^o. 46.
Zaterdag 15 September 1606.
22e Jaarg.
Nieuws- en Advertentiebltul
voor Zeeuwscli- Vlaanderen.
F. DIELEMAV,
Buitenland.
FEÜILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
RUSLAND.
Urquhart, Engelsch vice-consul te
Bakoe, is Zondagavond het slachtoffer
van een allerbrutaalste aanranding ge
weest. Niet minder dan acht. schoten
werden er op hem gelost op korten af
stand, maar toch kwam hij er met zes
lichte vleeschwonden af.
De vice-consul reed, ongewapend,
omstreeks zeven uur 's avonds midden
in de stad, toen plotseling een schot
op hem werd gelost, hetwelk het rijtuig
van achteren trof. Terstond daarop
ijlde uit de menigte een tweede aan
valler toe en sprong op de rijtuigtrede,
richtte een revolver op Urquhart en
wondde dezen aan de hand. De vice-
consul richtte zich op om zijn aanrander
beet te grijpen, maar door het steigeren
van het paard werd hij tegen het pla
veisel geslingerd, waar hij halt ver
doofd bleef liggen naast den eveneens
gevallen moordenaar. Deze richtte zich
het eerst op en vuurde nog zes schoten
op Urquhart af, waarvan vier in zijn
vest en twee in zijn broek drongen.
Maar deze troffen zoo weinig hun doel,
dat de gewonde nog in staat was zich
ook op te richten en den moordenaar
na te zetten, die echter in de menigte
verdween.
Toen Urquhart geneeskundig onder
zocht werd bleek het, dat vijf kogels
langs zijn maag gestreken waren en
slechts zijne ééne hand gewond was,
wat wel een wonder mag heeten.
Van overheidswege begon men ter-
stond aan een nauwkeurig onderzoek.
De beweegreden tot den aanslag weet
men niet, maar de omstandigheden
waaronder hij plaats had vertoonen
groote overeenkomst met die bij de po
ging om den Duitschen consul te War
schau te vermoorden kort vóór de re
volutionaire aanslag op Skalon, den
afgetreden gouverneur-generaal, plaats
had.
Urquhart had verleden jaar de Albert-
medaille gekregen voor den tijdens de
Tataarsche onlusten betoonden moed
bij de redding van Engelsche onder
danen.
Buitenlandsche zaken te St. Peters
burg heeft al zijn leedwezen betuigd
aan het Engelsche gezantschap, en voor
beeldige bestraffing der daders beloofd.
Stolypin heeft een zijner hoofdamb
tenaren naar Siedcle gezonden om een
onderzoek in te stellen naar de daar
voorgekomen uitspattingen. Vast schijnt
echter reeds te staan, dat de terroristen,
zooals trouwens terstond beweerd, hoe
wel ook weer tegengesproken is, de
schuld voor het uitbreken der bar-
baarschheden treft. Zij schoten op sol
daten en politieagenten dronken mili
tairen begonnen echter ook hunnerzijds
met buitensporigheden, die weldra tot
plunderingen en moorden leidden.
De Vereeniging tot hulpverschaffing
der Duitsche .loden, gevestigd te Berlijn,
heeft iemand naar Siedcle gezonden
om verslag te doen. De missionaris
seinde Dinsdag uit Warschau om 7 uur
's ochtends„Ik heb tot dusver ver
geefs getracht naar Siedcle door te
»Reeds lang heb ik je iets willen
vragen, amice. Ik was pas zeer kort bij
Scliölle, toen men beweerde dat Elise en
jij toch eenmaal een paar zouden worden,
ofschoon er zijn die meenen, dat het nu
wel niet meer gebeuren zal.«
»Zoo en wat is Bolcks meening
Zijne ideeën over huwelijkszaken trekken
mij het meest aan," zei de andere lachende.
»Op mijn woord dat weet ik niet recht,
hij spreekt op het kantoor zoo weinig.
Maar, je behoeft niet meer te zeggen,
dan je kwijt wilt wezen, is er iets van
aan
»Of er iets van aan is interesseert
je dat misschien bijzonder
»Je weet immers beter,antwoordde
Van Waren ernstig.
