mi am Woensdag 8 Augustus l!HK>. Janr^. IJ IJ kj Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli-Vlaaiideren. F. OIELEMAX, Buitenland. FEUIL LET ON. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60Qent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren. ENGELAND. Een ambtelijk verslag geeft aan wat er gedaan wordt met de waren, die de douane in beslag neemt. Tabak en sigaren die er op de Noordzee in beslag worden genomen van Hollandsche boo ten, die ze aan de visschers in Engelsche wateren slijten (ook drank wordt er aldus veel gesmokkeld), gaat naar de gestich ten voor crimineele krankzinnigen en wat er onrookbaar bij. is en dat schijnt heel wat te wezen wordt in den plantentuin te Kew voor het be- rooken van planten gebruikt. Druk werken, in beslag genomen wegens inbreuk op het auteursrecht, die vroeger vernietigd werden, worden gezonden naar de bediening van vuurtorens en lichtschepen. De douane neemt ook waren in beslag, die valschelijk gemerkt zijn, zooals Duitsche of Hollandsche sterkedrank, gemerkt Finest Old Scotch Whisky, Vieux Cognac Fine Champagne, Pine Old Jamaica Rummessen uit België, gemerkt Sheffield, enz. Er zijn op 't oogenblik te Londen drie opperhoofden van Indianen uit Britsch Columbië, die koning Eduard hopen te spreken en hem de grieven van hun volk voorteleggen. Het zijn Joe Capilano, van den Squam-stam, Basil, van den Cowich-stam. „De blan ken zeggen maar: Indiaan nietschieten", legde een hunner aan een verslaggever uit, „Indiaan niet visschen, Indiaan niet jagen in dezen tijd van 'tjaar, totdat Indiaan niet weet hoe te leven. Blanke zuigt Indiaan uit. Opperhoofden zeggen Ga koning zien. Koning zal 't recht maken." Een bericht zegt„Ofschoon de op perhoofden in volledigen oorlogsdos, met arendsveeren en leeren gewaad, door de straten van Londen gaan, merkt men ze nauwelijks op." Zoo zijn daar de manieren. Die Roodhuiden moesten maar eens in een Hollandsche stad komen. Daar zou men ze opmerken en hun dat laten merken ook BELGIE. De ongepaste grap, welke men zich onlangs in België heeft veroorloofd, en welke tegelijk de gevaarlijke macht van den telefoon eu den zin voor humor van België's aanstaanden koning heeft bewezen, heeft geen profetische be- teekenis gehad niet een zoon, maar een dochter is Prins Albert, blijkens een Reu ter-telegram, Zaterdagochtend te Oostende geboren. ITALIË. Brand, op de tentoonstelling te Milaan. Men schrijft over den brand op de tentoonstelling te Milaan dd. 3 dezer aan de V. B. Ct De groep gebouwen, die hedenmorgen in de vroegte door brand vernield zijn, behoorde uitwendig en inwendig tot het belangrijkste wat de Simplonten- toonstelling bood. Zoowel de Italiaan-- 3che als de Hongaar3che atdeeling deco ratieve kunst herbergde kostbare schat ten aan mariner en meubelen. Samen besloegen zij een ruimte van niet minder dan l1/2 hectare. De Hongaarsche af- deeling bestond uit een reeks zalen in grotvorm gebouwd met fijn geciseleerde lichtgrijze gewelven, marmeren bassins en ingelegde vloeren. Het geheel maakte een tooverachtigen indruk. De Nederlandsche afdeeling ligt met de andere afdeelingen decoratieve kunst, nl. die van Duitschland, Engeland, Ja pan, China, Zwitserland, Perzië, Noor wegen en Rusland, en met de afdeeling Providenza in een andere groep ge bouwen, door een breede dichtbegroeide zijlaan van het park van het nu ver brandde gedeelte gescheiden. Onmid dellijk gevaar voor Nederland bestond er dus niet, vooral daar de brandweer dienst en de brandbluschmiddelen van den aanvang af goed in orde zijn ge weest. Anders stond het met het paleis der schoone