Dotter J. 1 DE CAL5EIJDE,
Binnenland.
PKEDIKBËÜRTËN~TK AXEL
Uitslaitelijk raadplegingen voor
keel-, neus- en oorziekten
Gemengd Nieuws.
goeden huize te Saloniki, is daar terug
gekomen na vier maanden in handen
van roovers te hebben gezeten. Hij is
niet ontsnapt, maar losgelaten nadat
zyn ouders 30,000 francs losgeld hebben
betaald. Op uitdrukkelijk verzoek van
dezen werden de roovers niet nagezet
door troepen omdat men in dit geval
vreesde voor het leven van den ge
vangene. Nu wordt er jacht gemaakt
op de schelmen, maar dezen zitten al
lang in de haast ontoegankelijke Bal
kan-passen.
Nafiz werd 's avonds vóór het slapen
gaan gebonden en dan tusschen zijn
ontvoerders neergelegd, den meesten
tijd op den kouden grond in de bosschen.
De jonge man was gemakkelijker
te hanteeren dan indertijd de vermaard
geworden Miss Stone, de geschaakte
Amerikaansche zendelinge.
MAROKKO.
Een correspondent van de Petit Bleu
geeft, op z. i. volkomen vertrouwbare
particuliere mededeelingen uit Ceuta,
de volgende inlichtingen over den toe
stand in Marokko.
Op de Marrokaansche kust wordt het
voor de Europeanen met den dag ge
vaarlijker, in weerwil van de confe
rentie te Algeciras. Ook te Tandzjer,
Tetoean en Ceuta maakt men zich on
gerust. In de moskeeën wordt openlijk
de haat tegen de Europeanen aange
vuurd, omdat de vreemdelingen, door
in het land binnen te dringen, weldra
het Sjerifaansche rijk zullen laten uit
eenspatten. Zelfs agentjen van den
Sultan doen aan dat gevaarlijke drijven
mee. De onbeschaamdheid van ban
dieten als Raisoeli kent geen grenzen
meer, ook de vreemdelingen worden
door hem gebrandschatzijn soldaten
zijn goed gewapend, en de regeering
durft niet tusschenbeide komen. Op
het Rif is intusschen de ellende onbe
schrijfelijk groot. In één woord, de
toestand is hachelijk.
Prov. blad no. 57 bevat den volgenden
brief van den afgetreden Commissaris
der Koningin, den heer Mr. A. J. Roest,
aan de colleges en autoriteitenin Zeeland
Toen ik in het jaar 1897 het ambt
van Commissaris der Koningin aan
vaardde, heb ik te kennen gegeven,
dat ik mij vleide, bij mijne werkzaam
heid op uwe welwillendheid en steun
te mogen rekenen.
Ik wensch mijn ambt niet neer te
leggen alvorens voor al de welwillend
heid en voor al den steun, die mij
inderdaad ten deel gevallen zijn, mijne
groote dankbaarheid te hebben uitge
sproken.
Valmer had reeds lang gewenscht om
haar nichtje genoegen te doen. De om
standigheden hadden het tegen gehouden,
en eindelijk was die tijd aangebroken.
Alida had een weinig tegen deze
rencontre opgekeken. Zij had haar nicht,
sinds de catastrophe niet weder gezien.
Het is waar, de herinnering van vroeger
was aangenaam, doch juist te meer zou
het haar ónaangenaam getroffen hebben,
indien op de ontvangst iets ware aan te
merken geweest. Nicht Valmer echter,
die bij de aangeboren goedhartigheid, nog
het voordeel bezat van in de wereld te
kunnen verkeeren, was zóó allerliefst en
ongekunsteld voorkomend, dat het meisje
zich dadelijk op haar gemak gevoelde.
Toen ze te huis gekomen waren, en men
eenige verversching gebruikt had, wendde
de jonge officier zich tot de logé en zeide
hoffelijk: „nu, nichtje, ik moet uit, ik
recommandeer me om je te chapronneren
zoo lang je hier blijven zult, het zal mij
een groote eer zijn, parole d'honneur"
en hij reikte haar de haud, kuste zijn
mama hartelijk en vertrok.
