tt f J. MMI, Uitsluitelijk raadplegingen voor keel-, neus- en oorziekten Gemengd Nieuws. haar gezellin en merkte" op „Ze zien er zoo blij uit als hadden ze net Port Arthur veroverd. De menschen rondom begonnen te lachen. De woorden waren echter ook gehoord door een voorbij gaand officier. De soldaten trokken voorbij, nagefloten en nagejouwd. Myn zuster deed daaraan niet mee zij was al op weg naar huis. „Plotseling hoorde zij achter zich het geluid van paardenhoeven. Zij keek om, zag dat een deel van het volk wegliep en dat er zes soldaten naar. haar toekwamen met een officier aan 't hoofd. Mijn zuster vluchtte in de eerste de beste open deur, maar de soldaten trokken haar terug en brachten haar naar een huurrijtuig. De officier gelastte haar in te stappen. Zij verzette zich en riep om politie, zeggende, dat zij niet met den officier mee wilde. Zij werd echter in het rijtuig geduwd en met een soldaat en den officier naar de kazerne in de Zacharefskystraat geredep. „Toen zij daar waren aangekomen deelde de officier het gebeurde aan den kommandant mee. Andere officieren kwamen er bij en de kommandant was onder hen. Een der officieren werd aangesproken als „Hoogheid'. Deze prins, zich richtende tot den officier, die mijn zuster had aangehouden, vroeg hem: „Wie is die persoon?" „De officier antwoordde„Ik heb haar gevangen genomen." „Waarom?" vroeg de prins. „Zij zei, dat we Port Arthur hernomen hadden en dat we daarom zoo vroolijk keken." „De prins wendde zich toen tot mijn zuster en begon tegen haar te vloeken ten laatste beval hij een politieagent haar mee te nemen. Maar een officier van groot postuur stelde voor haar zonder eenige politie naar de binnen plaats te brengen. Deze raad werd gevolgd. Mijn zuster verklaarde, dat zij daar niet heen wilde en riep weer om politie. Nu begonnen zij haar weer uit te vloeken. Zij grepen haar aan, dreigden haar met een revolver en sleurden haar naar de binnenplaats. Hier gaven zeven soldaten, op hevel van den prins, haar met z weepen 25 slagen, die haar het bloed langs het lijf deden loopen en stukken vleesch uit den rug scheurden. Onder vloeken joegen zij haar daarna de binnenplaats af. De gevolgen dier mishandeling zijn door een dokter geboekstaafd." Er is voorts een photografie van den rug van het ongelukkige meisje geno< men. Ook had de zegsman portretten van „Zyn Hoogheid" en twee andere officieren weten machtig te worden. De arme juffrouw Smirnowa is er niettemin betrekkelijk nog goed afge komen, want had de prins zijn zin ge kregen, dan was er nog heel iets anders met haar gebeurd. CHILI. Maandag werd uit Valparaiso geseind, dat de branden uit waren, vooral dank zij het gebruik van dynamiet. Soldaten en matrozen patrouilleeren voortdurend door de straten en schieten alle roovers neer. Het meerendeel van de bewoners is niet terneergeslagen, maar is weer goedsmoeds. (Men bedenke echter dat dit bericht is afgezonden, voor de aard schokken zich Maandagavond hevig herhaald hadden.) Op last van de overheid wordt op straat vleesch uitge deeld. Treinen vol met mondvoorraad zijn uit Santiago afgezonden. Op den avond van 16 dezer werden de verschrikkingen van de aardbeving nog verergerd door onweêr en stort regens, door electrische kabels en draden, die bij eiken nieuwen schok geloof ik wel. Omdat de vrouwen alles overdrijven, geen verstand hebben van de omstandigheden, waarin een man komen kan verdriet, 't wil ook wat zeggen.* Wordt vervolgd.) op straat vielen, en door het sombere gelui van de brandklokken; Bij elkèn schok vernam men het geweeklaag en de gebeden van men schen die op straat in de modder neer geknield lagen. Volgens deskunnigen, is Santiago alleen gespaard gebleven, omdat de beweging zich daar cirkelvormig voort plantte. Het heet dat het marine-observatorium de schokken twee dagen van te voren had. .voorspeld. Er zijn etteli/kè menschen ten gevolge van de aardbeving krankzinnig ge worden. Zondag zag men een dolleman in roode kleeren door de stratén loopen, die luide riep dat de aarde vergaan zou. De politie sloot hein, op, maar had moeite om de menigte te verhin deren dat zij hem lynchte. AXEL, 24 Augustus 1906. Op 31 dezer zal het 25 jaar geleden zijn, dat onzegeipeente-veldwachter bij de politie in dienst trad, waarvan 6 jaar bij het wapen der Kon. marechaussee, enkele