o. 4. Zaterdag April I !K)7 23e «laar-g. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. OIELEII W, Buitenland. FEUILLETON. cotiurvT. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. ENGELAND. Het moge tegenwoordig in Ierland over 't algemeen kalm zijn, nu en dan gebeuren er toch dingen, waaruit blijkt hoe licht de oude haat tegen den ïngelschman, als verdediger van de politieke en maatschappelijke orde, zooals zij nog in Ierland is, weer oplaait. In het graafschap Roscommon is er op beide Paaschdagen te Elphin hard gevochten tusschen de bevolking en de politie, die openlucht vergade ringen van de United Irish League wilde beletten. Die vergaderingen hielden verband met een boycott, dat over eenige boeren zou worden afge kondigd. OOSTENRIJK HONGARIJE. Zoowel in Bohemen als te Weeoen -edt de stakings koorts. De W eensche upeurs en kleermakersbedienden -- en getale van 5100 zijn, zooals juwens reeds lang te voren hun plan was, tot staking overgegaan. In de bakkers-staking in de Oosten- rij ksche hoofdstad is een geringe wijzi ging ten goede gekomen, wijl de knechts van de roggebrood-bakkers en ook de bakkersknechts, die tot de christelijk sociale partij behooren, na een kleine loonsverhooging te hebben verkregen, weer aan het werk zijn gegaan. De groote meerderheid echter, bleef staken. Te Reicheuberg, in Bohemen, zijn de werkgevers in de weet-industrie op 2 pril overgegaan tot de tenuitvocr- 106, Genoeg, men ging er dien Zonda< Heen. Het was mooi weêr en Hugo's ïart ging open reeds toen hij het toren- ipitsje in de verte ontwaarde. »Het zal mij benieuwen of er alle» nog het zelfde is,« zei hij zijn tred verhaastende >p de kleine wandeling van het station iaar de herberg. »Ja, die herberg was wel dezelfde, en iet riante gezicht op de zachlkens vóort- chuivende rivier ook. 't Was Hugo of ij nooit weg was geweest, toen hij voor e deur deu pokdaligen Jorisse weder ag staan. Het jasje was geremd om het ijf en de witte doek proeste er uit. En och ja, het lieve huisje waar zijne moeder had gewoond met het tuintje er voor stond er ook nog. Alleen de woning van Rentiuck was er niet meer. Wel Jaap, hoe gaat het vroeg Hugo, den breedgeschouderden kastelein ver trouwelijk op den rug kloppende, »Altijd wel geweest Je bent nog net dezelfde, alleen wat dikker geworden. «Zoo ineheermaar als ik maar es leggen zal, wie heb ik het plezier te ,ien »Ken-je Hugo Van Waren niet meer legging der uitsluiting, waarmee door hen was gedreigd. Driehonderd pa troons hebben hun fabrieken gesloten. Door dezen maatregel zijn meer dan 5000 arbeiders tot gedwongen werk loosheid veroordeeld. In de Paaschdagen zijn in Noord Tirol tal van lawines naar beneden gekomen. Bij Schönweis verspert een reusachtige sneeuw- en ijsklomp den straatweg over een lengte van zoowat honderd meter, terwijl bovendien de bedding van de Inn vol ligt. Bij Nassereit is een huis onder de sneeuw bedolven de straatweg is ver sperd over een lengte van 70 M. Ook in het Paznaundal zijn ver scheiden lawines gevallen. RUSLAND. Maandagmiddag reden een jonge man en een dame in een mooi rijtuigje te Moskou langs een diender. De heer haalde op dat oogenblik een revolver uit en schoot den diender neer. De moordenaar ontkwam, de dame is gevat. Zij schijnt een leerling van het gym nasium te zijn. MAROKKO. Volgens de laatste berichten is het in Marakesj nog niet veilig. De Europe anen durven hun huizen niet verlaten. Thans doet de gouverneur zijn best, de orde te handhaven. Hij begint te be grijpen, dat het hem verder van geen nut kan zijn, toe te laten, dat de Europeanen worden mishandeld en vermoord. Te Oedzjda is net rustig. Rustiger ja, Hugo Van Waren van de overzijde.* »Och hé bent u dat ia, ja, ja, nou uwe het zeit Nou, uwe uent wel veranderd, hoor! Als ik nog deuk men uwe daar met uwé zeu moeder woonde Goed dat u ons nog eeus op komt zoeken.* «Eu hier heb ik het plezier je mijn vrouw voor te stellen.* «Nou, nou, niet mal hoor riep Jorisse, op zijn wijze galaat en met een soort van bewondering naar aanstarende. Alida glimlachte. »Vertel mij eeus, Jorisse, gaat het hier tegenwoordig nog al goed?* „Ja, 'tis wel alsof het dorp sinds er zoo n station gekomen is, weer wat op zijn verhaal is, en dau we hebben een besten burgemeester hier, erg best, hoor Die Iaat de menschen wat verdienen, dat beloof ik je. Uwe ziet daar wel aan den luderen kant vau de brug dien tuin.* »0, waar vroeger Reutiuck's huis itond «Juistement. Daar woont de burge- cieester, weet 'uwe, dat's te zeggen in dat witte, nieuwe huis, dat uit de boomen lit komt kijken.* «En ziju hier nog wel kleine optrekjes tt krijgen of buitentjes vroeg Alida. »Nou mevrouw, etfjtief mooi hoor! Als u maar naar den burgemeester gaat, die zal i» wel meer vertellen. Eu bij is niet trotscli, ga er gerust naar toe.