Si QOEBAL GOED.
Zaterdag 26 Januari I !H)7.
22e «latirg.
i\0. 83.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. imil HW,
Buitenland.
F El'ILL E TON.
AXELSCHE
COIIUNT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Gent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De koude.
De berichten over de plotseling inge
vallen koude zijn vele.
Te Koblentz, Trier, in het Moezel
dal, in de Eifel enz. heeft het niet
.alleen even hard gevroren als hier,
maar ook gesneeuwd of geijzeld.
Een "Berlijnsch blad zegt dat het
sedert 15 December 1899 te Berlijn
niet zoo koud is geweest als Dinsdag
ochtend, toen de thermometer daar 16
graden vorst Celsius aanwees.
Overigens is 22 Januari in de weer-
geschiedenis van Berlijn een merk
waardige datum. Op dien dag viel in
1850 ae koudste dag die te Berlijn
sedert het begin van de officieele waar
nemingen is voorgekomen. Toen was
de gemiddelde temperatuur van den
dag te Berlijn min 19.1 graad Celsius
en de laagste zelfs min 25 graden Celsius.
In West-Duitschland heeft de vorst
groote vertraging in het spoorwegver
keer veroorzaakt. De treinen van den
Boven-Rijn, die Dinsdag te Keulen aan-
Jtwamen, hadden een paar uren ver
traging. By Daun is een handwerks
gezel doodgevroren. Men is weer bang
voor ijsgang op den Ryn.
Dok in Rusland heerscht strenge
koude. Te Petersburg wees de thermo
meter Maandag 24 graden, te Reval 27
graden en te Jaroslaf 40 graden vorst aan.
Uit Hamburg wordt gemeld dat de
scheepvaart pp de Elbe stil ligt. Van
de Boven-Elbe komt bericht van drijfijs.
»Ja, je hebt haar uit het oog verloren,
maar ze heeft je toch nog een brief ge
schreven, niet waar
»Hoe weet-je dat allesriep Stade,
sterk blozende, »kqn-je haar dan
»Ik heb haar nooit gezien. Toen je
bezig was mij gisteren te taquineeren,
dacht ik aan den persoon, die mij dat
alles veiteld heeft aan Bolck.«
»Bplok wat weet dief Stille
waters hebben diepe gronden. Ik wist
diet dat ik dat daar zoeken moest,"
»Bolckis een van de achtingswaardigste
menschen die ik ken. Hij hield van het
meisje, hij werd haar vertrouwde vriend,
hij beloofde ha^r uw naam te verzwijgen,
en te midden der gruwelijke plagerijen,
bleef die mond gesloten, die zoo veel
had kpnnen zeggen
»Dat is sterk altijd te zwijgen
wanneer souffrez que je admire,,
mais ne l'iinite pas. En toch het is
admirable hoor eens hier Hugo. Dat
was alles uit mijn wilden tijd, toen ik
geen rust of duur kende, toen ik het
overal zocht en nergens vond. Ik erken
dat ik dat meisje mishandeld heb, dal
mij later zebs (echter zeer laat want ik
De vrachten zijn met 5 pf. gestegen.
Het Berl. Tageblatt meldt dat te
Berlijn drie menschen dood zijn gevro
ren. Het plaveisel in de hoofdstad
heeft van de felle vorst geleden. Het
houten plaveisel is op vele plaatsen ge
scheurd en ook het asfalt is hier en
daar gesprongen.
Uit Oostenrijk komen berichten over
nog feller vorst. Te Weenen daalde
de thermometer in den nacht van Maan
dag1 17 graden onder nul, maar in
Galicië was het nog barder. Daar heeft
het 34 graden gevroren. Het vrij willige
reddingsgenootschap moest daar 93
menschen hulp bieden wier ooren,
voeten en handen bevroren waren.
Op het platteland in Oost-Galicië vriest
het 26 graden. Daar de putten dicht
gevroren zijn, is er gebrek aan water.
In de steden van Oost-Galicië is gebrek
aan brandstof, daar de prijs ervan
buitensporig hoog is.
