yoetpaien met ie kunstwerken.
ïN'o. 64.
Woensdag 15 November 1905.
21e Jan r#.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIFLFilIAA,
algemeene opneming
Buitenland.
FEUILLETON.
^.>s/
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrfldagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders van
AXEL, brengen ter kennis van belang
hebbenden, dat, te beginnen op 28
November aanstaande, van wege de
Gemeente, eene
zal worden gehouden van de
Axel, den 14 November 1905.
Burgemeester en Wethouders van Axel,
D. J. OGGEL.
De Secretaris,
J. A. VAN VESSEM.
RUSLAND.
Russische zeeofficieren die uit Kroon
stad te Peterburg aankwamen, hebben
medegedeeld, dat de Russische over
heid aan de voor Kroonstad liggende
Duitsche en Fransche schepen verzocht
heeft om tegen de muiters op te treden.
Of aan dat verzoek werd voldaan, is
hier niet bekend, maar men betwijfelt
het zoolang de vreemde vlag niet ge
schonden is.
Het hevige schieten in Kroonstad kon
men duidelijk in de residentie van den
Tsaar, Peterhof, hooren en een dertig
tal eveneens geweldige branden waar
nemen, welke gedeeltelijk het marine-
depót aantastten.
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362).
U8)
XXXIV.
Ofschoon de trage Octoberzon nog
nauwelijks met hare eerste stralen de
hooge transen van den Stins verguldde,
heerschte er echter op de wallen en muren
reeds eene bediijvigheid en gewoel, alsof
men elk oogenblik den aanval der bis-
schoppelijken te gemoet zag.
Er heerschte echter onder het ruwe
en woeste krygsvolk, dat de bezetting
uitmaakte, eene orde en krijgstucht, die
genoeg bewezen, dat, al was de eigenlijke
gebieder niet tegenwoordig om den wil
den hoop in teugel te houden, er toch
een ander oog rondwaarde, dat even
scherp, evenzeer geducht, en even ge
vreesd was als dat van den baron zelvec
Het was Hugh, die bijna op alle punten
te gelijk tegenwoordig was, die hier den
ingevallen muur liet herstellen, ginds
schanskorven plaatsen en elders eenen
zandhoop, tot een nieuw verdedigings
punt, opwerpen. Het was Hugh, die de
boogschutters, welke den voorburg be
waakten, tot waakzaamheid en moed
Volgens een lezing begon de opstand
der marine, omdat de matrozen behalve
verkorten diensttijd, verlof om te roo-
ken het recht om buiten de kazernes
te wonen etc. eischten.
Volgens eene andere lezing ontstond
de muiterij toen een stoomschip uit Peters
burg met 125 gevangen matrozen aan
boord, die wegens hun deelneming aan
de laatste onlusten in Petersburg, te
Kroonstad hun straf moesten ondergaan,
de haven binnenliep. De gevangen
matrozen sloegen onderweg aan het
muiten en verschenen met roode vlag
gen in Kroonstad, waar al heel spoedig
de artillerietroepen en matrozen gemeene
zaak met hen maakten. Officieren, die
dit wilden beletten, werden gedood,
brandewijnwinkels en publieke huizen
bestormd en geplunderd. Tallooze lie
derlijke wijven vermeerderden het
tumult, dat op een vreeselijke wijze
in moorden en brandstichting van los
gelaten benden uitliep. Twee uit Peters
burg ontboden regimenten infanterie,
benevens het snelvuurgeschut van de
garde, konden eerst na eenige uren de
rust eenigermate herstellen, waarbij ver
scheidene honderden gedood en ge
wond werden. Hoofdzakelijk was de
onderdrukking van het oproer te dan
ken aan het munitiegebrek der oproer
lingen, die van te voren te vergeefs
getracht hadden het arsenaal binnen
te dringen en die, toen zij hunne patro
nen verschoten hadden, de geweren
doormidden braken en in het water
wierpen om zich met steenen te ver
dedigen, waarbij zij overweldigd wer
den. Ofschoon daarna weifelende afdee-
aanzette, die boven op deszelfs tinne
hooge steenhoopen liet opeenstapelen,
waarmede de vijand zoude verpletterd
worden. Het was Hugh, die de houten
bruggen over de gracht had laten afbreken
en door eene enkele smalle plank doen
vervangen. Het was Hugh, die de wallen
rondging en de scherpschutters en pieke-
niers verdeelde, op alle de punten die
als gevaarlijk konden worden beschouwd.
