Dotter J. YM DE CAL8EIJDE, Buitenland. üitsluitelijk raadplegingen yoor keel-, neus- en oorziekten Gemengd Nieuws. he t regen water grootendeels weggespoeld zijn, en daarna kan begonnen worden met het aanwenden van middelen tot verbetering van den physischen en chemischen toestand van den bodem. Prof. J. M. Van Bemmelen te Leiden schreef mij, naar aanleiding mijner op 19 April 1906 te Middelburg gehouden voordracht, over de uitwassching van het keukenzout enkele regels, welke belangrijk genoeg zijn, om hier te worden vermeld „Ik maak u opmerkzaam daarop, dat het vraagstuk (nl. de nadeelige gevolgen van het zoute water voor den bodem en de herstelling der vruchtbaarheid) zich ook bij de droog making der Ypolders heeft voorge daan. Na de droogmaking van den Anna Paulownapolder (nog vroeger van de Waard en Groetpolders) en van den Haarlemmermeerpolder heb ben zich de nadeelige gevolgen van het zoutgehalte des bodems nog lang doen gevoelen, omdat men den grond dadelijk bewerkt had, en omdat de afwatering gebrekkig en onvoldoende was. Van de IJpolders is in 1873 en 1874 hetzelfde voorzegd. Maar de uitkomst heeft dit gelogen straft. Elke IJpolder was voorzien van een stoomgemaal, dat dadelijk het grondwater tot op 1 M. beneden de oppervlakte heeft afgemalen. De grond is niet diep bewerkt. Van den beginne af hebben de IJpolders dan ook goede oogsten gegeven. Het chloorgehalte is uit de bovenlaag spoedig gedaald tot beneden 0.1n/„ chloor. Indien de Zeeuwsche polders, die thans overstroomd zijn, eene goede afmaling bezitten, en de raadgevingen opgevolgd worden, dan kan het kwaad spoedig overwonnen zijn. De regens zullen veel goed jloen, als het gevallen water maar afgemalen wordt, en tegen dichtslemping gewaakt wordt. Ik schrijf hier uit wat ik vroeger heb geschreven in de „Bijdragen tot de kennis van den alluvialen bodem in Nederland", (Verhandelingen der Koninklijke Akademie van Weten schappen te Amsterdam 1886 bladz 18), 14—10 jaren na de drooglegging „Hoe snel de uitspoeling van de chloruren plaats heeft, zoodra de aan de zee ontwoekerde akkers aan eene krachtige bemaling worden blootge steld, is in de Ypolders gebleken. De Wijkermeerpolder is in 1872, de Zaandammerpolder en de Houtrak. zoo onbeleefd ben, mijn hart is toch boven, dat begrijpt u.« En weder bleet Alida meer dan een half uur aan hare overpeinzingen over gelaten. Zij kon niet ontkennen dat de aanleiding, haar door de meid voorgesteld, haar al zeer waarschijnlijk voorkwam, en beklaagde Agnes diep. Zij stelde zich zelfs den toestand van dat meisje onge lukkiger voor dan die was, zij wist dan ook niet, en kon moeielijk weten dat Rentinck zich slechts zelden zoo vergat, en daar zij Agnes door de gulheid en de liefde voor haien vader werkelijk lief had gekregen, werd deze het middelpunt van al hare gedachten. Had zij Agnes vroeger,, als lichtzinnig, wel eens veroor deeld, hoe vergeeflijk was dat bij zulk een vader en wat was er bij dat alles nog veel goeds, veel eenvoudigs overge bleven Hoe jammer zou het zijn, als dat alles verloren moest gaan En toch daar was kans, zeer veel kans op, hetzij ze bij dien vader bleef, hetzij ze vereenigd werd met Eduard, van wien ze immers heden morgen onverwacht zulk een openlijk schandaal had moeten zien Ach hoe wenschelijk zou het geweest zijn, als juist dat meisje vereenigd had mogen worden met Hugo, want, onder zulk een leiding zou zij ook stellig eene allerliefste vrouw geworden zijn Geworden zijn? Was die kans dan ver keken En die brief, die zij nog heden morgen bij zich gestokeu had Zou zij polder in 1873 drooggemalen. De koolzaadoogst van 1874 was zeer vol doende. In het droge najaar van 1874 werd zoutuitslag en een ongun stige inwerking daarvan op het win tergewas waargenomen, en in het koude en droge voorjaar van 1875 schenen zoowel de zomer- als de wintergewassen te zullen mislukken. Maar toen de regens en de warmte kwamen, verdween alle zoutuitslag, keerde alles zich ten beste, en door liepen alle gewassen de verschillende perioden van hunnen groei zonder verdere storing. Ook de aangelegde gras- en klaver weiden hebben bij beweiding aan koeien, paarden en schapen een goed voedsel opgeleverd. Na dien tijd zijn nooit meer klachten over de ziltigheid van den bodem vernomen. Vergelijkt men dezen goeden afloop