n «rur [li Ij \j m i j Aanbestdinj. msMsÉv i\o. 36. Zaterdag 11 Augustus I5HH). 22e Jaar Nieuws- en Advertentieblad voor Zeen w s e li - VIaan d er en F. DIELEMAN, Buitenland. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKERUITGEVER A X E L. ADVERTENTIES van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Burgemeester en Wethouders van AXEL, maken bekend, dat op Don derdag den 13 Augustus a.s., des namiddags ten 5 ure, ten raadhuize zal worden aanbesteed, de levering van I. Plas tniaas L50i) liter zuivere Amerikaansche (geeu Rus sische) PETROLEUM. LI. 1200 Kilogram Belgische ANTHR ACIË T, grootte 20/30 m.M. III. 10000 Kilogram mechanisch gèklopt, gesorteerd en ge zeefde COKES No. 1. IV. 5000 Kilogram RUHRKO- LEN (stukken). Inlichtingen te bekomen ter Secre tarie. Axel, den 9 Augustus 1906. Burgemeester en Wethouders van Axel D. J. OGGEL. De Secretaris J. A. VAN VESSEM. FRANKRIJK. De generaals André en de Négrier hebben Dinsdagmiddag het tweegevecht gehouden, dat onvermijdelijk was ge worden, doordat de Négrier den oud minister van oorlog dezer dagen in de krant voor leugenaar uitmaakte. Als men leest wat er heeft plaats gehad, dan mag er eigenlijk niet van tweege vechten gesproken worden. Men oor- deele. Generaal André en generaal Négrier kwamen op het afgesproken uur beiden in den tuin van prins Jo achim Murat. Prins Joachim woont in de rue Monceau. Daar kwamen ook de getuigen, een hooge dokter uit het leger, een bediende van een wapen winkel met pistolen, en wat er al zoo bij een tweegevecht behoort. Generaal Langlois, een der getuigen van de Né grier, had de leiding bij de voorbe reidende maatregelen. Toen deze maat regelen getroffen waren, werden, de kampioenen gehaald. Zij werden ge plaatst op een grasveld in den tuin, waar ook de getuigen bijeenstonden. Hier las generaal Duchesne, de andere getuige van de Négrier, het proces-ver baal voor. Daarop werd aan elk der partijen hun plaats aangewezen. Zij kregen een pistool in de hand, en zoo stonden zij tegenover elkaar, op ee'n afstand van 25 meter, waaruit wij op maken, dat prins Joachim Murat een ^rooten tuin heeft voor een stadstuin. Beide heeren kampioenen zetten de kraag van hun jas op. De beteekenis van deze handgreep is ons niet duidelijk. Een gewoon mensch zet de kraag van zijn jas op als het regent. Het was echter droog weer, het eenige wat ver wacht kon worden was een kogelregen, en daar helpt een omgeslagen jaskraag niet tegen. Maar hoe het zij, de gene raals André en de Négrier stonden »Ik wil mee!* roept Hugo reeds van verre. »Waar toe »Ik wil niet dat je alleen gaat.« „Ben je zoo'u varensgezelDat wist ik niet,« roept Stade altijd luchtig, ja lachende. »Neen, maar om Gods wil, ga niet alleen." >Daar is geen ruimte voor méér in de schuit, dan ik redden wil,« roept de andere, en met een fikschen stoot is de hulk reeds meer dan een mans lengte van den wal af. Hugo stond verpletterd. Het was hem alsof hij zijn vriend nimmer terugzouzien. >Y aar wel, groet Cathiuka voor mij, vaarwel Als versteend bleef Hugo staan. Een oogwenk daarna kwam Cathiuka. Als buiten zich zelve sohreeuwde zij »waar is hij Het was donker geworden, meer dan anders op dezen tijd van den dag, dooi de zware stortregens, die er vielen. Van het schuitje was niets meer te zien. Helaas, Hugo gaf geeu antwoord, hij wist het niet. daar dan met de pistool in de vuist tegenover elkaar met opgeslagen kraag te wachten op het kommando vuur. Generaal Langlois kommandeerde vuur. Er kwam vuur. Generaal André schoot zijn pistool af. Daarop gaf generaal de Négrier zijn pistool aan zijn getuige Langlois, Langlois gaf het wapen op zijn beurt aan den bediende van den wapenwinkel, en deze loste toen het schot dat de Négrier had behooren te lossen. De bediende schoot in de lucht om het wapen te ontladen. Is dat nu een tweegevecht? De Négrier heeft generaal André beleedigd en hem gelegenheid gegeven een kogel op hem af te schieten. Zelf heeft hij van de vergunning om te vuren geen gebruik gemaakt. Dat is geen gevecht, laat staan een tweegevecht. Voor een tweegevecht is noodig dat beide partijen een vijandige daad tegenover elkaar uitvoeren, althans het ernstig voorne men hebben zulk een daad te verrichten De Négrier heeft natuurlijk van meet af aan geen plan gehad, op André te schieten. Wat generaal de Négrier be wogen heeft tot deze houding, wordt niet vermeld. Heeft hij generaal André de eer van een schot niet waardig ge keurd Het is mogelijk. Van een ver zoening na het gebeurde is geen sprake geweest. De twee partijen verlieten kort na elkaar den tuin en het huis van prins Joachim Murat. RUSLAND. Er heerscht weer betrekkelijke rust na den storm der laatste dagen. De poging der Russische sociaal-democraten »Lafaard schreeuwde zij bijna krank zinnig van aandoening en Hugo? hij liet het zich zeggen, hij beschouwdé zich zeiven als zoodanig, want het was hem alsof hij werkelijk den vriend in dat hachelijke oogenblik, lafhdrtig had alleen gelaten. De