m STINS VOËRST.
I\o. 26.
Woensdag 5 1005.
21 Jaarg.
1 IJ IJ kJ UIIU
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrtfdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
Volgens een telegram uit New-York
wordt van geloofwaardige zijde te
Washington verzekerd, dat onderhande
lingen gevoerd worden over een wapen
stilstand in Mantsjoerije tot stand te
brengen.
Men gelooft dat Linjewitsj en Ojama
de zaak trachten klaar te spelen.
De Russische hulpkruiser Dnjepr, die
het Engelsche stoomschip St. Kilda in
den grond boorde omdat het de lading
rijst van dat stoomschip als oorlogs
contrabande beschouwde, is uit Dzji-
boeti te Suez aangekomen.
Tegelijkertijd voer het Engelsche
slagschip Canopus het kanaal binnen
ook de Goliath is te Suez aangekomen.
Men mag aannemen dat men van
weerszijden geen vriendelijke blikken
gewisseld heeft.
Aan boord van de Dnjepr werd
niemand toegelaten, maar de bemanning
van de St. Kilda, die door de Dnjepr
was overgenomen, zou, naar 't heette,
te Port Said aan wal gezet worden.
BELGIE.
De Kamer en de Senaat hebben
Vry dag beide een zeer belangrijke
beslissing genomen. De Senaat heeft
het wetsontwerp op de Zondagsrust
aangenomen, de Kamer heeft besloten,
11 Juli aan te vangen met de openbare
behandeling van het wetsontwerp op
den doorsteek van de Schelde.
In den Senaat zijn alle amendementen
Historisch Romantisch Tafereel,
uit de Zwolsclie Geschiedenis (1362)
Edele en geëerde vrienden!" viel de
Schuilenburger thans in de rede, met
eene radheid, die aantoonde, hoe kostbaar
voor den graaf de oogenblikken waren
welke hij thans ten algemeenen nutte
gaf, ffik ben geen vijand van vriend
schappelijke gesprekken; integendeel ben
ben ik daarvan een groot voorstander,
en mag zelfs in oogenblikken zoo kost
baar als deze, gaarne een vreedzaam on
derhoud aanhooren (de graaf drukte
op dit laatste woord wel niet bijzonder,
doch degeen, die in hooge mate opmerk
zaam was geweest, zoude toch ontdekt
hebben, dat hij er eenig meer dan ge
woon gewicht aan hechtte) maar daD'
moet het loopen over de zaken, waar
mede wij ons bepaaldelijk bezig houden,
Laat ons dus, bidde ik u, in het tour
nooiperk oordeel vellen over den kamp
strijd, en in de eetzaal elkander opmerk
zaam maken op hetgeen daar te verhan
delen valt. Ikkikverder kon
de brave Schuilenburger het voor het
tegenwoordige niet brengen, want het
stuk walvischtong, waarmede hij op dat
oogenblik weder zijnen mond vulde, was
van de linkerzijde verworpen. Deze
amendementen hadden meestal de
strekking het kerkelijk karakter aan
het ontwerp te ontnemen. Zoo stelden
de senatoren Dupont en Magis voor,
dat uit de wet zou worden geschrapt
de bepaling, dat de wekelijksche rustdag
op Zondag moet worden gehouden.
Vandewalle wilde arbeiders en patroons
vrijlaten te bepalen welke dag de
rustdag zijn zou. Toen alle amende
menten zonder omslag waren afgewezen
door de regeering en verworpen door
de vergadering stond de senator Hanrez
op, om te midden van groot tumult te
verklaren, dat hij niet over een wet
wilde stemmen, waar de regeering zoo
stijfkoppig was geweest en geen enkel
amendement in overweging had willen
nemen. Het gevolg van die houding
was, dat de rol van den Senaat tot
niets werd teruggebracht. De senatoren
Picard en de Mot sloten zich aan by
dit protest van Hanrez.
Er stemden 49 senatoren voor, 10
tegen en 4 onthielden zich van stemmen.
De Kamervergadering is bijna geheel
gewijd geweest aan het vaststellen van
een dag voor den aanvang der beraad
slagingen over den doorsteek.