met de lijdensgeschiedenis van den Anna-Paulowna-polder (1847), den Waard- en Groetpolder (1844) en vele Zeeuwsche polders, dan valt het groote verschil in het oog. Dit verschil is alleen aan de be maling toe te schrijven. De ge noemde polders werden gebrekkig door windmolens bemalende Ypol ders van het begin af door stoom werktuigen, welker vermogen in som mige polders later nog versterkt is geworden. (Zie uitvoerig daarover mijn ver slag aan den Minister van B. Z. over de Zuiderzeegronden. Hoofdstuk IV, bl. 12 DUITSCHLAND. De ramp te Hamburg. Voor de zeelui, die de Elbe kwamen opvaren, was sedert bijna anderhalve eeuw de hooge St. Michaelistoren het eerste teeken van Hamburg. Het ge vaarte met zijn massieven onderbouw stak 153 meter boven het peil van de Elbe uit en bijna 132 meter boven het plaveisel van de straat. In een uur is nu het kolossale gebouw door brand vernield. Tegen 2 uur Dinsdagmiddag begonnen de brandspuiten te rijden in de richting van de Michaelisstrasse, en snel ver spreidde zich het gerucht dat de groote Michaelistoren in brand stond. Men zag uit de verschillende openingen al spoedig de vlammen slaan, en van minuut tot minuut zag men de vlammen zich uitbreiden. De rook baande zich een uitweg langs de vier wijzerplaten, en plotseling stonden het platform en de galerijen in brand en sloegen de vlammen naar den bovensten koepel op. Van de hitte smolt het koperen beslag, on een reusachtige vlam dreef als een fladderend zeil langs den ge- heelen toren, die van binnen als in bengaalsche verlichting gloeide. Met een doffen slag viel de groote klok naar beneden. De heele toren stond in-vlammen hier en daar verschillend van kleur, en de hitte was zoo groot dat men ze zelfs op eenigen afstand niet verdragen kon. Bij de kleine Michaeliskerk stond de menigte opeen gedrongen, het oogenblik afwachtend waarop de toren zou instorten. Het tramverkeer was gestaakt, de naburige straten waren overigens geheel met menschen gevuld. Reeds vielen brok ken steen van boven af en brandende stukken hout werden op de omringende huizen geslingerd. Door het gedrang baande een qjtuig zich met moeite een weg, burgemeester Burchard zat er in. Het moest echter hem afgeven Had zij het niet beloofd ,Maar, al mocht zij ook over alle andere moeielijkheden heen springen, had zij nog wel de zekerheid dat het voor Hugo zelf wenschelijk was Wordt vervolgd.) terugkeeren, en juist had de koetsier gewend om te trachten, van een anderen kant naderbij te komen, toen plotseling de koepel omviel en onder een duizend- voudigen kreet van ontzetting uit de menigte de heele toren ineenstortte. Een hooge gloed steeg op, toen was in een ontzaglijke rookwolk het geheele bouwwerk verdwenen. Het dak van de kerk bleef voortbranden. Maar ook van de huizen in den omtrek hadden er verscheiden vlam gevat, en het was een zware taak voor de brandweer, het vuur te beperken. De telegraaf heeft gemeld dat niet alleen het verlies van een groot bouw werk, maar ook vier menschenlevens te betreuren waren, het zouden zijn twee loodgieters, een uurwerkmaker uit Leipzig en een telegrafist van de brandweer. De laatste berichten dien aangaande zijn echter tegenstrijdig. De brandweer stond tegenover de geweldige vuurzee van den brandenden toren geheel machteloos. Zij moest zich bepalen tot het laten ontruimen van een groot aantal huizen in de Michaelis strasse, Schlachterstrasse, Elbstrasse enz., omdat de toren in die richting dreigde om te vallen. Toen even over drieën de toren instortte, waren reeds veel huizen mee in brand geraakt. Om half vier sloegen de vlammen uit den grooten winkel van J. Braun aan de Englische Planke, in den omtrek greep het vuur telkens verder om zich heen. Om vier uur stortte ook het dak van de kerk in het orgel en de altaarstukken zijn verloren gegaan, het archief en enkele kostbaarheden konden echter gered worden. 