Binnenland. Ook het militair ontwerp krijgt een ongenadigen knauw forten 1 tot 8 wor den geschrapt. Men zal voortgaan gronden aan te koopen om later den doorsteek te kun nen verwezenlijken. De redevoering van onzen burge meester heeft misschien nog grooter „schuld" aan deze oplossing, dan de prachtige rede die Helleputte Donder dag en Vrijdag gehouden heeft. De vrienden van het ministerie knarsetan den en huilen dat het een aard heeft. Antwerpen dit is mijn diepe over tuiging mag Van Rijswijck en Helle- putte, en wie hen in den strijd terzijde gestaan hebben, met den schitterenden uitslag gelukwenschen in de eerste plaats zichzelf Na zulk een dag mogen wij een oogenblik uitblazen. De drukte is over. en ik ben er niet kwaad om. De regeering blyft aan, maar zij ver loor den slag. FRANKRIJK. Rouvier stelt in de Kamer voor, eerst in behandeling te nemen de interpella tie over het algeineene beleid. De Kamer besluit echter tot handhaving van de orde van den dag. De minis ters Etienne en Berteaux verlaten de zaal. Levendige ontroering. Etienne komt de zaal weer binnen. Jaurès vraagt verdaging totdat men weet of de regeering voltallig is. Ribot zegt, dat een minister die de raadzaal verlaat, aftreedt. Berteaux komt ook de zaal binnen en neemt plaats bij de uiterste linkerzijde. De verwarring in het debat houdt aan. De algemeene opinie van de ochtend pers is, dat de zitting van Vrijdag de verwardste en zonderlingste is geweest, die men sedert lang heeft bijgewoond. De radicalen zijn tevreden en het blad Le Radical is vol lof over de duidelijke, linksche, politiek waartoe Rouvier terug gekeerd zou zijn. Uiterst links blijft men echter vijandig. Rechts is er vreugde overhetheengaan vanBerteaux. De algemeene toestand is ongeveer als vóór Dinsdag. Het meest instructief zijn de stem- cijfers zooals ze na rectificatie bekend gemaakt zijn. Vóór het kabinet stem den thans 183 radicalen en radicaal socialisten, 43 leden der Union démo- cratique en zelfs 6 socialisten en slechts 39 progressisten, en enkele anderen hier en daar. Tegen stemden slechts 13 radicalen en radicaal-socialisten. Pel letan, de leider van den aanval, stemde zelfs niet tegen. Hij onthield zich. Onder de onthouders verder 15 socialis ten en 61 progressisten. Ter vervanging van Berteaux wordt vooial Etienne genoemd, die zelf door een radicaal vervangen zou worden. Rechts dringt men aan op een generaal. AMERIKA. Naar aanleiding van het protest van Hearts tegen den uitslag der verkie zing voor het burgemeesterschap van New York, heeft de president van het Hooggerechtshof gelast dat alle stem bussen naar het bureau voor de ver kiezingen gebracht moesten worden. Groot opzien is nu gewekt door de ont dekking van een volle stembus, in een barbierswinkel die Dinsdag als stem bus gebruikt was. De politieagent die de bus naar den districts-attorney bracht, had zich vooraf kenschetsend waarborgen laten geven tegen mogelijke wraakoefening van zijn superieuren. Er zullen nu, in verband met deze zaak, eenige personen in hechtenis ge nomen worden. gevaarlijk tijdstip, eensklaps van onze zijde te zien wegrukken." //Stel u gerust, hoofdman, ik zal zooveel in mij is trachten de telkens op nieuw ontwaakte drift en begeerte naar Óen strijd in mij te onderdrukken. Wordt vervolgd.) Bovendien moet een sleepboot ver scheidene stembussen uit de North Ri vier opgehaald hebben. Toen de stembussen bij het verkie zingsbureau kwamen, weigerde de voor zitter, een Tammanist, ze in ontvangst te nemen. Twaalf uren lang bleven reeksen van wagens met de 6000 stem bussen voor het gebouw staan, het ver keer belemmerend, voordat de presi dent zijn verzet opgaf. Installatie Grondwetcommissie. Vrijdag is ineen der lokalen van het Departement van Binnenlandsche Za ken de bij Koninklijk besluit van 23 October 1905, no. 56, benoemde Staats commissie geïnstalleerd, bij welke ge legenheid door zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken de volgende toespraak is gehouden „My'ne Heeren Het zij mij vergund u namens de Regeering dank te zeggen voor Uwe bereidwilligheid de gewichtige taak te aanvaarden waartoe zij u heeft ge roepen. Gelijk u bekend is, behaagde1 het Hare Majesteit de Koningin in de op 19 September j.l. uitgesproken Troon rede het voornemen der Regeering aan te kondigen, om, teneinde den gewonen wetgever vrijheid te geven bij de re geling der kiesbevoegdheid, voorstellen bij de Staten-Generaal