Waar ook. Excusez, ik kan me zoo
moeieliik begrip vormen van zoodanige
standvastigheids
Hugo gevoelde zich min of meer ge
krenkt door Stade's spotternij en zweeg
een oogenblik. Toch hervatte hij het
gesprek met deze woorden»och toe,
Jan, geef mij een ernstig antwoord, zeg
mij bij voorbeeld kort weg dat het mij
niet aangaat, maar beantwoord mij niet
altijd met spotternij. Als het kan wou
ik zoo gaarne in staat zijn, de dwaasheden
die men over je hoort, tegen te spreken.
»Een oogenblik, ik moet hier even
een paar laarzen koopen voor mijn broer
te Amsterdam,* en nu gingen ze in een
magazijn, en dat gaf aanleiding dat Stade
verhaalde, dat hij zijne geheele familje
van Russische laarzen voorzag, dat er
geen beter laarzen gemaakt werden dan
in Petersburg, dat men over het algemeen
geen beter werkvolk dan in Rusland vond
en dat dit door de Russen zeiven werd
toegeschreven aan het systeem van lijf
eigenschap, waardoor, wel is waar, de
mindere man tot eene machine wordt
verlaagd, maar dan ook, in tegenstellin^
van de halve machines in andere landen,
uitmuntend werkte. Men wisselde daar
over van gevoelen-, men kwam van het
een op het ander. Stade vertelde, dat
zijn broeder Jacob in vele opzichten een
kompleet kontrast met hem vormde, dat
de laatste altijd stil en oppassend was
geweest en dat hij zelf nooit stil en
oppassend had kunnen zijn, dat hij echter
altijd veel van den broeder had gehouden,
maar dat een jong mensch die zich in
alle opzichten zoo bedaard hield, on
mogelijk gezond kon zijn met een
woord, men wandelde en keuvelde al
voort, men redeneerde over honderde
zaken, alleen over het door van Waren
aangehaalde punt geene syllabe.
Zoo was men gekomen op het Marsveld,
dringen. Volgens mededeelingen van
vluchtelingen, die de stad verlaten heb
ben, vóór de slachting haar hoogtepunt
bereikte, schijnt de toestand verschrik
kelijker dan te Bjelostok en het aantal
dooden grooter. Talrijke straten moeten
door de soldaten volkomen uitgeplun
derd zijn. In tegenstelling met Bjelostok
zouden er ook omvangrijke brandstich
tingen hebben plaats gehad om de mis
daden te bedekken. De vluchtelingen
verwekken overal heen een paniek."
Wij veroorlooven ons bij dit telegram
aan te stippen, dat bij en na de gebeur
tenissen te Bjelostok nog het l iatst ge
bleken is, hoe de Hülfsverein der deut-
schen Juden en zijn correspondenten
zich wel eens door oostersche verbeel
dingskracht laten meesleepen.
Over het pogrom te Siedcle wordt
nog uit Petersburg gemeld Siedcle is
met schrik geslagen door het pogrom
dat daar Zaterdag begon. Het aantal
dooden en gewonden is onbekend, maar
is stellig groot.
Maandagmiddag om 12 uur werd uit
verschillende huizen in de Penknoj- en
Allinoj-straten op soldatenpatrouilles ge
vuurd. Die straten werden omsingeld
door troepen die met geweren en veld
stukken vuurden. Een huis werd ge
heel vernield. Volgens de laatst ont
vangen berichten, hield het vuren aan.
Kolonel Tichanofski, de bevelhebber
van de troepen, heeft van dejoodsche
overheid de uitlevering van alle leden
van den joodscheu Boend (vereeniging)
verlangd. Er zijn vele menschen in
hechtenis genomen. De handel staat
een der uitgestrekte en fraaiste pleinen
van Petersburg, alwaar, zooals de naam
reeds aanduidt, de groote parades ge
houden worden. Het wordt aan eene
zijde begrensd door den Nevavloed, aan
twee kanten vindt men paleizen waar
onder een geheel van marmer, terwijl
de vierde zijde wordt overschaduwd door
de boomeu van den zoogenaamden
Zomertuin, eene vrij uitgestrekte wan
deling, als fransche tuinen aangelegd.
Een brug over de Neva en een paar
opmerkelijke monumenten voltooien het
geheel.
