EIND GO2D AL GOED. No. 3. Woensdag 11 April 1006. 13 «Jnarg, Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u w s c h - V1 a a n d e r e n. F. BIELIyUYY, Buitenland. FEUILLETON. ELSCHE Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Oent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden j naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DUITSCHLAND. De Berlijnsche bladen stellen het voor, alsof prins Billow het bij voort during goed maakt en zijn toestand geen bezorgdheid meer inboezemt. Zeker is dat zij iets dergelijks zouden vol houden, indien de zieke, die een trouw krantenlezer is en Vrijdag al om lectuur gevraagd heeft, niet mocht weten hoe het met hem stond. Het Berl. Tageblatt meldt "dat de verontrustende mededeelingen die een Berlijnsch correspondentiebureau over den gezondheidstoestand van prins Billow verspreidt, gelukkig niet beves tigd worden. De rijkskanselier die na tuurlijk nog het bed houdt, heeft reeds Vrijdagochtend bezoek kunnen ont vangen." Vrijdagmiddag om 1 uur reed een vleugeladjudant van den Keizer aan het paleis van den rijkskanselier voor. Hij bracht een ruiker rozen, anjers en seringen voor den zieke. De stakende zeelui te Hamburg doen moeite om mededingers uit Nederland, Skandinavië en Engeland te weren, door in de vreemde havensteden voor hun eischen propaganda te maken. Het parlementslid Wilson, de voorzitter van de Engelsche, zeemansvereenigin heeft in alle Engelsche havensteden vergaderingen belegd, om den toestand in Hamburg bpkend te maken. Vrijdag zijn te Hamburg voor 22 schepen 112 man aangemonsterd, dat 14) Agnes scheen werkelijk getroffen, zy legde hare handen op zijn schouders, eu gaf hem een kus op het voorhoofd. n Ach," sprak ze, »als papa er maar niet zoo opgesteld was, dat ik alles zoo meedeed, dan zou iken toch Hugo, is 't niet waar, wij mogen onze ouders niets weige ren, gij, die zelf zoo alles voor je moeder waart, je zult het mij toestemmen." Haar gelaat nam weder geheel de eenvoudige uitdrukking aan, waarmede zij hem in het dorpje zoo vaak in ver voering had gebracht. Ook was hij zeer aangedaan, terwijl hy sprak*zeker, Agnes, zeker, en toch. ach, het doet mij zoo ontzaglyk leed te moeten bespeuren, dat hij niet meer dezelfde voor mij is." #Maar spreek nu eens, ventje, ligt dat niet wat veel in je verbeelding //Neen, Agnes, komaan, zeg zelve dan, spreekt hij wel ooit over mij (rik kan juist niet zeggen dat hij veel over je spreekt, maar althans zeker nooit iets ongunstigs." #In den laatsten tijd nooit wil ik wed den.uit zich zeiven ten minste?" is ongeveer de helft van de noodige bemanning. Het schip dat te Mülheim a d. Rijn in quarantaine ligt, omdat er zwarte pokken (variola confluens) aan boord heerschten, heet Johann und Anna. De schipper Scheer had te Rotterdam zwavelkies geladen en later op reis te Emmerik in een logement vertoefd. Het kan dus zijn dat hij daar, op Duitsch gebied, de besmetting heeft opgedaan. Behalve de schipper, is ook een kind van hem aangetast. Geen van de menschen aan boord waren ingeënt. Men heeft weinig hoop dat Scheer er boven op zal komen. Voorzichtigheids halve heeft men ook een tweede schip waarvan de schipper een zwager van Scheer is, in observatie gelegd en de opvarenden laten inenten. FRANKRIJK. In het steenkolengebied van Noord- Frankrijk heeft de werkstaking van de mijnwerkers zich nu uitgebreid over alle mijnen, op één na. De mijnwerkers van de maatschappij van Bruay zijn de eenigen, die doorwerken. Nu