Bekendmaking.
EIND GOED AL GOED.
fto. 95.
Zaterdag 9 Maart 1907.
22e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
toelating van Kinderen
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
AXELSCHE
COlllüNT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders van
AXEL maken bekend, dat op
Dinsdag 19 Maart 1907, des
voormiddags te 9 ure ten raadhuize
gelegenheid zal worden gegeven tot
op de openbare lagere School alhier.
Hiervoor komen in aanmerking alle
kinderen, die geboren zijn in 1901.
Verder worden belanghebbenden er
op gewezen, dat de toelating slechts
éénmaal per jaar plaats heeft.
Axel, den 7 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders van Axel,
D. J. OGGEL.
De Secretaris
J. A. VAN VESSEM.
FRANKRIJK.
Koning Eduard is Dinsdagmorgen uit
Parijs vertrokken naar Biarritz. Maan
dagavond heeft hij in het théatre des
Nouveautés de opvoering van de Puce
a l'oreille bijgewoond. De koning zat
in de laagste loge d'avant scène, had
veel schik en gaf herhaaldelijk het
sein tot applaus.
Dinsdagmorgen vernam de koning
tot zijn leedwezen dat zijn mooiste
100)
XXIII.
»Een van beiden zal dus op reis moeten
gaan,* zeide Stade, nadat hij de morgen-
post aan Hugo ter lecture had overhan
digd. »Er valt nog maar alleen te
vragen, wie zal het doen
»Mij dunkt dat die vraag zelfs in dezen
niet te pas komt.<
»Hoe zoo
»Zoo wel de geest onzer associatie als
het contract hebben in dit geval voorzien.
Ik ben de kashouder, en mijne verant
woording brengt dus van zelf mede dat
ik op het kantoor moet blijven, zoo als
ook in artikel vijf staat uitgedrukt.*
»Ei?« en Stade keek zijn compagnon
sarcastisch glimlachende aan. »Ik stem
toe,» ging hij voort, »dat werkelijk eenige
grond voor je beweren bestaat, maar een
ander artikel zegt ook, dat wanneer een
van ons beiden verhinderd is zijne
bezigheden te doen, de andere inspringen
moet, en wanneer ik dus verklaarde,
dat het mij thans onmogelijk is mij te
verwijderen
»Dan zouden we er te zamen over
moeten redeneeren. Spreek dus op,
automobiel, een van 60 paardenkrach
ten, in een goederenwagen aan het
gare d'Orléans verbrand was. De
automobiel stond in het Parijsche
station een nacht over, en zou mede
naar Biarritz vervoerd worden. Men
heeft de onvoorzichtigheid gehad, het
petroleumreservoir van de automobiel
niet leeg te laten loopen. Het reservoir
heeft gelekt, en daardoor stond de vloer
van de goederenwagen onder de petro
leum. Op die vloer heeft 's nachts een
treinbeambte een brandende lantaarn
laten vallen en meteen stond de wagen
in brand. De automobiel was te zwaar
om haar weg te halen.
De pokken te Duinkerken neemt
geen epidemisch karakter aan, maar
het is toch nog niet gelukt, de be
smetting geheel tegen te gaan. Een
drietal nieuwe gevallen wordt gemeld,
enkele patiënten sterven. Van de
Duinkerkers zijn nu wel negen tiende
ingeënt, en dag aan dag wordt er in
drie openbare lokalen in de plaats
gelegenheid gegeven om zich te laten
inenten. De doktoren achten het on
mogelijk, dat het aantal patiënten aan
merkelijk zou vermeerderen.
RUSLAND.
Het was ook Dinsdag een stralende
dag in St. Petersburg evenals op 10
Mei van het vorige jaar toen de eerste
Doema werd geopend. Maar die heldere
zonneschijn moest dan ook alle feeste
lijkheid aanbrengen, want Petersburg
vertoonde geen enkele vlag, terwijl geen
klok de volksvertegenwoordigers een
welkomstgroet toeluidde. Bij het volk
waarom wou je wel thuis blijven
Het wordt wel duidelijk, zoo Jan het
vroeger nog niet geweten had, dat Hugo
voor geen prijs zijne zelfstandigheid meer
opofferde. Stade, die eigenlijk geen
reden op kon geven die bij Van Waren
gelden zou, gaf niet zoo dadelijk antwoord
op die vraag, maar zei eindelijk>eh
bien peum' importe, ik zal gaan."