's Avonds om zes uur werd gemeld, dat bijna alle huizen aan de Englische Planke afgebrand waren, in de Mühlen- strasse nog verscheiden huizen, en zelfs tot aan de Schaarmarkt strekten de vlammen zich uit. Omstreeks dien tijd was het grootste gevaar voor de om geving geweken. Om acht uur konden eenige spuiten inrukken de brand was beperkt. Men bevond dat 12 huizen geheel, een twintigtal gedeeltelijk ver brand waren. De brand is ontstaan in den toren zelf, maar tot dusver is nog niet uit gemaakt, op welke wijze. Een particulier telegram uit Berlijn aan de N. R. Ct. meldt nog Het is ijselijk, zooals bij den brand van Hamburgs beroemde St. Michaelis kerk de torenwachter omgekomen schynt te zijn. Op de 16e verdieping van den toren was nl. een telegraaf- kamer ingericht, vanwaar o. a. branden in de stad naar de brandweer werden geseind. Vandaar is nog een laatste telegram van den torenwachter ver zonden, waarin de hoofdwacht van de brandweer bericht kreeg van den brand in de kerk. Later zag men den toren wachter uit het venster van de 13e verdieping teekenen maken. Spoedig daarop sloegen vlammen en rook uit alle vensters. Er zijn menschen, die meenen het brandende lijf van den torenwachter te hebben zien vallen. Of er nog meer menschen zijn verbrand of bij de instorting van den 132 M. hoogen toren verpletterd zijn is nog onbekend. Ook weet men niet wat er van de kerkschatten gered is. Vernield zijn o. a. altaarstukken van den schilder Tischbein, het vermaarde orgel enz. De kerk is geheel verwoest. De senaat heeft besloten, de kerk, Hamburgs waarmerk, dadelijk weer op te bouwen. AXEL, 6 Juli 1906. Naar de Ter Neuzensche bladen melden is door de heeren A. Spruiten- burg, D. Buijze en Jac. van de Ree, geneesheeren te Ter Neuzen, ontslag genomen als adviseerend bestuurslid van de Vereeniging tot Ziekenverzor ging. Voor het eindexamen Handels school met 5-jarigen cursus te Rolduc slaagde o. a. de heer J. Standaert te Ter Neuzen. De heer R. H. Schuringa, commies- titulair aan het post- en telegraafkan- koor te Ter Neuzen, is met ingang van 1 Augs. a. s., benoemd tot directeur van het postkantoor te Hardenberg. Dinsdagvoormiddag was het par- ket van Gent te Moerbeke. teneinde I een nauwkeurig onderzoek in te stellen inzake de, een paar weken geleden te Belgisch Koewacht plaats gehad heb bende vecht-, liever snijpartij tusschen G. R. en den thans voortvluchtigen Ch. v. d. V., beiden van Moerbeke. Een 14tal personen van Belgisch Koewacht werden als getuige gehoord. Aug. d. B., de broeder vanAlph. de B., op 20 Juni jl. door de gendarmen I van Stekene door een schot doodelijkl getroffen, is te Dendermonde, waar hij I zich in hechtenis bevond, overleden. I Naar men zegt, was hij krankzinnig geworden. Bij Kon. besluit is herbenoemd tot burgemeester van Overslag de heer D. Mattelé, aldaar. Te Breskens zal voor de nagelaten betrekkingen der dezer dagen ver- dronken visschers worden gecollecteerd. I Met kermis zal door meisjes met bussen rondgegaan worden, opdat ieder eene gave, hoe gering ook, zal kunnen schenken. PREDIKBEURTEN TE AXEL. Zondag 8 Juli l»Ott. Ned. Herv. Kerk. Voorin. 9 ure Ds. J. B T. Hugenholti. Nam. 2 ure Ds. J. B. T Hugenholtz. Gereformeerde Kerken. Kerk A. Voorm. 9 ure Dhr. P. de Putter. Nam. 2 ure Dhr. P. de Putter. (Theol. Stud.) Kerk B. Voorm. 9 ure Ds. R. v. d. Kamp. Nam. 2 ure Ds. R. v. d. Kamp. Gereformeerde Kerk. (Lange Weststraat). Voorm. 9 ure Leeskerk. Nam. 2 ure Leeskerk. den Maandag en Donderdag van 8 tot 1D/2 uren voormiddag. Specialist voor Keel-, Neus en Oorziekten. No. 109 Statiestraat, No. 109. St ISTikolaas (Waas) België. Ouders, waakt over uw dochters De secretaresse van den Vrouwenbond afd. Den Haag, verhaalt het volgende uit de ervaringen, door dames van het stationswerk in de residentie opgedaan le gevalOp een middag stapte een boerenmeisje uit een coupé 3e klasse, gevolgd door een net gekleed heer. Zij keek verbaasd en zeide „Maar meneer, het is hier niet Delft maar Den Haag De stationsdame er op af. „Waar moet u heen, juffrouwvroeg zy. „Dat gaat je niets aan", antwoordde de heer brutaal. „Ga heen, anders kan je kennis maken met mijn stok De dame voor geen klein geruchtje vervaard, nam eenvoudig het meisje by de hand, zeggend „Ik zal haar wel terecht brengen". Het bleek te zijn een souteneur, die, het meisje in den trein aantreffend, had beloofd haar te waarschuwen, als men Delft had bereikt. Zij was op een klein station ingestapt en door haar vader gebracht, die den „vriendelijken heer" zeer dankbaar was voor die hulp. Zij moest naar Delft, alwaar zij haar zieke grootmoeder zou bezoeken. Het kind was erg dankbaar. 2e geval. Zij de stationsdame

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 2