No. 103.
Zaterdag 8 April I !H)o.
21 Joarg.
DE STINS WHIST.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
Men kan zich voorstellen, ook al
werd het niet gemeld, dat de bevolking
op het oorlogsterrein in Mantsjourije
verschrikkelijk geleden heeft. Tusschen
Nioe-tsjwang en Tiëling zijn overal de
dorpen verwoest, soms met den grond
gelijk gemaakt. Te Moekden alleen
bevinden zich 60.000 vluchtelingen uit
den omtrek; de Chineesche overheid
doet haar best om die menschen
van alles beroofd door een oorlog, die
geheel buiten hun regeering om ge
voerd wordt in het leven te houden.
De toestand wordt nog erger door het
geringe uitzicht op een goeden oogst,
want ploeg- en trekdieren en werk
tuigen zijn buitgemaakt of vernield.
De Roeskoje Wjedomosti verneemt
uit Wladiwostok, dat daar groote drukte
heerscht; overal worden maatregelen
genomen voor het beleg, dat men ver
wacht. De overheid is reeds sedert
eenigen tijd bezig met het wegzenden
van de minder welgestelde bevolking.
Wie onvermogend wordt geacht,
krijgt een vrij reisbiljet per spoorweg
naar het Baikal-meer en bovendien een
kleine geldelijke toelage. Overigens
moeten de inwoners, die niet kunnen
bewijzen dat zij maatregelen genomen
hebben om tijdens een beleg de over
heid geen last te veroorzaken, zich
verbinden, hulpdienst te doen voor den
-jnilitairen commandant, als verpleger
naar de hospitalen te gaan, enz.
De troepen die uit Rusland en het
noorden van Korea te Wladiwostok
aankomen ter versterking van het gar
nizoen, worden ingekwartierd in de
huizen, vrijgekomen door den uittocht
van een groot deel der bevolking.
Van Rozjestwenski's vloot hoort men
in den laatsten tijd niets meer; men
weet alleen dat ze de wateren van
Madagaskar verlaten heeft in noord
oostelijke richting, maar het is zelfs
niet uit te maken of zij inderdaad op
weg is naar het oorlogsterrein.
Intusschen is in Rusland een parti
culiere brief van Rozjestwenski open
baar gemaakt, waarin de admiraal zich
uitlaat over de bekende publicatiën
van kapitein Klado. Hij schrijft o.a.
Klado heeft onze zaak een zeer slech
ten dienst bewezen. Zijn idyllische
opvatting, dat men maar snel door ha
meren moet om oorlogschepen te bou
wen, die dan te water gelaten en het
arme Oostzee-eskader uit de klem moe
ten helpen, die opvatting is onvergeefe-
lijk omdat wat de kapitein ook heel
goed weet dit niet alleen een idylle
maar zelfs een hersenschim. De
eigenaardige stoutmoedigheid van Klado
met zijn voorstellen aan het marinebe-
stuur, die reeds in de kranten gestaan
hebben, is koren op den molen van de
Japanners. Zij zien in dezen man een
vertegenwoordiger van de best ontwik
kelde Russische kringen. Het ontbreekt
hun toch al niet aan moed en geest
kracht, maar zulke dingen moeten hun
zelfvertrouwen wel tot het uiterste op
drijven."
Historisch Romantisch Tafereel
>uit de Zioolsche Geschiedenis (1362)
60)
Verschillend wordt de beroemde, en in
de geschiedenis algemeen bekende, kerk
voogd Joh au van Arkel beoordeeld, en het
algemeen gevoelen pleit hem niet vrij van
een twistzieken, krijgszuchtigen aard.
Hoewel de veelvuldige veten, welke hij,
tijdens zijne bestiering van het Sticht, ver
plicht was te voeren, zoowel met de IIol-
landsche graven, als met de Gelderschen
en Friezen, daarvoor eenigen schijngeven,
is deze beoordeeling echter geheel onjuist.
