No. 341. Woensdag 2 Augustus 1005. «faarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. F. Dl EL EM AN, Buitenland. FEUILLETON. 01 li UT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3;2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DE OORLOG IN 00ST-AZIE. De Petersburgsche correspondent van de Eclair meldt dat Japansche troepen in grooten getale Nikolajefsk, aan den mond van den Amoer, naderen. Uit een telegram uit Tokio blijkt, dat de Japanners inmiddels op Sacha- lin reeds zoo goed als afgerekend heb ben met de Russen. Het Alexandrowsk, dat admiraal Kataoka in brand gescho ten heeft, is Alexandrowsk II op het vasteland aan de Castriesbaai. Het Alexandrowsk, op Sachalin, is voor brand gespaard gebleven en daar wap pert thans de Japansche vlag van de vroegere woning van den Russischen gouverneur. De militaire deskundigen zien in de operaties van de Japanners in Siberië een bewijs dat Ojama zich in Mantsjoe- rije voorshands sterk genoeg voelt om Linjewitsj het hoofd te bieden en ddt er dus geen reden is, om aan te nemen dat de militaire toestand daar na den slag van Moekden een wijziging ten gunste van de Russen heeft ondergaan. Het tegendeel zou weieens waar kunnen blijken, zoodra de krijgsverrichtingen in het gebied van, den Amoer zoover gevorderd zijn, dat de Japanners daar, door een beweging tegen de Russische verbindingslijn, kunnen samenwerken met de legers van Ojama. DUITSCHLAND. Over het Pransch-Duitsche incident aan de grens van Kameroon heeft Historisch Romantisch Tafereel. uit de Zwolsche Geschiedenis 1362 Ook Arnhold, die sedert de plotselinge verdwijning van den Oosterschen magi, weinig deel had genomen aan hetgeen verder aan den maaltijd was verhandeld en voorgevallen, was uit zijne peinzende houding opgerezen, om op Van Arkels wenk de eetzaal te verlaten het bevel van den bisschop om te blijven hield hem echter in het vertrek terug, en toen beide alleen daarin waren achtergebleven, en eene diepe stilte weder rondom hen heerschte, zeide de bisschop op eenen hartelijken, gemeenzamen toon „Gij verwacht ongetwijfeld, dat ik u iets mededeel omtrent den vreemde, die ophelderingen nopens uwe geboorte zoude geven." „Te vergeefs zoude ik dit willen ont veinzen," hernam Arnhold, „maar wat het ook zij, dat uw hoogwaarde mij van hem zoude kunnen zeggen, ik ben voor bei eid om de smartelijkste teleurstellingen te ondergaan, sedert hij dezen middag zich als eenen gemeenen bedrieger heeft doen kennen, heb ik alle hoop opgegeven, om uit zijnen mond het waarachtig de maatschappij Südkamerun aan de Köln. Ztg. medegedeeld dat, volgens particuliere inlichtingen, bij de botsing te Misoem-Misoem vier Senegaleesche fuseliers doodgeschoten en vijf gevan gen genomen zijn. De gedoode onder officier, dien de Duitsche kapitein Scheu nemann neerlegde, had. zich onbe schaamd gedragen, gelijk men dat van de Senegaleezen gewend is, De Fran- schèn zoudèn verklaard hebben dat er een toestand van oorlog bestond en versterkingen ontboden hébben. BELGIE. Donderdag had het bezoek van Ko ning Leopold aan Antwerpen plaats. Van bijzonder belang in verband met „de" quaestie, die op het oogenblik de gemoederen onzer Zuiderbroeders ont roert, was het bezoek aan de beurs, waarvan Reuter reeds een kort relaas seinde. M. Corty, voorzitter der Handelska mer, begroette Z. M. in naam van den handel van Antwerpen. Hij drukte de getrouwheid uit van den Antwerpschen handel tegenover het Koningshuis. Hij maakte het historiek der haven in den loop