lil ïj O i 8 i Si
No. 32.
Zaterdag 28 1000
22c Jaarg.
jN icuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
Binnenland.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
Zesduizend bierhuishouders te Berlijn
hebben Maandagavond een vergadering
gehouden tegen de verhooging van den
bierprijs door de brouwerijen. De ver
gaderden veroordeelden de poging van
de vereenigde witbierbrouwerijen om uit
den moeielijken toestand van de bier
huishouders munt te slaan en besloten
alleen wit bier te koopen bij brouwers
die niet tot den ring behooren. De
bierhuishouders zullen verder mét alle
middelen streven naar de oprichting
van eigen en coöperatieve brouwerijen.
De fabrieken van verduurzaamde
krabben in de Ditmarschen (Holstein)
bereiden uit de schalen van die dieren
een soort van meel dat als varkens- en
vogelvoeder en als mest gebruikt wordt.
In het afgeloopen jaar zijn ongeveer
6000 centenaars krabben ingemaakt en
ruim 300 centenaars van het meel be
reid, waarvan elke centenaar 12 mk.
I opbracht.
Als het ook maar niet als menschen-
voer gebruikt wordt!
0 0STENRIJK-H0N GARIJE.
Te Gratz, een meest door Duitschers
bewoond dorp in Oostenrijksch Silezië,
is het tusschen Duitschers en Tsjechen
tot hevige vechtpartijen gekomen. De
Tsjechen hadden op het plein een eere
poort opgericht en een menigte Tsjechen
in hun volksdracht kwamen van elders
en hielden er intocht. Een Duitsch
gezelschap brak de eerepoort af en nu
begon het gevecht. Er kwamen met
den trein nog meer Duitschers aan en
den geheelen dag werd er slag gele
verd. 's Avonds werden de treinen,
waarmede de Tsjechen vertrokken, ge
bombardeerd. Er moeten een zestig
gewonden zijn.
RUSLAND.
Roditsjef, een van de Doemaleden
die in Engeland zijn geweest en Dinsdag
weer naar Rusland zijn vertrokken,
heeft te Londen aan een verslaggever
gezegd, dat hij niet aanstonds een om
wenteling verwachtte, maar later den
kelijk in October of November. Als de
omwenteling er eenmaal was, zou het
leger er zich stellig bij aansluiten.
Reuter's correspondent te Petersburg
meldt, dat daar de algemeene staking
reeds Zaterdag zou beginnen.
Toen Dinsdagmiddag om 3 uur een
150 leden van de Doema uit Wiborg
te Petersburg terugkwamen stond een
talrijke volksmenigte hen op te wachten.
Zij werden met geestdrift toegejuicht.
Geen hunner werd gevangen genomen,
zegt een Reuter-telegramwel een be
wijs, dat men in Petersburg de strengste
maatregelen van.de regeering verwacht.
Wel hebben er huiszoekingen bij ette
lijke leden der Doema plaats gehad.
Naar 't heet, hebben de leden der Doema
te Wiborg plannen beraamd om op
groote schaal het leger te bewerken.
De reden, waarom de Polen, hoewel
met het manifest instemmende, niet
geteekend hebben, ik dat hun nationale
positie anders is dan die der Russische
leden der Doema. Zij hebben m. a. w.
ook nog voor een nationale zaak te
zorgen. Daarom wilden zij een éigen
manifest uitvaardigen.
Naar 't heet, ontbood de tsaar Zondag
ochtend Moeromtsef, den voorzitter der
Doema, bij zich. Hij wilde hem tot
minister van onderwijs maken, zegt
men. Moeromtsef ging echter naar
Wiborg. Toen hij daar vandaan kwam,
liet de tsaar hem opnieuw uitnoodigen
bij hem te komen. Hij zou gaan.
Dinsdag is er beslag gelegd op alle
Petersburgsche bladen, met uitzonde
ring van het Nowoje Wremja, de Ros-
sija en de Peterboergskija Wjedomosti.
Van het Nowoje Wremja lezen wij
in een ander bericht, dat het nu toch
de partij van de Doema trekt, al heeft
het conservatieve blad er veel in af
te keuren gehad.
