Binnenland. Landbouw Rechtszaken. Een nieuw Kabinet De Eerste Kamer heeft in hare zitting van Zaterdag de oorlogsbegrooting van minister Staal verworpen met 27 tegen 17 stemmen. Dat dit votum voor de regeering ernstige gevolgen met zich kan naslee- pen, blijkt wel hieruit, dat voor de stemming over de oorlogsbegrooting Minister De Meester verklaarde, dat het Kabinet bij verwerping ernstig de politieke gevolgen van dat votum zou overwegen. De vraag rijst dus over het gansche land „Wat nu Zal alleen Minister Staal aftreden, of zullen de overige ministers zich bij hem aansluiten en allen de portefeuille aan li. M. de Koningin overdragen Maandagmiddag is er, na afloop der Eerste-Kamerzitting buitengewone Mi nisterraad gehouden, waarin eene be slissing genomen is. De uitslag daarvan wacht men heden in de Tweede Kamer. Het Haagsche Correspondentie-bureau meldt aan de N. R. Ct. Heden(Maandag)avond na afloop van den buitengewonen ministerraad, ver luidde 't, dat de ministers zouden zijn overeengekomen, collectief hunne por tefeuilles ter beschikking van H. M. te stellen. Dit gerucht werd in desbevoegde kringen niet bepaald tegengesproken. Zeke\ is 't thans, dat van de beslis sing, door het Kabinet genomen, morgen door de regeering aan de Tweede Kamer mededeeling zal worden gedaan. Eene bemestingsproef op vlas. Door den heer Ad. Ferket Gz. leerling van den Landbouwcursus te St. Jan steen-Heikant werd den vorigen zomer eene bemestingsproef genomen op vlas. De akker, die voor de proef dienen zou, was gelegen in de z. g. Wildelanden aan cle Hellestraat onder de gemeente St. Jansteen. Hij had eene lage ligging en was ongeveer van gemiddelde vrucht baarheid. In 19Ö5 was er rogge op geteeld, met stoppelpeen als navrucht. Voor deze gewassen was per,Gentsch gemet 4/9 fl.A.) bemest als volgt In 't najaar van 1904 eene gemiddelde om je ernstig te waarschuwen, dat zijne gelanteriën niet van de ware soort zijn, ja dat je verstandig zult doen, alle ge meenschap met hem af te breken.* «Hugo, ik moet je wel gelooveD, en toch valt het mij moeielijk.* „Ik zou toch zoo gaarne zien, dat je mij kon gelooven zonder mij te nood zaken, feiten van Stade te verhalen, die ik liever niet openbaar.* »In ieder geval is de toestaud aller- moeielijkst. Mijnheer Stade is de patroon van Willem, mama, ja de geheele familje draagt hem op Je handen, ja, ik moet erkennen dat als ik hem hoor spreken, ik zelve »Welnu Alida, ik zal je een raad gever. Je hulp wordt in den Haag inge roepen, ga naar* mevrouw Valmer, en we kunnen zien wat later komt. Tijd gewonnen, veel gewonnen. Ik ontker niet dat het mogelijk is, dat Jan Stade eene oprechte, eene eerlijke sympathie voor je koestert Als dat zoo is, zal het nog niet beter uitkomen, als je mis schien voor langen tijd afwezig blijft »Ik dacht toch, Hugo, dat het je leed zou doen als ik weder naar die familje ging. Ik weet ook niet of ik er toe besluiten kan. Ik heb daaraan te smar telijke herinneringen. Alida, wat mij zeiven betreft, is het waar dat ik, door zelfzucht gedreven, Jangen tijd gedraald heb, om u den eenigen raad te geven die uwer wa&rd is. bemesting stalmefet 18500 K.G.) en in 't voorjaar van 1905 150K.G.amm.