der 75 jaren onzer onaf hankelijkheid. En hij besloot dat de haven, zooals thans te klein geworden is. De handel heeft betrouwen in het Koningshuis, dat immer een hart en een oog Wist te hebben voor de levens belangen der handelsmetropool. Spreker hoopt, dat het wetsontwerp op waardige wijze de loopbaan van bericht van mijne afkomst en geboorte te vernemen." „Ik mag u dan ook niet langer met eene ijdele hoop streelen," antwoordde de bisschop, bewogen met de smart van zijnen kweekeling„want hoewel ik in hem den goochelaar uit Grenoble heb herkend, is echter mijn vertrouwen op hem geheel geweken, nu hij zich met deze laaghartige bedreiging heeft inge laten, en al ware het, dat ik hem nog mijn vertrouwen zoude kunnen schenken, of bereid was, om aan zijne woorden, Indien zij door deugdelijke bewijzen werden gestaafd, eenig geloof te slaan, dan nog zouden wij te vergeefs op zijne terugkomst wachten, want reeds langer dan een uur had hij, volgens mijn bevel, op het paleis terug moeten zijn, en uit dit verwijl kan ik niets anders afleiden, dan dat hij ook mij heeft herkend, en dus vreest, van de hand des bisschops van Utrecht gerechte straf te ontvangen voor zijnen kinderroof en opzettelijk bedrog." „Ik had dit verwacht," hernam Arnhold met eenen bitteren grimlach, „ik wist het, dat er voor den bastaard geene hoop meer bestond. De hemel zij gedankt, dat ik thans volkomen zekerheid heb, dat mijn bestaan eeuwig duister zal zijn nu kan ik mij ongestoord toewijden aan uwen dienst, en mag ik bij den toe komenden strijd met mijn leven de schuld afbetalen, die uwe vaderlijke goedheid onzen beminden Koning moge bekronen. De Koning antwoordde hierop; M. H. „Ik heb met al de aandacht, die zij ver dient, de zaakrijke redevoering aange hoord, waarvan M. Corty, de achtbare voorzitter der handelskamer van Ant werpen, lezing gegeven heeft. Ik ben gelukkig mij omringd te zien door al de vertegenwoordigers van den Antwerpschen handel en eens te meer in hun midden mijn onwankelbare en meer dan 50 jaren oude toewijding te betuigen, aan de zaak der ontwikkeling onzer groote haven. M. Corty heeft den lof gemaakt van het ontwerp, dat de Regeering aan de Kamer heeft aangeboden en heeft nooit beter en meer naar waarheid gezegd: dit overgangsontwerp is alleszins be vredigend, breed en overeenstemmend met de tegenwoordige behoeften. (Bravoj M. Corty heeft herinnerd wat er in 1834 is voorgevallen, al de vrees en duistere voorspellingen, die toen in Je Kamer werden uitgedrukt bij den bouw der spoorwegen, een vrees die in Frank rijk de uitstekende M. Thiers zelf deelde. (Algemeen gelach.) Zooals gij het herinnert, onze spoor- weginstellingen zijn overal te,bekrom pen en hun herbouwen zal veel meer kosten dan het ontwerp betreffende Antwerpen kosten zal. Er is groot belang in het voorzien der toekomst, overal wanneer men kan steunen op het eenparig gevoelen van de specialisten van ons korps van bruggen en wegen, waartusschen er op mij heeft geladen, dan zal ik dit beschouwen als de hoogste, eenigste gunst, welke de hemel aan den verachten, nietigen bastaard ooit verleende Hier zonk het hoofd van Arnhold op zijne te zaam gevouwen handen, en die krampachtig tegen zijn gelaat drukkende, scheen hij de vreeselijke aandoeningen te willen smoren, die in zijnen boezem woelden, en somwijlen eenen diepen snik uit de beklemde borst persten. Innig met de stomme smart van den jongen lijder aangedaan, naderde de bisschop hem, en zijne hand op Arnholds schouder leggende, zeide hij