2!ï0 Jaarg.
No. 80.
Zaterdag S3 Januari 11)06.
Nieuws- en Advertentieblad
£AA n
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER —UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
malsche optreden der troepen bij de
onderdrukking der onlusten te verdedi
gen en zekere barbaarachheden te ver
goelijken, althans te verklaren, somt de
Roeskia 'Wjedomosti een aantal door
niets schoon te wasschen gevallen van
barbaarschheid op. In 't bizonder be
handelt de R. W. daarbij den dood van
den privaatdocent Worobiëf. Deze had
zijn huis ingericht tot een ambulance
tijdens de vreeselijke straatgevechten
te Moskou. Terwijl dr. Worebiëf bezig
was gewonde revolutionairen te ver
zorgen, kwam plotseling een officier
binnenstappen met de revolver in de
hand. Zonder iets te «eggen schoot hij
den geneesheer als een hond neer,
waarop de moordenaar kalm heenging.
Dr. Worobiëf was nog een jong me
dicus, maar had zich reeds naam ge
maakt als schrijver van verscheiden
werken over anthropologic en een
„Monographie van het oor".
Alleen in het Moskousche, het Wolga-
bekken en Wit-Rusland zijn over de
duizend constitutioneele dejnocraten
gevangen genomen.
De gouverneur-generaal van Lijfland
heeft bepaald, dat wanneer nogmaals
een landgoed in de asch wordt gelegd
hij alle boerenhofsteden binnen een
kring van 25 K.M. door de troepen in
brand zal laten steken. Verder heeft
hij bepaald, dat de boeren aansprakelijk
worden gesteld voor de veiligheid der
s taatsbrandewijn winkels wier vernieling
ook epidemisch is geworden.
Volgens een te Cardiff» ontvangen
telegram is bij Saigoneenlangzamerhand
door den Russisch-Japanschen oorlog
bijna beroemd geworden schip in de
lucht gesprongen en het wrak in <je
Saigon-rivier gezonken.
Het is de Carlisle, oorspronkelijk een
Engelsch schip, later door de Russische
regeering gekocht en een der stout
moedigste blokkade-brekers geworden.
In December 1904 vertrek de Carlisle
met verzegelde orders uit Wladiwostok
naar een onbekende bestemming. Er
waren verscheiden Russische officieren
aan boord. In volle zee bleek het schip
een lading ammunitie aan boord te
hebben ter waarde van twaalf millioen
gulden, die de gezagvoerder door den
keten van Japansche oorlogsschepen
naar Port Arthur had te brengen.
Kapitein Simpson besloot het bevel te
gehoorzamen, hoewel overtuigd dat het
een onmogelijke onderneming was.
Maar voor hij Port Arthur bereikte
vernam hij, dat de vesting zich had
overgegeven. Hij keerde dus ijlings
om. Maar nu begonnen de avonturen
pas goed. De Carlisle raakte in het
ijs en verloor zijn schroeven. Twee
maanden dreef het schip daarop hulpe
loos rond, maar bereikte eindelijk de
haven San Miguel. Japansche sampans
deden hier een aanval op de zwerve-
linge, maar deze wist hen terug te slaan.
Van San Miguel dreef het schip toen
naar Manilla, waar het nieuweschroeven
kreeg. Intusschen was Rozjestwensky
nader gekomen met zijn vloot en toen
hij Singapore passeerde trachtte de
Carlisle door te breken en zich bij hem
te voegen. Maar dat mislukte. Toen
stoomde het schip zuidelijk naar Saigon.
BELGIE.
De correspondent van de Petit Bleu
te Konstantinopel seint over den stand
der onderhandelingen betreffende Joris.
De Porte had den Belgischen gezant
een nota toegezonden, waarin het Tupk-
sche standpunt wordt verdedigd, dat
Joris geheel naar de Turksche wet mag
worden behandeld. Daarop is thans
weer een nota gevolgd van den gezant
aan de Porte met een verdediging van
het tegenovergestelde standpunt.
