Binnenland. Gemengd Nieuws. Knjas Potemkin), terwijl zij aan 't krui sen waren bij Kertsj in den Krim. Het Petersburgsche telegraafagent- schap meldt, dat het bezoek van het Engelsche eskader aan de Russische Oostzeehavens met wederzijdsch goed vinden tot een gunstiger tijdstip, waar schijnlijk het volgend jaar, uitgesteld is, daar zekere politieke partijen in Engeland en Rusland de heerschende beroering hebben aangegrepen om de aangelegenheid met de kwesties van de binnenlandsche politiek van Rusland samen te smelten. Bij gelegenheid van de aankomst der schepen vreest men, dat er opnieuw beroering zal ontstaan en gebeurtenissen zich zouden kunnen voordoen, die van invloed zouden kun nen zijn op de toekomstige betrekkingen. Tusschen den Tsaar en koning Edu- ard zijn zeer hartelijke telegrammen gewisseld. Zaterdagmiddag had de plechtige ont hulling plaats van het Rembrandt-mo nument aan den Witten Singel in de onmiddellijke nabijheid van de geboor teplaats van den grooten kunstenaar, te Leiden. Te kwart voor twee uur arriveerden per trein de Koningin-Moeder en Prins Hendrik. De Koningin was verhinderd. Op het feestterrein werden door den voorzitter van het Rembrandt-comité, mr J. C. Overvoorde, de hooge bezoe kers verwelkomd. Daarna had de onthulling van het gedenkteeken door de Koningin-Moeder plaats, die in eene toespraak hare in genomenheid te kennen gaf met de hulde, welke door Leiden werd gebracht aan een der grootste kunstenaars van Nederland, die daar zijn bakermat had. H. M. sprak aldus „Gaarne voldoe ik aan de tot my gerichte uitnoodiging het monument te onthullen, dat als een dankbare hulde hier dicht bij de plaats waar Rembrandt werd geboren, voor dezen grootsten van Neêrlands schilders werd opgericht. Ik acht het voor ons, Nederlanders, een schuld van eer in deze dagen vooral eene erkentelijke herinnering te wijden aan den man, wiens buitengewone gaven wy nimmer zullen ophouden te bewonderen en die ons in zijn werk naliet een onschatbare bron van vreugde en van genot. reeds een paar maanden aan den lesse naar gezeten, en nog kende hij zijne confrères weinig meer dan van aangezicht. Slechts de vroolijke toon van Stade bracht somtijds wat afwisseling aan, ofschoon daardoor deze en gene wel eens een veèr laten moest. Over het algemeen echter kon men zijn scherts wel ver dragen. Slechts één reeds oudachtig man, die tegenover Hugo zat, lachte nimmer bij Stades geestigheden, waarvan hij trouwens zelf ook dikwijls het slacht offer was. Als slachtoffer echter kon men den vijftigjarigen Bolck onmogelijk gelatenheid ontzeggen, want bijna nimmer gaf hij eenig antwoord waarlijk ge lukkig voor hem, want men had hem slechts aan te zien, om te weten dat hij in gevatheid tegen Stade onmogelijk opgewassen kon zijn. Bolck toch zou men, sprekende in den zin zoo als vreemdelingen zich gewoonlijk over ons uillaten, eerder voor een Nederlander houden dan de beide Hollanders op dit kantoor. Hij had doffe, donkere oogen, verscholen onder zware wenkbrauwen, die bijna een gewelf vormden, het gelaat was breed, de neus stomp, de lippen dik, het figuur breed, vooral in de schouders en vrij lang. Houterig en vierkant was hij in zijne bewegingen, en, ofschoon hij zijn plicht nauwgezet volbracht, was ook die nauwgezetheid zoo al- niet de eenige, dan toch de voorname vereischte ter vervulling zijner taak. De man was Tot den roem van Neerland sch schil derschool is er geen, die meer heeft bijgedragen dan Rembrandt Harmens- zoon van Rijn. Van dezen man kan in waarheid worden getuigd dat hij onsterfelijk is door zijn werk. Aan de kunst van Rembrandt, is in de geheele beschaafde wereld de eere plaats verzekerd en ons vaderland is met recht trotsch op den eerenaam „Land van Rembrandt." Dien eerenaam waardig te bly ven is de taak van Neerlands schilderschool." Het monument vertoont het borstbeeld van den schilder, in brons vervaardigd door Toon Dupuis. Na de onthulling werd door 200 zan gers Hollands Glorie ten gehooregebracht, met begeleiding van orkest. Daarop volgde een feestrede van den heer H. W. Mesdag, waarna de over dracht van het monument aan de ge meente Leiden plaats had. De Koningin-Moeder en de Prins maakten daarna een rijtoer en bezochten de tentoonstelling van kunstwerken van Rembrandt en diens belangrijkste tijd- genooten in de Lakenhal. Zij is zeer belangwekkend en een bezoek overwaard. Na het vertrek werd