AANBESTEDING.
MD GOEHL GOED.
\o. 59.
Woensdag 31 October 1900.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAA,
aanbesteden
het leveren en plaatsen
van een ijzeren HEK
aan de algemeene be
graafplaats.
Buitenland.
F E U 1 E L E T O N._
AXELSOHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrtydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders van
AXEL, zullen op Dinsdag den 6
November e. k., des voormiddags
te 9 ure. op het Raadhuis, in het
openbaar
Teekening en voorwaarden dezer aan
besteding liggen ter inzage ter secretarie,
iederen werkdag van des voormiddags
9—12 en des namiddags van 24 uren.
Alleen ingezetenen hebben het recht
tot inschrijving.
Axel, den 22 October 1906.
Burgemeester en Wethouders van Axel,
D. J. OGGEL.
De Secretaris
J. A. VAN VESSEM.
DUITSCIILAND.
De Köpenicksche roover-kapitejn is
Vrijdagochtend te Berlijn in den persoon
van een ouden tuchthuisboef, genaamd
Wilhelm Voigt, door de crimineele
Toch was Ami de aanleiding tot eene
toenadering tusschen Van Waren en
iemand die, dat is waar, ook in het
redeneeren zijn meester gemakkelijk
vinden kon met Bolck.
De hond had toebehoord aan een
buurman van Bolck, en de laatste, die
waarlijk een uitmuntend hart bezat, had
het beest lief gekregen. Hij vroeg dus
bijna dagelijks hoe het voer, meestal ter
sluiks, want het gaf wel eens aanleiding
tot spotternijen, maar Van Waren had
het gaarne, omdat hij er gelegenheid door
vond om te spreken over den nieuwen,
trouwen vriend. Moést dat geene toe
nadering geven tusschen twee personen
die, hoezeer ze ook anders verschilden,
beiden zooveel gevoel bezaten
Eerst geen schepsel en nu vriendschap
met een hond en toenadering met een
Bolck. Men begint reeds te zien, dat
het spreekwoord »de tijd baart rozen,
waarheid zegt.
En de tijd baarde nog andere rozen
Hoe gedwongen zijne verhoudiug met de
Weiszbluts ook in de eerste weken, ja
maanden, geweest ware, toch kwam
daarin niet alleen verandering, maar
politie in hechtenis genomen. Hij is
57 jaar oud en schoenmaker van beroep.
Hij heeft wegens verschillende dief
stallen, vervalsching van postwissels
enz. al ongeveer 25 jaar in de gevange
nis en het tuchthuis gezeten. Zijne
laatste straf had hij moeten ondergaan
wegens een inbraak tot plundering van
de gerechtelijke kas in het stadje Won-
growitz (Posen). Toen hij weer op vrije
voeten was, kreeg hij, daar hij een
bekwaam gezel is, bij den hofschoen-
maker te Wismar werk, tot de Mecklen-
burgsche overheid hem als iemand die
in het tuchthuis gezeten had en daar
geen recht op een vaste woonplaats
had, uitzette.
Voigt is geboortig uit Tilsit. Hij kwam
in Juni te Rixdorf bij Berlijn, nam eerst
intrek bij zijn zuster, een eerzame kleine
koopvrouw in zeep, en stond tot een
veertigjarige koperwerkster te Berlijn
in liefdesbetrekking. Veertien dagen
geleden werd hij kommensaal bij een
familie die met moeite den kost ver
diende met het rondbrengen van kran
ten. Van daar uit ondernam hij zijn
rooftocht naar Köpenick. Hij keerde
daarna naar zijn kosthuis terug en werd
er Vrijdagochtend, toen hij aan de
ochtendkoffie zat, gevat.
Hij bekende nadat hij eerst kalm
zijne koffie had opgedronken, de helden
daad van Köpenick.
