nationale Liberale Club gaf Vrij dagavond een feestmaal aan de koloniale eerste minister. Ook Campbell-Banner - man en Winston Churchill zaten aan. Botha hield een treffende toespraak. Van den oorlog sprekende zeide hij Ik deed mijn plicht als soldaat en ik ben bereid heden hetzelfde voop het rijk te doen. Churchill zeide Het succes van de koloniale conferentie, vooral in zake de rijksverdediging, waarborgt, dat het rijk nimmer zal afbrokkelen. De Liverpool Courier meldt dat Botha en firma's van den Rand te Londen het eens zijn geworden over een nieuwe Transvaalsche leening, waartoe die firma's zullen meewerken. Botha zou daartegenover beloofd hebben, om zich niet verder in het bedrijf van de Rand- mijnen te mengen. De Daily Chronicle liet het bericht aan Botha zien, maar deze weigerde er zich over uit te laten. Intusschen Deze heer gaat misschien wat ver in zijne zucht tot afzondering, hoewel 't een buitenman te vergeven is, als hij meer met zijn plantsoen dan met de conversatie op heeft. De Goudbergers zeggen »Ik zie liever menschen dan boomen,c en die van Voorberg en Achterberg praten ook al zoo; maar Van Pijlsburg is van een ander gevoelen. Hij ziet liever boomen dan menschen, en waarschijnlijk heeft hij daarvoor zijne reden. De heer Van Pijlsburg ig niets meer, niets minder, dan een voormalig vice- admiraal van 's lands vloot. Zijne Excel lentie is gepensionneerd en, hoewel een der rijkste bewoners van Voorberg, heeft hij er nog niet toe kunnen besluiten, zijn pensioen aan den Staat ten ge schenke te geven. Daarvoor heeft hij zijne reden. Kleine geschenken,zegt hij, >onderhouden wel de vriendschap, maar daar de Staat mij nooit iets heeft gegeven waarvoor ik hem uiet heb ge diend met al mijne krachten, en zelfs boven mijne krachten, zou ik den Staat misschien beleedigen met het aanbieden van zulk eeu armoedig geschenk als mijn pensioen, c pleit voor de juistheid van het bericht dat Botha een uitnoodiging van de Randfirma's heelt aangenomen, om Woensdag aan een luisterrijk feestmaal in het Savoy-hotel deel te nemen. BELGIË. Minister de Trooz zoekt ministers, de pers van de rechterzijde is lang niet eensgezind. Aan de linkerzijde acht men het ondoenlijk een levens vatbaar kabinet uit de rechterzijde samen te stellen, zonder dat er groote beginselen op zij worden gezet. Ontbind de Kamerraadt de een. Dat is niet noodig, zegt een ander. Dat zijn al zoo wat de voornaamste berichten, die dag aan dag terugkeeren. Er is een bericht dat de Koning Zaterdag te Parijs wordt verwacht. Dat zou wijzen op het naderend einde van de crisis. Minister de Trooz kan geen stap doen of een heeletros journalisten h ingt hem aan de pandjes vau zijn jas. Het is moeilijk voor den heer de Trooz eenige variatie te brengen in de wijze waarop hü zich even van de volgelingen ont doet, moeilijk telkenmale als hij uit een deur komt en dan zich weer omringt ziet van die twintig vragende koppen, vriendelijk te blijven. „Ik ben verrukt u te zien, heeren, maar ik heb u niets te zeggen." En als hij die woorden gesproken heeft, snelt de minister er van door. Of Vrijdag, toen hij den Koning had bezocht, en met zijn neus in de journalisten viel: „tls de Koning geweten had, dat de heeren allemaal hier zouden zijn, zou hj bepaald de groeten verzocht hebben." Deze redeneeriDg kenmerkt den wijs geer, en de wijsgeer i3 min of meer een pruttelaar. Van Pijlsburg was reeds als adelborst aan 't pnilosopheeren geraakt, toen hij, op eene expeditie in den In- dischen archipel, zich eervol had onder scheiden, terwijl een ander, die zich niet had onderscheiden, de belooning kreeg, waarop hij aanspraak maakte. Dat ge beurt nu en dan, maar 't Gouvernement kan het niet helpen. Die tegenspoed echter doofde den last van den jongen officier niet uit. Hij was en bleef een zeeman in zijn hart; hij deed zijn plicht op uitstekende wijzehij klom op van rang tot rang, maar steeds philosopheereu- de en somtijds pruttelende in stilte; waarom? Omdat hetprutteleu waar schijnlijk in zijne natuur lag, anders had hij een eerste miskenuing, en al de kleine grieven van lateren datum, met onderwerping gedragen. Het ontbrak den braven Admiraal zeker niet aan een kleine dosis ijdelheid, anders had hij meer vergelijkingen gemaakt tusschen den Admiraal Van Pijlsburg en sommige arme drommels, die met niet minder verdiensten dan de zijne, het lang zoover uiet hadden gebracht als hij. Op het punt van ijdelheid blijven we, helaas, altijd jong, en daarom zullen we den grijzen Admiraal verder geen rekenschap vragen van zijne ingebeelde grieven. De Admiraal zat rustig eu wel op Landlust, zijn villa, terwijl sommige RUSLAND. In de Doema is Vrijdag de beraad slaging over de folteringen in de ge vangenissen van Riga voortgezet. Tal van sprekers gaven nieuwe bijdragen tot de daar begane mishandelingen. De minister van justitie verklaarde dat hij een onderzoek instelde en verder niets te zeggen had. Maar hij was wel verbaasd dat de berichten over de wreedheid