Xo. 77.
Maandag 1 Januari 1900.
2ic Janrij.
f. !>ii;li:ua\,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeenwsch-Vlaanderen.
TERUGBLIK.
4XELSCHE
COIMÜIT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
..ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Een jaar van strijd ligt achter ons,
een jaar waarin de wapenen niet gerust
hebben en evenmin het scherpe woord,
dat gesproken of geschreven werd.
En ons vaderland werd daarvan niet
verschoond.
Ook bij ons moest gestreden worden.
Gestreden met het scherpe wapen der
overredinggestreden om de stembus,
gestreden om het behoud of het ver
krijgen van een parlementaire meerder
heid, van de regeering. Die strijd
begon reeds dadelijk na de opening
van de kamerzitting door H. M. de
Koningin, de laatste zitting waarin het
ministerie der rechterzijde aan de groene
tafel zitten zou. Zijn reeds jaren lang
de algemeene beraadslagingen over de
staatsbegrooting bij ons geworden orato
rische debatten, voornamelijk gevoerd
met hst doel de verschillende partij
standpunten voor de kiezers uiteen te
zetten het algemeen debat dat in
het najaar van 1904 werd gevoerd,
was als het ware de voorbereiding, de
opening van den verkiezingsstrijd.
De wetten tot herziening der be
staande wet op het hooger onderwijs
en tot aanvulling van de wet op het
lager onderwijs waren ontwerpen, die
bij de linkerzijde, zelfs bij het gematigde
en toegevende deel, op krassen tegen
stand stietten. Maar de meerderheid
stond pal, geen protest kon de aan
neming en afkondiging van de beide
onderwijswetten verhinderen.
De uitspraak der kiezers was, zoo-
danig, dat de regeering haar mandaat
ter beschikking van de Koningin stelde
en H. M. droeg den heer Goeman
Borgesius, den oud-minister en leider
der oppositie in de kamer, de vorming
van een nieuw kabinet op. Desamen-
stelling der kamer, waarin geen der
partijen een volstrekte meerderheid
bezat, maakte het noodig, een gematigd
vrijzinnig concentratie-kabinet te vor
men. Dit zag de heer Goeman Borgesius
in en hij vormde een kabinet uit vrij
zinnig-democraten en liberalen samen
gesteld, waarin hij zelf geen zitting
nam, doch waarin het voorzitterschap
werd opgedragen aan den heer De
Meester, oud-lid van den Raad van
Indië, een man, die in den partijstrijd
van de laatste jaren geen werkzaam
aandeel had.
Met de nieuwe kamer hoopt dit
kabinet in de eerstvolgende vier jaren
krachtig te arbeiden, niet ter hernieu
wing van den partijstrijd, maar tot het
invoeren van economische en sociale
wetten, die de vorige kamer onafge
daan liet.
De Koningin, die dit jaar haar 25e
jaar voleindigd heeft, sprak den wensch
uit, dat thans met volle zeilen in dien
koers zou worden gestevend en het
geheele volk staat in dit opzicht aan
Haar zijdehet wil daden zien, daden
die invloed hebben zullen op de volks
welvaart, op de verbetering van mis
standen, op den vooruitgang en de
ontwikkeling van ons land op maat
schappelijk gebied.
Naast dezen politieken strijd in ons
vaderland hadden wij een strijd met
de wapenen te voeren in Indië, in
Zuid-Celebes, waar enkele inlandsche
vorsten, zonder zich te storen aan de
herhaaldelijk gedane waarschuwingen,
meenden ons gezag te kunnen trot-
seeren. Nadat een diplomatieke zending
on ver rich terzake moest terugkeeren,
omdat de vorsten van Boni en Goa
ons ultimatum hadden geweigerd te
aanvaarden, werd een expeditie naar
Celebes gezonden, die meer succes had.
Want tegen de argumenten van repe
teergeweren en berggeschut bleken de
opstandige vorsten niet bestand. De
vorst van Boni nam de vluchtde
vergadering van rijksgrooten nam de
voorwaarden, door de Indische regeering
voor de onderwerping gesteld aan, en
de expeditie had een lichte taak, toen
eenmaal in de rijen der opstandelingen
verdeeldheid heerschte, om ons gezag
in dat deel van den Indischen archipel
te bevestigen.
