DESTÏNS VÖERST Jaarg. No. 85. Woensdag 31 Januari 1006. l\ IJ f. 1 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Buitenland. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER —UITGEVER A X E L. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. BELGIE. De Berliner Lokal-Anzeiger verneemt van haren Brusselschen correspondent, dat de Belgische regeering van plan zou zijn haren gezant te Konstantinopel terug te roepen, als neutrale mogendheid een beroep te doen op de groote mogend heden, en Frankrijk de behartiging der Belgische belangen in Turkije op te dragen. Dit alles om Eduard Joris te verlossen en de rechten die België meent te kunnen laten gelden tegenover Turkije, niet zoo maar te laten schenden. In de Belgische bladen vinden wij niets omtrent de plannen der regeering ten aanzien van Joris. Voorloopig zal zij wel niet overgaan tot krasse maat regelen, voordat de behandeling voor het Turksche hof van cassatie zal zijn afgeloopen. Wel vinden wij in een Belgisch blad, de Indépendance, een ingezonden stuk van een „oud diplo maat". In dat stuk wordt er op gewezen, dat het twijfelachtig is, of België het recht wel aan zijn kant heeft wanneer het de uitlevering van Joris eischt. De oud-diplomaat haalt een uitlating aan van Thiers over het recht van Frankrijk om uitlevering te vragen van Fransche onderdanen, die zich in Turkije vergrepen hebben tegenover Turken. Thiers meende, dat het als een gunst van Turkije moest worden beschouwd, als het in zulke gevallen de berechting van den buitenlandschen misdadiger aan de vreemde mogendheid overliet. Zou op grond van deze uitlating van Historisch Romantisch Tafereel, uit de Zwolsche Geschiedenis (1326). 134) Toen de krijgsknecht vertrokken was, zeide de marskramer,/Het zoude mij weinig moeite kosten, met leugenachtige berichten dezen jongeling, die eens het driejarig knaapje wa6, hetwelk uw hoog waarde te Grenoble uit mijne handen ontving, eene geboorte en rang toe te schrijven, die aan zijnen tegenwoordigen stand voegden, en nog minder moeielijk zoude het mij vallen die berichten als geloofwaardig te doen aannemen want hetgeen men gaarne wenscht wordt gemakkelijker geloofd, dan dat hetwelk tegen onze weuschen aandruischt. Ik heb echter beloofd een waarachtig bericht te geven, en ik zal die belofte houden." Arnold hield ademloos zijne blikken op den marskramer gevestigd, en alles om zich heen vergetende, hoorde hij niets dan de woorden van Rocko. *Het is vele jaren geleden," vervolgde deze, »dat mijn bedrijf mij in deze streken bracht". Vroeger was ik nimmer hier geweest, en stond dus met niemand in eenige betrekking, pn toch werd mij door iemand eene taak opgedragen die Thiers de Fransche regeering mogelijk thans aarzelen, gehoor te geven aan het verzoek der Belgische regeering, om bij de Porte op uitlevering van Joris aan te dringen De zekerste manier om Joris te verlossen zou, volgens den oud-diplomaat, zijn, de rechtskwestie te laten voor wat zij is, en eenvoudig gratie te vragen voor Eduard Joris. SPANJE. De Pitite République, het Parijsche socialistische blad, verneemt uit Alge- cirasGistermorgen dat is dus Donderdagmorgen heeft er in het hötel Maria Christina een onderhoud plaats gehad tusschen de heeren Révoi] en Radowitz. Dit is het eerste onder houd tusschen de twee gemachtigden van Frankrijk en Duitschland, en dat het hiertoe gekomen is, is bewerkt door Visconti-Venosta en White. Het gesprek liep uitsluitend over de regeling der politie in Marokko, de eenige kwestie, die tot moeilijkheden leiden kan. White en Visconti-Venosta hebben tegenover hun omgeving niet