Zooals het plan was, is er 's morgens
voor den aanvang der zitting een ver
gadering geweest van de rechterzijde.
De vergadering was echter niet tot een
besluit gekomen, zij was verdaagd tot
de volgende week. Men was bij het
aangaan der Kamervergadering dan ook
nieuwsgierig, met welk voorstel minister
de Smet zou komen. Minister de Smet
kwam met het voorstel van 11 Juli en
te volumineus, om daarbinnen nog eenige
ruimte over te laten, tot het uitbrengen
van eenig verstaanhaar vroord, en eerst
toen met gewone gezwindheid andermaal
dit lastig beletsel was weggenomen, nam
de graaf zijn volgeschonken roemer op,
en die in de hoogte heffende, riep hij
met eene krachtige stem: //Ik breng
hiermede mijnen hartelijken dank aan
mijnen gastheer, wiens gulheid ons thans
zoo treffend onthaalt, dat ik mij verplicht
acht te verklaren, nimmer aan eenen
disch te hebben gezeten, waar zoo veel
rijken overvloed en goede gaven des
Hemels, smakelijk door de behendige
handen van eenen knappen kok toebe
reid, werden aangetroffen als hier; ja
zoude ik den disch van graaf Eduard
van Gelder, het vorig jaar op zijn Rosen-
daal aangericht, nog beneden dezen ach
ten, indien wij hier, even als daar eenige
schotels met in olijfolie gestoofde nachte
gaalstongen aantroffen; dit dus ter zijde
stellende, meen ik, behalve dat, hetwelk
ik straks verklaard heb, daarboven nog
te moeten verklaren, hetgeen niemand
zal weigeren volmondig met mij te
verklaren."
Hoewel niemand wist, wat men eigen
lijk nog daarenboven volmondig moest
verklaren, daar dö slotzin van den graaf
hieromtrent duister was te achten, en
waaromtrent volstrekt geene hoop bestond,
dat hij eenige opheldering zoude geven,
naardien zijn rond gezicht reeds verbor-
hij beriep zich op de vaderlandsliefde
der linkerzijde, opdat ook zij dit voorstel
zou aannemen.
Ik ben zoo vrij op te merken, zeide
de liberaal Neujean, dat men op de
vaderlandsliefde van de linkerzyde nooit
te vergeefs een beroep heeft gedaan.
Maar de vaderlandsliefde moet bedacht
zaam en redelijk zijn. Het is van belang
dat de regeering de uitgaven richt naar
de hulpbronnen van het land. De
regeering eischt van ons dat wij een
ontwerp aan zullen nemen, dat meer
dan drie millioen kosten moet, zoo hals
over kop, dat het veel heeft van zakke-
rollen.
Neujean verweet verder de regeering
dat zij geen gebruik had gemaakt van
de 150,000 fr. die haar waren toegestaan
om nog technische proeven aan de
Schelde te laten nemen. Ook kwam
hij op tegen de samenkoppeling van
den doorsteek met den aanleg van
vestingwerken.