aanhangig te maken tot herziening van de daarover handelende bepalingen der Grondwet. Daarnevens werd medegedeeld, dat vooraf een onderzoek zou ingesteld worden, welke andere wijzi bigon nog in de Grondwet moeten gebracht wor den. Inderdaad ligt het voor de hand, dat tot de bedoelde herziening van de over de kiesbevoegdheid handelende bepa lingen der Grondwet niet worde over gegaan, zonder dat te voren nauwkeu rig is overwogen of deze herziening tot die bepalingen kan beperkt blijven en zoo neen, welke andere bepalingen dan, ook gelet op de generale Grond wetsherziening van 1887, nog voor wij ziging in aanmerking komen. Daartoe zou reeds dringen de wen- schelijkheid in het algemeen om van de omstandigheid, dat onze hoogste Staatswet eene herziening ondergaat, gebruik te maken om, wat blijken mocht alsnog wijziging behoeven, mede in die herziening te begrijpen. Maar daartoe noopt vooral de aard van het onderwerp, waaromtrent, ter uitvoering van het in de Troonrede aangekondigde voornemen, de voorstel len reeds bij de Regeering in voorbe reiding zijn. Om dat onderwerp toch groepeeren zich i' aantal andere, daarmede in verband staande vraagstukken, waar van de Grondwet eene regeling inhoudt en ten aanzien waarvan een onderzoek, of hun regeling onveranderd gehand haafd zal behooren te blijven, ontegen zeggelijk noodig is. Waar verschil van gevoelen over de vragen, welke onderwerpen in de her ziening moeten begrepen en in welken geest een oplossing moet voorgedragen worden, geenszins uitgesloten is, zal het voor de Regeering van onschatbai e waarde zijn, omtrent een en ander voorgelicht worden door eene commis sie, bestaande uit mannen van hoog wetenschappelijk gehalte en grondige kennis van ons Staatsrecht. Uwe toestemming om in deze Com missie zitting te nemen, vat de Regee» ring dan ook niet op als een bewijs dat gij u met de door haar voorgeno men wijziging van de art. 80, 126 en 143 der Grondwet bij voorbaat ver eenigt, maar alleen dat gij, nu dat voornemen bestaat, bereid zijt haar de zóoeven bedoelde en door haar ten. zeerste op prijs gestelde voorlichting te schenken. Overeenkomstig den inhoud der Troon rede op dit punt, houdt het aan uwe commissie verstrekte mandaat geene andere beperking in, dan dat uw on derzoek zich niet zal uitstrekken tot de wenschelijkheid van verandering van de bepalingen, welke over de kies bevoegdheid handelen, in dien zin, dat de gewone wetgever daaromtrent ge- heele vrijheid verkrijge. De regeering is van die wenschelijk heid overtuigd en heeft, gelijk gezegd, aan de voorbereiding van voorstellen om tot herziening in dien geest te ge raken, reeds de hand geslagen. Andere beperking ware trouwens moeilijk met voldoende scherpte te formuleeren, zonder gevaar voor on volledigheid en onvolkomenheid van den door u te leveren arbeid te doen ontstaan. Eene vage. in algemeene be woordingen vervatte, beperking zou daarentegen waarde missen. Onder die omstandigheden is dan ook elke andere begrenzing van de taak uwer commissie, dan welke uit het zooeven omschreven standpunt der Regeering voortvloeit, uit de formuleering van de aan u verstrekte opdracht, verwijderd gebleven. Toch mag, naar het der Regeering wil voorkomen, worden aangenomen dat uwe commissie eensdeels haar on derzoek bij voorkeur tot eene zekere bepaalde categorie van onderwerpen zal beperken, anderdeels een aantal vraagstukken onaangeroerd zal laten. Wat den eersten begrenzingsgrond betreft, schijnt het voor de hand te liggen, dat uwe commissie vóór alles de grondwettelijke bepalingen ter hand zal nemen, die met het onderwerp der Kiesbevoegdheid in rechtstreeksch of zij- delingsch verband staan, en zich zal afvragen, welke andere bepalingen ge wijzigd of aangevuld zullen moeten worden, als noodzakelijk of gewenscht uitvloeisel van een Grondwetsherzie ning, als welke de Regeering zich voorstelt. Daarentegen zal, naar de Regeering meent, een aantal onderwerpen als vanzelf naar den achtergrond gedron gen worden, omdat daaromtrent bij de generale Grondwetsherziening van 1887 onderzoekingen hebben plaats gehad, die tot 't zij positieve, 't zij negatieve beslissingen hebben geleid, welke tot heden óf geheel onaangevochten zijn gebleven, óf althans, met slechts enkele afwijkingen, algemeen geoordeeld wor den gehandhaafd te moeten blijven. Wordt dus de taak uwer Commissie, behoudens meergemelde uitzondering, niet expressie verbis beperkt, en wenscht de