de gemeente hun hoofdverblijf houden
of er gedurende meer dan 90 dagen
van het belastingjaar verblijven. Het
hoofd van een huisgezin is aansprake
lijk voor de belasting der honden, die
door een der leden van het gezin wor
den gehouden.
Art. 3 De belasting bedraagt 3 gul
den 'sjaars voor eiken hond. Dit be
drag wordt verminderd tot éen gul
den voor honden uitsluitend gehouden
ten dienste van den landbouw of ter
bewaking van gebouwen, erven of
vaaruigen. Hieronder zijn niet be
grepen jachthonden gehouden door per
sonen, die de jacht niet als beroep uit
oefenen.
De honden waarvoor de volle be
lasting verschuldigd is behooren tot de
eerste klasse, en die waarop de ver
minderde belasting van toepassing is,
tot de 2e klasse.
Art. 4 De belasting is niet ver
schuldigd voor
a. honden gehouden wordende door
kooplieden in honden, om daarmede
handel te drijven
b. honden beneden den leeftijd
van 3 maandenen
c. honden die uitsluitend gebruikt
worden door personen om in hun levens
onderhoud te voorzien.
Art. 5 Houders van honden bedoeld
in art. 4 letter c. zullen in de hoogste
belasting die voop honden moet betaald
worden, worden aangeslagen, als die
honden losloopend op den openbaren
weg worden aangetroffen.
Art. 6 Het belastingjaar vangt aan
met 1 Januari.
Voor een hond in den loop van het
jaar verkregen is de belasting verschul
digd ten volle, wanneer dit plaats heeft
in de eerste 6 maanden, en voor de
helft wanneer dit later plaats heeft.
Art. 7 Jaarlijks in de maand Januari
zenden Burgem. en Weth. aan alle be
kende houders van honden in de gemeen
te een aangiftbiljet, dat na 8 dagen wordt
teruggehaald.
Op dit biljet zal de houder moeten
invullen of doen invullen het getal
honden waarvoor de belasting verschul-
digd is. Zoomede de klasse waartoe
zij behooren, en, zoo hij meent aan
spraak te mogen maken op verminde-
ring van de belasting de gronden, die
hij daarvoor heeft.
Het biljet wordt door den aangever
F onderteekend.
Indien hij verklaart niet te kunnen
I schrijven, geschiedt de onderteekening
f namens hem door den ambtenaar, die
I met het ophalen der biljetten door B.
W. is belast.
Art. 8 Houders van honden die op
31 Januari geen aangiftbiljet ontvan-
gen hebben, doen vóór den 15 Februari
ter gemeente-secretarie de in art. 6
F voorgeschreven opgaven, door invul-
f ling en onderteekening van een aldaar
F kosteloos verkrijgbaar aangiftbiljet.
Met betrekking tot honden in den loop
des jaars verkregen of belastbaar ge-
I worden, doet de houder gelijke opgaven,
binnen 14 dagen nè, het verkrijgen of
belastbaar worden.
Art. 9 Jaarlijks, vóór 1 April wordt
van de ontvangen aangiften door B.
W een kohier opgemaakt en van de
later ingekomen aangiften suppletoire
Kohieren.
De aan de belasting onderworpen
honden worden, om het even hoe de
i aangifte heeft plaats gehad door B.
I W. op die kohieren gebracht, in zoo-
r danige klasse als zij oordeelen dat de
honden behooren. Ten aanzien van
die kohieren zijn de artikels 264266
der gemeentewet van toepassing.
Art. 10 Van overtreding der bepalin-
gen dezer verordening wordt, ingevolge
art. 275 der gemeentewet proces-ver
baal opgemaakt.
Art. 11 De invordering dezer belas-
i ting geschiedt overeenkomstig de ver-
ordening van heden.
Art. 12 Deze verordening treedt in
werking op den 1 Januari 1906.
Dhr. Lamaltre vraagt wat eigenlijk
de bedoeling is, worden de honden-
koopers dus iemand die negotie doet
in honden van de belasting vrijgesteld,
dan geloof ik dat we in Axel veel zulke
hondenkoopmans zullen krijgen.