De geachte geschiedschijver Willem Heda
geeft van hem de getuigenis, dat, hoe
zeer hij altijd naar den vrede heeft ge
tracht, dat hij milddadig was jegens zijne
vrienden, een voorstandei en beschermer
van deugdzame menschen, inededoogend
«omtrent de armen, ijverig in de gerech
tigheid voor te staan, en gestreng in het
straffen der boosheden." Diegene onder
onze lezers, welke de boven opgegevene
denkwijze aankleefden, zullen dus van
dit dwaalbegrip terugkomen, doch om hen
voor een juist tegenovergesteld uiterste te
vrijwaren, waartoe deze geschiedenis wel
licht eenig voedsel zoude kunnen geven,
RUSLAND.
Dezer dagen is te Moskou een doc-
torencougres gehouden met het oog op
de in Rusland heerschende cholera,
ïiertoe heeft men zich echter niet be-
oaald, want 1000 geneesheeren, samen
gekomen in een niet-offlcieele verga
dering, hadden te voren reeds de vol
gende zes resoluties aanvaard:
a. De strijd tegen cholera moet wor
den gevoerd door de medische autori
teiten, niet door politie.
b. Amnestie voor de medici, die zich
thans voor politiek misdrijf in gevan
genschap bevinden.
c. Het aantal universiteiten moet
worden uitgebreid.
d. Directe moeten de indirecte ver
vangen.
e. De economische eischen der werk
lieden, op 22 Januari bekend gemaakt,
moeten worden ingewilligd.
f. De bevolking moet worden tot rust
gebracht, door haar toe te kennen vrij
heid van het woord, vrijheid van druk
pers en door de instelling eener bur
ger-militie.
Den slachtoffers van den 22en Janu
ari brachten de dokters een eeresalut.
Op het congres zelf is vervolgens
een motie aangenomen, waarbij de aan
wezigen zich verbonden hebben geen
deel uit te maken van geneeskundige
commissiën en niet mede te werken,
op welke wijze ook, aan de besluiten
van deze commissiën, omdat het onder
de tegenwoordige politieke omstandig
heden niet mogelijk is hun beroep goed
uit te oefenen.
Een dokters-staking dus!
VOOR-INDIË.
Een hevige aardbeving heeft Dins
dagochtend in het N. van Indië groote
schade aangericht. De aardbeving
strekte zichjuit van Ar£a in het Z. tot Simla
in het N. De eerste schok was 6.10 en
duurde drie minuten. Er volgden nog
tien schokken. De schade is vooral
groot in Lahore, Mussoorie en Arga.
De inwoners van Lahore, door een pa
niek aangegrepen, vlogen uit hun hui
zen, die wankelden en instortten. Men
vreest dat veel menschen omgekomen
zijn. Naar het heet zijn de torens van
de gouden moskee omgevallen de mos
kee van Wazir chan is zwaar gescheurd.
De linkervleugel van het Savoy Hotel
is ingestortde nieuwe Roomsche kerk
is vernield. Er is bericht van scheuren
die in de aarde ontstaan zijn. Ook te
Delhi en Simla is er op verschillende
plaatsen schade geledenheel erg is
het in de districten Debradun en Rajpur.
De bladen bevatten een telegram uit
Lahore, dat te Dhramsala de inboor-
lingenwijk geheel vernield is. De ge-
heele bevolking is onder de puiuhoopen
begraven. De meeste huizen in de
Europeesche wijk zijn geheel vernield.
Negen personen zijn daar gedood. De
verwoesting is onbeschrijfelijk. De
menschen slapen in de open lucht op
de berghellingen.
De minister van Indië heeft aan de
Indische regeering geseind om bijzon
derheden over de aardbeving in noor
delijk Indië. De minister is nog, ver
moedelijk ten gevolge van het verbre
ken van de telegrafische gemeenschap,
geheel zonder berichten over de ramp.
naardien het ijverig streven van van Ar
kei, om tusschen hem en Sweder van
Voërst den vrede te bewaren, het vermoe
den kan doen rijzen, als of Lij eenen nood
zakelijken krijg lafhartig zocht te vermij
den, moeten wij aanmerken, dat de bis
schop de gelegenheid niet zocht om onee-
nigheden met het zwaard te beslechten,
maar was het noodig, van den anderen
kant niet schroomde, om zijn recht met
zijn leven te verdedigen, en had hij al
les wat eer en plicht gedoogde beproefd
om eenen verderfelijken oorlog, die vroe
ger zulke rampzalige gevolgen voor het
bisdom had na zich gesleept, te vermijden,
dan wist hij het laatste middel, het krijgs
zwaard te gebruiken, om zijn zaak te ver
dedigen, en eerder rustte het niet weder
in de scheede, vóór hij ten volle had ver
kregen, hetgeen billijkheid en recht hem
toelieten te eischen.