er aan de andere mijnen geen groepen van het arbeiderspersoneel meer weige ren met de staking mee te doen, houden de aanslagen op de vrijheid van arbeid op, en van plundering van woningen als dwangmiddel hoort men niet meer. Vrijdag zijn de afgevaardigden der vakvereenigingen van de mijnwerkers uit de drie kolenbekkens bijeen ge weest op het stadhuis van Lens. Het kamerlid Basly leidde de bijeenkomst. De pers was er niet toegelaten. De nrHet is misschien in de laatste weken toevallig niet voorgekomen." ,/Maai' hoe was hij dan, als jij over mij begon Agnes keek half glimlachende, eu toch met iets in den blik wat naar schaamte geleek, naar hare eigen kleine voetjes. ,/Om de waarheid te zeggen, in den laatsten tijd nu juist.zie je.heb ik niet dikwijls óver je gesproken.a tête reposée ten minste.nu, nu, ik deuk daarom wel aan je, maar ik leef ook in altijddurenden roes. Papa heeft me lessen laten geven in den zang, op de piano en in het dansen, dat geeft vooreerst veel te doen.en dan rechtuit gesproken, nu ja, ik heb er wel eens wat tegen op gezien om met papa over je. »En waarom 1 ffOmdat hij dan altijd er over heen sprak, dat ik niemedal plezierig vond.* z/En het zal dien vader wel gelukken, mijn gansche beeldtenis uit je hart te vvisschen," riep hij wanhopig. »Hugo, waar denk je aan Je weet toch hoezeer papa in alles bewillicht, wat ik gaarne doe." i/O, spreek er mij niet van Ik kan niet zingen, geen muziek maken, niet dansen, ik heb geen talenten, ik kan niet schitteren. Was er vroeger het geld niet, thans ontbreekt mij de tijd, Werken, rusteloos werken, niet zelden doelloos, dat is mijn roeping. Draven vertegenwoordigers der mynwerkers hebben besloten, de nieuwe voorstellen van de maatschappijen van de hand te wijzen. Om kwart voor een was de verga dering afgeloopen. Er stonden een paar honderd mijnwerkers op de markt voor het stadhuis te wachten op den uitslag. Toen kwam Basly naar buiten en van de pui van het stadhuis sprak hij de menigte toe met deze woorden Burgers, ik zal u in 'tkort zeggen, wat de vergadering besloten heeft, maar eerst moet er een andere zaak geregeld worden. In den loop der beraadsla gingen is iemand mij komen zeggen, dat er een van de vertegenwoordigers der mijnwerkers pnder u rondgegaan is en verteld heeft, dat ik in de ver gadering zou hebben aangeraden, den eisch van 7 frank, 18 te laten vallen. Ik vraag nu, of dat juist is, en als het zoo is, of men dan zoo goed wil zijn, op te geven, wie dat van mij gezegd heeft. Niemand antwoordde. Basly ging daarop voort Het congres heeft besloten, den eisch van 7 frank, 18 te handhaven. Ik ver zoek u dus te roepen Leve de werk staking. De mijnwerkers op de markt deden alzoo. Maar het is niet genoeg te roepen „Leve de werkstaking", zei Basly ver der, het komt er op aan, werkstaking te houden door thuis te blijven. Het komt vaak voor, dat die het hardst schreeuwen voor de werkstaking zicji het eerst weer aanmelden om in de moet ik door de stad met monsters onder den arm, somtijds zonder dat ik er iets meê kan uitvoeren, drukte vertoonen om te doen gelooven, dat er werkelijk drukte is, den kwakzalver spelen, zaken ter aanbeveling zeggen die ik zelfweet, dat onwaar zijn of niets beteekenen, o, niet juist de werkzaamheden, maar de onware kleur die men aan alles geven moet, en waaraan men zijn tijd verknoeit, stuit mij tegen de borst, toch „vooruit l!' zeg ik dagelyks tot mij zeiven, //vooruit, alleen langs dien weg zal ik haar bezit