- super. (7 x 9), als overbemesting ge geven. Het proefveld was 120 Gentsche roeden groot. Het werd verdeeld in 3 perceelen, respectievelijk groot 61/2, 13l 2 en 100 Gentsche roeden, die, mede per Gentsch gemet berekend, de vol gende bemesting ontvingen Perceel I 6600 K.G. stalmest, perceel II 6600 K.G. stalmest en 445 K.G. amm.-super. (7 X *9) en perceel III6600 K.G. stalmest, 445 K.G. amm.-super. (7 X 9) en 265 K.G. patent kali (met 26°,/0 kali). De patent-kali werd den 17 Maart uitgestrooid en ondergeëgd, de amm.- super. den 15 April aangewend, terwijl het ljjnzaad des anderendaags gezaaid werd. Het kwam regelmatig op en er ontwikkelde zich een gewas uit, dat vooral op perc. 3 er voortreffelijk uitzag. Toen zich in de eerste helft van Juli in perc. III eenige „verstorven" stengels begonnen te vertoonen werd het vlas geplukt. Wat die „verstorven" stengels betreft, dat verschijnsel is in den grond der zaak vermoedelijk hetzelfdé, als waargenomen werd op het patent-kali bemeste perceel van het aardappel proefveld van den heer J. Suy, aange legd in de lage zandstreek „de Vennen" onder de gemeente Koewacht. Zooals we indertijd mededeelden, werden op gemeld perceel de aardappe len eer rijp dan op het niet met patent kali bemeste perceel wat, naar de ver klaring, die we van dit verschijnsel gaven, veroorzaakt werd, door gebrek aan opneembare stikstof, vindende de met kali bemeste aardappels, die, als een gevolg van hun krachtiger groeiproces spoe diger eene qrootere hoeveelheid uit den grond hadden opgenomen, daarvan te spoedig niet meer genoeg. Evenals het kali perceel van dit aardappelproefveld had het overeenkomstige perceel van het vlasproefveld eene grootere hoeveelheid stikstof moeten ontvangen, dan ware het „noodrijp" worden van sommige vlas stengels uitgebleven en de-opbrengst nog verhoogd. Een gevolg van het vroegtijdig uit plukken van het vlas was, dat de zaad opbrengst gering was. Deze bedroeg, per Gentsch gemet berekendvoor perc. I 44,5 K.G., voor perc. II 89 K.G. en voor perc. III 93 K.G. Behalve de zaadopbrengst zou ook de opbrengst van het proefveld aan gezwingeld vlas nagegaan worden. Toen dezer "dagen het zwingelen geëindigd was, kon die opbrengst vastgesteld wor den. Deze bleek per Gentsch gemet te zijn als volgt: Perceel 1155,5 K.G. perc. II 266,5 K.G. en perc. III405 K.G. Het lijnzaad is verkocht voor fr. 22 de 100 K.G., het gezwingeld vlas a fr. 1.32 per K.G. zoodat het zeer ge makkelijk valt eene vergelijking te Zie, om juist thans, dat ik niet meer op zoo intiemen voet met Stade om ga als weleer, juist du haar te moeten missen, die ten allen tijde eene zusterlijke vrien din voor mij is geweest en, als het ware, door mijn raad, dat offer te brengen aan eene, die mij zoo zeer bedrogen heeft, dat stiet mij tegen de borst, ik erken het gaarne. Het zou echter onedel zijn, om eene personeele veete, u terug te houden van wat ge volgens uw geweten, zeer zeker moet doen, en nu vooral, nu ik zoo stellig overtuigd ben dat die keuze ook voor uw heil de beste zal zijn, nu raad ik u ten sterkste aan, ga naar uwe nicht.