ÜE STINS YOÊRST.
32.
W oensdag 20 '1905.
2ie Jaarg.
:b
lO.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e 11 w s c li - V1 a a 11 d e r e n.
F. iHlXFH lV,
Buitenland.
FEU1LLET ON.
coi rant.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
A X E L.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IN 00ST-AZIE.
De Russen op Sachalin hebben zich
nog hardnekkig verdedigd. Toen zij
hun eerste verdedigingslijn moesten ont
ruimen was het twee uur, na midder
nacht, maar het duurde tot den volgen
den morgen negen uur voordat zij, na
27 uren gevochten te hebben, uit hun
achterwaartsche stelling verdreven
waren.
De bosschen in het zuiden van het
eiland, en de zware mist die er tijdens
het regenseizoen bijna voortdurend
hangt, belemmeren den veldtocht.
In den ochtend van den 17en zijn
vijf Japansche torpedobooten in Pach-
kewitsj-baai, op 100 K.M. ten Z. van
Wladiwostok, verschenen zij beschoten
de kust.
Uit Goensjoeling in Mantsjoerije wordt
aan de Standard gemeld
„Ik heb juist een tocht gemaakt, in
verschrikkelijk warm weer en door
een laag van modder in de streek die
evenwijdig loopt aan de Japansche voor
posten.
„De versterkingen van hun voor
hoede, die dwars over Tsjang-toe ligt,
worden met den dag sterker, zoodat
het Linjewitsj misschien een derde of
de helft van zijn leger zou kosten als
hij ze wilde veroveren. De tweede
rij stellingen, op de hoogten die 15
K.M. verder naar het zuiden liggen,
blijken even sterk."
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362)
Met zichtbaar ongeduld fiad Van Arkel
dezen langen omhaal van woorden aan
gehoord; doch om den Schuilen burger
niet noodeloos tegen zich in het harnas
te jage^, had hij den graaf ongestoord
laten voortgaan tot hij hier zelve een
einde aan zijnen woordenvloed maakte,
door den beker, welke met schuimenden
tokayer gevuld voor hem stond, als in
gedachte aan te vatten, aan den mond
te brengen en in eenen teug te ledigen.
De uitwerking van deze verfrissching
scheen van eenen mirakuleuzen aard te
zijn, want nauwelijks had Gunther den
beker weder ledig voor zich nedergezet,
of de doffe glans zijner oogen klaarde
op, en met een geheimzinnig gelaat zich
weder tot den bisschop keerende, vervolgde
hij «Mijn vriend- en bondgenootschap
met heer Sweder is van te vroegen datum,
dan dat ik zoo eensklaps met hem zoude
kunnen brekenevenmin zoude ik dit
gaarne met uwe hoogwaarde doen, want
behalve dat ik u bijzonder hoogschat
(hier sloeg de graaf zij n oog op de gerechten,
die op de tafel prijkten, waardoor het
BELGIE.
De luisterrijke feesten van België's
onafhankelijkheid werden Vrijdag te
Brussel waardiglijk ingezet door een
buitengewoon plechtig Te Deum in de
St. Gudulekerk, in tegenwoordigheid
van den Koning en de Koninklijke
familie en van een groot aantal perso
nen uit regeerings-, officieele en mili
taire kringen, alsmede de leden van
het diplomatisch korps.
Bij zijn aankomst te 10 uur werd
koning Leopold ontvangen door den
kardinaal-aartsbisschop van Meqhelen,
mgr. Goossens, omringd door al de
Belgische bisschoppen. De kardinaal
sprak een woord van welkom uit, dat
met aandacht door Z. M. werd aange
hoord en waarop Hij antwoordde.
Na afloop van deze plechtigheid was
het voornaamste feit van dezen voor
België gedenkwaardigen dag de indruk
wekkende betooging, het groot vader-
landsch feest, op de Poelaertplaats, vlak
voor het prachtig paleis van justitie,
alwaar eene reusachtige tribune was
opgeslagen, ingenomen door duizenden
en duizenden genoodigden.