geen aanwijzingen bevatten, waar de bewijzen ervoor te vinden waren. Gessen en Pergament ant woordden dat de Rijksdoema de regee ring geïnterpelleerd had en dat de regeering het recht niet had, om be wijzen te verlangen. Zij bedoelden zeker dat de regeering maar het bewijs van het tegendeel moest leveren. In de Doema is men ontevredea dat Golowin met geen woord van hetgeen hij met den Keizer bepraat heeft, rept. Hij is, redeneert men, als voorzitter van de Doema en niet als gewoon burger ontvangen en mag zijn mond niet houden. Te Petersburg zijn de bakkersknechts uitgesloten. Er is nu niets te krijgen dan eenvoudig groot formaat wittebrood, dat de bakkers met de hulp van hunne huisgenooten kneden en bakken. Het Russische Paaschfeest valt op 5 Mei, en zoo zijn de Petersburgers ontstemd in het vooruitzicht dat zij dau niets bijzonders te eten zullen krijgen. AMERIKA. President Roosevelt heelt het aan den stok gekregen met de besturen van zijner kameraden, bijna even oud als hij, nog op Zeelust dobberden, in 't vooruit zicht van huu matig pensioen, dat schrikbeeld vau den soldaat van fortuin. Hij had toch maar gelukkig gediend, die oude water-philosoof, al hield hij zich voor verongelijkt. Hij had een prachtig huis, met een heerlijken bloemtuin, een moestuin waarvan de weerga in den omtrek niet te vinden was, een kweekerij, een stookkas, een loop met uitheemsche fazanten, kippeu, tamme patrijzen en kalkoenen, boomgaarden, eigen jachten en visscheryeu in de buurt, alle» wat het hart van een buitenman kan bekoren. Toch scheelde het weinig ot de bezitter van al die schatten was een menschen- hater. Philosofen bezitten dien aanleg en worden het onder zekere omstandig heden. De Admiraal vond niets en niemand te Goudberg en Voorberg naai zij n zin, zelfs Landlust niet, - het bekoorlijke Landlust, naar zijn eigen plannen en inzichten vernieuwd, aange legd en verbeterd, waot altijd bleef daar nog iets te vernieuwen, aan te leggen en te verbeteren over. Zelfs zijn trouwe bediende, de onbetaalbare Elbert, die hem op zoo vele en lange tochten had verzeld, altijd eerlijk en goed had gediend, wat meer is, hem het leven had gered, en wat misschieu nóg meer is, zijn zwarte buien soms kon verdrijven, kon het hem niet altijd naar den zin m&keu. Ja, zelfs zijn verschillende vakbonden. Binnenkort zullen in Idaho eenige mijnwerkers terecht staan, wegens ernstige vergrij pen, door hen tijdens een staking ge pleegd. De vakbondbesturen wendden zich tot de centrale regeering te Wash ington met het verzoek, een goed woordje te doen voor de beklaagden. Roosevelt antwoordde dat hij er niet aan dacht, en dat hij het bovendien meer d n tijd achtte, de vakbonden verlost te zien van anarchistische en tuchtelooze ele menten. Dit leidde tot een scherp antwoord van de vakbondbesturen, die nu zullen trachten den één-Mei-dag te gebruiken voor 't houden van arbeidersbetoogingen tegen Roosevelt. WEST-INDIE. Over de onlusten op St. Lucia vinden wij het volgende vermeld De kolendragers (negers) vatten een toespraak van den gouverneur op als een aanmoediging voor hun eischen. Zij verlangen een grooten opslag van loon, staakten het werk en bedreigden wie doorwerkten. Ten slotte hield al het kolenladen op. Te Castries, de hoofdstad om St. Lucia, was het Vrijdag kalm, maar op de suikerplantages ging het woester toe. Bij de suikerfabriek Roseau heeft op de oproerlingen geschoten, daar vielen vier dooden en een twintig ge wonden. De politiemacht bestaat uit negers. In Engeland maken sommigen zich weer boos, dat er geen Engelsch oorlogsschip in de buurt was. Men zal er de regeering dochtertje, zijD eenig kind en oog appel, de lieve, geestige Eva, was niet altijd in staat den brommenden wysgeer geheel te ontplooien, al verrukte ze hem door haar aardig gesnater, haar nachtegalen-zang, haar geestige spelde- prikjes, haar kinderlijke luimen,want somtijds toch trok ze een ernstig mondje, en papa alleen mocht zuur kijken. Eén wezen was er dat het den heer Van Pijlsburg naar den zin kon maken. Dat was mevrouw Van Pijlsburg. Deze dame was de volmaaktheid zelve, een uitstekende vrouw, mijnheer, waarvan geen wedergade te vinden was. Helaas, - die uitstekende vrouw was sinds jaren overleden, en op het kerkhof van Voor berg begraven. Zes weken na zijn huwelijk was Van Pijlsburg naar zee gegaan, en de zeeman hau zijn vrouw nooit weer gezien. Eva's geboorte had dan dood der jonge moeder ten gevolge gehad. De apotheose van mevrouw Van Pijlsberg door haar echtgenoot wordt hierdoor verklaarbaar. De Admiraal was een mager, gespierd, lang heer, met vrij regelmatige, stroeve trekken, stekelige bakkebaarden, zorg vuldig geschoren kin en bovenlip, zware afhangende wenkbrauwen, doordringende oogen, en steil opstaande grijze haren. Hij kleedde zich zorgvuldig, stijf als een oude lord, maar eerst dau als de zon in haar top stondvóór dien tijd zag men Zijne Excellentie, des zomers in een

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 1