Men vond bij hem nog meer dan
2000 rak. van het geroofde geld. Naar
de rest wordt nog gezocht. Het is nog
niet zeker, of zijne zuster en zijne min
nares van zijn streek afwisten. Zijne
kostmenschen hadden geen flauw ver
moeden wien zij in huis hadden. De
ontdekking heeft plaats gehad, doordat
bij den hofschoenmaker te Wismar een
verdacht portret van den vroegeren
gezel gevonden werd. Het malste is
dat de schoenmakersgezel Voigt in het
geheel nooit onder dienst is geweest en
niettemin de grenadiers van de garde
mitsgaders den reserveluitenant-burge
meester Langerhans met zijne militaire
allures een rad voor de oogen gedraaid
heeft; en dat de vrouw van den burge
meester getuigd heeft dat hij haar met
de manieren van een welopgevoed man
volmaakt ridderlijk behandeld heeft en
dat met name zijne blanke aristocra
tische handen hare aandacht hadden
getrokken.
ENGELAND.
Elf van de dertig gevangenen?- die
er in de gevangenis te Gloucester op
gesloten zaten, overvielen Donderdag
avond de bewakers, sloten er eenige,
mitsgaders den bestuurder der gevange
nis, in cellen op, en trachtten te ont
vluchten. Zes werden er nog binnen
de muren gegrepen, de vijf anderen
wisten buiten te komen, bereikten de
Severn, dwongen een varensgezel hen
over te roeien en Verdwenen. Vrijdag
is er een weer opgepakt, naar de ande
ren naar 't heet, gevaarlijke boeven
zoekt een heirleger politieagenten
met grooten ijver. De gevangenen
hebben kans gezien, ergens hun kenbaar
gevangenispak voor werkm'anskléeren
te ruilen. In eenzame woningen in de
streek stond men Vrijdag duizend
angsten uit.
zelfs geraakte hij van lieverlede met
Cathinka op veel intiuier voet dan ooit
te voren. Hugo was de eenige, met
wien zij nog over Stade spreken kon, en
er ging geen dag om, dat de vrouw niet
aan den vertrokken Hollander dacht. Nu
kwam Van Waren op nieuw veel meer
bij Weiszblut, die dat alweder niet
ongaarne zag. Het is waar, Hugo gaf
zeer weinig aanleiding om 's mans jaloezij
op te wekken, maar te ontkennen viel
het toch niet, dat de jonge man meer
om Cathinka dan om den echtgenoot
kwam.
In den beginne bestond er vrij wat
verschil van gevoelen tusschen de gast
vrouw en Hugo. Hoe kon het anders
De levendige dame liet zich dikwijls op
driftigen toon uit o-ver het plotseling
vertrek van haren vriend en Hugo ver
dedigde hem zoo.krachtig mogelijk. Het
scheen wel dat Cathinka op den duur
tegen Van Warens welsprekendheid niet
bestand was, of wel dat zij eigenlijk in
dezen gaarne overwonnen werd, want
meestal maakte dan de drift spoedig
plaats voor een gevoel van diepe zwaar
moedigheid. Beide personen dweepten,
ofschoon in eeuigszins anderen zin, met
dien welgemaakten, schranderen, edel-
hartigen man, en zeldeD redeneerden zij
te zamen, of Jan Stade werd daarbij
aangehaald. Hugo hing dikwijls als aan
de lippen der begaafde vrouw, die niet
alleen met verstand, maar ook met geest
en gevoel, zoo vele punten kon be
handelen hij kon dan ook niet nalaten,
zoodra hij Weiszblut slechts aanzag, haar
in zijn hart vrij te pleiten, immers wat
deed zij naast zulk een middelmatig
mensch, en welke vrouw van geest zou
niet voor de verleiding bezweken zijn,
waar het de keuze gold tusschen oen
echtgenoot en Jan Stade? Wat zou zij
naast dien in de aristokratische kringen
geschitterd hebben Somtijds was Cat
hinka zoo ongekunsteld charmant, dat
hij zelf noodig had, zijne Agnes voor den
geest te brengen om niet geheel mede-
gesleept te worden, O, daar behoorde
vrij wat standvastigheid, daar behoorde
wel al de stabiliteit Van eene idee fixe
toe, om in die groote stad, waar de be
scheiden en welgemaakte vreemdeling
zoozeer gevierd werd, altijd getrouw te
blijven aan die enkele in het vaderland,
waarvan hij toch zoo weinig vernam.
