Landbouw. Rechtszaken. p zich bitter te beklagen over de behande ling, die hem als gekroond hoofd te Triest was ten deel gevallen. Hij achtte zich verplicht Oostenrijk terstond te verlatenanders zou hij gedwongen zijn Frans Jozef den oorlog te verklaren. Men kon hem overigens gerust vrijlaten, want hij was niet van plan naar Oosten rijk terug te keeren vóór deze regeering was afgetreden. Men liet hem inderdaad los. Hij onderteekende het procesverbaal als Jacques I, keizer der Sahara. Daarop vertrok hij en telegrafeerde uit Udine naar het hotel Bolpich te Triest om zijn bagage en zijn stalmeester, die met de paarden moest nakomen. Omtrent de keizerin (ci-devant madame de Dion; en de kameelen maakte de vorst geen beschikkingen. Het hotel Balkan te Triest wil in- tusschen beslag leggen op de keizerlijke kameelen tot Z. M. zijn rekening heeft aangezuiverd, dus hetzelfde wat de Pa- rij sche leveranciers met de bagage van den Sjah willen doen. Aan de politie te Görz heeft Jacques I een eigenhan- digen brief gericht, waarin hij zijn dank voor de hoffelijke ontvangst betuigt. 't Wordt meer dan tijd, dat de familie van den „petit sucrier" tusschenbeide komt. Een bijvoegsel tot de St. Ct. no 147 bevat een staat van de gevallen van be smettelijke veeziekten in Nederland, voor gekomen gedurende de maand Mei 1905 Daaraan ontleenen wij de volgende op gave (de cijfers tusschen haakjes duiden het aantal eigenaren aan, onder wier vee de ziekte voorkwam); kwade droes en huidworm bij de eenhoevige dieren 3 (3); schurft bij de eenhoevige dieren en de schapen 42 (14), rotkreupel der scha pen 4 (2), vlekziekte bij varkens 11 (6), miltvuur bij alle vee 62 (47). In Zeeland kwamen in die maand geen gevallen van besmettelijke ziek ten voor. AXEL, 27 Juni 1905. In de Vrijdagavond gehouden ver gadering van de liberale kiesvereeniging „Algemeen Belang" alhier is besloten met algemeene stemmen slechts twee candidaten te stellen, n.l. de heeren F. Dekker Fz. en L. Lamaitre, beiden aftredende leden. plaats uit te kiezen, en aan den snellen glimlach, die om zijne baardige lippen speelden, was het zichtbaar, dat de baron een ledigen stoel had gevonden, wiens standplaats hem bijzonder beviel. Hij zette zich daarop neder en maakte zich daarmede ten nabuur aan de afgevaar digden uit Zwolle, die nederig aan het lagere einde der tafel hadden plaats ge nomen, en die door deze onverwachte eerbetooning, zoodanig verrast en verle gen werden, dat gelijk een hunner na derhand, in den breeden raad van Zwol- le's achtbare schepenen, waar zij ver slag gaven van hunne zending, betuigde, zijnen ambtgenoot, die de eer had om onmiddelijk met den geëerden baron in aanraking te komen, zoodanig door die eer getroffen en vervuld was dat hij ge durende den geheelen maaltijd niets an ders dan aan één mooitje gestoofde paling te knabbelen, waarop deze onmiddelijk liet volgen: //dat zijn geërde collega, zich niet minder aangedaan en gevoelig be toond had, zoo als bleek uit den won derlijken inval, om bij het nagerecht, eene ingelegde perzik met een schep mosterd te kruiden." Het was van Arkel niet ontgaan dat de baron van Voërst andermaal met lage trotscheid zijne beleefdheden had afgewezen, maar zoo mogelijk elke bot sing willende voorkomen, onderdrukte de bisschop zijnen opkomenden wrevel en reeds was hij gereed met het instel len van een dronk den maaltijd eenen Door de a.-r. kiesvereeniging zijn Zaterdag candidaat gesteld de heeren P. Dregmans, J. J. de Feijter Kz. en S. de Feijter Lz., terwijl nog als can didaten zijn opgegeven de heeren L. Jansen van Rozendaal en P. Dregmans door anderen. In de Vrijdagavond gehouden vergadering van de liberale kiesver eeniging te Ter Neuzen werd besloten voor de a. s. raadsverkiezing voor 4 leden van den gemeenteraad den candi daat der Katholieken over te nemen. Voorts werden candidaat gesteld de heeren A. Visser, aftr. lid, J. C. de Masier, opzichter bij 's rijks waterstaat en W. A. de Ridder, notaris, die de candidatuur hebben aanvaard. Door de anti-revolutionaire kies vereeniging is besloten slechts 3 can didaten te stellen, nl. de aftredende leden, de heeren D. J. Dees, J. A. de Jonge en L. de Koeijer. Zaterdag had te Westdorpe ten overstaan van den notaris Dregmans, ten verzoeke van den heer L. Steppe de verkoop plaats van een woonhuis, aanhoorigheden, erf, tuin en weiland groot 33 aren 32 centiaren eigen grond en de helft onverdeeld in het recht van erfpacht