Regeering het terrein van haar on derzoek dus ook niet verder af te ba kenen, zij meent op de uiteengezette gronden te mogen verwachten, dat uwe beraadslagingen en voorstellen zich in hoofdzaak zullen bepalen tot de navolgende onderwerpen 1. de Eerste Kamer; 2. de vereischten voor de benoem baarheid harer leden 3. het kiesrecht voor de Eerste Kamer 4. de ontbindbaarheid der Provinciale Staten 5. het al dan niet toekennen van het recht van amendement aan de Eerste Kamer 6. de evenredige vertegenwoordiging 7. de verdeeling van het Rijk in kiesdistricten 8. de zittingduur der leden van de Staten-Generaal 9. de schadeloosstelling van de leden der Staten Generaal 10. de vereeniging van het lidmaat schap van een der beide Kamers met andere ambten of bedieningen, en tot datgene wat verder met die onderwerpen kan geacht worden in verband te staan of uit de daaromtrent te formuleeren voorstellen voort te vloeien. Ook wat den tijd van vol tooiing van uw arbeid betreft, wenscht de Regee ring uwe volkomen vrijheid te eerbiedi gen. Waar het u bekend is, dat de Re geering voornemens is haar voorstellen tot Grondwetsherziening zóó tijdig in te dienen, dat eene beslissing in eerste instantie kunne vallen vóór het einde van het thans ingetreden vierjarig par lementaire tijdvak, mag met grond ver wacht worden, dat uwe commissie het hare zal doen om het mogelijk te ma ken, dat de Regeering van hare be schouwingen en voorstellen ten volle nut zal kunnen trekken. Met den wensch dat uw arbeid tot heil van het vaderland moge strekken, verklaar ik uwe commissie te zijn ge ïnstalleerd." Indisch rcgeeringstelegram. Bij het departement van koloniën is ontvangen het volgende telegram van den gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië „Door de bezetting van Kwantan meldden zich wederom vele Djambische uitgewekenen aan. Op Timor zijn vele voorname hoofden van het verzet gearresteerd. Alle ont voerden zijn bevrijd. In Soppeng is na verzet de stelling Saloloong genomen. Onzerzijds zijn drie militairen gewond". Tot toelichting wordt opgemerkt, dat op de bezetting van de Kwantan-dis- tricten betrekking hebben de Indische telegrammen, opgenomen in de Staats courant van 28 September, 20 en 31 October j.l. Over de actie op Timor, die gericht is tegen den pretendent-keizer van Sonnebait, handelt het telegram in de Staatscourant van 15 Septemberover de gebeurtenissen: topping laatstelijk het bericht vermeld in de Staatscourant van 9 October j.l. (Stct.) AXEL, 14 November 1905. Zaterdag had alhier een 16-jarige zoon van den landbouwer J. Scheele het ongeluk onder een kar te geraken tengevolge van het plotseling zijwaarts springen van het daarvoor gespannen paard. Een wiel ging den jongen over het lichaam, waardoor een drietal ribben gebroken werden. Het ongeval zal denkelijk voor den jongen geen ernstige gevolgen hebben. Gisteravond werden op de boven zaal van den heer Koole alhier twee voorstellingen gegeven van de Bioscoop- Wegkamp. Een talrijk publiek was vooral bij de tweede voorstelling tegen woordig. En geen wonderIs voor velen de bioscoop nog een nieuwigheid, de verschillende nummers maken de zaak nog meer aantrekkelijk. „De nieuwe loopjongen" en „Die Oscgr" zijn in één woord prachtig, ook andere zooals „Maria Antoinette", kortom de geheele vertooning is de moeite waard om gezien te worden. Wij twijfelen dan ook niet, of een druk bezoek zal aan al de uitvoeringen ten deel vallen. Vooral de nummers op lachsucces berekend vielen bijzonder in den smaak. Zaterdagnamiddag ongeveer 1 ure is van den Biezelingschen ham uitge varen de hoogaars Th. 88, bevaren door schipper C. Schot en zijn knecht J. M. Schot. Het vaartuigje was geladen met suikerbieten, bestemd voor de fabriek te Oudenbosch. Te ongeveer half twee ure is de hoogaars door een dwarszee vol water geslagen en gezonken. De knecht wist nog eene plank te grijpen en er ook eene aan zijn schipper toe te steken. Beiden hielden zich daarop drijvende. Volgens het verhaal van den knecht passeerde hen een zeilaak en moet de bemanning daarvan hen hebben opge merkt althans hij had gezien dat men op de roef was geklommen om beter te kunnen uitkijken. Het hulpgeroep der schipbreukelingen die, geheel door nat, verkleumd van koude waren en zich nog met wanhopige krachtsinspan ning konden vasthouden, bleef zonder gevolg. Er werd geen hulp verleend.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1905 | | pagina 2