die tentoon stelling voor het publiek geopend. Er is dan die dag nog een waterfeest gehouden en een vuurwerk afgestoken. AXEL, 17 Juli 1906. Gisteren geraakte in de kleine kreek alhier een paard en wagen te water. Alles liep betrekkelijk goed af, daar alleen de distel van den wagen gebroken was en overigens het geheele zaakje druipnat op het droge kwam. In een Vrijdag jl. ten huize van raej. de Wed. Rolff alhier gehouden buitengewone vergadering van stem bevoegde ingelanden van den polder „Capelle" werd besloten afwijzend te beschikken op het voorstel van het bestuur van den polder „Beoostenblij Benoorden" om de heltt bij te dragen in den aanleg van de begrinding van een gedeelte Zaaidijk en jaarlijks te geven f50.voor onderhoud. Eveneens op een schrijven van. den heer J. de Putter Jz., waarbij deze voorstelt voor den tijd van 7 jaren jaarlijks f50 by te zullen dragen voor onderhoud voor den te verharden Zaai dijk. Verder werd besloten aan bovenge noemde adressanten te berichten „dat de polder „Capelle" bereid is, om de helft bij te dragen in het begrinden van een gedeelte van den Zaaidijk be ginnende van af den plattendijk tot kantoorbediende tot in hart en nieren, zijn oudo rgrootvader was het stellig ook reeds geweest. De weinig modieuse lange jas, die de enkels bijna bedekte, had onder anderen Stade reeds menig- malen stof tot spotternijen gegeven, doch het mocht tevens ten bewijs strekken van diens overgroote spotlust, want, behalve het plezier der anderen, mocht hij weinig voldoening smaken de lange jas werd steeds, als hij eindelijk door den tand des tijd was door- en afgeknaagd, door hetzelfde model vervangen, en het gelaat behield bij elke plagerij dezelfde plooi. Naarmate het winterseizoen naderde, verkreeg men meer tijd op het kantoor om aardigheden te zeggen, en vooral na Van Warens komst had Bolck vrij wat meer van Stade te verdragen, immers voor die had alles nog den glans der nieuwheid, en niet zelden moest Hugo dringend verzoeken om toch uit te scheiden, wilde hij zich geen ongeluk lachen. En Bolck hoorde alles aan, behield zijn onveranderlijk gelaat, en keek alleen van tijd tot tijd zijn overbuurman aan, terwijl hij nauw merkbaar het hoofd schudde. Wordt vervolgd.) aan den eersten opril van de hofstede nu het eigendom van den heer J. de Putter Jz., te Axel, onder voorwaarde dat het eeuwig durend onderhoud ten laste blijft van den polder Beoostenblij benoorden of van den heer J. de Putter Jz., vorengenoemd. De polder „Capelle" verplicht zich, voor het onderhoud jaarlijks bij te dragen f40. De grindweg zal door den polder „Capelle" worden gelegd in 1907 en zal steeds door den onderhoudsplichtige, ten genoege van het bestuur van den polder „Capelle" onder nader vast te stellen voorwaarden behooren te worden onderhouden." Onder de gemeente Zaamslag ge raakte een voerman onder een met steenkolen beladen wagen, die van een oprit reed. Den man werd letterlijk het vleesch van de beenen geknepen. Onder hevige pijnen werd hij naar huis vervoerd, waar hem spoedig ge neeskundige hulp werd verleend. Na gehouden examen zijn o. m. tot de eerste klasse der Rijks hoogere burgerschool te Middelburg toegelaten K. Dees Dz. van Neuzen en J. J. A. Wisse van Zaamslag. Eerlang wordt te Ter Neuzen niemand minder verwacht dan Minister Kraus, die j.l. Zaterdag het beheer van het Departement van Waterstaat van zijn waarnemenden ambtgenoot, Minis ter Veegens, overgenomen heeft. Zulks naar aanleiding van een mededeeling van Z.Exc. vóór zijn reis naar Chili, aan de Kamer van koophandel aldaar, dat hij na het volbrengen zijner reis, in verband met de verzoeken om ver betering van havenwerken, Neuzen zou komen bezoeken. Als verdacht van het plegen van onzedelijke handelingen is gisteren naar het huis van bewaring te Middelburg overgebracht zekere J. H., straatmaker te Neuzen. Te Hoek had een dertienjarig knaapje het ongeluk met zijn vingers tusschen de ketting en het rad van een fiets te geraken, terwijl hij bezig was dit schoon te maken. Hij bezeerde daardoor drie vingers vrij ernstig van één werd de top afgeknepen. Zaterdag kreeg J. de K., land bouwer te Hoek een trap van een paard met het gevolg dat het gelaat zeer mis vormd werd en geneeskundige hulp noodzakelijk was. Ook de leerlingen en oud-leer lingen van Koewacht hebben in gezel schap van hun onderwijzer, de heer Remery, aldaar, de overstroomde pol ders