tot 31 Dec. 1934 op 2 aren 18 centiaren grond, eigendom van mevr. de wed. Prins te Haarlem, alles in de kom der gemeente. Hoogste bod werd gedaan door den heer Ed. Waelput van Zuiddorpe n.l. f3525 waarvoor de koop nog niet werd toegewezen. De heer E. van Leuven te Honte- nisse (Groenendijk) heeft dezer dagen aan de Akademie te St. Nicolaas den eersten prijs behaald in het decoratie schilderen. Bij den Provincialen Stoomboot- dienst bestaat het plan om den passagiers, die met kilometerboekjes op de Staats spoorwegen reizen, gelegenheid tegeven, hunne boekjes, mits behoorlijk ingevuld, aan boord door den conducteur te doen afstempelen. Het lange oponthoud aan het loket der Staatsspoor te Vlissingen, waarvan het missen van den trein dikwijls het gevolg is, komt daardoor te vervallen. De reizigers kunnen dan aan het loket ter plaatse van aankomst hun kilometer boekjes ter afrekening aan bieden. Wegens het te laat afzenden van dit bericht konden we het eerst nu plaatsen. II E R IJ K. Door Gedeputeerde Staten van Zee land is bepaald, dat de herijk 'van de maten en gewichten in 1905 zal plaats hebben in de navolgende gemeenten en op den tijd daarbij vermeld: Sas van Gent, ook voor Philippine, 4, 5 Juli en 6 Juli, v.m. Axel, 6 Juli, n.m., 7 en 8 Juli. Zaamslag 17 Juli n.m. en 18 Juli. Rapenburg (gemeente Stoppeldijk), voor de gemeenten Stoppeldijk, Hengst dijk en Boschkapelle, 19 Juli. Kloosterzande (gemeente Hontenisse), voor de gemeenten Hontenisse en Osse- nisse, 20 en 21 Juli. Hulst, ook voor Clinge en St. Jansteen, 31 Juli, 1, 2 en 3 Augustus. Graauw en Langendam 4 Augustus. De verificatie van gewichten bene den het gram (milligram-gewichten), ge schiedt, wegens de daartoe noodige fijne balans, uitsluitend aan het ijk- kantoor te Middelburg. aanvang te doen nemen, toen hem nog eene ledige zitplaats in het oog viel, en snel rondziende wie der gasten gemist werd, bespeurde hij dat Roderik van Voërst nog aan het getal ontbrak. //Is uw zoon u niet gevolgd, heer van Voërst: vroeg de bisschop tot den baron. z/Hij achtte het zijnen plicht," ant woordde Sweder schamper, ,om de koningin, welke hij op den troon had verheven, daarvan af te brengen, ten einde haar hiermede althans één bewijs van zijne getrouwheid te geven, hetwelk hem in het strijdperk zoo armhartig mislukte." Wellicht had van Arkel op dezen la gen spot een passend antwoord gegeven, toen Roderik zelve de zaal intrad, en door zijne komBt een einde aan dit ge sprek maakte; en toen hij door alle aan- wezenden met een vriendelijken groet was verwelkomd, uitgezonderd doorzijnen vader, die hem eenen smadelijken blik toewierp, nam hij den ledig staanden stoel, en plaatste zich aljoo aan de zijde van jonker Arnold. Toen nu de gasten voltallig waren hief van Arkel zijn gouden beker op en stelde eenen dronk in op den genoeglij ken afloop van het feest, waarop door allen de roemers werden geledigd, en daarmede was het algemeene sein gege ven tot het begin van eenen aanval, waarnaar graaf Gunther reeds zoo langen tijd begeerig had uitgezien. {Wordt vervolgd). Arrond. Rechtbank te Middelburg. EEN KOEIENDIEF. Voor bovengenoemde rechtbank werd j.l. Vrijdag behandeld de zaak tegen: A. J. de C., 36 j., koopman, geboren te Koewacht, wonende te St. Jansteen, thans in hechtenis te Middelburg. Hem werd ten laste gelegd dat hij te Clinge in den Prosperpolder in den avond van 11 Febr. jl. uit den stal van P. Ringhoot. met het oogmerk van we derrechtelijke toeëigening, heeft weg genomen een koe, toehoorende aan voornoemden Ringhoot, alhans aan een ander dan aan hem, beklaagde. In deze zaak waren van wege het openbaar ministerie vier getuigen ge dagvaard. Als verdediger was aan den beklaag de toegevoegd de heer Mr. J. F. van Deinse, advocaat te Middelburg. Na voorlezing van het bevel van verwyzing, werd overgegaan tot het getuigenverhoor. Een der getuigen was niet verschenen. De eerste getuige P. Ringhoot te Clinge, landbouwer van beroep, ver klaarde dat hij den 11 Febr. een koe heeft vermist. Hij was dien avond vroeg naar bed gegaan en hoorde om streeks halfacht geschreeuw van zijn koeien. Hij stond op, ging naar den stal en bemerkte dat een der dieren was verdwenen. Het dier was in den stal vastgemaakt met een touw, dat bleek doorgesneden. Getuige heeft ge zien dat er van zijn stal tot den open baren weg een spoor liep, door de koe achtergelatenvoetsporen van menschen heeft hij echter toen niet gezien, wel den