maanden als agent van politie te Schoonhoven en sedert 1 Mei 1888 in zijne tegenwoordige betrekking. Op (ie voordracht voor onderwijzer te Ter Neuzen zijn geplaatst de heeren P. J. Dobbelaar, Wemeldinge, P. Taze- laar, Rilland en J. C. Kotvis, Hoofdplaat. Door dén Commissaris der Koningin in Zeeland is eéne verguld zilverën me daille toegezegd voc/r'den door de scherp schutters vereeniging „Voor Vaderland en Koning" te Ter Neuzen in!Sept. a. s. te houden schietwedstrijd. Van den heer P. E. Fruytier, lid der Tweede Kamer, is toezegging ontvangen voor eéiie zilveren medaille. De <Sh Ct. no. 196 bevat o. a. de akte tot wijziging in de statuten der Vereeniging tot oprichting en in standhouding van een ambachtsschool te Hulst. PREDIKBEURTEN TE AXEL Zondag 26 Augustus 1906. Ned. Herv. Kerk. Voorin, 9 ure Ds. J, B. T. Hugenholtz Nam. 2 ure Ds. J. B. T. Hugenholtz Gereformeerde Kerken. Kerk A. Voorm. 9 ure Nam. 2 ore Ds. H. Broekstra. Ds. E. H. Broekstra. Voorm. 9 ure Nam. 2 ure Kerk B. Ds. R. v. d. Kamp. Ds R. v. d. Kamp Gereformeerde Kerk. (Lange Weststraat) Voorm. 9 ure Leeskerk. Nam. 2 nre Leeskerk. den Maandag en Donderdag van 8 tot 111 j2 uren voormiddag. Specialist voor Keel Neus- en Oorziekten. No, 109 Statiestraat, No. 109. St INTikolaas (Waas) (Belg-ië. Door hel gillen van een dame. Te Utrecht passeerde Maandagmiddag een automobiel met een vaart van een 75 K.M. een hotel. Een der inzittende heeren wilde iets aan de lantaarns ver helpen en ging op de trèeplank staan. Een der dames, bevreesd voor een ongeluk, begon plotseling te gillen, waardoor de chauffeur omkeek euzijn stuur verloor. De ftdtö reed in volle vaart tegen een lantaarnpaal, die be schadigd werd, terwijl twee der inzit tenden ernstig gekwetst werden. Het A7. v. d. D, meldt omtrent een moordaanslag op de houdster van het Volkskoffiehuis De Goede Verwach ting te Rotterdam, juffrouw M. G. het volgendeDe juffrouw, wier man op zee vaart, kreeg- in den laatsten tijd geregeld bezoek van een hofmeester van het stoomschip Vulcan. De Jan maat maakte haar erg het hof, maar juffrouw Groote wilde van zyne liefde niets weten. Dinsdagavond kwam de hofmeester weer in het pafétje- Juffrouw Groote was thuis en zat met haar zoontje bij het buffet. Toen de verliefde bezoeker weer eens poogde wat dichter bij de waardin te gaan zitten, weerde deze den aanbidder af. De hofmeester ont stak nu opeens in woede, trok een dolk en greep de juffrouw beet. In een hoek, op dën grond, wierp hij de weerlooze vrouw en verwondde haar met het scherpe voorwerp. Daarna nam hij de vlucht. Het zoontje van de vrouw rende echter den hofmeester na, roepende „Hij heeft m'n moeder vermoord Op de Marinewerf werd de vluchteling door een paar man van de wacht ge grepen, die hem aan de politie over leverden. Thans zit de verliefde hof meester achter slot en grendel. De wonden van juffrouw G. bleken niet veel te beteekenen. Ze behoefde niet in het gasthuis opgenomen te worden. Te Veendam woedde deze week een buitengewoon grooten brand, welke was ontstaan in de nieuwe boerenbe- huizing van den heer Veenhuizen aan het Westerdiep, doordat het zoontje van den eigenaar eenige pakken stroo had aangestoken. De boerderij brandde totaal af. Door den hevigen wind sloegen de vlammen over naar het Oosterdiep. Daar zijn acht huizen afgebrand onder welke de Doopsgezinde kerk met toren, twee groote boerderijen, de villa van een kassier en winkelhuizen. Tal van gebouwen leden water- en vuurschade. De schade wordt op ongeveer een ton De nieuwe ambachtsschool bleef met moeite gespaard. Meer dan 20 brandspuiten waren op het terrein. M. Ct. Jeugdige avonturiers. Men meldt uit Delfzijl aan het Nieuwsblad van het Noorden Met den trein, die Dinsdagmiddag om 8 uur aankwam, arriveerden een 2-tal 15-jarige knapen, afkomstig uitLeeuwar- den, die het voornemen hadden opgevat van hier uit naar Duitschland uit te wijken. Na eenigen tijd langs de haven te hebben gewandeld, huurden zij eene roeiboot om naar hun zeggen wat te gaan spelevaren. Inmiddels echter was de burgemeester telegrafisch gewaarschu wd, met verzoek de jongens te doen aanhouden en over brengen. De politie kwam dan ook nog juist bijtijds om de vluchtelingen in te rekenen. Op 't gemeentehuis ge komen, bleken het echte avonturiers te zijn. Zij voerden met zich