Ml GOEHL GOED. Xo. 87. Zaterdag 9 Februari 1907. 22e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMW, Buitenland. FEUILLETON. AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. De einduitslag van de verkiezing is dat de Rijksdag zal bestaan uit 105 leden van het centrum, 59 conservatieven, 55 Datiocaal-liberalen, 43 sociaaldemocraten, 28 van de vrijzinnige volkspartij, 21 vrije conservatieven, 20 Polen, 15 ledbn van de oeconomische vereeniging, 11 van de vrijzinnige vereeniging, 10 wilden, 8 leden van den Bund bei Landwirte, 7 van de Zuidduitsche volkspartij, 7 El- zassers, 6 leden van de Reform partei (antiesemieten) 1 Welf, 1 Deen Een menigte van duizenden is Dinsdag weer om halftwaalf uur in voorbeeldige orde naar het paleis van den rijkskanselier getrokken, om prins Bülow onder het zingen van vaderlandslievende liederen geestdriftige huldebetuigingen te brengen De rijkskanselier kwam naar buiten en werd stormachtig begroet. Een diepe stilte volgde toen men zag dat hij ging spreken. Hij zeide ongeveerIk dank u. mijne heeren, dat een vaderlandslievend gevoei u wederom hierheen heeft gevoerd Toen ik op 13 December een laatste be roep op den Rijksdag deed, besloot ik met de woorden dat de negeeriug haren plicht zou doen, in vertrouwen op het Duitsche volk Dat vertrouwen is niet beschaamd geworden. Wat bij de eerste stemming gezegevierd heeft en vandaag bij de herstemmingen nieuwe scboone voordeelen bevochten heeft, dat is de Duitsene geest die gestreden heeft, aller wegen, en die nog strijdt in dezen tijd en die daarom niet bezweken is, omdat De avond van het feest van Genoeger was aangebroken. Hugo zou er niet aan gedacht hebben. Het is waar, Stade was niet aan het kantoor gekomen, maar dat gebeurde wel eens meer. Willem echter deed eraan denkeu, toen hij kwam vragen of hij heen mocht gaan om zijn zuster naar het feest te begeleiden. De toestemming werd natuurlijk gegeven, maar Van Waren herinnerde zich plot seling met eenigen schrik, wat een paar dagen vau te voren met Stade over dat chapitre was voorgevallen. Ook moest hij toch eindelijk Alida eens antwoord geven. Hij wierp dus zijne boeken weg, en begaf zich naar de feestelijkheid. Verwacht van het feest zelf geene uitgebreide beschrijving. Of dergelijke festiviteiten amusant zijn hangt wel het allermeest af van de stemming der vieren- den. Wat haar karakter betreft, gelijken allen op elkander. Een muziektent, met muziek, die wel goed dient te zijn (en het dan ook wel is) ornüat dezelfde stukken door het zelfde corps op alle plaatsen worden uitgevoerd) liet zou ons weinig moeite kosten de geheele reeks achtereen op te noemenouverture hij immers onsterfelijk is. Wanneer wij dien Duitschjn geest trouw blijven, wanneer vooral de Duitsche jeugd dien geest handhaaft en zich van hem vervult, dan kunnen wij kalm en blijde de toe komst van het vaderland tegemoetzien. En stemt u nu met mij in in den uitroep Het lieve, trouwe, tot aan den dood ons. Duitsche vaderland leve hoog Met daverend gejuich stemde de monig- te in Met ontblooten hoofde zongen ten slotte allen Deutschland. üeutschland über Alles Van het paleis van den rijkskanselier trok de steeds aangroeiende menigte door de Wilhelmstrasse onder de Linden door naar het koninklijke paleis. Na herhaalde ovaties kwam een zeeofficier buiten om te zeggen dat de Keizer en de Keizerin zich zouden vertoonen. Intusschen ver schenen de prinsen Adalbert en August Wilhelm, die eveneens toegejuicht werden. Aan het venster van een der zalen vertoonde zich toen het keizerlijke paar, onder stormachtige to yuicbingen. Nadat het stil was geworden, nam de Keizer, die de menigte onopnoudelijk terug