II
DE STINS VOËRST.
20e Jaarg.
No. 96.
Woensdag 15 Maart 1905.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. D1ELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN Van 1 tot 4 regels 25 cent; voor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
j [Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vry dagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
De slag by Moekden.
I Het ambtelijke bericht der bezetting
van Moekden door de Japansche troepen
wordt gevolgd door een bericht, oogen-
schijnlijk van heel wat minder belang,-
maar dat inderdaad een veel grootere
Istrategische beteekenis heeft: de Ja
panners zouden ook Foesjoen, ten oosten
van Moekden aan de Hoen-ho gelegen,
reeds bezet hebben. Is dat waar, dan
moet de toestand van Koeropatkin's
I leger (tenzij dit reeds grootendeels in
veiligheid is) als bijzonder hachelijk
I beschouwd worden. In dat geval klinkt
het bericht uit Engelsche bron, dat
Koeropatkin reeds kortweg naar Peters-
I burg geseind zou hebben „Ik ben om-
j singeld", geenszins onwaarschijnlijk.
Maar het is geen ambtelijk bericht, en
I dus moet men uiterst voorzichtig zijn
met gevolgtrekkingen.
Hoe het zij, en wat er ten slotte nog
I moge voortvloeien uit dezen veldslag,
I den grootsten en belangrijksten van
alle moderne oorlogen, zoo 't schijnt
de gang en de beteekenis van den
twaalfdaagschen strijd die nu zijn be
slissing nadert, laten zich reeds wat
beter overzien.
De Japanners zoo schrijft een
J Engelsch deskundige hebben de les
van Liao-jang ter harte genomen. Toen
hadden zij een te kleine macht in het,
I veldhet gelukte hun niet, bijtijds
I versterkingen te doen aanrukken, tal
rijk genoeg om hun voordeelen tot een
Historisch Romantisch Tafereel,
uit de Zioolsche Geschiedenis (1362)
XVII.
Wij hebben reeds melding gemaakt van
de aankomst van zoodanige vreemdelin
gen, wier speculatiegeest hen naar Utrecht
gelokt had. Behalve deze, waren echter
binnen de bisschopsstad ook reeds eene
menigte van de tot het tournooi genoo-
digde edelen aanwezig, zoodat eenige
kloosters en andere, ter beschikking van
den kerkvoogd staande, gebouwen, met
de aanzienlijke gasten waren opgevuld
terwijl buiten de stad op de zoogenaamde
Meenteweide, zijnde een ruim, grasveld,
een aantal prachtige tenten waren opge
slagen, allezins geschikt, om voor een
tijdelijk verblijf der edele feestgenooten
te dienen, en waarvan er dan ook reeds
een groot gedeelte bezet warenterwijl
de nog steeds van tijd tot tijd aankomende
I genoodigden, na eerst het bisschoppelijke
paleis bezocht te hebben, door een dei-
schildknapen mede naar dit veld werden
geleid, om daar naar willekeur de noo
dige tenten uit te kiezen, voor welke
dan de eigene banier werd ontrold, en
onder een behoorlijke wacht geplaatst,
overwinning te maken, en zij botsten
te heftig tegen het Russische centrum,
aldus Koeropatkin in staat stellende,
zijn plannen ten uitvoer te leggen.
Tevergeefs werd toen het net gespreid
de vogel had het reeds gezien. In den
jongsten slag echter hebben de Japan
ners hun bewegingen zorgvuldig ver
borgen gehouden, en ze naar tijdsorde
afgemeten met bewonderenswaardige
stiptheid. Het is ook een feit dat
100.000 versche Japansche troepen zich
nu op zee bevinden, of reeds op den
spoorweg die naar het gevechtsterrein
leidt, zoodat genoeg versterkingen be
schikbaar zullen zijn om den slag die
den Russen toegebracht is, zijn uit
werking niet te'laten missen.