Delbeke had verklaard dat hy een
tegenstander was van de vergrooting
van het staande leger. Neujean haalde
het getuigenis aan van generaal Brial-
mont om te bewyzen, dat zonder uit
breiding van het aantal manschappen,
het leger aan de ontworpen vesting
werken van Antwerpen, niets zou
hebben. En een ontwerp van zoo in
grijpende beteekenis wilt gij laten
aannemen tegen de groote vacantie,
door een vermoeide Kamer, waarvan
geen vier leden goed van de zaak op
de hoogte zijn In twee weken zouden
wij een ontwerp moeten bestudeeren,
terwyl gij jaren noodig hebt gehad om
gen was achter den grooten omtrek van
den wijden roemer, zoo was echter geen
der aanzittende gasten "lomp genoeg, om
alleen door deze weinig beteekenende om
standigheid den ingestelden dronk niet
toe te stemmen, integendeel, overal vloog
de beker omhoog en werd onder het ge-
druisch weder ledig nedergezet; terwijl
diegene, welke nog eenige hoop hadden
gekoesterd, dat de Schuilenburger het
gebrekkige in zijne gehoudene rede zoude
aanvullen, daarin deerlijk werden teleur
gesteld, want al ware het ook, dat de
goede graaf de noodzakelijkheid daarvan
vroeger had ingezien, met den wijn was
ook de gedachte en geheel de herinne
ring daaraan, glad uit zijn geheugen ver
dwenen, en weder ten vollen verdiept
in zijne vorige belangrijke bezigheid,
scheen de Schuilenburger andermaal ver
geten te hebben, dat hij niet de eenigste
was, die zich aan het verorberen van
z/de goede gaven des Hemels, door de
behendige handen van eenen bekwamen
kok toebereid," had toegewyd, en lang
nog duurde deze afgetrokkenheid van ge
dachten voort, tot een ongewoon rumoer
onder de aanzittende gasten hem ander
maal uit zijne eenzelvigheid opwekte,
en toen hij eenigzins onthutst zijn oog
opsloeg, zag hij aan den ingang van het
vertrek een wezen staan, welks verschij
ning, hoezeer te dier tijde niet vreemd
in eene eetzaal, er echter verre van af
was, de goedkeuring van den graaf weg
het gereed te maken Dat noemde
Neujean schandelijk, dat was een handel
wijze voor iemand die van plan was
een schelmstuk uit te halen.
Minister de Smet merkte op dat het
ontwerp sedert 1898 bekend was.
Men voerde hem tegemoet, dat het
alleen bekend was by de clericale
afgevaardigden van Antwerpen. Het
socialistische Kamerlid voor Antwerpen,
Terwagne, is in tegenstelling met Neu
jean een sterk voorstander van het
ontwerp, ontdaan van de vestingplannen.
Tegen de 108 millioen voor de vestingen
kwam hij hevig in verzet. Hij wilde,
dat de Kamer tot November met de
openbare beraadslaging zou wachten,
dan kon ieder op de hoogte zijn.
Van rechts zeide Woeste, dat uit de
redevoeringen van de heeren Neujean
en Terwagne duidelijk gebleken was,
dat die heeren goed op de hoogte zyn.
Wij zijn dus klaar. De linkerzijde
vraagt licht. De regeering zal stroomen
licht over de linkerzijde gieten. Neu
jean is bang voor al te hartstochtelijk
debat. Waarom zou het debat in
November minder heftig zyn dan in
Juli?
De clericaal Helleputte is tegen het
ontwerp, maar voor de onmiddellijke
behandeling.
Vandervelde noemde samenkoppeling
van nuttige en militaire plannen in
een ontwerp, een „chantage militariste".
Gij wilt forten bouwen met het geld
van de proletariërs en gij wilt dat geen
anderen dan proletariërs die forten
zullen verdedigen, riep hij de rechter
zijde toe.
te dragen, wijl daarmede storing en op
onthoud in het vreedzaam genot van den
maaltijd gedreigd werd.
XXV.
De binnenkomst van den persoon,
welks verschijning graaf Gunthers bil
lijk ongenoegen had opgewekt, riep op
Arnolds gelaat eenen glans van vroolijke
verrassing te voorschijn, doch deed het
hooge voorhoofd van den bisschop toornig
rimpelen; het was de door beide elk
oogenblik, behalve in het tegenwoordige,
verwacht wordende vreemdeling uit
Grenoble, die zich thans, in het karakter
van eenen Oosterschen magi, aan aller
blikken vertoonde.
Arnold was bijna ontsteld opgespron
gen, doch toen hij den donkeren blik
van den bisschop ontmoette, begreep hij
snel, dat dit tijdstip ongeschikt was, om
den vreemdeling te ondervragen, en,
smartelijk teleurgesteld, viel hij weder
op zijnen stoel neder,
Ten uitersten verstoord op den ouden
Herman, die aan zijne woorden eenen
zoo uitgestrekten zin had gegeven, door
den vreemdeling toegang tot de eetzaal
te verleenen, was de bisschop onaange
naam verrast, toen hij den Oosterschen
magi voor zich zag staaner was echter
geene gelegenheid om zijn ongenoegen
te doen blijken, of in woorden lucht te
geven; veeleer moest aan deze vreemde
verschijning, zoo mogelijk, eene natuur-