Gemengd Nieuws. Burgerlijke Stand. Marktberichten. AXEL, 16 October 1906. Bij Kon. besluit van 12 dezer zijn benoemd tot voorzitter van het bestuur der waterkeering van het calamiteuze waterschap Walzoorden dhr. P. S. van Jole te Hontenissetot gezworene van den Melopolder dhr. J. F. Verstraaten te Graauw en tot dijkgraaf van den Kleine Molenpolder dhr. L. Stallaert te Hontenisse. Vrijdag was men te Koewacht getuige van een treurig schouwspel. Op een kar met aardappelen kwam binnen het dorp gereden, een zoon van den landbouwer De Smet en zijn moeder met een groote pak op haar schoot, die beiden zaten te schreien. Spoedig hoorde men, dat onderweg het 7-jarig zoontje der vrouw, dat mede op de kar had gezeten, er van was getuimeld en overreden, met het gevolg dat het kort daarna stierf. En nu de pak Dit was het lijkje, dat de vrouw onder deze omstandigheden in een doek ge wikkeld en meegevoerd had. Toevallig was de vader van het knaapje ook op het dorp. Verschrikke lijk was de ontmoeting. De vrouw, die geen woord kon uitbrengen, viel in zwijm en werd binnengedragen, waarna geneeskundige hulp werd ver leend, door dr. Ittmann uit Axel. Het lijkje werd in het doodenhuisje opge borgen en vader en zoon vervolgden diep bedroefd hun weg naar huis Eerst 's avonds kon ook de vrouw per rijtuig naar huis gevoerd worden. Door het provinciaal watersnood comité is bekend gemaakt, dat allen, die schade leden tengevolge van de overstrooming van 12 en 13 Maart 1.1 en die van deze schade nog geen op gave gedaan hebben bij het plaatselijk comité, thans nog in de gelegenheid gesteld worden voor 1 November schrif telijk opgave te doen bij den secretaris van het provinciaal comité, mr. J. F. van Deinse te Middelburg endatopgaven na dien datum ingekomen, niet meer voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Hieruit wordt afgeleid, dat weldra tot de uitkeeringen zal worden overgegaan. De Koningin en de Prins in Saksen. Men schryft uit Dresden dd. 14 dezer Het is nu ongeveer drie weken dat getrokken door een allerliefst, gulhartig voorkomen, ja men kon hem, door zijne prachtige bruine kijkers en zijn krullend kastanjebruin haar een fraaie jongen noemen. Toen Stade vernam hoe zijn naam was, dacht hij, »nu als hij een broêr is van die Alida, waarvan ze in den Haag den mond zoo vol hadden, dan voorzeker kan ze eene mooie meid zijn.« Een paar dagen daarna, diende de be diende zijn vriend van Ulk bij den heer Stade aan. „Zoo, jong mensch, ga zitten," zei Stade toen het jeugdige ventje, wat schoorvoetend en blozend binnenkwam. •Waarvoor zou ik jou nu wel hier hebben laten komen Dat moet wel een raadseltje voor je wezen, niet waar?" •Ja, mijnheer, ik ik weet het ten minste niet." •Vertel mij eens, heb je nog een vader en moeder, of papa en mama, hoe zegje •Ik heb nog een mama, mijnheer, want papa is al lang dood.* Zoo, dat komt althans uit. En heb je nog broêrs en zusters •We zijn met ons zeven, mijnheer.« •En de oudste is een zuster eu die heet Alida •Ja wel, mijnheer.* •En lijkt die op jon Dat weet ik niet, mijnbeer, de een zegt van wel en de andere van niet.* •Zoo als gewoonlijk. Welnu, kereltje, Koningin Wilhelmina en de Prins der Nederlanden op het slot Albrechtsberg verblijf houden. Het prachtige, zachte herfstweer schijnt er toe mede te werken, dat deze rustkuur H. M. bijzonder goed doet. Bijna eiken dag rijdt de Koningin blozend en opgewekt in open rijtuig door Dresden en menig uur wijdt H. M. aan de bezichtiging van de kunstschatten, waaraan deze stad zoo rijk is. Zoo bezocht Koningin Wilhelmina o. m. de beroemde door August III aangelegde schilderijen ver zameling in het Museum, die, zooals men weet, in hoofdzaak werken in het Italiaansche en Nederlandsche school bevat. En voor een paar dagen werd ook de schilderijententoonstelling in het gebouw der Kunst-Academie op de Brullsche Terrasse bezocht. Ook de hofopera heeft de belangstelling van de Koningin. Met Z. K. H. den Prins woonde H. M. de eerste wederopvoering van Weber's Oberon bij. Ook de schilderachtige oevers der Elbe trekken Koningin Wilhelmina bijzonder aan. Zoo deed H. M. onlangs een tochtje op den stroom met een der salonbooten van de Sachsische-Böh- mische Dampfschiflfahrtsgesellschaft