Te Odessa dreigt er een pogrom,
zoo hij niet reeds aan den gang is.
Dinsdag ging het al ruw toe in de Joden
wijken aan de zoom der stad. De Joden
vluchtten naar de binnenstad. Kozak
ken en gepeupel plunderden de leege
huizen. Joden uit de buurt, die de
eigendommen hunner geloofsgenooten
willen beschermen, werden door de po
litie afgeweerd. Èr volgde een gevecht,
waarbij drie Joden werden gedood. De
heele stad is in angst. De Zwarte Bende
verspreidt ijverig manifesten, waarin
tot moord en doodslag tegen ae Joden
wordt aangespoord. Aldus een Reuter-
telegram.
Een deputatie van Joden is bij gene
raai Kaulbars, den gouverneur-generaal
van het district, geweest om hem te
smeeken hen te beschermen. Maar de
generaal was slecht te spreken. Alle
Joden zijn revolutionairen, zeide hij
hun jonge mannen moesten in toom
gehouden worden. Het leger en het
Russische volk haten de revolutionairen.
Hij kon misschien de soldaten in toom
houden, maar niet het volk. Als er
nog een kozak aangevallen werd,
zou het bloed vloeien in Odessa, tot
kniehoog. De Joden zeiden nog eens,
dat de kozak, die dezer dagen in een
gevecht gevallen is, niet door Joden
gedood is. Maar de generaal had geen
ooren naar hun pleiten.
Zangwill, de Engelsche schrij ver en
Zionist, heeft een telegram van geloofs
genooten in Rusland ontvangen, waarin
zij om de voorspraak van de vrienden
in Engeland vragen, nu er een alge
meene Jodenmoord dreigt op a. s. Zater
dag, den gedenkdag van Rusland's be
keering tot het Christendom. Een pas
sende viering inderdaad
AMERIKA.
Er wordt opnieuw melding gemaakt
van een ernstig spoorwegongeluk. Niet
ver van Spokane, in Washington, is de
„Great Northern" met zeer groote snel
heid stoomende, uit de rails gesprongen
en een helling van 20 meter afgerold
tot in het Diamant-meer. De machine
en twee wagens vielen in een diepe
plek van het meer, en behalve de
machinist en de stoker verdronken
negen reizigers. Veertien menschen
zijn gekwetst, eenige zeer ernstig. Tot
de omgekomenen behoort rechter WB.
Townsend, uit Britsch Columbië.
Te South Framingham in Massa
chusetts is een groot huis dat in Concord
street in aanbouw was, plotseling inge
stort, zonder dat het minste voorteeken
van de ramp te bespeuren was geweest.
Er zijn al tien lijken uit de puinhoopen
te voorschijn gebracht, het aantal ge
wonden bedraagt ongeveer dertig.
Toestand van de Koningin.
Reeds in het begin dezer week bracht
de telegraaf ons tijdingen omtrent den
toestand onzer Koningin, waaruit vol
doende was op te maken, dat aan de
blijde verwachting waarin H. M. ver
keerde, door een plotselinge ongesteld
heid een einde was gekomen.
Een groote teleurstelling ondervinden
daardoor in de eerste plaats onze Ko
ningin, Haar Gemaal en de Koningin-
Moeder, maar ook in de tweede plaats
allen, die ons Vorstenhuis gaarne weder
op vasten grondslag zouden zien ge
vestigd.
De gezondheidstoestand van H. M.
is thans bevredigend en baart geen
reden tot bezorgdheid, zoodat er nog
altijd hoop bestaat, dat eenmaal de lang
gekoesterde wensch van het Vorstelijk
gezin en het overgroote deel van het
Nederlandsche Volk vervuld zal worden.
Moge H. M. spoedig Hare gezondheid
terugkrijgen en de verloren krachten
herwinnen
Omtrent den toestand der Koningin
werd gisteren geen bulletin uitgegeven,
hetgeen een gunstig teeken kan genoemd
worden.
