No. 105. Zaterdag 15 1005. 21® Jaarg. BEKENDMAKING. DE ST1NS VOERST. Nieuws- en Advertentieblad óój voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Commissaris der Koningin Buitenland. F E U I L L ETON. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent. Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent. DRUKKER UITGEVER A X E L. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De BURGEMEESTER van Axel, doet te weten, dat de heer in deze provincie, op Maandag den 17 April e. k., omstreeks 9-10 uren. deze gemeente met een bezoek zal vereeren, en dat Z.H.Ed. Gestrenge op dien dag aan elk, die hem over het een of ander wenscht te spreken, daar toe de gelegenheid zal geven, en dat ieder, die daarvan gebruik wenscht te maken, zich ter secretarie, alhier, zal moeten aanmelden van 's-morgens 8 tot 9 uren. Tevens heeft de heer Commissaris der Koningin den wensch te kennen gegeven, dat zijne ontvangst, in deze gemeente, eenvoudig zij, en hij inzon derheid gaarne zou vermeden zien, hetgeen den ingezetenen kosten konde veroorzaken. Intusschen noodigt de Burgemeester de ingezetenen uit, op dien dag, door het uitsteken der nationale driekleur, van hunne ingenomenheid met het be zoek van der Koningin vertegenwoor diger blijk te geven. Axel, den 12 April, 1905. De Burgemeester voornoemd, D. J. OGGEL. DE OORLOG IN 00ST-AZ1E. De vijandelijke vloten. Zoodra bekend was, dat de Russische en de Japansche oorlogschepen zich in eikaars nabijheid bevonden in de Chi- neesche zee, moesten wel voorbarige geruchten over een zeeslag de wereld ingezonden worden. Daartoe behoort ongetwijfeld het bericht dat een Ame- rikaansch blad uit Sjanghai ontvangt, waarin gesproken wordt van een slag op den lOen dezer, die aan de Japan ners vijf of zeven oorlogsschepen gekost hebben. Thans echter komt uit Indië een beter gewaarborgd telegram, ver meldende dat de zeeslag reeds aan den gang is. Het gevechtsterrein zou dan zijn het zuidelijke deel der Chineesche zee bij de Anambas-eilanden, die deel uitma ken van de residentie Riouw en onder- hoorigheden, en gelegen zijn ten N.O. van Singapore, ten N. W. van Ponti- anak en ten Z. van Saigon. Het tele gram voegt er bij, dat het Nederland- sche eskader daar aanwezig is, tot hand having onzer onzijdigheid. Het is zeker een geluk, en het pleit voor de maat regelen, door de Indische oveiheid ge nomen, dat waar de vijandelijke loten elkaar ontmoeten op een punt van on zen uitgestrekten archipel - zij 'taan de grens van ons gebied dit niet geschiedt zonder dat onze zeemacht er bij is om te waken voor onze belangen. Het Nederlandsche eskader kan bestaan uit een drietal pantserschepen van 5000 ton, type Hertog Hendrik, en een vijf tal pantserdekkruisers van ongeveer 4000 ton, type Gelderland, benevens eenige torpedobooten; welk gedeelte van deze vloot de Anambas-eilanden reeds bereikt kan hebben is onzeker, maar in elk geval zijn de aanwezige, goede en nieuwe Nederlandsche oorlog schepen ruim voldoende om te beletten dat een der partijen onze onzijdigheid schendt, waarbij dan onze vloot, de tegenpartij ondersteunende, een door slaand overwicht zou geven een geval dat zich overigens in de werke lijkheid wel niet zal voordoen. Ten aanzien van de strijdkrachten die thans reeds in botsing gekomen zouden zijn, beschikt men nog over geen enkel betrouwbaar bericht. Ot de strijd bij de Anambas-eilanden nog maar een torpedo-aanval is, of Togo's vloot zich reeds daar heeft saamgetrokken met weet er nog niets van; de Ja panners hebben, zooals altijd, hun be wegingen zeer