en bezocht bij die gelegenheid de Konin klijke Porseleinfabriek te Meissen. Het lijk van den verongelukten student zal op kosten van den Staats spoor uit Goes naar Berlijn worden vervoerd. Vpijdag half twaalf arriveerde de moeder met nog een familielid. Zij was diep bewogen bij het lijk van haar eenigen zoon. Zaterdag werd een commissie van enquête uit Utrecht verwacht ter onder zoek. Wellicht dat uit het gebeurde een proces voortspruit. Te meer daar men denkt dat het portier los gestaan heeft en daaraan het ongeluk te wijten is. M. Ct. In Friesland is de lijstervangst in vollen gang. Te Leeuwarden worden dagelijks gemiddeld 3000 stuks aange voerd en aan de handelaars voor den prijs van 10 tot 12 cent per stuk van de hand gedaan. Ongeveer viervijfde deel van den voorraad wordt verzonden naar België, het overige gedeelte naar de provinciën Holland en Noord-Brabant Enkele „strikkers" vangen soms 200 lijsters op één dag en maken dan bij gevolg een mooi daggeld. doe jij dan eens aan je zuster Alida kompliment van mijnheer Jan Stade makkelijk te onthouden, niet waar? Jan Stade, en zeg haar dat ik haar heel graag eens zou willen spreken Nu, nu, kijk maar zoo raar niet op, zeg er maar bij, dat ik een heer uit Petersburg ben, dan zal ze de rest wel begrijpen Je weet immers dat ze bij mijnheer Ottewal te Rotterdam gelogeerd heeft O ja, mijnheer, bij oom Ottewal.* •Oom Ottewal, ook al goed. En weet je dan ook niet dat die oom een neef op zijn kantoor had, die Hugo van Waren heette Hm ja, mijnheer, daar heb ik dunkt me wel eens van hooren spreken.* „Nu, zeg dan aan je zuster, dat mijnheer Stade in Petersbnrg kennis heeft gemaakt met mijnheer van Waren en haar iets, uit zijn naam, te zeggen heeft. Maar, ofschoon je er nu uitziet alsof je je oortje versnoept hebt, kan ik toch wel aan je zien, dat je thuis een echte plaaggeest bent. Je mag je zuster er uiet mee plagen, hoor 1 Beloof-je me dat •Ja wel, mijnheer,* maar de ondeu gendheid blonk reeds uit zijne oogen. •Je rookt zeker wel, hè Ja natuurlijk.* •Ja wel, mijnheer.* Wil-je een lekkere sigaar van mij hebben Als je blieft, mijnheer Dank u welDag mijnheer Door den drank. Het aardappel- rooien is in den omtrek van Veendam zoo goed als gedaan. Het zesweeksch verlof eindigt voor vele schoolkinderen deze week. Half verwilderd komt het volkje dan terug. Het heeft gedurende het verlof heel wat ruwe manieren geleerd en heel veel goeds vergeten. Deze week kwamen op een der scholen te Voendam eenige kinderen terug, die den dag te voren gedaan werk hadden gekregen. Zoo'n slotstuk wordt „feeste lijk" gevierd. De jeneverflesch speelt dan de hoofdrol en de kinderen krijgen er hun portie van. Een jongetje van 11 jaar had 4 glazen jenever gehad, zijn grootmoeder had ze hem toegediend. Zwaar beschonken is hij thuis gebracht. De andere kleinen hadden eveneens van het vocht geprofiteerd en hierbij waren ook meisjes. Een ervan was even 10 jaar. Toen ze's anderen daags op de schoolbanken zaten, waren de gevolgen van den drank nog te merken. En zulke voorbeelden zijn er legio. Daar valt voor drankbestrijders nog heel wat te doen eer zulke menschen weten dat sterke drank bij kinderen werkt als vergif. Dezer dagen arriveerde te Barne- veld een Scheveningsche familie, die een tocht per automobiel wilde maken en onderweg een defect aan het rijtuig gekregen had. Ongelukkig bevond zich onder de inzittenden ook een dame, die, wegens 'n gebrek aan de beenen, niet loopen kon. Begrijpelijk was het dus, dat men in het Stationskoffiehuis aldaar verzocht, de dame naar het station te rijden, teneinde de reis per spoor te kunnen voortzetten. Het ant woord van den caféhouder was echter dat hij er geen paard of rijtuig op na hield maar wel een sterken kruiwagen had. Wilde de dame hierop plaats nemen, dan had zij dit slechts te zeggen. En zoo geschiedde het, dat de auto mobiliste van straks thans op een krui wagen vervoerd werd. {Tel.) RoyaalEen 10-jarig knaapje vond in den Hout te Haarlem een zakporte- feuille met ruim 100 aan bankpapier er in. De eigenaar, die het verlies bemerkt had, was natuurlijk heel blij toen de jongen hem zijn eigendom teruggaf. Tot belooning gaf hij den knaap 5 centen. Bij Epernon is een rangeerende