MSTIJiSVMIISI.
Xo. 61.
Zaterdag -4 November 1605.
21e Jaarg'.
i
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaa aderen.
F. DIKl.EMVV
Buitenland.
F E U IL L E T O N.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
RUSLAND.
Een manifest van den Tsaar.
Dinsdag is het volgende Keizerlijk
manifest uitgevaardigd.
Wij, Nicolaas II, bij de gratie Gods
Tsaar en autocraat aller Russen. Tsaar
van Polen, Groothertog van Finland
enz. verklaren aan onze getrouwe on
derdanen
De troebelen en opgewondenheid in
onze hoofdsteden en vele andere plaat
sen van ons Rijk vervullen ons hart
met een groote en pijnlijke droefheid.
Het geluk van den Russischen SQUve-
rein is onverbrekelijk verbonden met
het geluk van zyn volk en de smart
van het volk is de smart van den sou-
verein.
Uit de tegenwoordige opgewonden
heid kan een diepgaande desorganisatie
van het land voortkomen en een be
dreiging voor de integriteit en eenheid
van ons land. De hooge plicht, ons
opgelegd door onze roeping als souve-
rein, noopt ons met al onze rede en
macht te streven naar het bespoedigen
van het ophouden j der troebelen, die
voor den .Staat zoo gevaarlijk zijn.
Terwijl wij gelast hebben aan de
verschillende overheden om maatrege
len te nemen om de onmiddelijke po
gingen van wanorde, buitensporigheden
en gewelddadigheden te beletten, om
de vreedzame lieden te beschermen,
die kalmte verlangen om den plicht
te volbrengen, die op iedereen rust,
hebben wij 'tals noodzakelijk erkend
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362).
115)
Juist wilde van Arkel het bevel geven
om den monnik voor hem te brengeu
toen ook Arnold deiient binnen trad.
„Heeft de baron toegestemd Zal
mijn broeder den Stins mogen verlaten
riepen beide maagden bijna tegelijk der
binnentredende toe.
„Mijne pogingen zijn vruchteloos ge
bleven, edele jonkvrouwen zeide Ar
nold zich eerbiedig voor de twee maag
den buigende.
„Hoel heeft Sweder ook dit verzoek
afgeslagen vroeg dé bisschop met ver
bittering.
„Niet slechts het verzoek om den rid
der te vergunnen den Stins te verlaten
en zich in ons legerkamp te begeven,
maar ook uw ander voorstel heeft de
baron afgeslagen. Hij wil in geene de
minste schikking of overeenkomst treden,
en den vrede niet aannemen, dan mei
behoud van alle zijne rechten, en zal
eer zijnen Stins door uwe macht zien
verdelgen, dan een uwer vorderingen
toe te staan."
ter goede verwezenlijking van de al-
gemeene maatregelen tot het tot rust
brengen van het openbare leven, om
dit in verband te brengen met de hooge
Regeering.
Aldus gelasten wij der Regeering om
te volbrengen als onzen bepaalden wil
lo. aan het volk onwrikbare grond
slagen te geven van burgerlijke vrij
heid, gegrondvest op een werkelijke
onschendbaarheid van persoon en vrij
heid van geweten, woord, vereeniging
en vergadering.
2o. Zonder de vroeger bevolen ver
kiezing voor de Rijksdoema uit te stel
len aan deze verkiezingen de klassen
der bevolking, die nu van kiesrecht
ontbloot zijn daaraan zooveel mogelijk
te laten deelnemen, voor zoover het
de korte tijd tot aan de samenroeping
van de doema zal veroorloven, terwijl
later de verdere ontwikkeling van het
beginsel van algemeen kiesrecht zal
overgelaten worden aan de wetgevende
macht.
3o. Als onveranderlijke regel te
stellen, dat geen wet in werking zal
treden zonder goedkeuring van de Rijks
doema en dat aan de door het volk
gekozenen de mogelijkheid zal gegeven
worden eener daadwerkelijke deelne
ming aan het toezicht op de wettigheid
van de daden der overheid.