Overal wekte hij onder de bezetting den
moed op, en bezielde haar met eenen
strijdlust en haat tegen den vijand, die
zijne eigene verbittering tegen den bis
schop en de Zwolschen evenaarde.
Een paar uren later verliet hij het
burchtplein, waar hij het overschot zijner
roode bende en een gedeelte van het
Schuilenburger krijgsvolk onder de wa
penen had -doen komen, en, na eene
krachtige toespraak, naar den voorburg
en de wallen had gezonden en toen den
breeden trap beklimmende, begaf hij zich
naar het vertrek dat aan den Zuidertoren
lag, en door den graaf van Schuilen burg
werd bewoond.
In eenen breeden armstoel eerder lig
gende dan zittende, en in eenen wijden
tabbaard gehuld, had de graaf beide
beenen op eene lage bank uitgestrekt, en
onder eenen stapel kussens en dekens
bijna geheel verborgen. Op het eerste
gezicht, en vooral wanneer men lette op
de zwart fluweelen muts die hem dicht
op de oogen was geschoven, zoude mtn
liDgen der marine zich onderworpen
hebben is men bezorgd voor het opnieuw
uitbreken der onlusten.
De toestand is ongewijzigd en rustig.
De Standard heeft van haren Peters-
burgschen correspondent nadere bijzon
derheden over het oproer te Kroon
stad. Hij zegt nu dat de berichten
over de aangerichte séhade overdreven
zijn, evenals over het aantal muiters
en dooden en gewonden. Het laatstge
noemde cijfer gaat vermoedelijk de
honderd dooden en driehonderd gewon
den niet te boven. De muiters waren,
met inbegrip van soldaten, 5000 man.
Sommige van hun eischen waren zeer
belachelijk. Zij verlangden b. v. de
zelfde kleeding en hetzelfde voedsel
als de officieren en het recht om lid
te zijn van de officierensociëteit.
De Daily Mail verneemt uit Boeka
rest De bemanning van het stoom
schip Ismail, dat vele vluchtelingen uit
Odessa naar Roemenië overbracht, is
onderweg aan het muiten geslagen. Zy
eischte groote sommen van de vluch
telingen en wierp enkele hunnerover-
boord. De vluchtelingen konden niet
betalen, anderen kochten hun lijfsbe
houd door de sieraden van hunne
vrouwen op te offeren.
De dag is rustig voorbijgegaaner
zijn geen rustverstoringen voorgeko
men nergens is geschoten de branden
zijn gebluscht Er zijn hier aangeko
men bataljons van drie garderegemen-
ten en vier linieregementenvoorts
artillerie en een mitriailleurafdeeling.
Patrouilles nemen op straat matrozen
gevangen.
verondersteld hebben, dat Gunther door
de eene of andere lichaamskwaal gekweld
werd, maar zijn rond gelaat vertoonde,
hoewel er eene zekere pijnlijkheid en
angstige onrust niet in te miskennen viel,
nog altijd dien irisschen blos, welken hij,
door zorgvuldige oplettendheid omtrent
zijne lichamelijke behoeften, daarop tot
in zijnen tegen woo rdigen ouderdom be
waard had, zoodat een nauwgezet opmer
ker, en inzonderheid hij, die met Gun-
thers denkbeelden van heldhaftige dap
perheid van nabij bekend was, gemakke
lijk zoude geraden hebben, dat de Schui
lenburger onder het masker van ongesteld
heid, zich aan de gevaren en moeiten
van den aanstaanden krijg zocht te
onttrekkenen alle twijfel daaraan
moest geheel ophouden wanneer men den
ijver zag, waarmede hij het voor hem
staande ontbijt onder zijne handen deed
verdwijnen, en de gezwindheid opmerkte
waarmede hij met den beker omging.