mede 2 dekens, 2 revolvers met patronen, 2 zware messen, 2 pond zout, lucifers, eenige woordenboeken, 2 ijzeren staken om vleesch te roosteren, en hengel snoeren voor de vischvangst. Zij wilden met de boot den overkant trachten te bereiken en zich dan in het Teutoburgerwoud eenigen tijd ver bergen, waar zij van het wild, dat zij met hunne revolvers zouden schieten, dachten te leven. Van daar zou dan de reis doorDuitsch- land en Italië naar Afrika gaan en hoopten zij vervolgens Transvaal te bereiken, waar zij hun fortuin wenschten te maken. Een groote teleurstelling voor de jon gens, nu wéér naar 't ouderlijke huis te worden getransporteerd. De ouders zijn nette burgerlieden. Op een politiebureau te Rotterdam is in bewaring gesteld een 20 jarig meisje, uit Hollandsche ouders geboren en naar zij zegt te Londen woonachtig. Zij meldde zich bij de politie om een onderkomen en heeft bij zich eentaschje, waarvan zij aanvankelijk weigerde den inhoud te laten zien. Later bleek, dat dit tasehje inbrekersgereedschap be vatte. Bovendien werd door haar in de omgeving van de Mathenesserlaan op een deurslot een scherp schot gelost, in de hoop dat de deur daardoor zou openspringen, hetgeen evenwel mis lukte. Naar de juistheid van hare op gaven stelt de politie een onderzoek in. Schandelijke dierenmishandeling. Uit Nieuw Vennep (Haarlemmermeer) schrijft men aan de Tel: „Zekere Dunneweg alhier had de verregaande laagheid, zijn hond, die afgeleefd was en waarvan hij dus bijna geen dienst meer kon hebben, levend te begraven. Dit ging niet gemakkelijk de hond wist, ook nadat D. de aarde aan den kant goed had vastgetrapt, zijn kop telkens weer boven te werken. D., hierover vertoornd, nam hierop een riek en doorstak daarmede kop en lichaam van het arme diero.a. werd een oog geheel uitgestoken. Toen eenige personen, met medelijden voor het arme dier vervuld en verwoed over deze beestachtige dierenmishandeling, D. te lijf wilden, vluchtte deze in zijn woning. Een der omstanders schoot daarop het arme dief* dood en verloste het op die wijze uit zijn verschrikkelijk lijden. De politie, bij wie onmiddellijk aan gifte werd gedaan, begaf zich naar de plaats, waar het ergerlijke feit was voorgevallen, en maakte proces-Verbaal op van het voorgevallene." 't Is nu maar te hopen dat de ellen deling er niet met een boete afkomt maar gevangenisstraf krijgt. Nette menschen. Zondagnamiddag omstreeks halfzes reed een losse koetsier eenige vreemdelingen door de om streken van Rozendaal (bij Velp). Dezen Jiadden den koetsier zoo dronken ge maakt, dat hij niet meer in staat was te rijden. Op verzoek van den secretaris der gemeente werd hij door eenige politie-agenten met rijtuig en al inge rekend. De inzittenden hadden den heelen middag voor de vertering ge reden en lieten verder niets meer van zich hooren. Nachtelijk tooneeltje. Een bekend stadgenoot, wonende aan het Spaarne, te Haarlem, kwam 's nachts kwartier over twaalven, thuis en trachtte de huisdeur met den sleutel te openen. Tevergeefs. De knippen waren er van binnen opgeschoven. Hij belde, geen gehoor, belde nog maals. Alles in huis bleef stil. Hij begreep, dat zijn zoon en eenige huis genoot, een gezond jongmensch, den vasten slaap des rechtvaardigen sliepi en belde weer, zonder baat, ging voort met bellen, totdat de klingel uit de bel viel en daarmee het heele alarmsignaal waardeloos was geworden. Op de eerste verdieping stond het raam van zijn slaapkamer wijd operf en wenkte hem, tergend naar 't hem toescheen, ter zoete rust. „Een ladder Mijn koninkrijk voor een ladderzoh' hij geroepen hebben, wanneer hij een koninkrijk te vergeven had gehad. Waar op dit uur een ladder te vinden De buren sliepen. Daar schoot hem te binnen, dat de Sociëteit Vereeniging nog open moest zijn. Daarheen richtte hij dus zijn ontstemde schreden. In de sociëteit vond hij vier of vijf' kennissen, die met zijn lot begaan waren, zoo zelfs, dat een hunner hem logies in zijn huis aanbood. Hij wei gerde, wou in zijn eigen huis, vroeg1 of er een ladder was in de sociëteit. En gelukkig, in haar inventaris was een' ladder present en geen kleintje, een, waar een man of wat een goede vracht' aan hadden. De vrienden gingen dus mee, mits gaders eeu bediende van de Societeit'J

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 2