DE STBS VOËRST.
i\o. 42.
Woensdag 30 Augustus 1005.
21e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. Dl EL till AA,
DANSMUZIEK
Buitenland.
FEU1LLET ON.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Burgemeester van AXEL, maakt
bekend dat op het aanstaande Konin-
ginnefeest geen
mag plaats hebben.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
Te New York wint een gerucht veld,
volgens hetwelk president Roosevelt
een rechtstreeks persoonlijk beroep op
den keizer van Japan heeft gedaan in
verband met de vredesonderhandelin
gen. De President moet de zaak min
der optimistisch inzien. Hij heeft tele
grammen gewisseld met M' Cormick
en met Tower, beiden oud-gezanten bij
het Petersburgsche hof. De inhoud is
geheim gehouden. President Roosevelt
zou weer een nieuwe oplossing, even
wel weinig verschillende van de reeds
vermelde, hebben voorgesteld.
De correspondent van het Nowoje
Wremja te Portsmouth verklaart nog
eens nadrukkelijk, van gezaghebbende
zijde tot de verklaring gemachtigd te
zijn, dat Rusland niet bereid is, een
vermomde oorlogsvergoeding te betalen.
De gevolmachtigden van Rusland zul
len geen haarbreed toegeven, zegt hij,
en een oorlogsvergoeding zal in geenerlei
vorm aan Japan uitbetaald worden. Ja
pan moet toegeven of den oorlog om
het geld voortzetten.
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362)
»Wij zullen ons thans moeten bezig
houden met de noodige middelen tot
verdediging te beramen, vriend Gunther
zeide de baron Van Voërst, toen hij zich
met zijnen bondgenoot in eene, in hit
achterste gedeelte van den burcht gelegen,
zaal had nedergezet.
Vóór wij daaraan beginnen," ant
woordde Gunther, beschouw ik het als
eene noodzakelijke behoefte, ons eerst
een weinig te verfrisschen, niet omdat
ik van dezen nachtrit te vermoeid ben,
maar wijl een teug en een mondvol op
eene ongeloofelijke wijze het menschelijk
verstand opscherpt en wakker maakt.
En daarenboven was die malvezy, welke
wij dezen nacht te Harderwijk dronken,
zoo schelmachtig met water aangelengd,
en de reebout, welke ons de schurkachtige
kastelein opdischte, zoo onmenschelijk
taai, dat de kerel niets beters verdient,
dan dat nimmer de voet van een reiziger
zijne bedriegelijke herberg weder binnen
treedt."
ffUit de wijze, waarop gij u met den
malvezy en het reevleesch hebt bezig
Een nieuwe Japansche torpedojager
is te Kobe te water gelaten. Hij is ge
doopt Menohi en het vijfde van een
vloot van 25 van zulke vaartuigen, die
nu in Japan in aanbouw is.
DUITSCHLAND.
De gemeenteraad van Elberfeld hee ft,
met instemming van den opperburge
meester, besloten, om den rijkskanse
lier en het ministerie dringend te ver
zoeken, de voorschriften in te trekken
welke den invoer van gezond buiten-
landsch vee en vleesch in Duitschland
verhinderen.
De Offenbacher Ztg. deelt mede over
het ongeluk op het manoeuvreterrein
in de Senne dat de aanval van de
Beiersche lansiers tegen de brigade van
de Hessische ruiterij zoo scherp werd
uitgevoerd, dat hij niet meer rechttij-
dig te stuiten was. De brigade-staf en
de regementsstaf van de Hessen en een
deel van het tweede eskadron van dat
regement werden onder den voet ge
reden, waarbij tal van menschen kwet
suren kregen. Kolonel baron v. Wal-
denfels, de bevelhebber over de brigade,
viel, doordat zijn paard een diepen
lanssteek in de zijde kreeg; hij zelf
bleef ongedeerd. Luitenant-kolonel v.