Dhr. De Feijter zegt te bemerken
dat deze verordening wel eenige toe
lichting verdient. B. v. als iemand
jaagt voor zijn pleizier moet hij f 3
betalen, maar een broodjager betaalt
niks. Die met hunne honden naar de
zee rijden, om haantjes en mossels te
halen betalen ook niets en wat de op
merking van den heer Lamaltre betref f,
dat we dan veel hondenkoopmans zul
len krijgen zal dan toch altijd moeten
blijken, of die man werkelijk negotie
drijft in honden.
De verordening wordt nu vastgesteld
met 7 van de 11 stemmen. Voorstem
den de hh. Dregmans, Wolfert, Van
Hoeve, Smies, F. Dekker, de Feijter en
Dieleman, tegen de hh. Van Fraaijen-
hove, Lamaltre, P. Dekker en Oggel.
IV. Invordering der hondenbelasting.
Deze verordening luidt
Art. 1. De door Gedeputeerde Staten
goedgekeurde kohieren worden, binnen
8 dagen na de terugontvangst, in han
den gesteld van den gemeente-ontvan
ger ter invordering.
Art. 2. De gemeente-ontvanger zendt
zoodra mogelijk kosteloos aan ieder der
op de kohieren voorkomende belasting
schuldige een aanslagbiljet, naar een
door B W voor te schrijven model.
Art. 3. De aanslagen zijn in eens
invorderbaar, die van de belastingschul
digen voorkomende op het primitief
kohier vóór of op den len Augustus,
die van de suppletoire kohieren binnen
14 dagen na de uitreiking van het aan
slagbiljet.
Art. 4. Voor zoover de verschuldigde
hondenbelasting niet, ingevolge voren
staande bepalingen, mocht zijn voldaan
geschiedt de invordering door den Ge
meente-ontvanger, overeenkomstig de
bepalingen van de artt. 250 tot en met
266 der Gemeentewet.
Art. 5. De aanslagen, welke door
den Gemeente-ontvanger niet kunnen
worden ingevorderd, worden door hem
aan den Raad voorgedragen tot onin-
vorderbaarverklaring.
Art. 6 Deze verordening treedt in
werking tegelijk met die op de heffing
der belasting.
Wordt met 9 tegen 2 stemden goed
gekeurd, tegen stemden de hh. Van
Fraaijenhove en Oggel.
V. Vaststellen verordening op de
heffing eener belasting op de openbare
vermakelijkheden.
Deze verordening luidt
De Raad der gemeente Axel besluit
Er wordt ten behoeve der gemeente
eéne belasting op de openbare ver
makelijkheden geheven voor het houden
van spelen, danspartijen en alle andere
vermakelijkheden, welke worden ge
geven in lokalen of op plaatsen, de
openbare straat uitgezonderd, die voor
het publiek toegankelijk zijn.
De belasting bedraagt voor eiken
dag, dat een danspartij of soortgelijke
publieke vermakelijkheid wordt ge
geven f 1,
Met afwijking van het hiervoren be
paalde, bedraagt de belasting voor eiken
dag, dat in herbergen, tapperijen en
dergelijke openbare plaatsen of in lo
kalen of op plaatsen, die daaimede
binnenshuis gemeenschap hebben, mu
ziek wordt gemaakt,
tot 10 uur 's «\vonds fl,
11 fl>50
12 f2,50
en voor ieder uur later fl,méér.
Voor het houden van een concert
tot 's nachts 12 uur fl,—
Dit besluit treedt in werking op 1
Januari 1906.
Dhr. Lamaltre vraagt of muziekge
zelschappen, die in eene herberg repe
titie houden, ook belasting moeten
betalen.
De Voorz. zegt dat die daarvoor niet
behoeven te betalen.
Dhr. Lamaltre vindt de belasting
voor het houden van concerten te hoog.
Hjj wil het voorstel doen om voor het
houden van concerten fl,— te doen
betalen voor den duur van het concert.