had gegroet, terwijl de Keizerin met haar zakdoek wuifde het woord en hield de volgende toespraak Silentium Ik dank u, mijne heeren, van heeler harte voor het huldebetoon dat u mij heden gebracht hebt. Het is voortgekomen uit het besef dat u tegenover het vaderland uwen plicht hebt gedaan en het woord dat de ritkskanselier tot u gesproken heft: Duitschland kan rijden, als het wil" bewaarheid wordt. (Stormachtige toe juichingen.) Ik ben rotsvast overtuigd dat wij, Guillaume Teil, la muette de Portici, fantai8e de la Traviata, Prière russe, enz.) Verder wat verlichting van lampions, en hier en daar een gaz-ster, somtijds een stuk of wat wegspattende nijver heidsgewrochten van vau der Brug en eindelijk een juist niet sterk geani meerd bal. Hugo, die wist dat Stade commissaris van het feest was, hoopte dat de laatste te veel te doen zou hebben om zich duurzaam met Alida te bemoeien. Hij zou dan ook wel gelegenheid vinden, om met haar het vertrek naar den Haag te behandelen. Het is waar dat, althans in den vooravond, Jan maar weinig het gezelschap (Alida met eene zuster, Willem, Hugo en eenige kennissen) kwam bezoeken. Overigens werd er aardig gekeuveld, maar er was geen gelegenheid om iets ernstigs te spreken. Het duurde zelfs tot dat het bal een aanvang zou nemen. Toen wandelden de groepjes nog even door den tuin en Alida vond nu gelegenheid tot Hugo te zeggen »hoor eens, ik heb al besloten om maar niet te gaan. Het zou-je toch zeker te veel hinderen, als ik op die wijze eenigs- zins het vermoeden op mij laadde, alsof ik partij trok voor haar, ten koste van u. Ik geloof, dat ik je stilzwygen goed be grepen heb en ik zal thuis blij ven. c »Goede Alida, niet om mijriep Hugo, terwijl hij hare hand, wat onvoor zichtig wilde grijpen tot dankerkentenis. wanneer als totnogtoe alle standen, hoog en laag, alle gezindten (nieuwe toejui chingen) eensgezind zich aaneensluiten, niet alleen rijden, maar alles omverrijden wat zich in onzen weg plaatst. (Aan houdende hoera'sNu wil ik besluiteu met het woord dat de groote dichter v. Kleist tegen zij prins van Homburg zeide toen de Groote Keurvorst voor Kottwitz kwam te staan: „Wat bekom meren wij ons om den regel volgens welken de vijand slag levert, wanneer hij maar met al zijne vaandels voor ons neerzinkt? De regel die hem verslaat, dat is de hoogste. Wij hebben nu de kunst geleerd, om hem ti overwinnen, en zijn vol verlangen om die verder te beoefenen." Daarom moet dit niet enkel een tijdelijke en voorbijgaande vader landslievende opwelling zijn, maar een rotsvast besluit om ook voortaau op dezen weg te blijven. Daverende hoera s en het volkslied weerklonken in den helderen winternacht, terwijl de Keizer en de Keizerin en de prinsen altijd door de menigte terug groetten. Om kwart voor eenen ging de keizer lijke familie weg en langzaam verstrooid^ zich de menigte in opgewekte stemming. FRANKRIJK. Ribot, Bérenger en Charles Dupuy heb ben een bezoek afgelegd bij minister Clemenceau op het departement, om een verzoekschrift in te dienen over het mis bruik van sterken drank. Zij handelen in opdracht van de anti-drankgroepen die er in de Kamer en in den Senaat bestaan. Het verzoekschrift spoort de regeering Daar was echter geen tijd meer, want de dansmuziek noodigde ieder uit om binnen te komen. Ze was een goed verlichte fraaie zaal, en daar de versiering onder toezicht van Stade had plaats gehad, heerschte daarin meer smaak dan gewoonlijk (wat minder nationale kleuren en meer groen bij voorbeeld). Voor het bal aanving moest Stade een speech houden, en in plaats van wat banale, roude en dan ook door de zaal ferm rollende volzinnen, wist hij er heel aardig met de