goed geheim weten te houden. Maar zelfs van de samenstel ling der Russische vloot is niets met zekerheid bekend, hoewel toch een groot aantal schepen Singapore voorbij gevaren zijn. Het is niet eens zeker of de zware Russische pantserschepen er wel bij zijn. De berichten dienaan gaande, uit verschillende bron, spreken elkaar vierkant tegen, misschien wel met opzet. Wij zullen er nu echter spoedig meer van hooren. Men zegt dat de Russische vloot voogd toen hij op 150 mijl ten noord westen van Singapore ankerde, duikers heeft laten komen om den huid van zijn schepen schoon te maken. Overi gens zou hij reeds in de straat van Singapore alle overbodige houtwerk overboord gezet hebben, zich gereed makend voor een gevecht. De Japanners verheugen zich zeer in het vooruitzicht der vernietiging van Rozjestwenski's smaldeel waaraan zij geen oogenblik schijnen te twijfelen. Zij spreken zelfs van de mot die naar de kaars vliegt. Europeesche deskun digen zijn van een andere meening, en de Engelschen, die 't wedden niet laten kunnen, houden slechts 6 tegen 5 op Togo. Admiraal Rozjestwenski moet zelt den stoot gegeven hebben tot de voort zetting zijner reis naar Oost-Azië. Toen hij eenigen tijd te Nossi-Bé gelegen had, seinde hij naar Petersburg, dat hij niet altijd bij Madagaskar kon blijven liggen, dat zijn schepen eronder begonnen te lijden, en ook de gezondheid van zijn manschappen. Admiraal Avelian liet het telegram aan den Tsaar zien, die na eenig nadenken besliste: Rozjest wenski moet gaan. De Tsaar schreef toen zelf een telegram, luidende „Ga, met God, om Rusland te redden en haar plaats in de wateren van de wereld te bewaren." Het derde Russische eskader is kruisende gezien nabij Socotra (Ara bische Zee). Een groote Japansche kruiser is patrouilleerde gezien in de straat Ba- silan tusschen Mindano en Borneo. Historisch Romantisch Tafereel uit de Ztoolsche Geschiedenis 1362 61) - Niet alleen wijl hij er van overtuigd was, dat bij eenen openbaren strijd, zijnen vader, ondanks zijne eigene krachten en den bijstand zijner machtige bondgenooten ten laatste toch voor de macht des bis- schops moest zwichten, joeg de, op eenen vasten en stelligen toon gedane, bedrei ging van van Arkel, den jongen baron •eene angstige vrees aan, maar meer nog •sidderde0 bij bij bet denkbeeld, dat zoo- danigen twist, ontwijfelbaar alle hoop zoude vernietigen op het bezit van Hen- drina's hand, en dit bezit was voor den jongeling van oneindig meer waaide, dan de hersenschim welke zijnen vader najoeg. Te meer nog werd Roderik thans door deze verbitterde stemming van den bis schop smartelijk getroffen, wijl hij het zich een voornemen gesteld had, ditmaal om Hendrina's baud, bij haren ouderen broe der, aanzoek te doen, en de bedriegelijke ihoop had hem toegefluisterd, dat hij van Arkei's vriendschap en gunstige genegen heid genoegzaam bezat, om eenen geluk kigen uitslag van dit aanzoek te mogen verwachten. Met weemoedigen blik stond de ter- nedergeslagen jongeling voor den ver toornden bisschop, en eerst nadat hij lang gezwegen had, vroeg hij met pijnlijke stem: „Geldt uwen toorn ook mij, uw hoog waarde!" „Het zoude eene laagheid zijn, indien ik het misdrijf van den vader op den zoon wreekte. Neen Roderik! ik weet het dat ook gij, evenzeer als ik, het menschon- teerend denkbeeld veracht, dat wij en kel daarom van den Hemel macht en aan zien hebben verkregen, om onzen armen natuurgenoot te kwellen en te martelen, ons met zijn bloed te voeden, en ons te verlustigen in de tranen, die lijden en kom mer hen uit de oogen