verwerven" en ik getroost mij alles, tqt zelfs grofheden. Wat zal mijn loon zijp voor al mijn geploeter? Agnes, die in den Haag woont, die met zoo velep wedijveren kan in schoonheid, ja nu reeds, óok in kleeding, Agnes, mijn Agnes zal voor mij verloren gaan //Hugo lispte zij nauw hoorbaat. Oojt was zij te zeer aangedaan om te spreken, //mijn Hugo, gelooft ge dat waarlijk?" z/Ja," herhaalde hij vast, //voor u mag ik niet liegen, ja Agnes, ik geloof hef. Het is laat, ik ga heen, uw vader mocht terugkomen en ik kan, ik wil hem thans niet zien." „Goed, ga dan, maar toch niet in zoo treurige stemming. Hugo, onze lieve Heer hoort mij aan, u alleen heb ik lief, op de gansche aarde niemar.d zoo zeer als u. O ik zeg 't u na, waren we weder in Bosch-en-beek. Daar hebben wij genoeg aan elkander, daar genoten wij. mijn af te dalen. Ik raad u allen, den strijd voort te zetten, kalm, volhardend, moedig tot het einde, dan zullen de arbeiders de overwinning behalen. De minister-president is met deze beslissing in kennis gesteld. ITALIË. Groote teleurstelling heeft te Napels de tijding verwekt, dat koning Eduard en koningin Alexandra hun voorgeno men bezoek niet komen brengen, maar in eens doorgaan naar Korfoe. De En gelsche vloot is reeds uit Napels ver trokken. Een en ander is een gevolg van het oponthoud, dat het koninklijk jacht te Marseille door noodweer heeft gehad. Napels had zich reeds in vlagge- tooi gestoken en tallooze booten waren afgehuurd om de Victoria and Albert tegemoet te varen in de Golf. De Vesuvius begon zich ook al kalmer te houden. Wel regent het nog wat. asch in Napels en ziet men nog men schen met parapluies rondloopen, maar het euvel is grootendeels voorbij. RUSLAND. Het Nowóje Wremja geeft een be schrijving van een militairen trein, zooals die gereed wordt gehouden voor 't geval van spoorwegstakingen. Aan het Warschausche goederenstation te Petersburg staat er zoo een klaar voor dienst op de lijn Petersburg-Dwinsk. Eerst komt een werkwagen, dan twee platte met rails en dwarsliggers, een goederenwagen, acht teplusjki's (goede renwagens met een kachel er in voor vervoer van soldaten); een eerste klasse Hugo, bemoedigd door de laatste, zoo welmeeuende ontboezeming van Agnes, nam een hartelijk afscheid en vertrok. VII. Rotterdam is de plaats van //business," Rotterdam is ook de plaats van „show of r business." Glijden in Amsterdam ook eene plaats van ,/business," hoe vaak men er aan twijfelt de met koopwareu beladen schuiten geleidelijk door alle grachten naar alle hoeken der stad, in Rotterdam dreunen en rommelen de karren naar alle richtingen. Dat laatste geeft veel meer „show of busi ness." Liggen in Amsterdam de schepen in een fraai, groot bassin, op fikschen afstand van de wal, in Rotterdam liggen ze aan de kaaien, vlak bij de pakhuizen. Het is waarde vaartuigen zijn niet zelden zonder emplooi zoowel ginder als hier, maar een uiterlijk van drukte geeft liet, toch aan de stad, waarvan bijna elke gracht eene schoone haven is. Bestaat er werkelijk veel handel, deze is voor een groot deel transito, eene soort van commercie die, wat ze in de schaal moge leggen, het zeker met veel meer ver tooning doet, dan de zooveel gewichtiger eigen handel. Is de stad zoo, er zijn Rotterdammers die volkomen op hunne woonplaats ge lijken. Zij loopen niet alleen zeer hard om iets, al is het zelfs weinig, te verdienen, néén zij gaan verder, zij loopen graag

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 1