Wordt vervolgd.)
Van de plichtsbetrachting en toe
wijding, van Uwe zijde gedurende al
die jaren in de vervulling van Uwe
taak, en door velen Uwer nog in moeie-
lijke dagen van den jongsten tijd tot
leniging van de rampen, die Zeeland
troffen, betoond, zal menig voorbeeld
in mijne waardeerende gedachtenis
blijven.
Ik bied U mijne beste wenschen aan
voor eene gezegende voortzetting van
Uwen arbeid en voor al hetgeen den
blijvenden, moge het zijn den toenemen-
deD, bloei van het gewest moge be
vorderen.
Prov. blad no. 58 bevat de volgende
circulaire aan de gemeente- en polder
besturen in deze provincie van den
heer Mr. H. J. Dijckmeester
Bij Harer Majesteits besluit van 30
Maart 1906 no. 30 is mij het ambt
opgedragen van Commissaris der Ko
ningin in de provincie Zeeland.
Ik aanvaard heden die eervolle taak
met een levendig gevoel van erkente
lijkheid voor het vertrouwen, door onze
geëerbiedigde Koningin aan mij ge
schonken.
Opvolger van een man, die in dit
gewest hoog werd gewaardeerd, en
mijne taak aanvaardende ophetoogen-
blik, dat de provincie nog kort geleden
door een zware ramp is geteisterd,
besef ik ten volle de verantwoordelijk
heid, die thans op mij rust.
Voor de vervulling van mijne ambts
plichten roep ik met nadruk Uwe wel
willende medewerking en Uwen steun
in, terwijl ik U de verzekering geef
van mijne warme belangstelling in
Zeeland en van mijn oprechten wensch
om de welvaart der provincie krachtig
te bevorderen.
Dinsdagmorgen bij de aanvaarding
van zijn ambt heeft de Commissaris
der Koningin, Mr. H. J. Dijckmeester,
de ambtenaren ter provinciale griffie
allen te zamen in audiëntie ontvangen
en hen toegesproken.
Vorstelyk bezoek aan Amsterdam.
Begunstigd door goed weder zijn
Woensdag H. M. de Koningin en Z. K. H.
Prins Hendrik te Amsterdam aange
komen.
In de hoofdstad heerschte reeds vroeg
eenige ongewone drukte met het uit
steken van vlaggen, enz. Vooral in
die straten, waar H. M. passeeren zou,
was dit merkbaar.
Precies te twaalf uur reed de konink
lijke trein, onder de gebruikelijke 51
saluutschoten, het perron van het
Centraal-station binnen, waar het vorste
lijk echtpaar door den Burgemeester,
benevens door enkele militaire en
burgerlijke autoriteiten verwelkomd
werd.
De Koningin was gekleed in een
grisperle costuum, met bruin bont en
de Prins in admiraalsuniform. Van uit
het station reed de stoet, bestaande uit
drie rijtuigen, naar het Paleis.
Daar werd het Koninklijk echtpaar
verrast door het „Wilhelmus" door de
stafmuziek der Kon. Marine.
Onmiddellijk na eene korte begroeting
van de ten paleize aanwezige personen,
verschenen H. M. en Prins Hendrik
op het balcon, om de juichende menigte
door die vei schijning te bevredigen.
Aan het diner ten hove namen, be
halve een deel der hofhouding, met
den Burgemeester van Amsterdam, de
Commissaris der Koningin in N. H. de
commandanten der stad en Marine, en
de Wethouders met den secretaris van
Amsterdam, deel.
Ter audiëntie van burgerlijke auto
riteiten op Woensdag hield de burge
meester van Amsterdam tot de Koningin
eene rede, waarin hy constateerde dat
de uitkomsten van verschillende takken
van handel bevredigend zijn, de toe
stand der nijverheid op verbetering
wijst en de scheepvaart blijft toenemen.