Bernuth, de commandant van hef 23ste
Hessische dragonders, viel ook en brak
een been. De trompetter van den staf
en vele onderofficieren en manschap
pen kregen lanssteken of trappen van
de hoeven der paarden. Acht paarden
zijn gedood, en verscheidene andere
gewond.
gehouden," hernam Sweder lachende,
terwijl een schildknaap hem ontwapende,
en eene andere kleeding aandeed, //had
ik gedacht, dat gij meer redelijk over
den Harderwijker herbergier zoudet
geoordeeld hebben."
//Dat ik tegen mijnen zin, en bijna
met walging, den vervalschten wijn
dronk," zeide Gunther met een droog
gezicht, ff kwam door den sterken dorst,
welke mij kwelde, want ik had des
middags een stuk walvischtong aan den
bisschopsdisch gegeten, die door den
onhandigen kok zouter was gemaakt dan
zij ooit was, toen zij nog het zilte zee
water inslikte. En dat ik de reebout
niet bij de eerste bete van mij afschoof,
was, wijl ik hoopte, dat zij van binnen
malscher en zachter zoude zijn, waarom
ik het mij getroostte, om de buitenste
taaie sneden, hoewel met moeite, te
nuttigen maar toen ik eindelijk op het
been stiet, en het vleesch hoe langer zoo
taaier werd, kon ik, met den besten wil,
geen een enkel brokje meer verduwen.
En dat in waarheid het vleesch bijna
niet te gebruiken was, bleek duidelijk,
toen ik den schotel aan een uwer lans
knechten toeschoof, want nauwelijks had
de man een paar monden vol geproefd,
of hij stiet met verachting den onchriste-
lijken reebout van zich af, even als of
hij zich bezondigde, met op dat taaie
vleesch langer zijne tanden stuk te
bijten."
Een oud gebrekkig mijnwerker te
Halle, die met twee krukken loopt,
kreeg op zekeren dag bij familie van
hem ruzie. De vrouw des huizes wees
hem de deur, maar nam eerst zijne
krukken weg en wierp die naar buiten.
Daar de man echter zonder krukken
geen stap kan doen, moest hij zoo lang
in de kamer blijven tot men hem er
uit droeg. Omdat hij echter „zonder
verlof in huis vertoefde" veroordeelde
de schepenrechtbank hem wegens huis
vredebreuk tot 10 mk. boete.
In hooger beroep zal dit vonnis wel
niet bekrachtigd worden.
RUSLAND.
De Tsaar moet nu Boelygin's ontslag
hebben aangenomen en zal waarschijn
lijk graaf Ignatief, oud- gouverneur-ge
neraal van Kief, in zijn plaats tot mi
nister van binnenlandsche zaken be
noemen.
De aangekondigde staking der spoor
wegbeambten is op verschillende lynen
begonnen, blijkens een telegram uit
Libau. Het aantal stakers neemt snel
toe.
Tydens de kermis te Lihoska in het
district Werchnedneprowsk is een groote
menigte boeren op de kramen aange
vallen en heeft beestachtig huisgehou
den. Bij de plundering op groote schaal
werden de kooplui deels vermoord deels
verminkt, de meesten werden de oogen
uitgestoken en de ooren afgesneden.
Toen kozakken aankwamen tot herstel
der orde was het dorp grootendeels
verwoest.
z/Gij meent, op het harde been, vriend
Gunther," zeide Sweder lachende, //want
toen mijn dienstman den schotel, welken
hij maar korte oogen blikken voor zich
gehad had, wegschoof, bemerkte ik, dat
er niets meer op lag, dan enkel de
afgekloofde schinkel."
//Het is bijna onbegrijpelijk hernam
de graaf, het hoofd schuddende, ffwat
de magen dier krijgslieden in ongeloofelijk
korten tijd niet al kunnen verduwen,"
en wellicht had hij dit met sprekende
voorbeelden nader toegelicht, toen een
paar dienaren een vroegmaal binnen
droegen en op de tafel nederzetten. Dit
brak eensklaps den loop van Gunthers
denkbeelden af, en hield hem weldra in
zoodanige mate werkdadig bezig, dat hij
elke herinnering van den schelmschen
herbergier met zijue waterachtige malvezy
en taai reevleesch scheen vergeten te
hebben.