Het voornaamste feit is dat de Ja
panners hun omtrekkende beweging
onophoudelijk voortzetten. Men zegt
dat generaal Nogizijnlegervooruitbrengt
in de richting van Tiëling, met gefor
ceerde marschendat hij weinig of
geen acht slaat op de Russen die zich
op zijn flanken en achter zijn rug be
vinden de zorg om met hem af te
rekenen overlatende aan de andere
Japansche afdeelingen. Hij schijnt er
alles op te zetten, Tiëling even snel te
bereiken als zijn verslagen vijand. Hij
heeft den grooten spoorweg afgesneden,
zoodat de Russen daarlangs niet meer
terug kunnen, en het Russische leger
is teruggedrongen naar de bergpaden
en den smalspoor weg die, naar 't heet
in een grooten boog over Foesjoen,
Moekden met Tiëling verbindt. De wegen
zijn in dezen tijd van het jaar hard en
en goed, zoodat de toestand van de
om haar te vrijwaren voor elke beleedi-
ging, die daarop wellicht kon worden
ondernomen door een of ander ridder of
afgevaardigden van zoodanige steden,
met welke zij in vijandschap en veete
leefden.
Tegen den middag van den volgenden
dag, trokken ook de afgevaardigden van
de stad Zwolle, Utrecht binnen. Niet
slechts om waardigheid en aanzien aan
hunne zending bij te zetten, maar meer
nog wijl het onraadzaam was te achten,
om, zonder een genoegzaam geleide, zich
buiten de muren van hunne stad te be
geven, hadden de twee schepenen uit
Zwolle een wacht ruiters om zich heen, die
zoowel in getal als houding, de noodige
zekerheid en veiligheid aan bood, om dezen
tocht, met volkomeue gerustheid, en zon
der schroom voor persoonlijk gevaar, te
ondernemen.
Aan de spits van den optocht, ont
waarde men de forsche gestalte van den
hopman Walter, die eenen zwarten krach
tigen hengst onder zich liet voorthuppe
len, met eene gemakkelijke behendigheid,
waaruit genoegzaam was af te leiden,
dat ook de rijkunst, bij dezen manhafti
ge n krijgsman, niet onbekend was. De
blauwe zijden banier met het witte kruis,
het eenvoudige wapen der stad Zwolle,
wapperde hoog boven den blinkenden,
stalen helm van dezen waardigen aan
voerder, en wanneer men lette op den
donkeren, ernstigeu blik waarmede de
Russische troepen nog niet volstrekt
wanhopig is. Maar met ieder uur dat
de Russen te Moekden blijven, wordt
het gevaar voor hen grooter, aangezien
de Japanners dan hoe langer hoe meer
tijd krijgen om hun ijzeren ring te
sluiten. Het is nu bijna zeker dat een
aanzienlijk deel van het Russische leger,
met eene groote hoeveelheid materieel,
in handen van de Japanners zal vallen,
want een terugtocht in het gezicht van
een overwinnenden vyand is ontzettend
moeilijk, zelfs voor zoo standvastige
troepen als de Russen bewezen hebben,
te zijn.
TELEGRAMMEN.
Tokio, 11 Maart. (8 uur's ochtends).
De omvang van de Russische ramp is
nog niet bekend. Men verzekert echter
dat de Russische verliezen aan men-
schen, kanonnen en schietvoorraad ge
weldig zijn. Schattingen van het ge
vechtsterrein stellen het aantal gevan
genen tot dusver op tusschen de '20,000
en 50,000. Den geheelen nacht heeft
het verwoede vechten aangehouden,
waarbij de Russen hun krachten in
spannen om door den omsingelden ring
heen te breken.
Tokio, 11 Maart. (12 uur's middags).
De wig die de Japanners door het
Russische centrum aan de Hoenho
hebben gedreven, zet haren opmarsch
in noordelijke richting voort. De Ja
panners zijn daarbij reeds aangekomen
te Hampoe, een eind ten N.O. van
Moekden. Men meldt dat de Russen
noordwaarts langs den spoorweg in
verwarring terugtrekken, gevangen
tusschen de wig en den uitersten lin-
banierdrager voor zich heen staarde, en
de forsche greep opmerkte, waarmede
hij de schacht der lans omklemd hield,
kon er geen de minste twijfel meer be
staan, of Walter was diep doordrongen
van den gewichtigen plicht, die, als be
schermer van het kostbare pand, hetwelk
aan zijne handen was toevertrouwd, op
hem rustte.
