Kostelooze Anting. 87. Woensdag 7 Februari 1906. 21e Jaarir. IJ Nieuws- eu Advertentieblad voor Zeeuwscli-Vlaanderen. F. ÜIELEAKAN, Buitenland. FEUILLETON. ik C01IR4NT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER —UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Burgemeester en Wethouders der gemeente AXEL maken bekend, dat op Dinsdag den 20 en 27 Februari eh 6 Maart aanstaande, des voormiddags van 8l/29l;2 uren, de gelegenheid zal zijn opengesteld tot van de ingezetenen, die zich daartoe ten raadhuize aanmelden. Axel, den 6 Februari 1906. Burgemeester en Wethouders voornoem De Burgemeester, D. J. OGGÈL. De Secretaris J. A. VAN VESSEM. FRANKRIJK. Men meldt aan de N. R. Ct. uit Parijs, d'.d. 2 Februari Het dient gezegd, dat de clientèle van de Gaulois, van de Libre Parole, oud-adellijke dames, de clericale jonge- lingsvereenigingen, arme kerels die voor een geringe som per uur wel mee willen schreeuwen en vechten, vurige pastoors, verkiesbare nationalistische en monar chistische Kamerleden en wie al niet meer, zich de laatste drie dagen danig geweerd hebben. Den eersten dag hebben ze in verschillende kerken oor- verdoovend kabaal gemaakt en met \S I UUIIG I t Historisch Romantisch Tafereel uit de Zwolsché Geschiedenis 1326). 136) De monnik sidderde, en zich in ver- twijfelenden angst tot Arnold keerende vroeg hij met eene geroerde stem „Zal mijn zoon zijne voorbede aan zijnen vader weigeren, en zich, ten koste van hem aan wien hij het leven verschuldigd is, verrijken en verheffen Eene doodsche stilte volgde op deze vraagallen hielden het oog op den geschokten jongeling gericht, die daar worstelde in den vreeset ijk sten tweestrij tusschen plicht en belang. Aan de eene zijde lachten hem geluk, grootheid, ran^ en rijkdom toe, er hij behoefde slechts de hand uit te strekken, om het droom beeld te grijpen, dat reeds van zijne jeugd af voor zijne zinnen gezweefd had aan den anderen kant stond zijn vader, dien hij aan eene vernederende ver getelheid en verachting zoude overgeven, als hij hem beroofde van het erfdeel zijns broeders. Lang en hevig was de kampstrijd, maar de stem der natuur ontwaakte op nieuw, en zegevierende over het eigenbelang, wierp hij zich voor den bisschop neder en riep op hartdoov- hun honderden de twee of drie met de boedelbeschrijving belaste ambte naren afgeranseld of er uit gesmeten. De beide laatste dagen heeft de regeering de gewapende macht en de brandweer laten aanrukken om haar ambtenaren te beschermen, maar de betoogers hebben zich er niet door laten afschrikken, en ze hebben op de trappen van de Sainte-Clotilde en de Saint-Pierre du Gros Caillou dapper gevochten tegen Lépine en zijn dienaren en aan beide kanten zijn heel wat slagen en schram men opgeloopen. Vooral de vrouwen hebben een hevigen tegenstand geboden, wat het geval voor de politie zeer lastig maakte, daar het moeilijk omgaan is met opgewonden dames van verschillenden leeftijd, die hevig met parapluies zwaaien. Men möet de dames echter ook wat ver geven,' daar ze voor de Sainte-Clotilde een kreet geslaakt hebben, die verdient door de geschiedenis geboekt te worden. Toen de prefect van politie dreigde de brandspuiten op haar te zullen richten, hebben ze allen hare parapluies geopend en geroepenOm ons weg te krijgen, zult ge kanonnen moeten halen. Vanmiddag, bij het beleg van de Saint-Pierre du Gros-Caillou zijn de brandspuiten inderdaad in werking gekomen. Verscheidene vrouwen heb ben er echter