* En het meisje werd zeer pensif, zoo zelfs dat ze er verlegen onder werd en ze geeDe woorden meer kon vinden om de conversatie met Hugo voort te zetten. Toeneindelijk de jonge lieder van Ulk aan huis genaderd waren, zeide zij nog alleen deze woorden, »welnu Hugo, ik dank-je voor je vriendschappelijke raad en ik zal gaan." Wordt vervolgd.) maken, tusschen de opbrengst van perc. II dat alleen voldoende bemest werd met stikstof en phosphorzuur) en perc. III dat ook een voldoende hoeveelheid kali ontving). Alles is weer per Gentsch gemet be rekend. Perc. II bracht op 89 K.G. lijnzaad en 266,5 K.G. gezwingeld vlas, dus voor eene waarde van 0,89 X fr. 22 266,5 X fr. 1,32 fr. 361,3 of in Nederlandsch geld 174,54. De opbrengst van perc. III bedroeg 93 K.G. lijnzaad en 405 K.G. gezwin geld vlasde waarde hiervan bedroeg 0,93 X fr. 22 405 X fr. 1.32 fr. 20,46 -f fr. 534.60 fr. 555.06 of in Ned. geld 260.88. Perc. III heeft dus voor eene waarde van ƒ260.88 174.54 86.34 per Gentsch gemet meer opgeleverd dan perc. II. Derhalve blijkt de aanwending van een kali-houdende meststof op de lage zandgron den der z. g. Wildelanden op vlas uitste kende resultaten op te leveren, iets wat ons Diet verwonderen kan, als we bedenken, dat zoodanige gronden van nature zeer arm zijn aan kali, alleen in den stalmest aan die aronden kali toegevoegd wordt (100 K.G. matig verrotte stalmest bevat gemiddeld 6,3 K.G. kali) en een oogst aan droog vlas (met de bollen er aan) van 3000 K.G. per Gentsch gemet aan den grond onttrekt 37,1 K.G. kali tegen slechts 28,5 K.G. stikstof' en 18,45 K.G. phosphorzuur. Op dit laatste punt komen we wellicht later nog wel eens terug. REMERY, Landbouwonderwijzer. Op het hoefje van den landbouwer Ch. Vermast te Philippine is het mond en klauwzeer onder het rundvee uit gebroken. In verband daarmede heeft de Mi nister van Landbouw enz. met ingang van 8 Febr. het vervoeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens verboden uit, naar of binnen een kring omvattende die gemeente, en verder bepaald dat, wanneer bij zondere redenen afwijking van het verbod noodzakelijk maken, zoodanige afwijking kan worden toegestaan door den burgemeester van Philippine, onder de door den districtsveearts te Dordrecht aan te geven voorwaarden. Bij het voorkomen van mond- en klauwzeer wordt de raad gegeven de klauwen der aangetaste dieren te was- schen met eene creolineoplossing, die ontsmet en de genezing bevorderen kan. Ook het uitwendig behandelen van den mond met dezelfde oplossing is een nuttige maatregel omdat daardoor het besmettingsvermogen van hetmondslijm zal worden verzwakt. Voor de verplichte voorjaarskeu ringen van hengsten in deze provincie zijn aangegeven voor de keuring te Hulst 35 en voor die te Kattendijke 11 hengsten. AXEL, 12 Februari 1907. Voor het toelatingsexamen aan de Rijks-normaallessen alhier hebben zich aangemeld 16 jongens en 2 meisjes en voor de aan die lessen toegevoegde voorbereidende klasse 5 jongens en 3 meisjes. Vrijdagmiddag waagde het een 10-jarige knaap te Sluiskil voor den aanvang der school nog eens even te rijden op het kanaal. Het bekwam hem echter niet best. Hij zakte er door en ging „kopje onder" zonder datiemand het zag, want zyn makkers waren reeds allen in school. Zeer zeker zou de knaap verdronken zijn, indien niet toevallig een jongen zijn hand had opgemerkt, die nog net boven het water stak. Na veel moeite gelukte'het den voor bijganger den knaap van een wissen dood te redden. Maandag werd te Ter Neuzen in het „Hötel de Commerce" door de notarissen Dregmans, te Axel en Van der Moer, te Ter Neuzen, krachtens artt. 1228 en 1255 