Naast dezen krijgshaftigen aanvoerder,
reed, even als of het toeval deze bei
den onafschiedelijk aan elkander verbon
den had, de hooggeleerde, maar in het
karakter, waariu hij zich thans vertoonde,
zeer weinig beteekenende heelmeester
Razonius. Ten einde in het groote ge
brek, hetwelk hem, als krijgsman, en
bijzonder nu hij moest gelden voor iemand
aan wien de veiligheid van de achtbare
leden van den raad zijner stad was toe
vertrouwd, aankleefde, eenigzins tegemoet
te komen, had hij getracht, door ophoo
ging van den zadel, zijn ongelukkige,
korte gestalte, zoo veel mogelijk, tot eene
bekwame en passende lengte te brengen,
doch, hoewel ook ook de buitenmate
hooge helm, waarin zijn klein hoofd, als
eene kool in eene boterton, wegzonk,
daartoe medewerkte, viel echter zijne
nietigheid, vooral mi hij naast den Her-
kulischen hopman was geplaatst, zoo
zeer in het oog, dat hij de geheele rui
terbende zoude ontsierd hebben, indien
zulks niet op eene andere wijze ware
voorgekomen. Onbekwaam om bij de
kervleugel van de Japanners, ten NW.
van Moekden. Zij zijn deerlijk toege
takeld. De terugtocht van de Russen
wordt beschreven als een wilde vlucht.
De Japanners bestoken de ordelooze
massa's van de Russen met kanonvuur.
Terautsji, de Japansche minister van
oorlog, heeft Ojama en zijne officieren
en manschappen telegrafisch geluk ge-
wenscht met hun overwinning.
Ojama schrijft in zijn antwoord het
succes toe aan den Keizer en aan den
moed van zijne officieren en man
schappen.
Tokio, 11 Maart. (2 uur's nam.) De
Russen trekken van Moekden noord
waarts terug, terwijl de Japanners hun
beide flanken voortdurend aantasten.
De Russen lijden zware verliezen.
Londen, 11 Maart. De Standard ver-
neemt uit Tokio dd. 10 dezer: Ver-*
scheiden korpsen noordelijk en oostelijk
van Moekden zijn volkomen omsingeld
door de Japanners. De Russen ver
branden allerwege voorraden. De ver
liezen bedragen met inbegrip der ge
vangenen waarschijnlijk meer dan
200,000 man.
Londen 11 Maart. Terwijl de geheele
Europeesche pers getroffen blijkt door
de vreeselijke berichten van Koeropat
kin's groote ramp, wordt alleen de
Russische pers gedwongen te zwijgen
en vieren de Petersburgers als van
niets wetend hun carnaval. Onder de
Petersburgsche hoofdbladen schijnt
alleen de Roes de onderstelling te
wagen, dat Koeropatkin weer een
nederlaag heeft geleden, waarbij het
blad echter de schuchtere hoop uit-
bende als lansdrager te dienen, was aan
hem opgedragen, om haar tot trompetter
te verstrekken, en naardien, voor die
kwaliteit, door alle eeuwen heen, bijzon
der klein uitgevallen schepsels genomen
worden, was Razonius in die betrekking
zeer wel op zijne plaats, en men mocht
zeggen, dat hij den, met eene zilveren
keten om zijnen hals hangende, metalen
hoorn, geene schande aandeed, want het
krijgshafte van zijnen blik en gelaat,
een juist afbeeldsel in miniatuur van
dat zijns manhaftigen hopmans, paste
volkomen bij den trompetter van eere-
wacht voor de schepenen der vrije, Han;
zéstad Zwolle.
Na deze beide gewichtige waardigheid-
bekleeders, volgden zes, en in de achter
hoede een achttal moedige ruiters, die
welgewapend waren, en sterke Friesche
paarden beredentusschen dit levend
bolwerk reden de beide afgevaardigden
die de stad Zwolle bij het tournooi zou
den vertegenwoordigen en tegelijk met
hunnen beschermheer te beraadslagen,
wat er diende te worden aangewend,
om de stad de noodige veiligheid en be
scherming te verschaffen, tegen de steeds
verder gaande overweldiging van hunnen
machtigen nabuur Sweder Van Voërst.
De kleine merries, waardoor deze be
langrijke mannen gedragen werden, moes
ten in kracht en geaardheid verre onder
doen voor hunne zwaar gebouwde broe
ders, die met steigerende sprongen voor