De strijd tusschen Rusland en Japan
in Mandzjoerije heeft nog een groot deel
van het jaar gewoed. Het groote Rus
sische rijk, dat den Japanschen dwerg
eenigszins miskennend had aangezien,
heeft gelegenheid gehad, te land en
ter zee, een andere meening over het
Oost-Aziatische eilandenrijk te krijgen.
In geen enkel gevecht toch konden
de Russen er in slagen de Japanners
te overwinnen. Steeds en overal werden
de Russische legers verslagen en al
konden de Japanners hun doel, de
geheele omsingeling van de Russische
legermacht nergens volkomen bereiken,
zij behielden steeds het veld en drongen
al verder in Mandzjoerije door.
Port Arthur, door de generaals
Kondratenko en Stössel verdedigd,
moest elke hoop op ontzet opgeven.
Toch hield het de krachtige aanvallen
der Japanners, die stuk voor stuk de
versterkingen om deze zeehaven aan
gelegd moesten innemen, nog lang uit
voordat het de witte vlag heesch.
Op den 2en Januari 1905 gaf Stössel,
de eenig overgebleven ongekwetste
generaal, de stad en de haven aan de
Japanners over.
Acht maanden had de bezetting zich
verdedigd.- Gebrek aanlevensmiddelen
en krijgsvoorraad, uitputting en ver
moeienis noodzaakten haar de vesting
over te geven.
Terwijl deze gebeurtenis zich in het
zuiden van Liao-tong afspeelde, had
Koeropatkine zijn legermacht bij Yentai
en Heikontai verzameld en slagvaardig
gemaakt. Maar ook hier moest hij het
onderspit delven. In een slag die dagen
lang duurde, werd hij tot den térug-
tocht gedwongen. En voordat in
Februari de oorlog een jaar hadgeduurd,
waren de Russen uit Korea en een
groot gedeelte van Mandzjoerije ver
dreven, was het Schiereiland Liao-tong
geheel in handen der Japanners ver
nield of buitgemaakt, of gevlucht in
neutrale havens.
Het Russische eskader, dat in Europa
I was gereed gemaakt, om onder de
admiraals Rodoheswensky, Enquist en
Nebogatof naar Oost-Azië te vertrekken,
had in October 1904 het anker gelicht.
De odyssée van dit eskader is een uit
voeriger beschrijving waardig, dan in
dit kort bestek kan worden gegeven.
Heel zee vaardig bleek het van den
aanvang niet; officieren, machinisten
noch matrozen waren voor hun taak
berekenden de berichten over een
mogelijken aanval van torpedobooten
hadden reeds bij voorbaat een zenuw
achtige stemmingdoenontstaan. Vurend
op elk schip dat hij onderweg ontmoette,
trok Rodchestwensky de Noordzee over.
Bij Doggersbank lag een Engelsche
visschersvloot uit Huil voor de netten.
Deze visscherspinken en trawlers wer
den door de Russen voor Japansche
torpedobooten aangezien en een ves-
woede beschieting volgde, die den
ondergang van een der stoomtrawlers
en den dood van een aantal visschers
tengevolge had. Bij het aanbreken
van den dag zagen de Russen hun vergis
sing in en vertrokken zij naar het
Kanaal, zonder zich om de gedoode of
gewonde visschers te bekommeren.
Een kreet van verontwaardiging steeg
bij het vernemen van dit bericht op
in Engeland en vond weerklank bij
alle weidenkenden in Europa. Een
oogenblik scheen het, dat ook Engeland
in den stryd tusschen Rusland en Japan
zou worden betrokken. Want de zon
derlinge raadslieden, die aan het hoofd
van het Russische departement van
marine stonden, onthielden den minis
ter van buitenlandsche zaken de be
richten, die zij over het gebeurde
hadden ontvangen. Eerst op de krach
tige protesten van Engeland werd door
Rusland geantwoorddat het in een
onderzoek van het incident zou toe
stemmen en bereid was de schade te
vergoeden, die door een internationaal
scheidsgerecht zou worden aangewezen.
Engeland stemde hierin toe en een
rechtbank van hooggeplaatste admiraals,
te Parijs bijeen gekomen, onderzocht
nauwkeurig het geval en stelde een
rapport op, dat een doorloopende ver
oordeeling van Rodchestwensky's op
treden was.