Sedert Maandag heeft er een hevige
sneeuwstorm over het heele Zuiden
gewoedop verscheiden plaatsen ligt
de sneeuw huizenhoog. De koude is
zoo groot, dat de thermometer te Odessa
tot 401 vorst aangewezen heeft. Overal,
zijn telegraafdraden geknapthet spoor
wegverkeer gaat uiterst gebrekkig. Men
vreest, dat honderden menschen zijn
omgekomen, doodgevroren. Deze felle
kou beperkt zich echter niet tot zuidelijk
Rusland't is overal zoo en te Jaroslaf
werd Dinsdag zelfs 56" vorst qpgetee-
kend.
Volgens een telegram uit Lemberg
viel daar Maandag de vorst in, verge
was op reis geweest) een brief van haar
is geworden, ja dat ik eens naar haar
heb gaan zoekeq, zonder haar woning te
kunnen uitvinden, maar dat ik later,
door allerhande dingen, die mij toen
weder bezig hielden, om het arme kind
niet meer heb gedacht. Dat ligt hem in
mijn zielstoestand van dien tijd. Dat
alles behoort tot het verledene, en ik
vraagje af, heeft er niet eene groote
verandering bij mij plaats gehad sinds
ik weêr in het vaderlaud terug ben
Is het billijk mij te wantrouwen omdat
ik dwaasheden heb begaan Wie begaat
ze niet
„Neen Stade dat alles stelt mij gerust.
Hoor toe. Ik heb je leeren kennen als
een man met een helder hoofd en een
uitmuntend hart, als iemand met wils
kracht en gevoel, en toch moeten onder
vinden, dat jë daden hebt bedreven, die
immers niet enkel tot de dwaasheden
behooren. Wat bewijst dat Niet anders
als dat de zinnen zoo sterk bij je werk
zaam kuftnen zijn, dat hoofd en htrt
worden overschreeuwd. Zie, als je mij
verzekert, Alida lief te hebben en hare
hand te zullen vragen, ik zal mij ver
wijderen, en alles afwachten.
»Non, mon ami, ëest trop fort. Je
speelt de rol alsof je de broer van een
gevallen meisje was. Doe wat je niet
laten kunt maar, er zijn geen termen
gevonden om belofte af te leggen tegen
over u.<
zeld van een harden ijzigen wind. Ver
schillende personen kregen bevroren
ledematen. De Eerste hulp bij onge
lukken behandelde 115 gevallen; 't
grootste deel schoolkinderen. De trei
nen ondervinden groote vertraging door
het bevriezen van de olie in de smeer-
potteu der wagens. Daarbij doet zich
gebrek aan kolen voelen. Verscheiden
menschea zoeken met hun kinderen een
toevlucht in koffiehuizen en logementen.
Huurkoetsiers willen niet meer rijden
de straten zijn verlaten.
Woensdag was de kou ook over
Engeland neergestreken. Te Londen
klaagde men steen en been, ofschoon
het er om 11 uur vm. nog slechts 5
graden Fahrenheit vroor. De studenten
Cambridge en Oxford staakten hun roei-
oefening er niet om.
De transatlantische booten, die in de,
dagen te New York zyn biunengeloopen
hebben op zee een zeer felle koude te
trotseeren gehad. Kapitein Mills van
de Philadelphia, welk schip j. 1. Maandag
te New York aankwam, verhaalde, dat
de overtocht allermerkwaardigst was
geweest. Vooral Woensdag en Don
derdag was het weer zeer slecht ge
weest en het schip had moeten-worste
len tegen felle sneeuwstormen. Toen
het weer Vrijdag iets beter was gewor
den, liet de gezagvoerder vaart minde
ren en werd een begin gemaakt met
het verwijderen der ijskorst, welke zich
had gevormd op hout- en touwwerk.
Op verscheiden plaatsen was die yskorst
meer dan 16 Eng. duim dik.
»Stade, je antwoord doet mij oprecht
leed.«
»Trek je de zaken van een ander
minder aan en je zult minder verdriet
hebben.*
»Als wij ooit als vijanden tegenover
elkauder staan, Stade, gedenk dan dit
gesprek, en geloof dau niet dat ik een
ondankbare ben.«
„Als vijanden tegenover elkander
ik wou je toch wijzer hebben 1 Waar
achtig we zijn niet meer in de middel
eeuwen dat men een lans kan breken
voor een meisje, alleen omdat ze ons
interesseert.*
Hugo sprak geen woord meer, maar
zijn gemoed was hevig geschokt. Hij
sidderde voor de toekomst, hij toch wist
welken invloed Stade op het vrouwelijk
hart kon uitoefenen. Hij had zich weinig
goeds voorspeld van dit onderhoud, de
uitkomst had hem wel gelijk gegeven.