met waren martelaressen- moed geruimen tijd standtegengehouden en een heuschelijke gravin is zoo on vervaard blijven staan, dat zij druipnat door de politie op zij gezet moest worden. Ook dë Kamerleden hebben zich weder geweerd. Zoo begon de heer suijdenden toon „Vergeving voor mijnen vader, edele van Arkel I schenk hem vrijheid, schenk hem zijn erfgoed en laat mij de minste uwer dienaars worden. Ik sta af van den rang, van. Arnold sprak niet meer zijn oog had den blik van Mathilda ontmoet en nu eerst voelde de jongeling wat hy zoo gewillig had ten offer gebracht Willibald sloeg zijne armen over de borst te zamen en, eenen zegevierendeu blik op den bisschop slaande, wachtte hij met een trotsqh stilzwijgen het ant woord van den bisschop af. Daar ging eensklaps een woest gedruisch voor de tent op eene krijschende stem zong met vreemde toonbuigingen „Heisa dan, zusters, rijst op en ontwaakt 'tHeideveld wacht ons, de feesture naakt!" en nauwelijks was dit lied geëindigd of het voorhang der tent werd weggerukt en de dorre gestalte van de krankzinnige Agge trad, van haren houd en een paar lansknechten gevolgd, die haar te vergeefs trachtten te weerhouden, de tent binnen. Hare holle oogen op alle aan wezenden rondslaande, bleven eindelijk op Arnol rusten; het waan/innig vuur dat vroeger uit dien doordringenden blik sprak, ver dween, de storm die hare zinnen beroerde was afgedreven, en haar geest voor een oogenblik weder helder en onbeneveld. Doch het was slechts voor een korten Ollivier den prefect van politie Lépine zeer hevig uit te maken. „Pas op", zei Lépine, „ik zal u in hechtenis laten nemen". De heer Ollivier stelt zich stram„gij vergeet dat ik Kamerlid ben". „Kamerlid of niet", antwoordde de heer Lépine kalm, „gij hebt geen recht als ik u op heeterdaad betrap". De heer Ollivier bedaart, maar een jonkman van een jaar of zestien neemt de rol van hem over en roept „canaille". Desniettemin is het ook weder zoo hard tegen hard gegaan, dat er ver scheiden gewonden zijn aan beide kanten. De woelingen te Parijs van de laatste dagen zullen een nasleep hebben van aanklachten, gerechtelijke vervolgingen en vonnissen. De ministerraad heeft zich Vrijdag met deze zaak bezigge houden en besloten dat er een instructie zou worden geopend tegen de geeste lijken, die het verzet hebben aange moedigd en daardoor komen te vallen onder de bepaling van artikel 35 der scheidingswet. Reeds heeft de correctioneelé recht bank te Parijs Vrijdag een eerste zitting gehouden over de balsturigen van de Sainte-Clotilde. Onder de beschuldigden van Vrijdag trekken het meest de aandacht de graven de La Rochefoucault, vader en zoon. De oude heer wordt beschuldigd van mishandeling van een politieagent. Hij zou een agent te midden van veel herrie zoo op de wang geslagen hebben met zijn wandelstok, dat het bloed er uit liep. Hij ontkent evenwel, zich aan tijd, daar vonkelde weer de krankzinnige gloed in het rollend oogeen wilden schaterlach uitstootende, strekte zij hare magere bruine armen naar Arnold uit, en terwijl zij op eenen hartstochtelijken toon uitriep: „JohanJohan hij leeft! ik ben uwe moederdrukte zij den jongeling tegen hare borst. Een verschrikkelijke vloek, door Wil libald met eene rauwe stem uitgestooteu, trok de aandacht weder van dit tooneel af en vestigde die op den monnik, welke op den grond lag uitgestrekt onder het gewicht van Agges wolfshond, die zijne zware voorpooten op de borst van den kermenden priester hield