Wij roepen alle getrouwe zonen van
Rusland op om zich hun plicht jegens
het vaderland te herinneren, te helpen
de troebelen te doen ophouden en samen
met ons al hon krachten te wijden aan
het herstel van rust en vrede op hun
geboortegrond.
Gegeven te Peterhof 17/30 October*
1905 in het elfde jaar onzer regeering.
NIKOLAAS.
Eindelijk is het er dan toch van ge
komen. De Russische regeering heeft
ten langen leste ingezien, wat voor
iedereen reeds lang onbetwistbaar dui
delijk was, dat zij het worstelen tegen
den stroom in niet vol zou kunnen
houden, en dus heeft Rusland een grond
wet gekregen.
Zal dit nu voldoende en niet te laat
zij n V De tijd zal ook dit leeren.
Overal werd het manifest met geest
drift ontvangen. Men schudde elkaar
op straat de hand, velen vielen elkaar
in de armen. De stakers hebben uit
zichzelf den arbeid hervat. Te Moskou
werd een stoet gevormd, waaraan wel
10,000 menschen deelnamen, die volks
liederen zongen.
Een groote betooging had daar plaats
voor het paleis van den gouverneur-
jeneraal; men eischte vrijlating der
wegens staatkundige vegrijpen gevan
gen genomen personen. Toen de me
nigte een gevangenwagen wilde open
breken, schoten de begeleidende agen
ten met hunne revolvers; de menigte
antwoordde op dezelfde wijze en er
werden twee menschen gedood en twee
gewond.
Te Poltawa werd de geestdrift ge
stoord door een geheel ongegronden
aanval van kozakken en infanterie op
het juichende volk; tal Yan personen
zijn daarbij omgekomen. Te Kisjinef
werden evenzoo eenige personen bij
een dergelijk voorval gewond, en de
algemeene vreugde verstoord.
„Welaan hernam van Arkel plecht!
„dan zullen wij morgen onzen plicht
doen, en met het zwaard zoeken, het
geen woorden ons niet kouden ver
schaffen."
Twee gesmoorde zuchten stoorden de
stilte, die op deze verklaring volgdezij
werden geslaakt door Hendrina en hare
vriendin, die hare betraande oogen achter
de blanke hand verborgen hielden.
„Het smart mij, Mathildazeide van
Arkel bewogen, „dat ik uwen broeder
niet in uwe armen kan voeren gij hoort
het-, de vader geeft zijnen zoon over aan
het lot, dat hem wacht onder de ïuwe
handen van den woesten en moordzieken
hoofdman zijner benden. Stel u echter
genisteenen kleinen tijd en wij'zullen
hem bevrijd hebben."
„O heer Arnoldsnikte de maagd
smartelijk, „ga nogmaals tot mijnen vader,
smeek iiem om het ontslag van mijnen
broeder. Eiken dag, dien hij op den
Stins doorbrengt, loopt zijn leven gevaar.
Gij weet het niet welken haat de vreese-
lijke Huch hem toedraagt. Maar neen,
neen, zelve zal ik tot mijnen vader
gaan, ik
Ik zal u volgen, Mathilda I" viel Hen
drina hare vriendin in de rede. „Ik
zal u volgen en te zamen zullen wij
ons aan de voeten werpen. O, mijn
broedersta ons toe, dat wij dadelijk
ons op weg begeven
„Het zoude u niet baten» edele freule
van Voërst!" zeide Arnold, terwijl zijn
ochtig oog met een onbeschrijfelijk ge
voel van innige liefde en achting aan
het wezen hing, dat daar voor hem zat,
schooner dan ooit, nu hare reine vlek
kelooze ziel, van elk hulsel ontdaan, open
en bloot op het bleeke gelaat lag uitge
drukt, bekoorlijker dan immer, nu in
dat schoone blauwe oog een dikke traan
parelde, die de zuster stortte over het
leed van den broeder. „Het zoude u niet
baten, edele freule, want uw vader heeft
stellig verklaard, dat hij niemand meer
tot zich zal toelaten, om over zijnen zoon
of zijnen Stins te spreken, Vertrouw
echter op de belofte van zijn hoogeer
waarde en," voegde hij er somber bij
„kan mijn lpven uwen broeder bevrijden
dan zal hij morgen gered worden
„Neen neen kreet Mathilda, terwijl
zij opvloog en als in bedwelming Arnolds
hand greep; „waag u niet onder het
bereik van den woesten Hughom God
wil spaar
Eensklaps zweeg zij, en blozend het
hooggekleurd gelaat nederslaande, trok
zij hare zachte hand, die Arnold stuip
achtig gedrukt had, snel terug. De ver
warring der blozende maagd werd ver
meerderd door het diepe stilzwijgen
hetwelk op hare hartstochtelijke woorden
volgde, en toen zij op de rustbank was
terug gevallen, verborg zij het, met rooder
gloed over togen gelaat, aan de borst van
hare vriendin Hendrina.