Toen Jan echter vertrokken was, toen
viel er eene diepe neerslachtigheid op
Hugo's ziel. Het afscheid was koel, in
geenen deele vriendschappelijk geweest
en het was hem als of er een klove
tus8chen zijn vriend en hem bestond,
die nimmer zou worden aangevuld. Bij
wien zijn hart uit te storten! Immers
bij niemand O kon hij Alida toch zien
Zij toch had al zijne geheimen gekend,
zij had zijn geest in den laatsten tijd
uitsluitend bezig gehouden, zij was eene
verschijning, even bevallig als zacht
aardig, maar ook zij was niet daar
Het is waar, niets zou gemakkelijker zijn
dan om haar in 's Hage te bezoeken,
maar zij was daar immers in eeue om
geving, die hem tegen de borst moest
stooten. Naar mate hij langer alleen
bleef, naar die mate werd zij ne begeerte
om zijne vrienden wedér te zien sterker
en sterker, en als hij alleen op zijne
kamer zat, riep hij somtijds half luide
»Wanneer toch zal zij terug komen
Ja hij hoopte, maar tevens hij vreesde
haar weder te zien. Zou ook zij niet
zat echter ook blijkbaar geen begeerte
op een of andere wijze zijn blij begrip
van de beteekenis van dezen gewich-
tigen dag voor Rusland's toekomst aan
den dag te leggen in feestbetoon.
Dat het daarom niet onverschillig
was voor de groote gebeurtenis, bleek
wel uit de dichte menschenmenigte, die
in den omtrek van het Taurische paleis
de afgevaardigden wilde zien aankomen
en hier was wel van eenige feestelijke
drukte sprake. Overigens ging alles in
Petersburg zijn gewonen gang; overal
werd gewerkt, alle staats- en particu
liere instellingen, fabrieken, hooge-
scholen en scholen waren als op andere
werkdagen. Een sterke politiemacht
zorgde in de buurt van het parlements
gebouw voor de bewaring der orde,
terwijl in de hoven der naburige huizen
soldaten stonden opgesteld.
Pessimisten zien in het hoogst sobere
karakter, dat de plechtigheid had, reeds
nu een bewijs, dat de regeering van
de samenwerking met een aldus saam-
gestelde Doema geen groote verwach
tingen koestert. Men brengt de onbe
duidendheid der troonrede, die Goloebef
voorlas bij wijze van welkomstgroet, in
verband met het den Tsaar toege
schreven verlangen om na de onder
vinding van verleden jaar niet meer
met een adres van antwoord vereerd
te worden.
De algemeene aandacht trok de
waardige, rustige houding van alle
partijen tijdens de godsdienstige plech
tigheid en de daarop gevolgde opening.
Dat was wat anders dan de janboel van
verleden jaar op den eersten dag. Wie
veranderd zijn Het is waar, hij had
vertrouwen in haren eenvoudigen zin,
hij had vertrouwen in haar zuiver gevoel,
haar gezond verstand, maar toch, te
midden van zooveel ijdelheid als hij
ondervonden had dat daar heerschende
was, zou allicht iets van hetgeen haar
zoo beminnelijk maakte, verloren kunnen
gaan, en hij mocht honderd maal die
vreesachtigheid als ziekelijk en ongegrond
veroordeeleu, honderdmaal zich herinne
ren dat Alida ia die kringen ook vroeger
zich een tijd lang had bewogen zonder
schade te hebben geleden, toch werd de
vrees door het oordeel niet overwonnen.