burgerlijk wetboek, in het openbaar herveildhet „Hötel Centraal" met daarbij behoorende stal ling, staande op en bij het Marktplein te Ter Neuzen, kadastraal aldaar bekend insectie C nummers 1409 en 2932 samen groot 2 aren 26 centiaren. Be woond door dhr. Chr. F. Keersemaker. Hiervan werden koopers de heeren Gebr. Kaan, rijwielfabrikanten te Hoek voor 10,000. Op de voordracht voor hoofd der o. 1. school II te IJzendijke komen voorde heeren M. C. Casteleijn, hoofd der school te Zaamslag, (polder)E. Hoek, onder- derwijzer te Bergen op Zoom en J. G. Bosschaart, onderwijzer te Biervliet. Op de voordracht ter vervulling van eene onder wijzers-vacature aan de 0. 1. school te Groede komt als no. 1 voor mej. C. Willemsen, onderwijzeres te Zaamslag. Bij Kon. besluit is aan den heer 1. van Houte op verzoek eervol ontslag verleend als burgemeester van Oost- burg. Arrond. Rechtbank te Middelburg. MEINEED. Voor bovengenoemde rechtbank stond Vrijdag terecht de 27-jarige F. F., arbeider, geboren en wonende te St. Jansteen, thans in hechtenis in het huis van bewaring te Middelburg. Hem werd ten laste gelegd dat hij den 4 Jan. jl. ter zitting dezer rechtbank, in een strafzaak tegen A. Poppe, be klaagd dat hij den 11 Nov. 1906 te Heikant in de herberg van P. Pluijm moedwillig M. Puyenbroek eenige slagen in het aangezicht gegeven heeft, monde ling, persoonlijk, opzettelijk ten gunste van Poppe een valsche verklaring onder eede heeft afgelegd, door in strijd met de waarheid, tegen beter weten in, de volgende verklaring onder eede af te leggen „Ik was in den avond van den lien Nov. omstreeks 5 uur uit met de getuige M. Puyenbroek en was toen met haar in de herberg van P. Pluijm te Heikant onder St. Jansteen. Ik heb echter toen niet gezien dat Poppe, die aldaar ook aanwezig was, Mathilde in het aangezicht heeft geslagen. Wel is waar heb ik aan de marechaussée ver klaard dat wel te hebben gezien, maar de marechaussée hebben mij tot die verklaring gedwongen door tot mij te zeggen „ge zult het dan toch zeggen, want ge hebt het gezien." Van de zijde van het openbaar minis terie waren drie getuigen gedagvaard, terwijl als verdediger optrad de heer mr. J. Adriaanse, advocaat te Middel burg. Na voorlezing van het bevel van verwijzing en van de door beklaagde den 4en Januari voor de rechtbank afgelegde verklaring, werd overgegaan tot het getuigenverhoor. De eerste getuige, M. Puyenbroek, arbeidster te St. Jansteen, verklaarde dat zij den lien Nov. uit was met den bekl., met wien zij omgang had. Na door den president gewezen te zijn op het gewicht van den eed, deelde zij mee dat in dien avond in de herberg van Pluijm ook Poppe kwam en haar een drietal slagen in haar gezicht toe gebracht heett, tengevolge waarvan zij uit den neus bloedde. Zij weet niet waar de beklaagde was toen dit gebeurde. De beklaagde zeide dat hij op een pas of vijf afstand van haar stond. De getuige verklaarde verder dat er een man of vier in de herberg was en dat de bekl., die eerst bij haar had gezeten, kort vóór de slag werd toege bracht, zich had verwijderd. De beklaagde zeide dat hij heenge gaan was uit vrees voor Poppe, toen hij zag dat die zich in de herberg bevond. Op een vraag vau den verdediger verklaarde getuige dat zij meermalen

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 2