De heer de Bom van Antwerpen heeft
een brief ontvangen uit Konstantinopel,
met het bericht, dat de Turksche re
geering Joris zou willen vrijlaten, maar
dat zij dan bang was voor de wraakzucht
der menigte. Met dezen brief zou het
kamerlid Delbeke naar minister de
Favereau zijn gegaan en de minister
zou hebben gezegd, dat hij onderhands
aan de Fiansche regeering steun had
gevraagd.
Clemenceau heeft den heer de Bom
geschreven, dat hij bij minister Rou vier
was geweest om over Joris te spreken
en dat minister Rouvier Joris gunstig
gezind is.
Wij ontleenen deze berichten aan de
Petit Bleu. Dat Frankrijk de Belgische
regeering werkelijk steunen zal in zake
Joris, volgt uit deze berichten nog niet
met stelligheid.
OOSTENRIJK-HONGARIJE.
Kozakken hebben op de Gallicische
grens een grensincident uitgelokt.
Eenige dagen geleden jaagde de zoon
Historisch Romantisch Tafereel,
uit de Zwolsche Geschiedenis (1326)'.
129)
Het donkere gelaat van Hugh ont
plooide zich weder; zijn oog, dat straks
nog woest en bloedig gloeide, kreeg een
glimp van blijde vreugde, en met een
hooghartig vuur, eener betere zaak waar
dig, hernam hij „Twee wegen staan
voor ons open, krijgsmakkers deu eenen
heb ik u aangewezen hij voert naar
het bisschoppelijke legerkamp, en loopt
op den galgenheuvel uit; de andere, ik
ontveins het u niet, eindigt evenzeer
met den doodmaar het zal een dood
zijn, die onzer waardig is. Kiest man
nen, langs welken weg zal ik u ge
leiden 1"
„Voer ons naar de hel! niet naar het
papennestbrulden de geharde strijders.
„Ik zag dit antwoord te gemoet, man
nen, daarom zal ik u eenen weg wijzen
die wel voor velen onzer tot het verderf
zal voeren maar waarop wij met onze
vijanden zullen vergaan Luistert.
Wanneer wij langer nog in dezen tot
eenen puin hoop geworden Stins vertoeven,
dan zullen wij allen eerlang als een hoop
gevangen mollen, door de papen dood-
van den notaris Celewicz te Uhnow in
Galicië met twee boschwachters op de
Russische grens. Hij volgde het spoor
van een haas tot aan het onzijdige
grensgebied en vroeg aan een daar op
post staanden kozak of hij ook een haas
had gezien. De kozak begon daarop
een gesprek met Celewicz, vroeg hem
om cigaretten en om zijn geweer te
mogen zien. Toen de notariszoon hem
het wapen in goed vertrouwen had ter
hand gesteld, behield de kozak het en
dreigde bij verzet met zijn karabijn.
Celewicz nam toen de vlucht, waarop
de kozak schoot. Op nog geen veertig
pas van de grens viel Celewicz in het
been getroffen neer. Op het hooren
van het schot kwamen er andere ko
zakken aanrennen, die den gewonde
opnamen, over de Russische grens en
in het hospitaal van het dorpje Tomaszof
brachten. Zijn moeder haalde hem daar
den volgenden dag uit. De wond maakt
een operatie in Lemberg noodzakelijk.
De Russische regeering is in kennis
gesteld van deze schending der Oosten-
rij ksche grens.
RUSLAND.
Te Moskou herneemt hèt leven zijn
gewonen loop. De schouwburgen spelen
weer. Krachtens bevel van den gou
verneur-generaal mag echter niemand
nog op straat zijn tusschen middernacht
en zeven uur 's ochtends. De inwoners
van de voorname wijk aan de Pretsji-
stenka-straat hebben op eigen kosten
een tijdelijk politiekorps gevormd.