jonge vrouw, nauwelijks wetende wat ze deed, vloog weer uaar binnen. Constance was inmiddels eenigszins bijgekomen en aan de zorg van Olga overgegeven. Weiszbfut had de kamer verlaten om naar Cathinka te zoeken. Inmiddels1 liep Hugo in de grootste onrust op en neder langs het strand, met een starenden blik over de woeste golven, terwijl hij toch nauwelijks een hand voor oogen zien kon. Met de grootste inspanning luisterde hij naar elk.geluid helaas, niets dan het vreeselijk geloei van den storm en het geklots der baren deed zich hooren. Toch daar vernam hij iets. Hij schrok van het onbepaalde geluid welke teleurstelling! Het bleek geen riemgeklots te zijn, maar Weiszblut, die bijna te gelijkertijd voor hem stond. „Van Waren, -veet je ook waar mijne vrouw is vroeg hij in de grootste gejaagdheid. »Is zij hier geweest?* »Lang geleden, ja.« »God ik maak mij zoo ongerust. Waar zou zij wezen En waar is Stade »De hemel weet het alleen.* s>Maar Cathinka dan Nergens is zij te vinden.* »Het is ook niet gemakkelijk zoeken in het donker.* »Zoo zij maar niet o 't zou een zware slag voor mij zijn.* Hugo antwoordde niet, en wat zou hij ook zeggen kunnen Deernis voor den goedhartigeu man, die zooveel liefde verspilde, vervulde hem, en hij kon zoo weinig licht geven in al die duisternis. »Waar is Stade?* vroeg Weiszblut nog eens. »Waar hij is, weet God, hij is geheel alleen in uw kleine plezierschuitje heen gevaren. Ik wilde méégaan, maar hij liet er mij den tijd niet toe.* »Ach, ga toch met mij en laat ons Cathinka zoeken.* »Neen,« zei Hugo, diep neerslachtig, »ik blijf hier, ik ga van deze plaats niet, vóór Stade terugkomt.* »Maai hij zal verdronken zijn.* »0, dan nader ik dan, dan ziet ge mij in dit huis nooit meer.* »Ach, als ik Cathinka maar weder vond,* kermde de oude man, en liet Hugo aan zich zelf over. Intusschen had de jonge vrouw in de grootste agitatie alle paden van den tuin doorloopen, alle heuvels van den omtrek beklommen, alle vertrekken van het huis doorgevlogen, zonder dat ze eigenlijk wist wat ze deed en wat ze doen moest. In die gejaagdheid was ze zelfs strijkelings voorbij Hugo gekomen, maar deze maakte om in heel het land de algemeen e staking door te zetten is als mislukt te beschouwen. Het meeste succes heb ben zij nog in Moskou gehad, maar niet van héél veel beteekenis. Er had den daar een paar revolutionaire be toogingen plaats, die zonder ernstige gevolgen bleven. Bij het goederen station is met revolvers op het personeel van twee locomotieven geschoten, maar niemand is gekwetst. Alle volksoploo- pen zijn terstond uit elkaar gejaagd. Te Petersburg verloopt de beweging al. Er hadden Dinsdag eenige rust verstoringen plaats door revolutionairen, die hun woede luchtten over de wei gering der spoorwegmenschen om aan de staking deel te nemen. Het besluit der verbonden typografen om slechts zooveel man ter beschikking der dagbladdirecties t'e stellen, dat eiken dag één blad in Petersburg kon uit komen ter voorlichting van het publiek, heeft geen uitwerking gehad. Er zijn een groot aantal couranten verschenen, wier personeel zijn aangelegenheden zelfstandig bleek te willen behandelen. De stad was Dinsdag kalm, op zijn hoogst een derde der gezamenlijke ar beiders in de hoofdstad staakte en dit getal slonk in den loop van den dag zienderoogen. Een staaltje hoe er overigens vaak maar op los wordt ge seind is b. v. het bericht over onlusten en staking bij de tram te Narwa. Daar is heelemaal geen tram Volgens een telegram uit Elizabethpol is het met de moordpartijen te Sjoesja gedaan. De vrede is er hersteld tusschen Armeniërs en Tartaren en dezen be- gebruik van de dikke duisternis om niet door haar opgemerkt te worden. Het woord »lafaard« was hem als in het hart gebrand, en hij dorst die vrouw niet te naderen voor Stade terug zou zijn. Doch ook Cathinka was bevreesd, niet om van Waren, maar des te meer om haar echtgenoot thans te ontmoeten. Hoewel hare gejaagdheid schier tot razernij oversloeg, scheen zij toch, als bij instinct te gevoelen, dat zij thans voor alles haar gade ontwijken moest. Het duurde uren, en gedurende al dien tijd stonden de beide meisjes vol spanning en ongeduld in de kamer te wachten. Constance schreide bitter. Olga stond als een standbeeld, met ge- fronsd voorhoofd, haar noodlot af te wachten. Constance gaf aan haar smart lucht door menigvuldige ontboezemingen Olga sprak geen enkel woord. En gedurende al dien tijd had Hugo aan de zeezijde staan wachten. Het was fel koud geworden, maar hjj gloeide van inspanning. Eindelijk hij hoort weder iets, maar 't schijnt van de landzijde te komen. Hij richt er den blik heen. Tusschen de berkenstammen ziet hij licht schitteren. Wat mag het zijn Zou het Cathinka of Weiszblut wezen, maar daartoe is het te verre verwijderd. Van die zijde kan het heil niet opdagen. Wat het is weet hij niet, maar wie hij zoekt moet van den zeekant komen. Toch trekt zijn

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 1