Na deze korte uitweiding, die wij om
de aangevoerde reden, noodig achten te
maken, keeren wij tot het geschiedver
haal terug.
In de gewichtige overdenkingen, waar
aan Van Arkel zich eenigen tijd gewijd
had, werd hij gestoord door het zacht
openen der deur van zijn tegenwoordig
verblijf, en omziende, zag hij Roderik
van Voërst voor zich staan. Dit gezicht
riep de pas vergeten herinnering aan de
geleden grieven, met vorige kracht in
de ziel van den bisschop terug, en de
ontvangst van den jongen baron miste
dan ook geheel die hartelijkheid, waarop
hij als gast, en als iemand die persoon
lijk deu bisschop niets had misdaan, bil
lijke aanspraak had. Afgemeten en koel
werd hij door Van Arkel verwelkomd,
en toen de eerste plichtplegingen, waarbij
de eerbiedige en beleefde toon van Ro
derik, scherp afstak bij de statige en
teruggetrokken houding en blik van Van
Arkel, zeide deze, veinzende van Swe-
ders beleedigende hoon nog geene kennis
te dragen „Het verschaft ons genoegen,
ook den zoon van den baron Van Voërst
binnen onze muren te zien, om aan het
feest, dat wij onzen vassallen en onder
danen zullen geven, deel te nemen. Zoo
ik hoop, zal ook de jonkvrouw Mathilda
goedgunstig besloten bebben, aan het tour-
nooi luister bij te zetten!"
„Het was om uw hoogwaarde daarvan
het berichtte brengen, dat ik de vrijheid
nam hier te verschijnen,antwoordde
Roderik.
„Ofschoon gij bijna de laatste van de
reeds verschenen genoodigden zijt, hopen
wij echter dat er in ons paleis genoeg
zame ruimte is overgebleven, om zulkö
waardige gasten, als de baron Sweder van
Voërst en de zijnen, te kunuen opnemen,''
vervolgde van Arkel, te gelijk met eenen
scherpen blik den jongen ridder aam-
ziende.
„De vriendelijke zorg van de edele
jonkvrouw Hendrina, heeft daartoe reeds
de noodige aanwijzingen ten behoeve van
mijne zuster en mij gedaan. Wat echter
mijnen vader betreft," voegde hij er met
minder vaste stem bij: „voor dezen was
zulks onnoodig, wijl hij liever verkoos
met zijn talrijk gevolg eene tent op de
Meenteweide te betrekken, dan
dan om den last te vergrooten, die wij
beide noodwendig zullen veroorzaken."
„Zeg liever, heer ridder," hernam Van
Arkel met kwalijk verborgen toorn, „dat
de baron Van Voërst verkoos ons schan
delijk te hoonen en te vernederen, door
een gunstbewijs van ons, met even laffe,
als lage beleedigingen te beloonen.
Ik weet het," vervolgde hij met heete
drift, „dat Sweder van Voërst weinig
prijs stelt op onze vriendschap, maai
bij de heilige Maagd eenmaal zal hij,
wellicht te laat, inzien, dat het hem beter
geweest ware, onze hand aan tenemen,toen
zij hem nog den vrede aanbood, dan af
te wachten, tot zij het krijgszwaard tegen
hem ophief!"
Hoezeer daarop eenigszins voorbereid,
had Roderik echter deze teugellooze drift
van den bisschop niet verwacht, althans
hij had gehoopt dat Van Arkel zich de
vroegere vriendschappelijke betrekking,
welke er steeds tusschen hen beide be
staan had herinnerende, minder tegen
hem zoude uitvaren omtrent hetgeen
zijn vader bedreven had. Het was echter
geenszins voorzichtig, zich daarover ge
voelig te betoonen, veeleer moest hij trach
ten den opgewonden Van Arkel terneder
miasm
cot urn.