verheeld, dat zij het als een groote overwinning be schouwden, Radowitz en Révoil bij elkaar te hebben gebracht, en dat zij hoopten op meer samensprekingen na deze eerste en op een bevredigende uitkomst. De officieele en huishoudelijke ver gaderingen der conferentie zijn louter vertooning, zegt de berichtgever van de Petite Republique. Waar het op aankomt is veeleer, tijd winnen om Frank rijk en Duitschland op hun gemak met elkaar te kunnen laten onderhandelen. meer vertrouwen eischte dan waarop een rondtrekkende vreemdeling aanspraak kan maken. Altijd is mij dit een raadsel geweest, en hetwelk ik alleen kan ver klaren wanneer ik aanneem, dat liet noodlot mij had bestemd om eene misdaad voor te komen. I)e taak mij opgedragen was geene andere, dan, op last van den vader, een onnoozel wichtje het leven te benemen. Had ik aan de eerste opwel ling van mijn gevoel gehoor gegeven dan zoude ik het schandelijk voorstel met verachting hebben verworpen maar gelukkig begreep ik nog tijdig genoeg dat wanneer ik de schanddaad weigerde te volbrengen, zich gereedelijk een ander zoude aanbieden, die, minder nauwgezet, tegen eene hooge belooning het gruwel stuk zoude willen begaan. Ik nam dus de volvoering der daad op mij en //En uwe hand volbracht den moord ellendige bloedhondviel Arnold met bittere verachting in de rede. z/En werd de redder van het bedreigde wichtje," vei volgde Rocko zonder naar den jonker geluisterd te hebben. #Op een uur afstands van hier, aan het Salckerveer, kent uwe hoogwaarde wel licht eenen veerman, Wouter genoemd. Deze had eene dochter, die vroeger schoon moet geweest zijn want toen ik haar leerde kennen was zij het nog, hoezeer reeds de blos der onschuld van haar gelaat was gevraagd. Agge was gevallen, onder de verleidende kunstgrepen van Voor een Parijsch blad, midden in Europa, is dit een zeer redelijke wijze om de conferentie van Algeciras te beschouwen. De meeste Europeanen zal het al heel weinig kunnen schelen, hoe in Marokko de douane of de politie wordt ingericht, al zou men desnoods alles bij het oude laten. Maar waar niemand onverschillig onder blijft is de vraag, of het nieuws uit Algeciras wijst op een voortschrijden in de rich ting van den vrede of in de richting van den oorlog. Inderdaad, de kwestie van den Euro- peeschen vrede is voor ons, Europeanen, zoo gewichtig, dat ons het heele Marokko met sultan en al, daarbij vergeleken, geheel onbelangrijk voorkomt. Al die reglementen doen niets ter zake als Frankrijk en Duitschland het maar eens worden, onverschillig over welke bepaling. Nu is het net of de Marokkanen voelen, dat men in Europa allerlei zorgen heeft, maar dat zij, de Marok kanen zelf, volstrekt niet het voorwerp van die zorgen zijn, integendeel, dat men hen als een onbeteekenende groot heid beschouwt. Het is, of men in Marokko, beleedigd over deze kleinach- ting, al zijn best doet, de aandacht van Europa op het land in kwestie zelf te vestigen. Telkens komen er in den laatsten tijd berichten uit Marokko van moord en doodslag. De beruchte Raï- soeli heeft voor kort eenige Andjera's laten ombrengen. Nu hebben de wraak zuchtige Andjera's een luitenant en twee partijgangers van Raïsoeli in een hinderlaag gelokt en doodgeschoten. eenen wellusteling, wiens stand het niet gedoogde hare eer te herstellen door haar naar het altaar te voeren. Zij schonk aan eenen zoon het leven, en dat wichtje moest uit den weg geruimd worden de vader, de vader zelf velde het vonnis over den zoon, om het bewijs van eene daad weg te nemen, welker ontdekking hem met schaude en oneer zoude be vlekken. Op eenen avond stond de jonge