Dat de hoofdman der roode bende de
ziekte vau den graaf uit dit oogpunt
beschouwde bleek uit den verachtelijken
blik, welken hij bij het binnentreden op
hem wierp, en toen tegenover Gunther
met eene vrijpostige gemeenzaamheid
plaats nemende, zeide hij spottend /rHet
verheugt mij, edele heerdat ik u, on
danks het leed dat u kwelt, nog zoo vol
tnoed en onbezweken standvastigheid
zie, dat gij bij het gevaar dat ons dreigt,
nog even gerust en op uw gemak zit te
Er is besloten in het geheele gebied
van het koninkrijk Polen den staat van
beleg af te kondigen.
BELGIE.
De correspondent van de N. R. Ct.
te Antwerpen schrijft:
Dë Groote Doorsteek. uitgesteld,
uitvoering van het dokkanaal besloten!
Wat waren de laatste woorden die
ik u schreef? „De regeering zal aan
blijven, maar haren slag zal zij niet
thuis halen, zoo is de algemeene indruk."
Wij schrijven 10 November 1905, 4 uur
namiddag. En de heuglijke tijding be
reikt ons zooeven de regeering verkiest
aan te blijven, te regeeren met een
eendrachtige meerderheid het voorstel-
Helleputte, om aanstonds een kanaal
met dokken in diep water te graven,
maakt de regeering tot het hare. De
groote doorsteek wordt naar een tech
nische commissie verzonden, ter ern
stige studie. Het gevraagde crediet be
draagt voor dit jaar 48 millioen francs,
in stede van 108.
Het heeft gestormd in de vergade
ring der rechterzijde. De stèkeligste
der kemphanen, de heer Woeste door
Albert Giraud zoo leuk „l'Eminence
verte" genoemd, heeft een standje op
touw gezet met zijn gezworen tegen
stander, den heer August Beernaert
(door denzelfden poëet en journalist des
tijds „le Chancelier de zinc" genoemd).
Volgens den eersten draagt de tweede
de verantwoordelijkheid van deze gou-
vernementeele nederlaag, de zwaarte,
de volledigste die ons cleficaal
ministerie ooit getroffen heeft.
eten, alsof er geen bisschoppelijk krijgs
volk in de wereld was."
//Het is waar, vriend Hngh antwoord
de de graaf, eene mislukkende poging
doende om zijn verwrongen gelaat in
krijgshaftige plooien te zetten, ,ik moet
mij zelve er over verwonderen, dat de
eetlust mij nog niet heeft verlaten. Niet
dat de zorgen, over den aan mij toever
trouwden Stins, en het gevaar hetwelk
ons bedreigt, in staat zouden zijneenigen
invloed op mijne maag uit te oefenen
maar de jicht, vriend Hughde jicht
kwelt mij ondragelijk."
vHoe is het op dit oogenblik met uwer
genades beenen vroeg de hoofdman
medelijdend.
//Slecht Hugh zeer slechtik ben den
afgeloopen nacht bijna razend geweest
van de pijn, en had mijn oude schildknaap
mij niet weerhouden dan had ik aan de
bezetting bevel gegeven, om met mij den
Stins uit te rukken, en op den bisschop
eenen uitval te doen, enkel om, zoo
mogelijk, in 't gewoel van den strijd de
pijn te vergeten."
„Bij mijnen stomp!" riep Hugh, futv
schildknaap verdient onzer aller dank,
voor de zorg, welke hij voor uwe genade
draagt, en ik hoop, edele heer, dat gij
zelve het onvoorzichtige van zoodanig
voornemen inziende, niet andermaal door
te ver gedreven moed en strijdlust ons
aan het gevaar zult blootstellen om u,
onzen eenigsten steun en hoop in dit