De Koningin verklaarde dat de wel
vaart der hoofdstad haar zeer ter harte
gaat en besloot met den wensch dat
het Amsterdam bestendig voorspoedig
mag gaan.
Donderdagochtend en middag ver
leende H. M. de Koningin, in tegen
woordigheid van Prins Hendrik, aan
civiele autoriteiten en com missiën
audiëntie.
De voorzitter van de Kamer van
Koophandel, de heer S. P. Van Eeghen,
daarop de leden der Kamer aan de
Koningin voorstellende, gaf een kort
overzicht van den toestand van Amster
dam's handel, scheepvaart en nijverheid,
die sedert het laatste bezoek vooruit
gingen.
Ook de stoomvaartmaatschappijen
bloeien, alsmede de kleinhandel, in
zonderheid de diamantindustrie.
De Koningin zeide in den voorspoed
van Amsterdam zich te verheugen
ook daarin dat de scheepvaart, najaren
van strijd, thans vooruitgaat.
De landweerwet is aangevuld met
een nieuw artikel, luidende
Indien blijkt, dat ten gevolge van
het verblijf onder de wapenen of in
werkelijken dienst van een dienstplich
tige bij de landweer door het gezin
waartoe deze behoort of waarin hij is
opgenomen, of door den persoon of de
personen, in wiens of in wier levens
onderhoud hij voorzag of hielp voorzien,
zonder zijne aanwezigheid niet of niet
voldoende in eigen onderhoud kan wor
den voorzien, dan wordt aan dat gezin,
aan dien persoon of aan die personen,
naar door Ons te stellen regelen, voor
eiken dag, dien de dienstplichtige onder
de wapenen of in werkelijken dienst is, I
op hun verzoek uit 's Rijkskas eene I
vergoeding toegekend van ten hoogste I
een gulden en vijftig cent, tenzij door I
Onzen Minister van Oorlog aan Ons I
wordt voorgesteld, den dienstplichtige I
van den werkelijken dienst te ontheffen I
en deze ontheffing door ons Ons wordt I
verleend.
De uitbetaling der vergoeding ge- I
schiedt naar voorschriften van Onzen I
Minister van Oorlog.
Vergoeding, als in het eerste lid be-
doeld, wordt niet toegekend voor den tijd
dien de dienstplichtige vrijwillig krach
tens artikel 13 onder de wapenen is.
AXEL, 4 Mei 1906.
Gedeputeerde Staten van Zeeland
hebben hun goedkeuring onthouden aan
het besluit van den Raad dezer ge
meente, waarbij aan den onderwijzer
F. L. Vink, niet-eervol ontslag werd
verleend.
Naar we vernemen heeft ds. R.
van de Kamp, predikant aan de Geref.
kerk B alhier voor het beroep aan die
kerk te Schoondijke bedankt.
Tot predikant van de Geref. kerk
B te Scherpenzeel is beroepen Ds. R.
van de Kamp, te Axel. (Std.)
Op een in de St. Ct. no 102 voor
komenden staat van nalatenschappen,
die door de daarop rechthebbenden i
kunnen worden opgevraagd en ont
vangen bij het departement van kolo
niën, komt voor Theophilus Kegels,
geb. 15 Nov. 1861 te Koewacht en den
7en Juli 1905 te Buitenzorg overleden
als gegageerd Europeesch ziekenop
passer. De nalatenschap bedraagt f23.28.
In het vischwater te Luntershoek,
gemeente Stoppeldijk, is Woensdag
morgen verdronken gevonden een I
zekere P., werkman en herbergier al- I
daar, een achttal dagen geleden van I
'twerk in Duitschland teruggekeerd.!
Het is onbekend of hierbij sprake is I
van zelfmoord, van een ongeluk of dat I
moedwil in 't spel is.