perst. Ik weet dit Roderik, deze handslag zij u een bewijs, dat ik u mijne vriendschap waardig acht." Ontgloeid door de vurige taal van van Arkel, greep Roderik, met snelle dritt, de aangeboden hand, en voor een oogen blik de koele rede vergetende, en alleen gehoor gevende aan het hartstochtelijk ge voel, dat in zijn borst woonde, hetwelk thans weder met nieuw vuur was ont vlamd, riep hij als bedwelmd uit: „Van Arkel! wees mij meer dan eenen vriend, wees ookmijnen broeder! Nauwelijks echter was het stoute woord van zijne lippen gevloeid, of rede en besef deden hem den blik nederslaan, en be schaamd eene schrede terug wijkeu. Hoezeer het denk beeld eener verbintenis van zijue zuster met den jongen baron, niet geheel nieuw voorden bisschop was, naardien hij, bij vroegere gelegenheden, dikwijls de opmerking gemaakt had, dat Roderik naar Hendriua's gunsten dong, was echter het plotselinge en onder de tegenwoordige omstandigheden vreemde, dezer verklaring, sterk genoeg om den bisschop zichtbaar te treffen. Het bleek echter niet, dat van Arkel onaangenaam verrast was, want hoewel hij eenen ge- ruiinen tijd bleef zwijgen, rustte zijn oog echter goedwillig op den jongeling, wiens goede inborst hij kende, en van wiens zuivere bedoelingen hij overtuigd was. In zijn binnenste juichte van Arkel een aanzoek om de hand zijner zuster toe, hetwelk haar eenen waardigeu echtgenoot en hem zelve eerlang een machtigen en getrouwen bontgenoot zoude schenken, en daarenboven nu reeds van weldadigen in vloed konde zijn op den twist tussen hem en den ouden baron Sweder van Voërst. Deze waren de eerste denkbeeldenwelke zich voor des bisschops geest spiegelden, nadat het verrassend voorstel gedaan was, doch spoedig had zijn edel hart die denk beelden geschift, en daarvan afgescheiden elke voorstelling, die naar eigenbelang zweemde. Alleen het geluk zijner zuster voor oogen hebbende, autwoordde hij met goedwilligen ernst. „De hand der vriendschap kan ik u bieden, de broederhand gij alleen aan mij kunt gij dit, ik zal hem niet terug stooten. Ilendriua moge beslissen! daar komt zij. En terwijl van Arkel snel het vertrek verliet, trad zijne zuster, wier aankomst door hem was bespeurd, van eene andere zijde hetzelfde binnen. Moeielijk was het te bepalen, welke der beide jonge lieden, de meeste verlegen heid betoonde. Op dit oogenblik dan, zou Roderik zijn levenslot beslist zien; met al het vurig verlangen, van een min nend hart, had hij naar dat oogenblik gewenscht, doch, nu zij was aangebroken, nude aangebeden maagd voor hem stond, en eene geheim stem hem toeriep, dat zijne hoop zoude verwezenlijkt worden, nu trad hij, de onversaagde, moedige jon geling, verlegen terug, met die schroom vallige bedeesdheid, welke het kenmer kend onderscheid is tusschen onzuivere en reine bedoelingen, want waar de lage verleider, met woeste drift, de geweigerde bloem afrukt, daar huivert de reine liefde, de bijna aangeboden stengel te vatten. Lang reeds had Hendrina den kiacli- tigen, "stouten kampstrijder bewonderd, die zij binnen het afschutsel van zoo menig tournooiperk, zoo dikwerf den palm de.i overwinning had zien wegdragen. De bewondering in vele gevallen, de eerste kiem der liefde, was spoedig in warme genegenheid overgegaan voorden schoonen jongeling, op wiens open, mannelijk ge laat de stempel eener edele ziel gedrukt was, maar nog had Hendrina dat gevoel, zoo heilig en dierbaar in den boezem der maagd, aan niemand, aan zichzelve niet, tUIStlIK COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1905 | | pagina 1