volgenden morgen, toen zag hij sporen van twee personen. Hij heeft dat spoor gevolgd op Bel gisch grondgebied tot in de gemeente Beveren en is het toen kwijt geraakt. Hij heeft van den diefstal aangifte ge daan. Ongeveer 7 weken na den dief stal is hij met den brigadier der mare- schaussee gegaan naar Cruybeke, waar hij in den stal van den landbouwer Smet zijn koe zag staan. A. Smet, landbouwer te Cruybeke, deelde mede dat hij van den beklaagde een koe heeft gekocht; precies wan neer wist hij niet, maar het was in het laatst van den afgeloopen winter. De beklaagde bood hem die koe te koop of in ruil aan. Die koe stond bij Meersman. Getuige ging daarheen en bekeek het dier, waarvan de beschrij ving overeenkwam met die, door den eigenaar ervan gegeven. De beklaagde zeide hem dat hij die koe gekocht had. Getuige heeft die koe geruild tegen eene andere van hem en 45 franken toebetaald. Later is de koe in beslag genomen door de Belgische justitie, Getuige kende de beklaagde en heeft wel eens meer zaken met hem gedaan. J. Borges, brigadier der koninklijke marechaussee te Clinge, heeft, nadat Ringhoot bij hem aangifte van den dief stal had gedaan, een onderzoek in loco ingesteld. Hij heeft de sporen van de koe en van de menschen gezien en die gevolgd tot in Beveren, waar ze echter verloren gingen. De woning van Meersman ligt daar ongeveer twee en een half uur van af. Getuige is met Ringhoot naar den stal van Smet gegaan en daar vond hij de koe, evereenkomende met het signalement dat Ringhoot daarvan had gegeven. Het dier had het doorgesne den stuk touw nog om den hals. De beklaagde is in April gearresteerd en ontkende toen dat Smet de koe ge ruild had. Later heeft hij dat toege geven. De beklaagde, alsnu gehoord, erkende een koe in den stal van Smet gebracht te hebben, welk dier eerst gestald is bij Meersman. Die koe, is daar gebrachf door twee personen, door beklaagde met name genoemd, van welke perso nen hij die koe had gekocht. De president merkte den beklaagde op dat die personen gehoord zijn doch verklaard hebben aan hem geen koe te hebben verkocht. De beklaagde hield echter zijne ver klaring vol, de koe was over de gren zen gesmokkeld. Hoe die lui aan de koe gekomen waren wist beklaagde niethij heeft daar niet naar gevraagd. Dat doet hij nooit. Hij ontkende beslist dat hij zelf de koe zou weggenomen hebben bij den eigenaar. Hij was in den bewusten avond tot zes uur thuis geweest en is toen naar een estaminet gegaan wat verschillende personen zou kunnen be vestigen. De president wees den beklaagde er op dat verschillende personen daarom trent gehoofd zijn, maar niet hebben kunnen verklaren dat hij op den be wusten avond met hen in gezelschap zou geweest zijn. De beklaagde bleef bij zijne verkla ring, ter versterking ervan nog aan voerende dat hij dien dag juist dertien jaar getrouwd was. De voorzitter wees den beklaagde er verder op dat Meersman, de niet ver schenen getuige, verklaard heeft dat de beklaagde op Maandag zelf de koe heeft gebracht. De beklaagde gaf toe dat dit door Meersman in de instructie wel verklaard is doch beweerde, evenals hij toen heeft gedaan, dat dit een logen is. Wat hem daartoe kan gedreven heb ben, wist de beklaagde echter niet op te helderen. Beklaagde verklaarde de koe gekocht te hebben voor 270 francs. De ambtenaar van het openbaar mi nisterie, meende dat de beklaagde be hoort tot het gilde van personen, die er aan de grenzen hun werk van maken gestolen vee op te koopen of zelf te stelen. Spreker was van oordeel dat uit de verklaringen der getuigen voldoende blijkt dat de diefstal, hem ten laste ge legd, ook door hem is gepleegd. Beklaagde beweert de koe, die ge smokkeld zou zijn, van twee personen gekocht te hebben, zonder dat hij naar de herkomst heeft geinformeerd. Dat is niet aan te nemen van iemand als beklaagde. Tegen hem pleit zijne geheele hou ding, zoo ten opzichte van de brigadier als tegenover den rechter-commissaris. Telkens komt hij op vroeger afgelegde verklaringen terugblijkbaar verzint hij elk oogenblik wat anders. Waarschijnlijk is de diefstal gepleegd door hem met nog een ander persoon, maar dat is niet uitgemaakt kunnen worden. Spreker achtte beklaagde een gevaar lijk persoon, zooals men er velen-aan de grenzen aantreftiemand die een ernstige straf verdient. De ambtenaar achtte het aan den beklaagde ten laste gelegde wettig en

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1905 | | pagina 2