DE STINS VOEILST. 20' Joarg. No. 95. Zaterdag II Maart 1905. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli-Vlaanderen. E. DIELEMAN, Buitenland. FEUILLETON. vviisciii; COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent. Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent. DRUKKER UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5( cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. |Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DE OORLOG IN OOST-AZIE. Moekden, de „stad der graven", on der welks wallen de groote slag gele verd wordt, is omringd door mooie bak- steenen muren, die ongeveer zestig voet hoog zijn en op een stevigen grondslag rusten. Buiten de jnuren liggen een aantal voorsteden binnen een leemen wal, wrelks hoogte wisselt tusschen tien en twintig voet. In den binnensten stadsmuur zijn acht grootsche poorten met ge duchte bastions. De binnenstad is aan eiken kant ongeveer 1600 M. lang. De bevolking, bijna uitsluitend onvermeng de Chineezen, teltmeer dan 250,000 zielen. Moekden is, gelijk bekend is, ook de vaderstad van de groote Man- I tjoe-dynastie, de stad van de Heilige Graven, die door de geheele Chineesche natie vereerd worden. Onder deze gra ven zijn twee tomben van algemeene bekendheidde eene bevat het stoffe- lyk overschot van Tai Soeng, den groo- ten Chineeschen veroveraar, de andere die van zijn vader, Noa Tsjoe. Japan en Rusland hebben beiden plechtig be loofd, deze heilige plaatsen te zullen ontzien, maar men kan niet weten, welke verwoestingen nog uit militaire nood zakelijkheid zullen worden aangericht. De Russen hebben reeds vroeger op Korea de heilige graven van de Kore- aansehe dynastie te Ham-hjung vernield. Volgens een telegram uit Jinkou is het gros der Russische macht bij Foes- joen (ten Oosten van Moekden) reeds Historisch Romantisch Tafereel uit de Zwolsche Geschiedenis (1362) De spottende grijns, welke, gedurende deze woorden, om de baardige lippen van den marskramer had gelegen, bewees ten vollen, dat hij, inwendig, niet zoo veel onbillijkheid in des paters aanbie ding vond, en daarom van dit tweede beroep op zijn onbekrompenheid niet veel verwachtte. Tot zijne verwondering en niet geringe blijdschap antwoordde de pater echterHoezeer ik niet gewoon ben, vierdubbel een daad te beloonen, wil ik echter, in dezen, daarin eene uitzondering maken, en u, voor de zoo genaamde bijkomende omstandigheden, hetzelfde bedrag toedeelen, van hetgeen ik bepaald had voor de zaak zelve. Daarvoor gisch ik echter, dat, wanneer u iets menschelijks mocht overkomen, en gij, door ongeluk of eigene onhandig heid, vallen mocht in de klauwen van den bedreigden graaf, geene pijniging in staat zal zijn, den naam uit uwen mond te rukken van hem, die u tot dit werk den last gat." Bij alle heiligep, die ooit gecanoni seerd zijn, of, wilt gij het liever, bij alle bezig, terug te trekken naar Tiëling. De verliezen zijn ontzettend groot. De Russen zenden hun geheelen voorraad uit Moekden weg naar het noorden. Koeropatkin heeft zijn hoofdkwartier verplaatst. De Japansche linkervleu gel heeft Maandag, na eén zwaar ge vecht zijn kamp opgeslagen ten noorden van Moekden. Een afdeeling Japansche ruiterij heeft bij Jenkatoen 1000 kozakken ontmoet en verslagen. De Russen gingen op de vlucht, een aantal dooden en 3000 patronen op het veld achterlatende. Koeropatkin's oostelijke achterhoede uit 20.000 man uitgelezen troepen be staande, trekt terug. Uit Hsin ming-tin wordt aan de Daily Telegraph gemeld dat de Japanners te Pengtsjiapoe, ten noordwesten van Moek den, drie zware kanonnen hebben op gesteld, waarmee zij nu de stad be schieten. De tegenstand der Russen is onge twijfeld zwakker geworden, nu het leger al sedert een week een verdedi gende houding moet aannemen zonder aanvallenderwijs te mogen optreden. De grond is nog diep bevroren, zoodat het niet mogelijk is, nieuwe verschan singen te maken. De Japanners zetten hun omtrekkende beweging voort. Van een hunner divisies weet men dat zij zich in de richting van Tiëling heeft uitgebreid. Intusschen houdt de vijand den aanval op ons centrum vol. Zon dagnacht bestormden de Japanners Sja hopoe, Erdagoe en Kantajinsan. In het uiterste Oosten brengen zij hun stellin gen weer vooruit. In het centrum be- duivels, zweer ik!