Gij behoeft u niet te overhaasten,
graaf Gunther," zeide Sweder spottend
lachende, toen hij de drift bemerkte,
waarmede de Schuilenburger op de ge
reed gezette spijzen aanviel, »wij hebben
tijd genoeg vóór wij onze beraadslagingen
beginnen kunnen, want hoofdman Hugh
zal nog eenigen tijd werk hebben op
den zuidertoren."
z/Ik haat de overhaasting nergens meer,
dan aan den disch," antwoordde de
Schuilenburger met vollen mond, „en
veracht daarom die schrokkers en vraten,
De correspondent van Politiken te
Libau seinde Donderdag:
„Nadat de landheeren uit den omtrek
hun vrouwen en kinderen te Konings
bergen in veiligheid hadden gebracht,
zijn zij teruggekeerd. Zij hebben op
hun landgoederen volk om zich verza
meld en op vele plaatsen beginnen zij
tegen de boeren een geregelden krijg
te voeren. Vluchtelingen, die te Riga
en hier te Libau zijn aangekomen, ver
tellen dat de edelen, aan de spits hun
ner vrijscharen, op de landwegen rond
trekken en alle voorbijgangers die er
armoedig gekleed uitzien en een wapen
dragen afmaken."
De verhalen van deze vluchtelingen
lijken sterk gekleurd. Het schrikbe
wind van de oproerlingen in de Oost-
zee-provincies moet wel ernstig zijn,
maar dat de landedelen hun leven en
have in nog grooter gevaar zouden
gaan brengen door nu ook zelf aanval
lend op te treden, is minder waarschijn
lijk.
SERVIË.
Prins Alexander, tweede zoon van
koning Peter, gaat begin September
naar St. Petersburg, waar hij met bi-
zondere toestemming van den Tsaar
in het korps pages wordt opgenomen.
In Servische hofkringen hoopt men,
dat dit persoonlijk gunstbewijs van den
Tsaar aan de positie van koning Peter
bij de overige Europeesche hoven ten
goede zal komen.
TURKIJE.
Munir-bei, de Turksche gezant te Pa-
rys, is naar Konstantinopel ontboden
welke met onbesuisde drift de kostbaar
ste spijzen en lekkerste beten naar bin
nen zenden, met even veel genot en
streeling voor de tong, alsof zij hunne
kakebeenen met een handvol droge
paardenboonen hadden bezig gehouden."
Hier trad Hugh de zaal binnen, en
bleef zwijgend en in eene houding, welke
half naar eerbied en half naar vrijpos
tige gemeenzaamheid zweemde, aan den
ingang staan, tot zijn heer hem toewenkte,
op eenen zetel naast den graaf Van Schui
len burg plaats to Bemen. //Hebt gij dat
vreemdsoortig gespuis bij elkander opge
sloten, Hugh?"
//Zij zitten in de pijuigkamer, uwe
edelheid," antwoordde de hoofdman,
z/maar bijna had ik gevreesd, dat wij
het schoone paar hadden moeten scheiden,
wijl het krankzinnige wijf, met duivelsch
geweld, den valschen schurk te lijf wilde,
zoodat onze beide lansknechten moeite
genoeg hadden, hare ontvleeschte armen,
die als molenwieken om haar heen vlogen,
vast te houden. En toen zij eindelijk
in het hok werd losgelaten, vloog zij op
haren metgezel toe met eene woede, als
of zij hem met hare tanden wilde ver
scheuren, terwijl zij eene brabbeltaal
uitstiet, waarvan wij weinig begrepen,
doch die de Oosterling zeer goed scheen
te verstaan, want bij elk woord, hetwelk
zij sprak, zagen wij hem verbleeken en
sidderen. Hoe deze beiden elkander
verder verdragen zullen, zal de tijd