op geroerden toon „Laat liet noodlot u niet geheel onder hare felle slagen nederbuigen toon in deze oogenblikken, dat gij manne lijke zielskracht en sterkte bezit, en al is u dan ook alles ontvallen, mijne vriendschap en liefde zal, zoo veel mogelijk, uw pijnigend leed verzachten." Met hartstochtelijke drift greep Arnhold de handen van zijnen weldoener, doch zijne aandoeningen waren te hevig, om zijn gevoel in woorden lucht té geven, slechts de krampachtige druk, waarmede hij Van Arkels hand in de zijne klemde, was de eeuige tolk van zijue innige dankbaarheid. „Gij hebt uwe begeerte te kennen gegeven, om met mij naar het Oversticht te trekken," vervolgde Van Arkel eenige oogenblikken, „liever echter zie ik, dat gij iu Utrecht achterblijft. Mijne zich bevinden die sedert een kwart eeuw van het Schelderegiem hun bij zondere studie fnaken. In België is men te veel wantrou wend en vitter. Gedurende eeuwen onderdrukt, beklagen de Belgen, en niet zonder redën destijds, het gezag steeds als een vijand. Men vergeet te veel nu, dat het ge zag Belgisch is geworden, in de ziel zelf, en dat in onzen tijd vitten, niet een daad van onafhankelijkheid is, maar eenvoudig' een 'beletsel aan den nationalen vooruitgang van alle Belgen. (Algemeene toejuiching. Lang durige beweging). Want1 het is wel de natie, waaruit alle macht komt, die souverein haar lotsbestemmingen beheert. De natie, die de werken verwaarloost, welke haar toekomst verzekeren; treft haar eigen zélve; en wij, een der meestprac- tische volkeren der wereld, zijn dik wijls onredelijk, tegen onszelf. (Toejui chingen.) Dit wantrouwen, mijne heeren,. is een openbare ramp., (Beweging). Wie zichzelf wantrouwt, gaat niet meer vooruit; hij aarzelt, en de dik wijls ingebeelde vrees van slecht te doen, doet op dezelfde plaats blijven staan. Maar, op de plaats blijven staan, is niet, vooruitgaan; en een volk, dat niet meervooruitgaat, gaat achteruit, glijdt uit op de noodlottige en snelle helling stelt ziph bloot aan te vallen in een doodslaap, dip gelijk staat aan den dood zelf. (Beweging.) Antwerpenaren en Belgen, van alle zuster Hendrina en Mathilda van Voërst, die door den ouden baron schijnt vergeten te zijn, mag ik niet zonder getrouwe hoede te Utrecht latenneem gij het dus op u, om. „Mathilda!" riep Arnhold, woest op springende, terwijl hij zijn Vochtig oog met angstige gejaagdheid op den bisschop vestigde, „om godswil, Van Arkelneem mij mede in den strijdzend mij in het dikste uwer vijanden laat mij de gevaar lijkste punten aanvallen, slechts hier niet, hier kan ik niet achter blijven!" Ue wilde toon, waarin de jonker had gesproken, deed bij den bisschop een donker vermoeden oprijzen, dat Arnhold Pene andere rede had, om Utrecht te verlaten dan enkel uit zueht om den strijd bij te wonen, en hoewel hij het geheimzinnige daarvan zich niet koude i verklaren, eerbiedigde hij toch den wensch van zijnen gunsteling, en gaf hem de toezegging, dat hij het leger naar het Oversticht zoude vergezellen. Toen verliet de bisschop de zaal, om zijne zuster en Mathilda het smartelijk bericht aan te kondigen, dat de vrede tusschen hem en den baron Van Voërst verbroken was, en zij elkander eerlang als openlijke vijanden zouden .unoeten. Arnhold bleef nog een geruitnen tijd voor het hooge kruisraam staan, en blikte {au daar naar den hemel, wafiraau op dat tijdstip de starren in lichtenden gloed vonkelden en, met den zachten glans der

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1905 | | pagina 1