De Tsaar is Dinsdag te Petersburg
geweest voor het eerst sedert hy,
den 19en Januari, de Newa zpgende.
De kozakken te Petersburg begrepen
er niets van. Zij konden niet vatten
waarom het volk op eens „God be-
scherme den Tsaar" zong, in plaats van
revolutionaire liederen. Maar het volk
was grootmoedig voor zijn beulen. Het
klopte de paarden op den nek, behan
delde de ruiters vriendelijk, en voegde
hun toeJe kunt nu wel naar huis
gaan. We hebben je niet langer noodig;
we hebben nu onze vrijheid.
De Daily Mail vernam uit Petersburg
dat de opgewondenheid in de stad nog
toenemende was. De leiders van de
revolutionaire partij gaan voort met
groote volksmenigten toe te spreken.
De bevolking verdeelt zich hoe langer
hoe meer in duidelijk gescheiden kam
pen. Men heeft het kamp met de
witte vlag, dat voor de nieuwe grondwet
ishet kamp met de zwarte vlag, het
zinnebeeld van de bourgeoisie, de kleine
kooplui en de winkeliers, die dreigen
met de verschrikkingen van den burger
oorlog (die m. a. w. de onruststokers te
lijf willen gaan). Maar de revolutionaire
roode vlag krijgt elk uur duizenden
nieuwe aanhangers. De wit- en zwart
vlaggen hebben veel gemeen, maar
worden gesteenigd overal waar zij de
rooden tegenkomen; De revolutionaire
leiders schreeuwen zich heesch, van
een dozijn inderhaast gemaakte spreek
gestoelten af, voor revolutionaire soli
dariteit en de vernietiging van alle
sporen van het tegenwoordige regeer-
stelsel.
In dezen tusschentyd had Razoriius
zich op zyne teenen verheven en, den
?oor hem staanden hopman een stoot
gevende, waarop deze zijn hoofd met een
barsen gezicht had omgekeerd, had de
heelmeester hem iets in het oor gefluis
terd, hetwelk van eenen aangenamen
aard moest geweest zijn, want toen Wal
ter zich weder van zijoen trompetter af
wendde, was de vorige gramstorigheid
geweken, en een glans van vreugde lag
op pju gelaat uilgedrukt.
„Ik bemerk, uwe hoogedelezeide
hij, een paar stappen den zetel van van
Arkel naderende, en met angstvallige
stiptheid eenen krijgsmansgroet afleg
gende, „dat deze edele vrouwen bijzon
der veel belang stellen om den jongen
baron van Yoërst uit den Stins bevrijd
en in het legerkamp te zien, en naar
dien het een betamelijke plicht van elk
braaf krijgsman is om de vervulling van
feen billijk verlangen bevorderlijk te zijn,
zoo ben ik bereid om met dezen mijnen
trompetter het stuk werk te ondernemen
en den ridder te verlossen uit de han
den van den rooden schurk Huch."
De stoute verklaring 'wekte de verba
zing van alle de aanwezigen aller oog
was eensklaps gericht op den manhafti-
gen hopman, en op den dwergachtigen
heelmeester, wiens gelaat thans ook on
bezweken standvastigheid verried.
Wordt vervolgd.)