fransche zweep, vol kwinkslagen, door te slaan. Men riep bravo! en lachte en had plezier! De dames van Ulk zaten weinig stil en hadden recht veel pret. Dat Stade met haar danste spreekt van zelf. Hugo echter, die zooals wij weten, geen danser was, had niets te doen, dan op te merken. Hij bespeurde zeer spoedig dat Jan, opgewondener dan gewoonlijk, wat heel vrijpostig beleefd tegen de dames was, tevens echter, en daarover verwonderde hij zich, dat Alida van die vrijpostigheid geen last scheen te hebben. Daar zijn op de meeste en vooral op zulke sociëteit-bals, verscheiden heeren kringetjes, die niet anders doen dan drinken, kijken en - -tamelijk geïnfluen ceerd door wat ze gedronken en gezien hebben hunne opmerkingen maken. Dat wij de dames met. die opmerkingen niet zullen lastig vallen, ligt in dereden. Zelfs complimenten willen ze niet op aan, mede te werken tot het tot stand komen eener wet, die het gebruik van absinth geheel verbiedt en het aantal kroegen beperkt. Een wetsvoorstel in dien geest is er thans aanhangig. Verder zijn de leden van de anti-drankbonden van oordeel, dat er met strenge toepassing van de bestaande wetten reeds veel ge wonnen zou zijn. De strafbepalingen tegen dronkenschap, tegen tappen van minderjarigen en dronken menschen, zyn in onbruik geraakt. Bijna nergens maken de gemeentebesturen gebruik van de haar geschonken bevoegdheid om binnen zekere kringeu van de gemeente den verkoop van sterken drank te verbieden. In een onderhoud, dat de drie heeren met Clemenceau hadden, vroegen zij den minister of die aan de directeuren der krankzinnigengestichten zou willen vragen om opgaven van het percentage der pota- toren onder de bevolking der gestichten, en zoo mogelyk van het percentage der absinthdrinkers. Clemenceau gaf de toezegging, dat hij al zyn best zou doen, de anti-drankgroepen van Kamer en Senaat in hun streven te steunen. RUSLAND. De Daily Telegraph verneemt uit Petersburg, dat Koeropatkin's boek over den oorlog mei Japan nog slechts in enkele exemplaren in omloop is, maar allerwegen besproken wordt. Vele betreuren 't, dat het boek niet algemeen verkrijgbaar mag worden gesteldvooral militairen, die tegen den inhoud wihen opkomen. Naar men zegt, vermeldt het werk dat Koero- patkin in den loop van zijn veldtocht in allerlei wijze ontvangen en ze zijn in haar recht. Ook in de hoekjes en gaatjes van de sociëteitGenoegen zaten ver scheiden zulke groepjes eu toen de pauseering er was, werd de vroolijkt, prettige, geestige Stade, de held van het feest, de man aan wien men zooveel te danken had, van alle zijden toegeroepen »kom hier, kom hierdrink een glas wyn met onsen natuurlyk liet hij zich niat onbetuigd. Dat Alida, niet alleen omdat ze er goed uitzag maar ook door hare rijzige gestalte, de aandacht van velen trok, is wel niet vreemd, evenmin dat ze, onder anderen, het onderwerp uitmaakte der gesprekken van die vróolijke opmerkers. Bij zulk een troepje zat Stade toen Hugo hem juist even wat vragen wilde, maar, om de heeren in hunne levendigheid niet te storen, even wachten bleef op een gunstig oogenblik. Wat hij hoorde wekte wel zijne belangstelling op, doch juist niet zijne sympathie, beiden zoude men heb ben kunnen lezen in 's mans gelaat en houding. Wat er dan toch wel ge sproken werd Dames (ik voed eenige hoop, dat mijn werk ook door dames zal worden gelezen, mij dunkt ik houd te veel van haar, dan dat zij juist een hekel aan mij zouden kunnen hebben), dames, ik beschouw een bal als eene vertooning, opgewekter dan menig ballet en soms geestiger dan een blijspel, maar evenmin als ik u achter

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1907 | | pagina 1