Er zijn hier een paar vereenigingen
die in den winter wel eens concerten
geven, en gewoonlijk zit het er bij die
vereenigingen ook maar slecht aan.
Als we die nu ook al zoo hoog in de
belasting aan gaan slaan, dan kwijnen
ze en gaan naar den grond, en blijft
er ten slotte voor iemand die iets over
heeft voor die vermakelijkheden, niets
meer over.
Dhr. De Feijter steunt het voorstel
van B. W. hij zegt dat de argumenten
van dhr. Lamaltre zoo licht zijn, dat
ze op hem niet den minsten invloed
uitoefenen. Het geven van concerten
enz. is volgens hem een luxeartikel en
daarvoor moet dan ook maar worden
betaald. En om nu te zeggen dat het
er bij die vereenigingen niet an zit,
dat is hun zaak, daar moeten zij voor
zorgen. Daar kan toch een ander en
toch zeker niet de gemeente voor gaan
betalen. Kunnen ze het niet volhouden,
welnu dan moeten ze het laten. Ik
moet ook wel eens iets laten, omdat
mijn portemonnaie er niet tegen kan
De Voorz.We wijken heelemaal
van ons onderwerp af, mhr. De Feijter,
we hebben het thans over de heffing
van eene belasting op de openbare
vermakelij kheden.
Het voorstel van dhr. Lamaltre om
fl,belasting te heffen voor den duur
van een concert wordt aangenomen met
9 tegen 2 stemmen. Tegen stemden
de hh. Smies en De Feijter.
De verordening wordt hierna vast
gesteld met 6 tegen 5 stemmen. Voor
stemden de hh. Dregmans, Van Hoeve,
Smies, F. Dekker, De Feijter en Diele
mantegen de hh. Van Fraaijenhove,
Wolfert, Lamaltre, P. Dekker en Oggel.
VI. Als voren op de invordering,
luidende als volgt
Art. 1. De belasting is verschuldigd
door de gebruikers der betrokken loka
len of plaatsen.
De belasting wordt voldaan ten kan
tore van den Gemeenteontvanger,
uiterlijk op den dag en wel vóór 12 uur
's middags, waarop de uitvoering zal
plaats vinden.
Ingeval die dag op een Zondag of
algemeen erkenden Christelijken feest
dag invalt, moet de belasting uiterlijk
den dag te voren zijn voldaan.
Art. 2. De Gemeente-ontvanger geeft
aan den betrokken persoon eene kwi
tantie af, vermeldende behalve de
dagteekening der afgifte dier kwitantie
benevens den naam van den belang
hebbende en het bedrag der betaalde
belasting, tevens den dag, waarop en
de plaats, waar de uitvoering zal plaats
vinden.
Art. 3. Overtreding van de voor
schriften dezer verordening is strafbaar
overeenkomstig de bepalingen der artt.
271, 272 en 273 der Gemeentewet, de
twee laatste, zooals die zijn gewijzigd
bij de wet van 15 April 1886 (Staatsblad
No. 64).
Art. 4. Deze verordening treedt in
werking tegelijk met die op de heffing
der belasting.
Wordt vastgesteld met 10 van de 11
stemmen. Tegen stemde dhr. Van
Fraaijenhove.
VII. Als voren op de heffing opcen
ten op de hoofdsom der personeele be
lasting.
Daar nog niet bekend is wat de
schoolgelden, de hondenbelasting en
de openbare vermakelijkheden zullen
opbrengen, kan ook niet met zekerheid
worden bepaald hoeveel opcenten op
de personeele belasting zullen moeten
geheven worden, en wordt deze zaak
daarom in handen gegeven van het
Dag. Bestuur. Vermoedelijk zullen 20
opcenten worden geheven, het school
geld wordt geraamd op f500, de hon
denbelasting op f150 en de belasting
op de openbare vermakelijkheden op
een gelijk bedrag.
VIII. Als voren op de invordering.
Z. h. s. goedgekeurd.
IX. Als voren gemeentebegrooting
1906.