moeder met haren bloeienden zoon aan den oever van den IJsselik rukte het lachende wicht uit hare armen en wierp het in den vloed z/Heere Jezus!" gilde Mathilda en Hendriua tegelijk, doch Rocko vervolgde snel//De moeder zonk met eenen gil ter neder, en lag bewusteloos aan mijne voeten doch een groote wolfshond, die haar vergezelde, was onmiddelijk den lieveling zijner meesteres in het schuimen de water gevolgd, en had weldra het kind op den oever teruggebracht. Ik nam het schijnbaar levenloos wichtje op mijnen arm, en terwijl de hond huilend rondom zijne meesteres kroop ontvoerde ik den knaap aan de plaats waar hem elk oogenblik de dood dreigde, en bracht hem elders in veiligheid. De vader geloofde mij, toen ik hem verklaarde dat zijn zoon niet meer leefde en z/Maar waar is dat kind gebleven vroeg van Arkel zacht, terwijl hij angstig het oog op Arnold hield gevestigd, die bleek en waggelend tegen de tafel leunde. Men verwacht nu weer wraakoefeningen van den anderen kant en deze maal op nog grooter schaal. Intusschen wordt het te Tandzjer hoe langer hoe onvei liger. De Marokkaansche overheid en de troepen van den sultan, die in de nabyheid zijn, bekommeren er zich hoe langer hoe minder om. Als men weet, met hoeveel zorg de heeren te Algeciras een reglement hebben opgesteld tegen den sluikhandel in wapenen, en hoe men zijn scherp zinnigheid heeft gewet op de kwestie van den verkoop van jachtwapenen en weelde wapenen, en wat al niet meer, dan klinkt het heel nuchter, wat men- schen, die in Marokko goed bekend zijn, er over zeggen. Och, zeggen die, de heele smokkelhandel in wapenen kan worden tegengegaan, dan zal het de opstandelingen nog niet aan wapenen ontbreken. De soldaten van den Sultan worden zoozeer verwaarloosd, dat hun, om in 't leven te blijven, toch niets anders over blijft dan op een gegeven oogenblik hun geweer en patronen voor een prikje te verkoopen. Op die manier wordt de wapenvoorraad van de op standelingen geregeld aangevuld. De koninklijke trein, die Alfonso dezer dagen van Madrid naar San Sebastiaan bracht, van waar uit, hij zijn bezoeken aan Ena van Battenberg zou afleggen, hield even stil te Valladolid. Daar was een troepje jonge meisjes op het perron die riepen leve de bruid Koning Alfonso trok zich dat aan. Hij kwam op hét balcon van zijn wagen en antwoordde ik heb nog geen bruid. De meisjes verrukt over dat antwoord. Vandaag niet, maar morgen zul je er een hebben, riepen zij terug. De koning glimlachte vergenoegd en ging weer naar binnen. z/Dat kind," antwoordde Rocko lang zaam, terwijl hij op Arnold wees, //is door mij naar Grenoble gevoerd, daar vertrouwde ik het aan de handen van uwe hoogwaardethans staat het tot eenen jongeling opgewassen knaapje daó,r Een oogenblik van diepe plechtige stilte volgde op deze woorden. Arnolds gelaat gloeide, zijn oog zag somber voor zich heen en stuipachtig golfde zijne borst als de beklemde ademhaling haar bewoog. Toen, als uit eenen droom ontwakende, vloog hij wild op den mars kramer toe, en hem in de borst grijpende, riep hij met eene rauwe stem //En mijn vader, wie is mijn vader De marskramer wendde zich naar den ingang der tent, waardoor op dat oogen blik de lange gestalte van pater Willibald zichtbaar werd, en zijnen arm tot dezen uitstrekkende antwoordde hij langzaam yDaar komt hij!" Een kreet, die smart, woede en wan hoop uitdrukte, ontsnapte aan de borst van deu verpletterden jongeling, die de beide handen tegen het bleeke voorhoofd sloeg en half zinneloos in de armen van den bisschop nederzonk. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1906 | | pagina 1