gedrukt, eri hem zijne scherpe tanden in de keel had gezet. „Help, duivelhelp gilde de monnik, terwijl hy, worstelende met den dood, zich stuiptrekkend onder de klauwen van het brullende dier heen en weder wrong, maar vóór er eene hand was uitgestrekt, om den monnik te verlossen, had de bloedige muil van het verscheuren de dier zijne ziel reeds van het lichaam gescheiden. Ontsteltenis en schrik was op aller aangezicht te lezen, en eerst toen de eerste indruk vau dit vreesselijk drama was voorbijgegaan, ontdekte men dat de marskramer van de verwarring had gebruik gemaakt om zich uit de tent en het legerkamp te verwijderen, zonder eenig spoor van zijne vlucht achter te laten. mishandeling te hebben schuldig ge maakt. Het was bloot toeval, zegt hij, dat hij in het gedrang raakte. Hij had volstrekt geen plan gehad tegen de boedelbeschrijving te betoogen, maar toen hij zag, dat zij n zoon door agenten werd vastgehouden, wilde hij hem be vrijden. Slaan ligt volstrekt niet in mijn aard, zeide de graaf. De rechtbank acht hem echter schuldig. De zoon is vrijgesproken, maar de oude heer is tot 3 maanden gevangenis veroordeeld, onvoorwaardelijk. Zoo zullen er wel meer volgen. De ministerraad heeft zich Vrijdag bezig gehouden met de gevolgen, die de scheiding van kerk en staat mee brengt voor de rijksbegrooting. De begrooting van eeredienst placht onge veer 42 millioen frank te zijn. Dat geld werd grootendeels besteed aan traktementen en pensioenen van geeste lijken. Die 42 millioen komen niet op eens vrij, maar het uitgetrokken bedrag is na de aanneming der scheidingswet tot ongeveer 34 millioen teruggebracht. Van die 34 zijn zoowat 30 millioen bestemd voor de uitkeeringen voor de geestelijken, als daar zijn de pensioenen die al werden uitgekeerd, en dan de pensioenen voor het leven en de tijde lijke uitkeeringen, die krachtens de scheidingswet toekomen aan de geeste lijken, die tot dusverre traktement ge noten. Het ministerie van eeredienst wordt afgeschaft. De werkzaamheden zullen worden verdeeld over drie de partementen. De minister van financiën wordt belast met de zorg voor de uit- Agge liet nu ook Arnold uit hare hartstochtelijke omhelzing los, en terwijl zij den hond van het bloedig lijk des monuiks trok, sloeg zij nog eenen wilden blik door de teut, en toen haar waanzinnig j$ lied weder aanheffende, verliet zij met langzame statige treden het bisschoppelijk verblijf, waar, in zoo weinigoogenblikken, eene zoo vreeselijke ontknooping had plaats gehad. Razouius, die tot hiertoe in eenen hoek was verscholen geweest, schoot dadelijk nadat de hond zijne prooi had losgelaten op den verscheurden Willibald toe, en toen hij eene poos met zichtbare inspanning de vaneengereten keel had onderzocht, schudde* hij het hoofd en zeide: „De zenuwen en spieren zijn ver broken, en even goed zou ik het kunnen beproeven om in een dood lichaam weder leven te blazen als verbroken halsspieren te genezen. De man is doodgeene menschelijke hand kan hem redden aan ééne lijderes kan ik nog mijne hulpe verleenen het is de waanzinnige, wier hersens, of cerebrum, gelijk wij het noemen, een weinig in de war zijn ik ga haar opsporen en haar genezen Vol van eenen vurigen ijver verliet de heelmeester thans ook de tent, waar alleen vau Arkel, Arnold, Roderik van Voërst en de beide edele maagden ach terbleven. Langen tijd bleven allen nog roer- en sprakeloos elkander aanstaren, tot

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 1