En het duurde zoo lang voor zij
wederkwam, en dat tijdverloop gaf op
nieuw aanleiding om zijne ongerustheid
op te wekken, want dat zij zoo lang
toefde, was wel het grootste bewijs dat
het haar daar beviel. Hij kon ook
moeielijk weten, hoezeer Alida zich ter
wille harer nicht en uit vriendschap van
Agnes, opofferde, en hoezeer zij zelve
verlangde weder in den huiselijken kring
te komen. Hij was zoodanig opgewonden,
ja overprikkeld, dat hg er over dacht,
om toen naar 's Hage te gaan, al zou hij
ook de familje Valmer, en alles wat hem
daar onaangenaam moest' aandoen, ont
moeten
Evenwel besloot hij eerst de familje
van Ulk te gaan zien, om te vernemen
of men ook iets van Alida's terugkomst
wist. Hij vond het gezin in zeer
nu het volkslied niet wilde meezingen
hield eenvoudig zijn mond.
Golowin, de nieuwgekozen voorzitter,
moet een zeer sympathieke verschijning
zijn, is even veertig jaar, een helder
hoofd, bedaard, vast van wil en zeer
energiek. Hij stamt uit een oud adellijk
geslacht, van hetwelk een lid behoorde
tot de afvaardiging, die den eersten
Romanof de Tsarenkroon aanbood.
Men vermoedt daarom, dat de Tsaar
geen bezwaar zal maken den nieuwen
Doema-voorzitter te ontvangen. Zijn
openingsrede maakte een uitstekenden
indruk.
Na afloop dezer eerste zitting volgde
een groote straatbetooging, waarbij
arbeidersafgevaardigden toespraken tot
het volk hielden. De gendarmerie
maakte gebruik van de blanke wapens
men gelooft, dat er gewonden zijn ge
maakt. De menigte, waarin men roode
vlaggen opmerkte, zong de Marseillaise
en den revolutionnairen treurzang. De
politiedienst werd tegen den nacht
versterkt.
De Memorie van Toelichting bij Je
Credietwet tot voorloopige vaststelling
van een nieuwe Oorlogsbegrooting ver
telt ons met pijnlijke duidelijkheid,
hoeveel door de wegzending van het
blijvend gedeelte reeds bespaard is ei*
hoeveel er niet bespaard wordt, doordat
de Eerste Kamer de Oorlogsbegrooting
verwierp.
Het staat erf 104.319 is er al be
spaard en f 546.850 zou nog bespaard
verheugde stemming, ja het geheele gezin
vereend. Alida was juist dien zelfden
dag te huis gekomen. Behoeven wij te
melden, hoezeer hij in die algemeeue
blijdschap deelde? Voorzeker zou me
vrouw van Ulk nu niet beweren, dat hij
houterig of stijf was Hij dacht zelf niet
zoo verrukt te zullen zijn, dat hij haar
eindelijk weder zag. Wat was zij gul
en liet, en dan wat was zij schoon
Zag hij dat dan nu eerst O zij was
schooner dan anders, want haar gelaat
was opgeluisterd door het zalig gevoel
van eindelijk weder in het gezin, dat zij
lief had, Ie kunnen vertoeven, en die
glans van vergenoegdheid gaf aan dat
zacht en beminnelijk oogenpaar een
wezenlijk hemelsche uitdrukking. Hugo
herinnerde zich geen avond in zijn leven,
dat hij zoo veel genot had gehad als thans.
»Eu waarom toch zoo lang wegge
bleven, Alida?» riep Hugo uit, »we
dachten dat je nooit weerom kwaamt.»
»Ik kon niet weg. De arme nicht
Valmer hield mij vast en ik beklaag
haar diep. Ik moet er by voegen Hugo,
dat ik Agnes waarlijk niet minder be
klaag.»
»Waarom? ze heeft immers wat ze
wenscht.»
»Neen Hugo, dat heeft ze niet, ze mist,
naar mijn wijze van zien, juist datgene,
wat zij bepaald noodig heef't, althans zoo
ze het op het oogeublik nog niet mist,
geloof ik zeker dat vroeger of later die