kunsten, dat door de af deeling bouwkunst in verbinding stond met dat der decoratieve kunst. Het fraaie paviljoen der bouwkunst met zijn voornamen voorgevel in Nieuw- Griekschen stijl van den architect Locati, waarop de Milaneezen terecht zoo trotsch waren, is een prooi der vlammen geworden met zijn belang- wekkenden inhoud, maar een wonder mag het heeten dat de lange reeks van zalen vol kostbare schilderijen en beeld houwwerken en de groote feest-en con certzaal behouden zijn gebleven. De ramp is echter, afgescheiden van de schade, al erg genoeg voor het ten toonstellingscomité, want het verliest een van zijn bezienswaardigste afdee lingen, voor welke de koning een eere- prijs van 10,000 lire had uitgeloofd. In de Italiaansche afdeeling zullen waar- 43) - »Ik geloof werkelijk, Weiszblut,* hernam Stade, die het toch zaak scheen te vinden, om zich eindelijk niet zoo uitsluitend met mevrouw te bemoeien, >dat je goed gezien hebt, en we nog storm kunnen krijgen. We waren zoo meteen aan den zeekant, maar het zag er al heel anders uit dan straks.* »Zoo als gewoonlijk werd er niet op iemand van ondervinding gelet. Men was te zeer verdiept in hoogdravende [dichterlijke ideën.« »Mijuheer Stade,* vroeg het weinig bevallige meisje, dat wij Constance zullen noemen, »zou het werkelijk waar kunnen zijn Hoe zou ik dan thuis komen ».Geen nood,* riep Weiszblut, »we hebben ruimte genoeg, ik kan allen logeeren in mijn huis »0 juffrouw Constance,* sprak Stade met een zekere goedhartigheid, »laat dat maar aan mij over, ik beloof u dat ik u thuis zal brengen, zelfs al woei er een orkaan, altijd als u het mij veroorlooft.* Of zij het hem zou veroorloven Zoo een menschenkenner haar bespied had, hij zou hebben kunnen zieu, hoe zeer 'sjongelings antwoord haar gelukkig maakte. Hij had meer kunnen zien teleurstelling reeds bij het intreden van Stade, toen zij niet dadelijk dooi hem herkend werd, terwijl zij hem toch nog wel eens meer daar ter plaatse had ont moet jaloezij, wrevel, ja smart toen zij bespeuren moest, hoezeer zij geheel ver geten werd voor die vrouw, die toch een ander toebehoorde. O Constance wist wel dat ze niet schoon was, welk meisje gelooft zich echter spoedig onbehagelijk Wel was het haar weder herinnerd, mevrouw Weiszblut werd door Stade gefixeerd de jonge man, die zij heden voor het eerst zag had enkel oogen voor Olga en zij werd terwijl waardig gekeurd om met Weiszblut over de kippen te praten Maar nu toch, eindelijk, éindelijk had zij ook een blijk van sympathie (zij hield het daarvoor) mogen dutvangen en wel van hem, zoo schitte rend van uiterlijk, zoo wegslepend, zoo geestig. Bewonderen wij niet vaak juist (lat in anderen, wat wij zei ven missen, eh was het dus vreemd dat Stade's geestigheid haar in verrukking bracht !J Terwijl nu Weiszblut, Stade en Con stance te zamen wandelden en keuvelden, liep ook het overblijvende drietal schert sende door den tuin. Nu vooral had van Waren het zwaar te verantwoorden, want mevrouw Weiszblut was onuit puttelijk in plagerijen, en hij voelde zieh dan toch altijd meer op zijn gemak als zijn vriend tegenwoordig was, in de hoop dat die hem helpen zou als het al te Ver ging. Het is waar, dat hij zich in die verwachting wel eens teleurgesteld had gevonden. Wij laten nu het dubbel triumvirat aan zich zelf over. OfCathinka Weiszblut de liefde van Constance opgemerkt had of niet, is moeielijk te bepalen. Zeker ontging haar weinig, doch een onbe duidend schepseltje was haar niet de moeite waard om er een voorwerp van studie van te maken. Genoeg dat zij volstrekt geen vrees koesterde, dat zulk