BE ST1\S VOËltST.
^o. 58.
Woensdag 25 October 1905
2S° JiKU'U.
Nieuws- en Advertentieblad
3,\ 166
voor Z e e u w s c h - V1 a a 11 d e r e 11.
F. DIELEMAN*
Opzichter,
Buitenland.
FEU I I. I. ET O N.
AXELSCHE
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders van
AXEL roepen op, sollicitanten naar de
betrekking van
op het bouwen van woningen enz., in
verband met de Bouwverordening dezer
Gemeente.
Jaarwedde flOO,—
Sollicitatie op zegel franco in te
zenden vóór of op den 28 October
a. s., aan den Burgemeester te Axel.
Axel, den 17 October 1905.
Burgemeester en Wethouder* voornoemd
D. J. OGGEL.
De Secretaris,
J. A. VAN VESSEM.
DUITSCHLAND.
Bebel heeft in de Vorwhrts een lange
verklaring openbaar gemaakt over zijn
erfenis, daar men hem verweten had
dat hij „maar" 45,000 mk. aan dé
partijkas afgestaan en 200,000 mk. voor
zichzelf gehouden heeft.
Zyn betoog- komt hierop neer dat de
sociaal-democratische partij tegen het
„allemaal deelen" is en dat zijne „prole
tariërsvilla" voor tweederden bezwaard
is. Dit laatste zal nu wel niet meer
het geval zijn.
Bebel heeft overigens gelijk met de
leer toe te passen: wie het kruis heeft,
zegent zich. De grondleggers van het
socialisme hebben nooit het recht van
bestaan van kleine kapitalisten ontkend,
al zouden zij 200,000 mk. misschien
wel wat veel hebben gevonden voor
een man. Maar hoe dan ook, het lijkt
een beétje afgunst om niet dankbaar
te zijn voor hetgeen hij in de partijkas
gestort heeft. En dan is Bebel een
man met een grootmoedig hart, die
zeker, waar de gelegenheid zich opdoet,
de misdeelden die tot hem komen, niet
met leege handen heen zal zenden.
FRANKRIJK.
De Kamer van in beschuldiging
stelling heeft eenige personen verwezen
naar het hof van assisen van de Seine,
ter zake van den aanslag in de rue
Rohan, gepleegd tegen koning Alphonsus
en president Loubet. De personen die
terecht zullen staan zijn Avino, genaamd
Farras, wegens poging tot moord op den
koning van Spanje, den president der
republiek en verscheiden personen uit
het gevolgCharles Malato en Caussanel
wegens medeplichtigheid aan de poging
tot moord en Wegens het in voorraad
hebben van ontplofbare stoffen. Ook
Vallina en Harvey worden beschuldigd
van het bewaren van ontplofbare stoffen.
De eerstgenoemde beklaagde, Avino,
is echter voortvluchtig.
BELGIE.
De Kamer heeft goedgevonden beide
voorstellen betreffende den doorsteek,
dat van de Lantsheere voor een com
missie van enquête, en dat van Helle-
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolse/ie Geschiedenis (1362}.
U2)
„Het zal waarachtig den bisschop later
berouwen, in u eenen dienaar verloren
te hebben, die bovenmenschelijke scherp
zinnigheid met fijn overleg vereeoigde;
zoo zelfs dat, waar ik nog geen enkel
wolkje ontdek, uw oog reeds een onweer
Ziet opkomen, dat de halve aarde met
verwoesting dreigt. Kom, bid ik u,
mijne botheid een weinig te hulp met
uw onvergelijkelijk vernuft, en beproef
of gij mij eenige overtuiging kunt geven,
dat ik onvoorzichtig zoude doen, uwe
gewichtige hulp te verwerpen
„Gij schijnt onbewust te zijn, heer van
Voërst, dat de bisschop met een sterke
krijgsmacht voor uwen Stius ligt."
„Het bericht daarvan is reeds tot mij
overgekomen. Verdei-, zoo gij wilt
„Dat de Stins morgen door de macht
van van Arkel en de Zwolscheu zal be
rend worden, is u wellicht ook reeds
bekend?"
„Ik verwachtte zulks, en dit komt
derhalve op hetzelfde neêr."