Het was nog vroeg in het voorjaar,
het was wellicht de eerste dag in het
jaar die tot wandelen uitnoodigde. De
boomen waren nog kaal. Het Marsveld,
hoe indrukwekkend bij de eerste be
schouwing, en hoe druk bezocht wanneer
er militaire evolutieën, waarvan de Rus
sen zooveel werk maken, plaats hebben,
is in den regel doodsch eu eenzaam.
Hier woont de aristocratie en in alle
groote steden kan men opmerken, dat
alleen daar waarachtig leven heerscht,
waar de behoefte tot werkzaamheid
dwingt. Met meer kracht dan hier dringt
zicli echter die gedachte nergens bij ons
op. Eene enorme ruimte nagenoeg zonder
stoffaadje, immers, zou men zeer vele
wandelaars noodig hebben om zulk eene
vlakte eenige levendigheid te verschaffen,
iiier wordt de groene wandeling zoo dicht
in de nabijheid van zelve verkozen boven
volkomen stil. Polen uit den gegoeden
stand hebben tijdelijk in gevangenissen
een toevlucht gezocht.
Bijna alle joodsche winkels zijn ge
plunderd. Iedereen die uit een winkel
kwam of uit een raam keek, werd
zonder genade doodgeschoten.
De bevolking van Siedcle telt 28,000
zielen, van wie 12,000 joden zijn. Men
gelooft dat de terroristen de moord
partij op Zaterdagavond uitlokten door
van daken en uit vensters op soldaten
en politieagenten te schieten. De troe
pen antwoordden met salvo's door de
ramen. Zij doorzochten daarna de hui
zen, maar die huiszoekingen ontaardden
spoedig in moord en plundering.
De christelijke bevolking beveiligde
hare woningen door heiligebeelden en
kruisen buiten te hangen. Een afvaar
diging uit de burgerij is den gouverneur
gaan vragen, dat hij de troepen gelasten
zou om het schieten te staken. Hij
antwoordde dat eerst de leiders van
de terroristen moesten uitgeleverd wor
den en dat de stad anders met kanon
beschoten zou worden.
De Birzjewija Wjedomosti verneemt
uit Warschau dat het aantal dooden en
gewonden te Siedcle ongeveer 500 be
draagt. Het telegraafkantoor neemt
geen telegrammen aan. Er worden voort
durend branden gesticht. Joden mogen
de stad niet uit, christenen krijgen
passen. Men beweert nu weer dat aan
de slachting een bomaanslag op het
hoofd van de politie vooraf is gegaan.
Aan een der jongste bankrooverijen,
die in het bijkantoor Bjelajazerkof der
het naakte, zonnige, nauwelijks afzien
bare plein. Onze beide vrienden wilden
hunne wandeling langs den Newaoever
voortzetten en moesten dus het Marsveld
langs gaan. Had het hen te midden der
magazijnen, in geenen deele aan ondei-
houd ontbroken, te meer daar Petersburg,
door de breedte der straten, overal
ruimte genoeg laat om ongestoord een
gesprek voort te zetten op het Mars
veld gekomen scheen het wel, alsof de
prachtige doodschheid van het geheel op
hen nederviel, toen Hugo plotseling ver
rast werd door de volgende woorden
>Hé ja, amice, ik moet je nog ant
woorden op je interessaute vraag.*
Van Waren had geen antwoord ver
wacht. Hij had gemeend, dat de plotse
linge overgang van de liefde tot de
laarzen had moeten strekken om hem
aan te wijzen, dat men geen plan had
weêrklank te geveu op eene vraag, die
misschien door hare indiscretie zulk een
onthaal wel verdiende. Hij keek dus
den vriend met groote oogen aan, als
wilde hij zeggen »begrijp-ik je goed of
niet
»Je wilde van mij weten, als ik het
wel heb,« ging Stade voort, „of ik wer
kelijk idee op Elise heb. Zie daar nu
een vraag waarvan de beantwoording
uieer zelfkennis vordert dan ik bezit
kijk me maar zoo verwonderd niet aan,
parole d'honneur, 'tis waar wat ik je
zeg. Toen ik. hier kwam, was ik bepaald