M. Ct.
Woensdagmiddag brandden te I
Stekene (Hellestraat) 2 huizen af, waar- I
onder eenherberg, Degroene Wandeling I
met schuur. In de vlammen kwamen
een koe en 3 runderen om. Oorzaak I
onbekend.
Verzekering dekt de schade.
I *.n ,de week van 25 April tot
I Mei zijn in de provincie Zeeland voo\
gekomen 5 gevallen van besmettelijk
I ziekten, t. w. te Axel 2 en te Dreischo
I 1 van diphtheritis, te Tholen 1 va
I roodvonk en te Yerseke 1 van typhut
Zondag 6 Mei 1906.
Ned. Herv. Kerk.
I Voorin. 9 ure Leeskerk.
Nam. 2 ure Ds. J. B. T. Hugenholt^
Gereformeerde Kerken.
Kerk A.
Geen opgave ontvangen.
Kerk B.
I Voorm. 9 ure Ds. R. v. d. Kamp.
Nam. 2 ure Ds. R. v. d Kamp.
Gereformeerde Kerk. (Lange Weststraat)
I Voorm. 9 ure Leeskerk.
Nam. 2 ure Leeskerk.
den Maandag en Donderdag van 8 tol
II Vj uren voormiddag.
Specialist voor Keel
Neus en Oorziekten.
No. 109 Statiestraat, No. 109.
N~ikolaas ("Waas) Belgaë.
Men meldt uit Oud-Vossemeer
De stoomzuigpomp, welke door Rot
terdam aan die gemeente werd afge
staan in bruikleen voor het leegpompen
van kelders, regen waterbakken en put
ten voor het drenken van vee, had
zooals is bericht, Zaterdag 1.1. reeds!
naar Rotterdam moeten terugkeeren,
maar op verzoek van den burgemeester1
aldaar is nog een verlof tot gebruik
van het werktuig voor drie dagen toe
gestaan. Woensdag is de zuigpomp
teruggekeerd. Groote diensten heeft
ze gedurende al dien tijd bewezen en^
de ingezetenen zijn wat dankbaar, dat
ze onder leiding van den beambte Blok,
uit Rotterdam, zooveel van het zilte
water, dat 12 Maart ons bracht, heeft
weggepompt. Vooral vele landbouwers
I hebben evenwel nog last van het op-
I wellende zoute water in de putten, zoo-
I dat het drinken voor het vee soms van
I ver met wagens moet gehaald worden, I
I en het kan nog geruimen tijd duren
I voor weer zoet water aanwezig is. Ook
de regenwaterbakken bij vele woningen
laten nog te wenschen, doordat ze grond-
I water inlaten. Nog steeds moet, on-
I danks de gevallen regen, drinkwater
I uit Bergen-op-Zoom worden aangevoerd.
I Eenige landbouwers in Friesland
I hebben een adres aan de regeering
I gezonden, waarin wordt verzocht om
I de jachtwet in dien zin te wijzigen,
dat het zoeken van kievitseieren moet
worden gestaakt op 15 April, in plaats
van op 1 Mei.
De kievit, die zich voedt met wormen
en insecten, is voor den landbouwer
een nuttige vogel, en door het vele
en langdurige eierzoeken wordt de
kievit uitgeroeid.
Op de markt te Sneek waren Dinsdag
12000 kievitseieren aangevoerd de prijs
was 11 ct.
Een landbouwer te Aarle-Rikstel j
(N. Br.) werd door een rat in de pink
gebeten. Aanvankelyk werd daarop j
weinig acht geslagen, doch na eenigen
tijd zwollen de pink en de geheele hand
op en werd door den geneeskundige
bloedvergiftiging geconstateerd. Door
de pink af te zetten, hoopt men erger
te voorkomen. De man lijdt echter
nog veel pijn
Te Haarlem viel in de kazerne
een miliciën van den rekstok. Hij
bonsde met zijn hoofd tegen den vloer
en werd bewusteloos naar het hospitaal
gebracht.