Volgens eene mededeeling uit
Apeldoorn aan Hel VacL. was Prins
Hendrik Dinsdag, na de ongesteldheid
der Koningin en de daaruit voortge
komen gevolgen, ten prooi aan hevige
gemoedsbeweging. Dr. Laurillard, tijde
lijk te Apeldoorn, werd ten paleize ont
boden en kalmeerde den Prins.
Op Het Loo zijn verscheiden tele
grammen van deelneming van vorsten
ontvangen, ook een zeer hartelijk van
Keizer Wilhelm.
Woensdag werd te Middelburg de
tentoonstelling van oud goud- en zilver
werk in het Kunstmuseum in het Schut
tershof aldaar door den Commissaris
der Koningin in Zeeland, geopend.
Tot bijwoning waren genoodigd de
leden der Eerste en Tweede Kamer,
voor Zeeland zitting hebbend, het Gede
puteerd college, het dagelijksch bestuur
der gemeente, enkele andere autori
teiten, de deelnemers in het waarborg
fonds en de inzenders, allen met eene
dame.
Er waren geen Kamerleden, maar
het Gedeputeerd college en het Ge
meentebestuur waren vertegenwoordigd.
Toen de genoodigden in de groote
Schuttershof zaal bijeen waren, namjhr.
mr. W. H. Snouck Hurgronje, voorzitter
der commissie voor de tentoonstelling,
het woord en sprak eene rede uit,
waarin dank werd uitgesproken aan
de verschillende personen, die hunne
medewerking hadden verleend tot het
tot stand komen en tot opluistering der
tentoonstelling.
Nadat die rede was uitgesproken,
zeide de heer mr. H. J. Dijckmeester,
beschermheer der tentoonstelling, onge
veer het volgende, dat we ontleenen
aan de M. Crt
Mijnheer de voorzitter en leden dezer
tentoonstellingscommissie.
Ik dank u voor de eer, mij in mijn
ambt aangedaan, door mij bij monde
van uwen voorzitter de uitnoodiging te
laten doen, welke ik volgaarne aanvaard.
Gij zult mij ten allen tijde bereid
vinden om wanneer ik geroepen
word buiten den kring mijner werk
zaamheden in het hooge staatsambt, dat
ik de eer heb te vervullen, en ik in
staat ben aan zoodanige uitnoodiging
te voldoen deel te nemen aan eenigen
arbeid, die kan strekken tot het welzijn
onzer provincie.
Dames en heeren. De dag van
gisteren en de dag van heden zijn dagen
die den Nederlanders geen stof geven
tot een gul woord, want de tijding toch,
die onze Staatscourant gisteren heeft
moeten brengen, heeft algemeen teleur
stelling gewekt.
Allen, die iets gevoelen voorlanden
volk en die zijn hier aanwezig
zullen met leedwezen over die tijding
zijn vervuld, en een gevoel van deel
neming vervult ons allen wanneer wij
denken aan de smart, die ginds in
Gelderland's lusthof wordt gedragen.
Ik twijfel niet of de beste wenschen
zullen u vervullen voor H. M. de
Koningin en haar Koninklijken gemaal.
Toch is de dag van heden een plech
tige en zal hij in de annalen van
Middelburg geboekt worden als een
goede dag.
In elke gemeente toch is het een
allergunstigst verschijnsel als een goed
werk, op touw gezet door eene ver-
eeniging van flinke mannen, ten einde
wordt gebracht. En dat is het geval
met de tentoonstelling, die straks zal
worden geopend.
Intusschen denk ik wel dat er velen
onder u zullen zijn die gaarne van
aangezicht tot aangezicht kennis hadden
willen maken met den tegenwoordigen
Minister van binnenlandsche zaken, en
ik twijfel er niet aan ol ook hij zal op
zijn beurt teleurgesteld zijn dat hij niet
aan de uitnoodiging om hier heen te
komen heeft kunnen voldoen.
Wanneer hij hier ware geweest, dan
zou hij, evenals hij ruim een week
geleden te Amsterdam deed, getuigd
hebben van de belangstelling der tegen
woordige regeering in alles wat kunst is.
De tijd van 'tjaar dat de Staten-