locomotief ingereden op een passagiers- trein. Er zijn negen dooden en 16 ge wonden. De Petit Journal meldt dat drie ge kwetsten van het ongeluk te Epernon overleden zijn, wat het getal dooden op 12 brengt. Andere bladen zeggen dat de meeste dooden herkend zijn. Dr. Floquet, geneesheer van het paleis van justitie te Parijs, is onder de slachtoffers. De lijken liggen in het station van Epernon. De stoker en de machinist, die het ongeluk veroorzaakten, hebben niets. De trein werd getroffen op 'toogenblik dat hij het zijspoor verliet, waar hy zich geplaatst had om den sneltrein te laten passeeren. De locomotief was op weg naar het depot. De vernieling was groot. De meeste lijken waren verschrikkelijk verminkt. Heele families werden ge kwetst. 's Avonds hadden er hart roerende tooneelen plaats. i" Menschen doorliepen de heele stad om te weten of er onder de gekwetsten, door de inwoners opgenomen, iemand der hunnen was. •Nog iets, hoe is je voornaam •Willem, mijnheer.* •Nu, dag Willem Zeg nog aan je zuster, dat ik de vrijheid zal nemen, haar te komen bezoeken, mits je me eens komt vertellen, aan de beurs bij voor beeld, dat je de boodschap hebt over gebracht. Zal-je er aan denken •Ja wel, mijnheer.* Waar woont je mama?* Op de Leidsche gracht bij de Baan gracht, mijnheer. Dag mijnheer Wordt vervolj/d.) Van 115 October 1906. Axel. Geboorten. 1. Jaspert, z. van Frederik de Pooter en Elena Verplanke. Josephus Bernardus, z. van Petrus Josephus Seghers en Mathilde Groot- haert. 10. Maatje, d. van Abraham de Feijter en Christina de Koeijer. 11. George, z. van Clement Benedictus Antheunis en Henrica Maria van den Ierssel. 14. Joseph Franciscus, z. van Adolf de Coninck en Josephina Maria Schaut. 15. Frantjois, z. van Simon de Klerk en Johanna Maria van Hoeve. Jan Frederik, z. van Jacobus Zegers en Anna Dieleman. Overlijden. 8. Policarpus Antheunis, 63 j., echtg. van Clementia Maria van Wiemeersch. HULST, 15 Oct. Ter Graanmarkt van heden (Maandag) waren de prijzen als volgt: Tarwe f 8,75 Rogge f 7,75, Win- tergerst f 8,75, Zomergerst ƒ0,Haver 6,50, Erwten 10,75, Paardenboonen f 0,Duivenboonen f 9,Witte- boonen f 0,Bruineboonen f 11,50, Boekweit f 0,Lijnzaad f 0,Aard appels f 2,50, Koolzaad per zak van 106 liters 0,Boter per kilo ƒ1,30 Eieren per 26 stuks 1,30. Er waren ter weekmarkt te koop ge steld: 47 stuks hoornvee, 38 varkens, 1 paarden, 0 schaap, verkocht: 22 stuks hoornvee, 20 varkens, 0 paarden en 0 schapen. Kantongerecht te Ter Neuzen. Zitting van 12 October 1906. Veroordeeld zijnM. B., arbeider te Axel, ter zake van overtreding der Wapenwettot eene boete van 1, subs. 1 dag hecht.P. H., winkelier te Axel, ter zake van overtreding der Boterwettot eene boete van 2, subs. 2 dagen hecht. A. I. en E. J. v. R., bierhuishouder te Ter Neuzen, ter zake van overtreding der Drankwet; ieder tot 2 boeten elk van 3, subs. 3 dagen hecht, voor elke boete. P. M., bierhuishouder te Hoek, ter zake van overtreding der Drankwet; tot eene boete van j 3, subs. 3 dagen hecht. J. P. v. U., kuiper te Ter Neuzen, ter zake van het niet uitwijken voor een rijwiel; tot eene boete van ƒ2, subs. 2 dagen hecht. N. M. v. H., bierhuishoudster te Sas van Gent, B. L. en P. J. d. R., bierhuis houder en drankverkooper, beiden te Westdorpe, ter zake van het niet sluiten op sluitingstijdieder tot eene boete van 2, subs. 2 dagen hecht. P. J. H., slager; R. J. C. v. D., slagerP. A. S., schoenmakerJ. C. V., klerkC. J. E. H. A., klerk E. E. R., arbeider, allen wonende te Sas van Gent; E. S., schipper; E. S., schoen-, maker A. v. d. G., schoenmaker, allen wonende te SelzaeteC. R. K., A. G., A. T., werklieden, C. V. D., kleermaker, G. d. T., H. S., werkliedenG. T., A. M., I. v. W., G. A. d. C., C. F. v. A., landbouwers, allen wonende te West dorpe, ter zake van het verblijven in een herberg na sluiting ieder tot eene boete van 1, subs. 1 dag hecht, voor elke boete. P. D. en A. d. F., arbeiders te Axel, ter zake van stroopery ieder tot eene boete van 2, subs. 2 dagen hecht. J. K., leurder te Ter Neuzen, ter zake van het verkoopen van niet gekeurde visch tot eene boete van ƒ0,50, subs, plaatsing in een tuchtschool voor 8 dagen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 2