Naar aanleiding van het regeerings-
communiqué, dat poogt om het weinig
geslagen worden, zoo zij ons, levend in
handen krijgende, niet eenen nog sma-
delijker dood doen ondergaan, want de
bisschop zal van dezen torenval spoedig
partij trekken, en op den ontmantelden
Stins storm loopen. Verlaten wij dus
den burcht, en trachten wij ons door
den monnikentroep heen te slaan. Ge
lukt ons dit dan zijn wij vrij, en wij
nemen op nieuw dienst, onder den graat
van Benthem; vallen wij, zoo zullen
onze laatste stuiptrekkingen nog den
dood en de verwoesting in gindsch
mierennest brengen. Zijt gij bereid mij
langs dien weg te volgen, zoo maakt u
gereed heden avond zullen wij den
uitval -wagen
„Wij volgen u zij sterven de ver
doemde papen schreeuwde de bende,
terwijl zij dreigend de lansen schudden
of het flikkerend zwaard boven hunne
hoofden zwaaiden.
„Elk zorge dan dat zijn zwaard gewet,
dat de dagge en strijdbijl gescherpt is.
Een uur na zonneuondergang verlaten
wij dit nest, hetwelk weldra een spelonk
voor kraaien en nachtraven zal worden."
Met een luid gejuich ging de bende
uiteen, om alles voor den naderenden
vreeselijken strijd in gereedheid te
brengen. Ook Hugh verliet den wal,
eri, het met stof en puin bedekte burcht
plein overgaande, trad hij de lage deur
van den Zuidertoreu binnen. Met snellen
tred beklom hij den steenen trap, tot
hij in het bovenste gedeelte van den
toren een klein vertrekje binnenging.
In eenen hoek, op den vochtigen
steenen grond, zat de marskramer Rocko
vastgekluisterd in eenen roestigen ijzeren
beugel, die hem niet toeliet zich plat
neder te leggen. Bij de binnenkomst
van Hugh beurde hij snel het neerge
zonken hoofd op, en toen hij den woesten
hoofdman van den Stins voor zich zag
staan, trok eene doodelijke bleekheid
over zijn ingezonken en met een dikken
grijzen baard begroeid gelaatmet een
schorren kreet vloog hij op, doch de
ijzeren ring, die hem boven de heupen
was gelegd, hield hem tegen, en mach
teloos zonk hij op den kouden grond
terug.
„Eene vlaag van medelijden heeft mij
aangegrepen, schelmsche starrenkijker 1"
zeide Hugh spottend zich voor den sidde
renden ontmaskerden magi plaatsende.
„Ik kom u uit deze akelige eenzaamheid,
die u verduiveld lastig zal gevallen zijn,
sedert gij u met dat gekke wijf over
uwe duivelskunsten niet hebt kunnen
onderhouden, verlossen, en u aan gepast
gezelschap, den duivel namelijk, terug
geven."
De grijnzende grimlach, die deze
woorden vergezelde, voorspelde den
marskramer maar al te zeer wat hij van
deze vlaag van medelijden te wachten
had, en toen Hugh nu een breed knief
uit den lederen gordel trok; en met de
uiterste koelheid de scherpte der snede
en punt van dit moordtuig onderzocht,
was hem zijn lot niet langer duister.
Met een wild vuur kleefde ciju blik aan
het mes, dat Hugh hem voorhield, stuip
trekkend verwrong zijn bleek gelaat
zich in de akeligste plooien, en boven-
menschelijk waren de inspanningen,
welke hij aanwendde, om den kluister
te verbreken, die hem tot een weerloos
offer van zijnen bloedgierigen beul
doemde. Zijne tong scheen verlamd,
alleen zijn rollend oog teekeude in
verstaanbare taal het vreeselijk gevoel
en den pijnigenden angst, die zijne borst
vervulden.
„De tijd laat mij niet toe om volkomen
met u af te rekenen, en u het volle
loon te geven, waarop gij zoo billijk
aanspraak hebt. Een paar porren met
deze dagge is alles wat ik u op dit
oogenblik kan geven, mijn eerlijke
sluipmoordenaarmaar ik wil hopen
dat de booze het ontbrekende aanvulleu,
en de rekening geheel effen zal maken.
Houd u dus een paar oogenblikken be
daard, dan is dit werk spoedig afgeloopen,"
zeide Hugh met eene koelheid, die zeer
zonderling afstak bij den vertwijfelden
angst, welke zich van den magi had
meester gemaakt.
Hugh deed nog eene schrede nader,
en knielde toen bij den sidderenden
marskramer neder, en hem de punt van
zijnen afgeknotten arm op de borst