* »Zoo is die uog ait bemind hier ,Van belang, meheer, van belang, en en veiliger dan ooit mag men wel zeggen, nu de plaats bezet is door de Fransche troepen. De markt begint te bloeien. Het vee is er nu vertrouwd. De Fransche officieren doen hun best, het tijdelijke Fransche bewind zoo zegenrijx als mogelijk te maken. Zij zijn de groote schoonmaak van het stadje begonnen. En dat was noodig. Want voor een Europeaan ziet Oedzjda er uit als een vuile stal. De Fransche troepen zijn ook begonnen, den weg van Lala Marnia naar Oedzjda te ver beteren. Te Marakesj zal een hospitaal worden opgericht, dat den naam van Maucharap zal dragen. Het lijk van Mauohamp is te Tandzjer aangekomen met den kruiser Lalande. De rouwplechtigheid te Tandzjer is rustig verloopen. De Fransche gezant hield een toespraak, de strandbatterijen vuurden saluutschoten ai. KONG ISTAAT. De New York Herald van Zondag 24 Maart geeft verslag van een lezing, die te New York gehouden is door majoor Seaman. Majoor Seaman is pas teruggekeerd van een groote reis door Afrika. De kolonisatie van Afrika door de Europeesche mogendheden is een reusachtige misdaad in naam der be schaving. Dat was de stelling, die majoor Seaman verdedigde. Ondanks alles wat verteld en gedrukt is over den Kongostaat en de gruwelen, daar bedreven door het Belgisch bewind, zeide Seaman, heeft toch koning Leopold het monopolie der barbaarschheid in geenen deele. De slachting en mis handeling van inboorlingen, die door Engelschen en Duitschers geschiedt, gaat nog te boven wat de Belgen ten laste wordt gelegd. Majoor Seaman had nog onlangs in Duitsch Oost-Afrika duizenden weer- looze negers ziea afmaken, omdat zij zich verzetten tegen de betaling van onrechtvaardige en drukkende belas tingen. Wat het pijnlijkst treft bij het bezoek der negerdorpen dat zijn de rijen inboorlingen, aan kettingen ge bonden, gereed om als slaven te worden vervoerd. De kolonisatie in Afrika is een coöperatieve roofonderneming, waar bijna alle Europeesche staten deelge- nooten van zijn. Majoor Seaman stelde Engeland als koloniseerende mogendheid tegenover de Vereenigde Staten. Engeland heeft de Chineezen met de kanonnen ge dwongen, opium te slikken. Het heeft in Noord-Amerika de slavernij inge voerd, alles uit winstbejag. Er is een merkwaardige aantrekkingskracht tus schen een Engelsehman en een goud mijn. Nu kijkt Engeland met begeerige oogen naar Kongo, waar buiten kijf de rijkste mijnen van de wereld liggen. De Amerikanen zijn nooit als kolo nisten geslaagd. Ze gaan door in de wereld voor geldwolven, maar met dat al zijn zij nooit anders als kolonisee rende mogendheid opgetreden dan uit altruïstische beweegredenen, zoo op Cuba, zoo op de Philippijnen. Overal in de wereld, zeide majoor Seaman ten slotte, maakt de beschaving zijn dochter is ook een lief meisje, en niet leelijk ook, dat beloof ik je.« »Is hij weeuwenaar »Ja meheer, hij heeft hier nooit een vrouw gehad, die moet al gauw na het huwelijk gestorven zijn.* Nadat ze voor de herberg hun twaalf uurtje hadden gebruikt, liet Hugo zijn wijfje de schoonheden en wandelingen van het dorp zien, en daar Alida er nog al meê ingenomen was, ging men den burgemeester bezoeken om te zien of men klaar kon komen. Werkelijk was het hoofd der geméente een hupsch man, die daarenboven nog wel wat conversatie gebruiken kon en dus de nieuw aangekomenen met wel willendheid voorthielp, terwijl de dochter ook Alida wel beviel. Men was opge monterd en Yau Waren huurde een aardig huisje met een heelen lieven tuin. Toen Hugo klaar was gekomen, zeide hij hoffelijk tegen den burgemeester: >Ik dank u, mijnheer, voor uwe wel willendheid, kan ik in Amsterdam u ook van dienst zijn Verplicht, en loch misschien wel. Ik heb hier een vrij uitgebreide panueu- bakkerij, en nu ben ik zoekende naar iemand die ouder mij zon wat de directie kau opnemen. Ik moet, vooral omdat ik niet alleen hier burgemeester ben, nog al eens van huis; en d.m zju ik zoo gaarne wenschen dat ik iemmi hid, die mij geheel kon remplaceeren. Er is nu wel zooveel niet aan te verdienen^ maar toch al licht een duizend a twaalf honderd gulden, althans wanneer he iemand is, die in vreemde talen zoo wat correspondeeren kan, anders zou ik daar buitendien nog iemand voor noodig hebben. Een hoofdvereischte is dat hij zich fatsoenlijk presenteert, boeren kan ik hier genoeg krijgen.* «Ofschoon ik het niet geloof, wil ik er toch over denken, mijnheer, en zoodra ik iemand weet, schrijf ik u.« „Hoor eens, Hugo,* riep Alida, «ik vind het dorpje en alles allerliefst, en ons huisje ligt ook zeer riant, maar ik heb er maar één ding tegen, het staat er wel wat veel op zich zelf, zoo zonder huren. Ik had het gaarne wat meer in het dorp gehad.* «Waarom? ben-je bang geworden?* «Bang nu juist niet, maar ik hoop althans dat je me niet te veel alleen laat zitten.* «Wel ik zal stellig veel overkomen, en voor het overige zal ik je een goeden bewaker achterlaten.* «Wie dan Aoii.* «Een mooie bewaker «Zeker, trouwer zal je niet licht vinden.* „Een bewaker die door zijn vervelend geblaf mij onophoudelijk uit den slaap zal houden.* «Je kunt compleet niets van dat dier

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 1