„Bij den heiligen kelk! ik begin bijna
te vreezen, dat ik de dingen te donker
putte voor het sluizenkanaal, in over
weging te nemen. De regeering verzette
zicfi niet tegen het in overweging nemen.
Voorloopig gaat de openbare behande
ling van het regeeringsontwerp voort.
Komende Vrijdag is door den voorzitter
vastgesteld als de dag, dat de afdeelingeu
zullen bijeenkomen om over het voorstel
van de enquête te beraadslagen.
De Kamervergadering is Vrijdag bijna
geheel in beslag genomen door een
rede van Hoyois, die zoo uitvoerig was
in zijn betoog, dat een van de leden
niet kon nalaten den spreker te ver
zoeken, of hij niet een grooten doorsteek
in zijn rede wilde maken.
De heer Hoyois is eer geneigd voor
dan tegen het ontwerp te stemmen.
Hij heeft echter bezwaar tegen de
samenkoppeling van het ontwerp voor
de nieuwe forten met het ontwerp tot
verbetering van de havenwerken van
Antwerpen. Tal van uitspraken van
deskundigen wist hij aan te voeren om
te bewijzen, dat de bewering der regee
ring, dat het leger met zijn tegenwoor
dige getalsterkte die forten zou kunnen
bezetten, onhoudbaar was.
Een ander spreker, Rosseeuw, betoonde
zich een tegenstander van het ontwerp,
vrijwel op dezelfde gronden als Mélot,
die een paar dagen geleden gesproken
heeft. Hij is bang dat de forten veel
meer zullen kosten dan nu de raming
is, en te beweren dat de tegenwoordige
getalsterkte van het leger voldoende
zou zijn voor de nieuwe forten van
Antwerpen, dat staat volgens Rosseeüw
gelijk met ontkennen dat de zon aan
den hemel staat.
heb ingezien," zcide de monnik spottend.
„Dat de bezetting van den Stins op dit
oogenblik zonder hoofd en aanvoerder
is, zal voorzeker ook reeds bii u bekend
of althans vermoed worden, en dus
„Alle duivels! wat zegt gij, monnik?;
riep de baron ontsteld en met heete
drift
„Ha!" hernam Willi bald lachende,
„dit is dan toch iets dat u onbekend is,
en mij van eene te duistere voorstelling
van uwen toestand kan vrijpleiten. Ik
zeg, baron van Voërst!" ging hij met
nadrukkelijke stem voort, „dat uw Stins
morgen tegen den bisschop zal verdedigd
worden door uwe krijgslieden, zonder
dat er een bekwaam hoofd is, 'twelk de
verdediging kan besturen, of eene krach
tige vuist, die het zoo noodige voorbeeld
aan uwe wapenknechten kan geven."
„En Huch dan? de hoofdman mijner
röode bende!" antwoordde Sweder met
eene uitdrukking van angstige spannin
op zijn gelaat.
„Het gerucht zegt, dat hij gisteren
avond bij het gevecht gevallen is, maar
wijl hij niet onder de gesneuvelden is
gevonden, zal dit zekerlijk een uitstrooi
sel uwer vijanden'ziju. Doch dit is zetter
dat hij doodelijk gewond is zoodat hij...."
„Gij liegt, valsche paap, bij dan duivel,
gij liegt!" schreeuwde de baron woest.
Willibald trok medelijdend de schou
ders op, toen hij antwoordde: „ik zoek u
mijnë verzekeringen niet op te dringen,
ZWEDEN en NOORWEGEN.
De naam Haakon VII is voor den
nieuwen koning vanNoorwegengelukkig
gekozen. Zoo heetten de koningen in
een roemruchtig tijdperk van het vrije
Noorwegen. Toen koning Haakon VI
in 1380 stierf, kwam Noorwegen onder
Denemarken. Ruim vierhonderd jaar
later, in 1814, trad het in de unie met
Zweden, maar eerst nu voelt het land
zich waarlijk weer zelfstandig en vrij.
Ook hierom zal de naam Haakon den
Noren welgevallig klinken, omdat het
een echt Noorsche naam is. In de
laatste jaren is er een streven om de
vele ingevoerde eigennamen te ver
vangen door goed Noorsche.