eene rivale haar den minnaar ooit ont rooven zou. Wat Hugo zich zeiven nog wijs maakte niet te gelooven, is voor zeker bij den lezer reeds uitgemaakt de betrekking tusschen de jonge vrouw en den huisvriend was niet onschuldig Jonge, geestige huisvrienden bij oude echtgenooten van jonge, geestige vrouwen zijn niet alleen in Rusland, ze zijn overal zeer gevaarlijk. Het is dus waarlijk niet om mij te verdedigen, alsof er iets onna tuurlijks in den toestaud lag, wanneer ik opmerk dat, volgens de getuigeuis der bewoners van Petersburg zelve, in weinige steden dergelijke connectiën zoo- veelvuldig, als juist daar zouden plaats hebben, en ofschoon ik nu de eerste ben om te erkennen, dat men aan waarheden, zoo algemeen herhaald, dat ze door de menigte als onomstootelijk zijn aange nomen, volstrekt geen onvoorwaardelijk geloof behoeft te hechten, moet toch de schijnlijk ook verscheidene fraaie batiks van mevr. Wegerif-Gravesteyn verloren gegaan zijn, evenals de prachtige pro ducten van vrouwenarbeid, met zoo groote toewijding bijeengebracht door de hertogin Visconti di Modrone Gro- pallo. Reuter seint, dat kortsluiting de oor zaak van de ramp is geweest. Nadere berichten zullen daaromtrent moeten worden afgewacht. Het was mij wel bekend dat dezer dagen het uitvoerend comité had besloten, enkele gebouwen bok 's avonds open te stellen, omdat net bezoek over dag bij de felle hitte veel te wenschen laat, en dat daartoe die gebouwen electrisch zouden verlicht worden, maar 's morgens om vier uur zal het electrisch lieht wel niet ont stoken zijn en motoren of iets dergelijks waren er in de verbrandde gebouwen niet. Ook de heer E. Tosi Facino, ver tegenwoordiger van de Nederlandsche afdeeling, schrijft uit Milaan, dat de Nederlandsche uitstalling bij den brand niet de minste schade heeft geleden. RUSLAND. Van de muiterij op de Pamjat Asowa meldt een telegram uit Reval, dat het trouw gebleven deel der bemanning Woensdagavond de muiters op het voor schip dreef en dwong zich over te geven. De muiterij begon, toen er een burger aan boord kwam, als matroos vermomd. Toen men hem wilde pakken, nam een deel der bemanning hem in bescher ming, en doodde drie officieren. Drie andere officieren redden zich in een wijze van leven aldaar dergelijke mis bruiken zeer in de hand werken. Tegen den zomer verlaat de vrouw, met de kinderen, zoo die er zijn, hareu echtge noot, om de vervelende stad te ont vluchten en naar de eene of andere badplaats in Duitschland te gaan. De man heeft het dan gedurende eenige maanden zoo druk, dat hij er niet aan denken kan om zijne familie te gaan bezoeken, ja zich reeds gelukkig rekent als hij tegeil het najaar afreizen kan om zijne vrouw en kinderen weder af te halen. Voeg daarbij dat de Russen een aangeboren zucht hebben tot pracht vertoon, dat ze daarom in den winter tegen elkander opbluffen in het geven van kostbare partijen en men mag vragen, wat wordt er van de huiselijkheid Waar nu geene huiselijkheid bestaat, daar worden ook de' huiselijke deugden ondenkbaar, ja datfr wordt, het gevolg kan niet achterblijven, de geheele maat schappij gedemoraliseerd. Veel vroeger dan het gewone uur van vereeniging, het etensklokje, vinden wij het geheele gezelschap reeds weder in hetzelfde vertrek, waar wij beu vroeger zagen, bijeen. Zij ziju letterlijk naar binnen gestormd Ook thans ziju allen, doch nu ook Weiszblut, verdiept in het aanschouwen der natuur, doch men be wondert niet meer hare kalmte, men siddert bij het vertoon hirer kracht, eu het houten gebouw, waarin men zich

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 1