Omstreeks 2 uren arriveerde de ko
ninklijke familie Koning Leopold, prins
Albert, de prinsessen Albert en Clemen-
ttne, alsmede prins Leopold, het oudste
zoontje van prins Albert, in prachtige
galarijtuigen. De koninklijke familie
werd ontvangen door den voorzitter
van den Senaat en Kamer en de minis
ters en naar de voor hen bestemde
plaatsen geleid, waarna achtereenvol
gens zes redevoeringen werden uitge
eenigzins twijfelachtig werd, of zijne
gevoelens van hoogschatting den bisschop,
dan wel zijnen maaltijd golden) ben ik
te zeer een vijand van elke twist en vete,
die ons wederzijdsch in de onvermijdelijke
noodzakelijkheid zoude brengen de zege
ningen des hemels en der aarde voor
geruimen tijd geheel vaarwel te zeggen,
en ons bloot te geven aan al de ellenden
en ongemakken die den strijd oplevert,
dan dat ik niet alles zoude aanwenden
om mij daar buiten te houden, en te
meer wensch ik, ook al moest dit eenige
opoffering kosten, mijne overige dagen
in vrede te slijten, wijl mijne goederen
en bezittingen na mijnen dood de
hemel geve het, dat de wijsgeer van
straks de grootste schurk en bedrieger
is, welke ooit valsche leugens heeft
gesproken aan de kerk of den keizer
zullen vervallen, naardien ik geene andere
erfgenamen nalaat, dan een jongen
broeder, dien ik echter reeds voor vele
jaren van de lijst der levenden afge
schrapt heb."
Om de droevige aandoeningen, welke
bij deze treurige herinneringen zich van
zijn gemoed hadden meester gemaakt,
weg te spoelen, greep graaf Gunther hier
nogmaals den op nieuws gevulden beker,
en van deze gelegenheid maakte Van
Arkel gebruik om hem in de rede te
vallen.
«Gij zoudt u dus bij den toekomstigen
strijd tusschen mij en den baron Van
sproken, door den voorzitter van den
Senaat, den voorzitter der Kamer van
volksvertegenwoordigers, den mi
nister van binnenlandsche zaken, die
den Koning drie exemplaren eener herin
neringsmedaille overhandigde in goud,
zilver en brons, daarna door den voor
zitter van den provincieraad van Bra
bant, den eersten voorzitter van het
Hof van cassatie en' den burgemeester
van Brussel.
Opmerking verdient, dat in al deze
redevoeringen zorgvuldig vermeden is
wat aanstoot had kunnen geven of de
vriendschappelijke betrekkingen tus
schen Nederland en België zou hebben
kunnen schaden.
Als antwoord op al deze redevoerin
gen zei de Koning het volgende
,lk ben diep getroffen door de bui
tengewone woorden van hulde, die ik
tot heden waarlijk niet verdiende en
welke mij niettemin worden toegespro
ken ter gelegenheid van het nationaal
jubelfeest en van de 40e verjaring
mijner regeering. Op redevoeringen
echter, hoe welsprekend ook, behooren
daden te volgen. Alleen de laatste
verzekeren het leven der volkeren en
stellen hen in staat de moeilijkheden
van het bestaan te boven te komen.
Hadden de mannen van 1830 niet
gehandeld, niemand onzer zou hier op
dit oogenblik zijn. Moge de 75e ver
jaring onzer onafhankelijkheid worden
gekenmerkt door de aanneming van
het schoone ontwerp, aan de Kamers
voorgelegd, het nuttigste dat sedert 1834
aangeboden werd, sedert de wet waarbij
de spoorwegen gedecreteerd werden,
Yoërst onzijdig willen houden vroeg
de bisschop met eenen lichten zweem
van verachting, en toen de graaf, zonder
den grooten zilveren roemer van zijnen
mond te nemen, boven over den rand
heen, toestemmend met zijne oogen had
geknipt, vervolgde Van Arkel«Hoezeer
ik van mijne zijde dit voornemen ook
goedkeur, vrees ik echter, dat Sweder
van Voërst daarmede weinig tevreden
zal zijn, en u te eeniger tijd zal dwingen,
u of' voor óf tegen hem te verklaren, en
naardien ik moet denken, dat hij niet
lang te Utrecht zal vertoeven, zoo zult
gij u moeten haasten tot het nemen van
een bepaald besluit, of gij u onder mijn
geleide, of onder dat van den Voërster
weder naar het Oversticht wilt begeven."