bezocht in het „Land van Hulst". Zondag had te Boschkapelle een wielrijdersfeest plaats, waaraan ondanks de hevige wind 122 personen deel namen. De bekende wedstrijden werden met veel animo gehouden. Door de rechtbank te Rotterdam is A. v. B., 32 jaar, zeeman te Bosch kapelle, wegens oplichting van f 1 (bij recidive) veroordeeld tot een jaar ge vangenisstraf. M. Cl. Te Graauw is gearresteerd L D., woonachtig aldaar en verdacht van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig kind. Thans wordt officieel vermeld, dat de heeren Th. Rademakers te Ossenisse, J. Verhoeven te Graauw en L. Pieterse te Hulst zijn bestemd tot openbaar onderwijzer 3de klasse in Ned.-Indië. Een kind in brand. Zaterdag had in de Kinkerstraat te Amsterdam het volgende ongeval plaats Op het bordes, in den tuin van het perceel 73, bewoond door den heer H. Leffelaar, chef-kok van het Americain- hotel, waren een tienjarig meisje en een achtjarig jongetje aan het spelen. De moeder stond aan de voordeur te praten met iemand, die naar de ge zondheid van haar man informeerde. Het jongetje had op school geleerd, dat, wanneer men een weinig zout werpt in een bakje met spiritus, hierdoor een prachtige blauwe vlam ontstaat. Nu moeder er niet was, wilde hij de proef op de som nemen. In een bus, oorspronkelijk bestemd voor geconser veerde groenten, werd een weinig spiritus gedaan en daarna zout. De spiritus was ten laatste opgebrand, en daar het zoo'n prachtig effect maakte, zou hij het nog maar eens probeeren. Eerst de spiritus in de bus De bus sprong uit elkander, waarschijnlijk omdat er nog zout op den bodem lag. Het meisje kreeg den brandenden spiritus in het aangezicht en over hare kleertjes. In een minimum van tijd stond ze in volle vlam. Een boom, waarmede ze in aanraking kwam, begon ook reeds vlam te vatten. De ontstelde moeder, die oogen- blikkelijk kwam aangesneld, trachtte met water den brand te blusschen, doch zonder resultaat. Daarop begon ze de nog brandende kleeren van het kleine lichaampje af te trekken. Een buurman had onverwijld de brandweer gewaarschuwd. Deze was weldra ter plaatse en bracht het eerste verband aan. Al de kleertjes waren verbrand, ook het haar was totaal verzengd. De kleine was over het geheele lichaam met brandwonden bedekt. Dr. H. de Wal, wiens hulp inmiddels was ingeroepen, beval onmiddellijke overbrenging naar het Wilhelmina» gasthuis. Tel.) Zaterdag heeft te Dordrecht een scheepsongeluk plaats gehad, dat wederom een jong menschenleven ge kost heeft. Een stoomschip komende van de werf werd met behulp van een sleep bootje de Noord op gestuurd. Bij het manoeuvreeren dreef het uit de goede richting en het sleepbootje, blijkbaar onmachtig, kon het schip niet in be dwang houden en werd zelfs omge trokken, ook omdat de tros waarschijn lijk te kort was. In een oogenblik was het bootje met de kiel omhoog gezonken en het zit nu in den ingang van de Noord, onder den Papendrechtschen wal, waar het water ondiep is. Door het volloopen is de boot weer overeind gekomen. Weemoedig steken de pijp en de toppen der masten boven water. In de laatste konden zich de kapitein en de machinist bergen. De 16-jarige dekknecht V. Verschoor, wonende Matena'spad te Dordrecht, gelukte het piet zich te reddendit jongmensch is jammerlyk verdronken. Eerst wist hij zich nog aan den schoorsteen vast te klampen, doch daar deze gloeiend heet was moest hij dien loslaten en ver dween in de diepte. Een andere sleepboot heeft de overige schipbreukelingen gered en aan wal gebracht. In het plantsoen van de Oude Plan tage te Rotterdam werd Zondag om halftwaalf een vrijend paartje, dat zich op een bank had neergezet, overvallen door twee uit verschillende richtingen komende mannen. Een hunner liet het voorkomen, dat hij politiebeambte wras. Hij haalde een notitieboekje voor den dag, vroeg de namen van het verraste paartje en deed alsof hij ze noteerde, tegelijkertijd latende doorschemeren, dat door betaling verdere moeielijk- heden te voorkomen waren. Het over vallen jongemensch dokte toen zijn geheele bezitting, uit twee kwartjes bestaande. Dit viel de straatroovers tegen, zij ontrukten het jongemensch een halsdasje, waarop een gouden speldje, en gingen daarna op den loop. De politie, die met het voorgevallene in kennis gesteld werd, vond het dasje met speldje in de Oude Plantage terug

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 2