Het is waar, Cathinka scheen slechts
vervuld te zijn van Stade en behandelde
hém alleen met vriendschap en achting,
doch zonder eenige blijken van harts
tocht te geven. Wie zal echter bepalen
voor hoe verre men dat toe moet schrijven
aan de eenvoudige waardigheid van
Hugo? Hij maakte geene veroveringen,
omdat hij op de voordeelen, die hij be
haalde, geen ae'ht sloeg.
Niettegenstaande deze maanden, waarin
bij geheel op eigen beeneu stond, waarlijk
niet voor hem verloren waren, gevoelde
RUSLAND.
De Latwija, een blad uit de Oostzee-
provincies, heeft een lijst openbaar
gemaakt van 59 personen, die tusschen
6. September en 7 October als revolu
tionairen z\jn doodgeschoten inLithauen.
Van die 59 zijn er 27 gefusilleerd krach
tens vonnis van de veldkrijgsraden, 15
terwijl zij poogden teontvluchten, 6
onder verdenking alleen van verschil
lende vergrijpen, 2 „bij toeval", 1 omdat
hfj zich niet over wilde geven en 8
om onbekende redenen".
Nu gaat generaal Sollogoeb weg en
volgt generaal von Möller-Sakomelski
hem als gouverneur-generaal op. De
Duitsche pers in Riga schijnt met wel
gevallen bovenbeschreven optreden waar
te nemen, tenminste zjj spreekt de hoop
uit, dat de nieuwe gouverneur zich zijn
verleden waardig zal toonen. Reeds
lang heeft hij bewezen, dat hij wpl weet
hoe hij met revolutionairen om moet
springen- En voor de Duifschers ginds
schijnt het meer op een spoedig hersteld
geregeld verkeer aan te komen dan op
een paar levens van Letten, Esthen of
Lijflanders. Z\j eischen bloedige re
pressie.
Naar aan 't licht is, gekomen, wordt
er in een dal in den zdldelijkeh Kau:
kasus een bloeiende slavenhandel ge
dreven. Het middelpünt daaraan is
het dorp Noechoer, en "hier wórden
dagelijks dozijnen mannen eii vfouwen
omgezet. De meeste slaven zijn Per
zische vrouwen en meisjes, die uit hun
woonsteden worden opgelicht ëh naar
deze Russische slavenmarkt gébracht.
hij zich duurzaam toch zeer ongelukkig.
Geen hond, geen Bolck, zelfs geen Cat
hinka kon hem het gemis van Stade, veel
minder dat van zijne dierbare betrek
kingen uit het vaderland verg'oedèn, ja,
hij glimlachte zelfs wel eens, als hij
somtijds van eene wandeling met Bolck
te huis kwam en nadacht, hóézeër Hij
gedaald moest zijn, nu zijn toeverlaat,
als hij zich ontspauneo wilde, Bolck was
geworden, terwijl hij het vi'oegei',1 toen
hij nog met Stade wandelde, de grootste
inspanning noerrién zoude, om niet dien
stijven automaat dm te gaan. Wat hij
scheef oordeelde! O, daar zijn onder de
menscheu zoo vele schijnbare automaten,
maar het pleit maimer tegen ons, als
wij ontdekt hebben, dat in die poppen
wel degelijk een hart klopt.'
Stade was reeds nagenoeg een half
jaar verdweneu, en, hoevéel Bolck en
Van Waren in de laatste maandeh vrij
dikwijl, vergezeld van Ami, dé zooge
naamde Eilanden (die riante verblijf
plaatsen der Petersburgsche kooplieden
in den zomer) hadden omgewandeld,
werd óver den afgereisde nog slechts
weinig gesproken, en dé enkele keei'en
dat Hugo het had gewaagd, daarover
eens te beginnen, was er eene stagnatie
in het gesprek op gevolgd. Het was nu
een prettige winterdag, ètï de vrienden
hadden weder langs de vertakkingen van
,de Neva, welken de Eilanden vormen,
geloopen, terwijl Bolck zelfs vrij spraak-