Eene pijnlijke uitdrukking van angst
en bekommering trok zich bij deze
woorden op het ronde, straks nog blozende,
maar thans geheel verbleekte, gelaat van
den Schuilen burger te zamen, en toonde
aan, dat zijn geest niet meer sluimerde
onder den invloed van den mosterd of
waterdampen, maar in dit oogenblik
bevattelijk genoeg was, om met éénen
blik den gevaarlijken toestand te zien,
waarin hij zich zoo onverwacht geplaatst
zag. Zijn antwoord bleef echter, ondanks
de hulp van den beker, welke hij van
tijd tpt tijd inriep^ geruimen tijd achter
wege, en reeds wilde Van Arkel daarop
op nieuw aandringen, toen Roderik van
Voërst, die met gespannen oplettendheid
de eerste van het vaste land.
Dit ontwerp geeft een moderne basis
aan onzen handelsvoorspoed en waar
borgt de zekerheid ervan, zonder de
belastingen met een centime te ver-
hoogen of het contingent met één man
te vermeerderen.
God bescherme België dat de Belgen
door wijze daden hunne onafhankelijk
heid bewaren mogen en hun voorspoed
vermeerderen.
Dat is mijn vurige bede tot den hemel
en het vaderland
Het antwoord van den vorst lokte
eene geweldige ovatie uit. De geestdrift
was onbeschrijflijk. Wat zeer de aan
dacht trok, was dat de senatoren en
Kamerleden bij na even enthousiastisch
waren als de overige aanwezigen.
Hierna hadden de voorstellingen plaats,
o. a. van 13 oudstrijders van 1830, wien
de Koning allen hartelijk de hand drukte,
terwijl intusschen door zangers en
orkest werden uitgevoerd Vers lAvenir
en de Marche triomphale van Gilson.
Dit prachtig feest werd besloten door
de uitvoering eener cantate van Jan
Blockx, den bekenden Antwerpschen
toondichter, en onder zijne leiding door
Antwerpsche zangers en zangeressen
ten getale van 1472, waaronder 570
kinderen, benevens 408 muzikanten,
samen ongeveer 1900 personen. Deze
uitvoering was in één woord prachtig,
diep indrukwekkend, enoorverdoovende
toejuichingen braken los na het weg
sterven der laatste tonen.
Deze eerste feestdag werd besloten
door een grooten galamaaltijd in het
Paleis van justitie, waaraan alle burge
naar dit onderhoud geluisterd had, oprees
en tot den bisschop zeide«Vóór heer
Gunther van Schuilenburg zich vóór of
tegen mijnen vader verklaart, zoude er
wellicht nog kans bestaan om den ge
stoorden vrede te herstellen, wanneer
graaf Gunther en ik ons naar den baron
Van Voërst begaven, en hem gezanaenlijk
zochten te bewegen, dep gerezen twist
bij te leggen. Keurt uwe hoogwaarde
dit voornemen goed, zoo zullen wij ons
dadelijk naar de Meenteweide begeven,
en ik mag verwachten, dat deze pogingen
niet vruchteloos zullen zijn."
Een blijde glans verdreef eensklaps de
uitdrukkingen van angst en vrees, die
straks nog het altijd ontevreden gelaat van
den graaf hadden ontsierd, en ten einde
?ijne bereidvaardigheid te bewijzen, om
tot het voorgestelde doel ijverig mede
te werken, rees hij snel en met meerdere
vlugheid, dan van zijne corpulentie te
verwachten ware, op, en verbeidde slechts
het antwoord van den bisschop om zich
oogen blikkelijk op weg te begeven.
Twijfelachtig schudde Van Arkel het
hoofd, toen hij Roderik antwoordde
«Ik vrees, dat uwe moeite te vergeefs
zal zijn, heer Roderiken de pogingen
van u en den graaf Van Schuilenburg,
om den baron tot betere gedachten te
bewegen, op zijne onverzettelijke tro-soi.
heid zullen afstuitenik wil u echter
gaarne mijne toestemming tot deze onder
neming geven, zonder dat ik echter,"