Voor Rusland was dit een bittere
pilmaar nog bitterder zou de volgende
zijn, die de Russische vlootvoogd het
te slikken zou geven. Maandenlang
werd niets van den admiraal en zijn
vloot vernomen. Hij was behouden
om Afrika's zuidpunt gestoomd en had
in de havens van Madagascar, dat aan
het bevriende Frankrijk behoort, een
onderkomen gevonden. Daar poogde
hij het tekort aan oefening van zijne
equipages wat aan te vullen. Reeds
vestigde zich de overtuiging, dat dit
eskader nooit in Oost-Azië zou aankomen,
toen het in de laatste dagen van April
1905 gezien werd in de straat van
Malakka. Rodchestwensky had voldaan
aan de opdracht, om met zijn vloot te
pogen de oorlogsdansen in Oost-Azië
te wijzigen.
Na een poos in de Fransche wateren
van Indo-Ohina te hebben vertoefd, en
door zijn verblijf aldaar de oorzaak
geworden van bittere vertoogen van
Japan tot de Fransche regeering, over
de beweerde schending der neutraliteit,
vertrok Rodchestwensky in het laatst
van Mei naar Wladiwostok. Hij zou
echter die haven niet bereiken. Op
den 27en Mei werd zijn eskader in den
zeeslag in de straat van Tsoeshima,
door admiraal Togo volkomen vernietigd.
De enkele schepen die niet zonken of
buitgemaakt werden vluchtten naar
neutrale havens, waar zij geïnterneerd
werden. De admiraals Rodchestwensky
en Nebogatof werden krijgsgevangen
gemaakt met duizenden officieren en
schepelingen. De Russische zeemacht
was vernietigd.
En het Russische leger dat in de
vlakte voor Moekden was opgesteld,
was in Maart door de Japanners na
een tiendaagsch hardnekkig gevecht,
in wanorde teruggedreven. De heilige
stad der Mandchoes was door Oyama's
troepen bezet. Het doel van den oorlog
was feitelijk bereikt.
Koeropatkine was op zijn herhaald
verzoek van het opperbevel over het
steeds overwonnen leger ontheven en
vervangen door generaal Linjewitsch,
den commandant van het eerste leger
corps; deze zou de Russische strijd
macht organiseeren en met de nage
zonden versterkingen beproeven de
Japanners terug te drijven.
Voor het echter zoover kwam, begon
de vredesklok te luiden. Van verschil
lende zijden werd bij den Tsaar en
den mikado aangedrongen op onder
handelingen. President Roosevelt bood
zijn bemiddeling aan, die door beide
partijen werd aanvaard.
Te Portsmouth in de Vereenigde
Staten kwamen de gevolmachtigden
van Rusland en Japan bijeen, Witte,
de oud-minister van financiën voor
Rusland, Komoera, de minister van
buitenlandsche zaken voor Japan- Lang
duurden de besprekingen, voornamelijk
over de eischen van Japan tot betaling
eener schadeloosstellingtot afstand
van het eiland Sachalin, dat reeds
gedeeltelijk door de Japanners veroverd
wastot vermindering der Russische
zeemacht in Oost-Azië en tot uitlevering
van de Russische oorlogschepen, in
neutrale havens geïnterneerd. Herhaal
delijk scheen het, dat de ouderhande
lingen zouden worden afgebroken. Maar
op°30 Augustus 1905 werden de on
derhandelingen tot een goed einde
gebracht en op 1 September werd het
vredestractaat van Portsmouth gesloten.
Rusland staat daarbij Mandzjoerije en
Liaotong met Port-Arthur aan Japan
af,doetafstandvanhetZuidelijkegedealte
van Sachalin en erkent den Japanschen
invloed in Korea als overheerschend.
Japan zag af van de vier genoemde
eischen, die door Rusland onaannemelijk
waren genoemd.
Het einde van den strijd, die 518
dagen duurde en aan Ruslauds over-
heerschende invloed in Oost-Azië een
einde maaxte, zal dit rijk gelegenheid
geven zich geheel te wijd ;n aan den
binnenlandschen toestand, die ernstige
verbetering behoeft.
(Slot volgt).