Men maakt er opmerkzaam op, dat
de moeder van prins Karei van Dene
marken wel een Zweedsche prinses is,
maar niet een dochter van koning Oscar.
Zij is de dochter van wijlen Karei XV,
den vorigen koning van Zweden en
ouderen broeder van koning Oscar.
Haar moeder was prinses Louise der
Nederlanden, geb. 5 Augustus 1828,
gestorven 30 Maart 1871, dochter van
prins Frederik. Als prins Karei dus
koning van Noorwegen wordt, komt
een kleinzoon van een Nederlandsche
prinses en achterneef van onze koningin
op den Noorschen troon. Onze koning
Willem I was zijn bet-overgrootvader.
RUSLAND.
Een onafgebroken relaas van moorden,
plunderingen, brandstichtingen door het
volk en slachtingen door politie en
Soldaten onder het volk aangericht,
blijft de dagelijksche kroniek van het
heer Sweder! het staat geheel aan u, in
hoe vem^ gij aan mijne woorden geloof
wilt hechteu. Zie echter toe, dat gij het
wantrouwen niet te var drijft en iets
loochent, hetwelk uw eigen gevoel u
moet zeggen dat waarheid is. Dat uw
hoofdman Huch gewond, doodelijk ge
wond is, kan ik u plechtig verzekeren,
en bij eenig nadenken geloof ik, dat
allen twijfel daaromtrent bij u zal op
houden. Indien hij in staat ware ge
weest, aan het gevecht deel te nemen,
zoude hij zich dan niet aan het hoofd
zijuer bende hebben gesteld, toen gij
met uwe krijgslieden uit de hinderlaag
te voorschijn ruktet, en is Huch toen door
u opgemerkt? hebt gij zijne slagen zien
vallen? hebt gij zijue stem gehoord? En
toen de Zwolscheu u in hun midden
wegvoerden, zoude uw hoofdman niet
eerder zijn leven gegeven hebben, voor
hij u in de macht der poorters had ge<-
laten? en wat is er ter uwer bevrijding
verricht? een paar zwakke aanvallen op
de achterhoede der Zwolsche boogschut
ters, en toen is uwe bende afgetrokken
ik vraag u
„Bij den hemel, hij heeft gelijk!" riep
Sweder in wilde vervoering zich met de
gebalde vuist tegen het voorhoofd slaande.
Eeu levendige straal van blijde aan
doening flikkerde in den blik van den
priester, toeu hij aanvankelijk zijne list
z ig gelukken, maar ook op het sombere
gelaat van den baron brak weder de
glans éener nieuwe hoop door, toen hij
iel vervolgde: „Maar de graaf Van
Schuilenburg is immers op den Stins
wat raast gij dus, schreeuwende kaalkop,
dat mijn volk zonder aanvoerder is."
„Bij de heilige mis hernam Willibald
met een vertoon van verrassing, „dat was
mij geheel ontschoten. Vergeef mij edele
heer, indien ik u noodeloos schrik heb
aangejaagd, want de dappere en krijgs
haftige graaf Gunther is gewisselijk een
waardig plaatsvervanger voor u of uwen
hoofdman Huch
„Monnik! duivel! wat beteekent die
spotachtige lach brulde de baron, ter
wijl hij met stuipachtigen greep zijne
hand om den arm van den pater sloeg.
„Ik stelde mij voor, hoe spoedig de
graaf van zijn tijdelijk oppergebied over
uwen Stius zal afstand doen, als hij het
kasteel in handen van Van Arkel levert,"
antwoordde Willibald langzaam.
„Dat zal hij nietdat zal hij niet
schreeuwde Sweder woest, terwijl zijne
vonkelende oogen in vreeselijke vertwijfe
ling in zijn hoofd rolden.
„Ik zal u niet behoeven te zeggen,
heer baron, dat graaf Gunther zich gaarne
het knellende juk van den hals zal willen
schuiven, nu Lij zoo geheel alleen dezen
last moet dragen; wanneer dus van Arkel
hem voorslagen doet, die voor den Schui
len burger niet nadeelig zijn, zal hij deze
dan weerstand bieden of den Stins over
geven