Meer dan ooit volhardde hij in zijn voor
nemen om Alida's oogen op de eene of
andere wijze te openen. Het was zijn
plicht om dat te doen, zoowel in het
belang van haar als van Stade zelf, maar
te ontkennen viel het niet dat het eenige
resultaat zijner pogingen wezen zoude
een vredebreuk met Stade en miskenning
van Alida. Maar genoegMet open
hartigheid had hij den vriend toege
sproken, hij gevoelde zich dus geheel
vrij tegenover dien, en geene opoffering
zou hem te groot zijn om een meisje te
DUITSCHLAND.
De Duitsqhe keizer had onlangs ver
klaard dat hy van plan was aan het
Engelsche volk een standbeeld van den
prins van Oranje (koning Willem III
van Engeland) ten geschenke aan te
bieden. Thans wordt gemeld, dat koning
Edward het door een Duitschen beeld
houwer vervaardigde standbeeld gaarne
zal aanvaarden en het binnenkort op
een of ander punt van het West-End
van Londen opgesteld zal worden.
Het mond- en klauwzeer woekert in
de westelijke provinciën van Duitsch-
land steeds voort. Vooral Elzas-Lotha-
ringen is sterk bezocht door de ziekte.
Op 31 December waren tien districten,
twee en twintig gemeenten en vijf en
vijftig boerenplaatsen besmet. Dezer
dagen werd het bekend, dat ook in de
Rijnlanden gevallen voorkomen.
Men beweert dat de ziekte gekomen
is uit het slachthuis te Bazel. Doch
nader onderzoek heeft aangetoond, dat
niet koeien, doch een lading mest
uit die plaats naar den Elzas gevoerd
de kiemen heeft medegebracht. En
verder verluidt, dat eveneens direct uit
Frankrijk de ziekte wordt ingevoerd
nog wel door het personenverkeer.
RUSLAND.
De poging der Warschausche socia
listen om de algemeene staking uit te
lokken is misluktslechts een paar
fabrieken en bakkerijen gaven aan den
oproep gehoor. Tallooze patrouilles
doorkruisten de stad. Anders is het te
Lodz gesteld. Daar zyn alle fabrieken
redden dat hij bijna kinderlijk vereerde.
Het ridderlijke, het hart verheffende,
ja de opofferingen die hy zich misschien
zou moeteu getroosten, waren toch in
staat om ham in eene oogenblikkelijke
opgewondenheid te brengen. Toen hij
echter een waar begrip kreeg van zijn
toestand, werd hij diep neerslachtig.
Jan Stade, zijn beschermer in den vreem
de, de vriend die hij, door ervaring, had
geleerd boven zich te erkennen, aan jvden
hij ook jaren lang ondergeschikt was ge
weest, de vriend die hij vereerde om zoo
vele, zoo uitmuntende eigenschappen,
en daarbij zoo in den waarachtigen zin
van het woord zijn beproefde vriend;
Jan Stade de man die hem eene positie,
in de wereld had gesehonken, die gewoon
was Hugo te beschouwen als zijn jongeren
broeder, terwijl Van Waren zelf tot die
beschouwing zooveel aanleiding gaf, Jan
Stade, de vurige, de krachtige, geestige
man zou hij met geheel ongelijke
wapenen bevechten en -— waartoe
Was het dan zoo zeker, zoo bewezen
althans dat Stade's voornemens met Alida
van schuldigen aard waren Kon het
niet zijn, dat hij, die getoond had meer
te zien naar den rnensch zelve dan naar
den stand die hij in de maatschappij
bekleedt, haar tot zijne gade begeerde
Voorzeker, dat kon zijn, want het lag
geheel in het zelfstandig karakter van
Stade om niet te antwoorden op vragen
van een ongeroepene, zelfs al was hij er