Z. h. s. vastgesteld.
X. Benoemen bouwkundigopzichter.
Wordt beneemd om met 1 Januari
1906 is dienst te treden met 7 van de
11 stemmen C. van den Broeke Jz.
J. K. Vink en A. A. .Slijpen hadden
ieder 1 stem, terwijl J*. Wisse Jz. van
Zaamslag 2 stemmen verkreeg.
De instructie zal later worden vast
gesteld.
XI. Benoemen commissie van toe
zicht op de wegen en voetpaden.
De Voorz. zegt voor te stellen deze
commissie te benoemen voor den tijd
van 2 jaren, we kunnen dan eens zien
of ze meer succes zullen behalen dan
Burgem. en Wethouders.
Dhr. Lamaltre stelt voor om slechts
voor 1 jaar te benoemen.
Dhr. De Feijter kan met het voorstel
van den Voorz. niet meegaan, vooral
ook niet wat het argument betreft van
den Voorz. wanneer hij zegtwe kun-
uen dan eens zien of die commissie
meer succes zal hebben dan Burgm.
en Weth. Mij dunkt dit gezegde schijnt
een toon te zyn uit een geprikkeld
hart. Ik heb gezegd dat het mijn doel
was niet om B. W. een verwijt te
maken, doch alleen om hunne taak te
verlichten, en ieder heeft toch het recht
om voorstellen te doen. Ik vind het
niet parlementair van den Voorz. om
zich op die manier uit te laten.
De VoorzIk houd het er dan toch
bij, en neem niets terug, ik heb met
die uitdrukking niets te veel gezegd.
Dhr. Dieleman doet het voorstel om
voor 3 jaar te benoemen. Dit wordt
echter verworpen en aangenomen het
voorstel Lamaltre om voor 1 jaar te
benoemen.
Bij eerste stemming verkregen de
hh. F. Dekker en M. Wolfert ieder 2
en W. Dieleman en P. van Hoeve ieder
3 stemmen. Een briefje blanco-
Dhr. van Hoeve verzocht niet op
hem te willen stemmen, om reden' hij
werk genoeg heeft en er wel andere
zijn die meer tijd hebben.
Bij 2e stemming verkreeg dhr. Wol
fert 4 Dieleman 3 en P. van Hoeve 2
stemmen. 2 briefjes waren blanco.
Bij de herstemming tusschen Wolfert
en Dieleman wordt dhr. Wolfert ge
kozen. Deze verklaart de benoeming
niet aan te nemen.
Dhr. Dieleman wordt hierna benoemd
doch bedankt eveneens, verklarende
de benoeming in geen geval aan te
nemen.
Dhr. Lamaïtre gelooft dat het maar
moeilijk gaan zal om eene commissie
samen te stellen.
Dhr. Smies stelt voor om dit punt
tot een volgende vergadering aan te
houden. Z. h s. wordt hiertoe besloten.
Omvraag. Dhr. Lamaïtre zegt, dat
in de vorige raadszitting is besloten om
alle drukwerk ten behoeve der gemeente
aan te besteden. Ik heb daar toen ook
tegen gestemd, omdat dit besluit echter
zeer onbillijk is en er rekening dient
gehouden te worden met ingezetenen
en belastingbetalers, wil ik het voorstel
doen om dit besluit in te trekken, en
het drukwerk dat op de secretarie
benoodigd is niet aan te besteden, maar
te gunnen aan den eenigen drukker in
Axel. Waarom moet men daarmee naar
een andere gemeente loopen.
Dhr. Dregmans sluit zich aan bij
hetgeen dhr. Lamaïtre voorstelt. Zeker
is het dat het besluit bij Dieleman
ontevredenheid heeft gewekt. Nog altijd
is door hem (Dieleman) het drukwerk
geleverd, en steed3 is hij, wat de leve
ring betreft concientieus en ter goeder
trouw geweest, heeft zich altijd eerlijk
tegenover de gemeente gedragen. De
drukker heeft dan ook uit het besluit
de conclusie getrokken, dat het enkel
op hem gemunt was.