* riep Rocko, door deze onverwachte uitkomst verrast, met vuur uit, ffdat de graaf het koude staal van mijn knief in het binnenste van zijne ingewanden zal voelen, en dat, wanneer ik daarbij als een onhandige leerling mocht geknipt worden, ik eer mijne tong uit de keel zal laten rukken, voor zij uwen heiligen naam uitspreekt." Het bleek niet, of Willibald bijzonder veel gewicht aan deze stellige verzekering hechtte; want, zonder daarop terug te komen, zeide hij //Voor ik u verlaat, zoude ik gaarne de zekerheid met mij nemen, dat uw ijver niet enkel in snoe vend geschreeuw bestaat; maar ook daarin, dat gij daden bij ijdele woorden voegt." z/Ik reken mij gelukkig," hernam de marskramer, ,uwe eerwaarde de over tuiging daarvan nu reeds te kunnen schenken. Ik heb, namelijk, reeds een plan beraamd, op welke wijze ik den aangeduiden graaf niet alleen zal leeren kennen, maar, indien het gelukt, zelfs toegang tot hem te verkrijgen." De blijde glans, waarmede de donkere oogen van den monnik onder de grijze wenkbrauwen heen flikkerden, duidde aan, dat hij, door deze verklaring, aan genaam verrast was, en de vraag zweefde hem reeds op de lippen, wat het middel was, waarvan ocko zich zooveel goeds beloofde, toen deze vervolgde //Ik heb, pin den graaf te zien en te naderen, geen ander plan, dan hem te zoeken op houden de Russen hun stellingen nog, maar in het zuidwestan trekken zij terug naar hun tweede verdedigingsrij. Maandagochtend hebben de japanners met een aanzienlijke strijdmacht de vooruitgeschoven Russische stelling te Tsjantsjenpoe, aan den spoorweg, aan gevallen. Na verscheiden vergeefsche aanvallen staakten de Japanners hun pogingen. Beiderzijds zijn de verliezen zwaar. Ook Rennerkampf's afdeeling heeft aanvallen der Japanners afge slagen. Reuter's correspondent in Koeroki's kamp seint: Dinsdagochtend hebben de Russen door de duisternis begunstigd, hun ge heele Slaho-linie prijsgegeven. Zij zijn nu in vollen aftocht naar liet noorden. De Japansche infanterie zit hen op de hielen. Alvorens terug te trekken sta ken de Russen een ontzaglijken voor raad in brand; de vlammen waren den geheelen nacht zichtbaar. De val van Moekden is elk oogenblik te verwach ten. De Japanners dringen sterk op de Russen aan in het oosten. Van Koeropatkin zijn drie telegram men ontvangen: In het eerste, van 6 dezer, zegt de opperbevelhebber, dat de vijand op den rechteroever der Hoen-ho de Russische stellingen aanviel ten noorden en ten zuiden van Jansintoen, maar terugge slagen werd. Een Russische afdeeling rukte in de richting van Hsin-ming-ting op en bezette na een bloedigen strijd het dorp Tafansjin, kort bij Tasjitsjiao. Daarna werd ze echter teruggeworpen nadat de vijand, die Lioe-kin-kwan, eene plaats, waar hij zich voorzeker zal laten vinden, en die is aan den feestdisch van den bisschop zeiven." //Heilige Michaëlriep de monnik in bittere teleurstelling uit, //daar heb ik reeds een proefje van die hooggeroemde, fijne behendigheid Gij wilt dan,schelm vervolgde hij, met een toornig gelaat, tftot het paleis van den bisschop door dringen Ja, wanneer het een hol was, schurftig en verpest als dit 1 Maar, voor gij tot den bisschop toegang verkrijgt, zou eerder de booze zelf, met paardevoet en horen s, zij ue hoogwaardigheid naderen Een grijnzende grimlach vergezelde Rocko's woorden, toen hij antwoordde j/Ik weet, dat aan het hof van den bis schop alleen uw kleed, en dat der hoog geboren edelen, een vrijbrief is, die poorten en deuren opent, zonder dat er gevraagd of onderzocht wordt, welke zwarte of blanke ziel er onder schuilt, getuige hiervan zoo velen, welke daar verschijnen, en wier geweten zoo zwart is als een wolfsmuil, of althans zoo bruin als de pij, die hen dekt. Ondanks deze uitsluitende gewoonte, kan ik u echter verzekeren, en ik zoude het met de noodige eeden kunnen bevestigen, indien ik dit niet nutteloos achtte, wijl het later toch zal moeten blijken, of ik al dan niet waarheid sprak, dat ik, voor het tegenwoordige, eenen even vrijen toegang tot het bisschoppelijk hof heb, als de edelste ridder, die, op het tournooi ten O. van Tasjitsjiao, krachtig ver dedigde, versterking had gekregen. De verliezen der Japanners waren aan zienlijk. Het tweede telegram, van 7 dezer, luidt: Op den rechteroever der Hoen-ho viel de vijand verscheiden malen onze stellingen aan, doch werd teruggewor pen. Alle aanvallen op den Poetilof en den Novgorod, die zeer bloedig wa ren, zijn afgeslagen; evenzoo de nach telijke aanvallen op Kandolisa. Het derde telegram, van 7 dezer luidt De vijand heeft het dorp Foehoean- toen heftig aangevallen en een deel ervan bezet, maar is later weer ver dreven. De aanvallen op ons centrum zijn afgeslagen. Op de linkerflank heeft de vijand Beniapoetsi aangevallen hij week echter terug onder ons vuur, dat bijna k bout portant kwam. TELEGRAMMEN. Als een bewijs hoe ernstig de toestand voor Rusland is, kunnen de volgende telegrammen dienen, welke we heden in de N. R. Ct. vonden. TOKIO, 8 Maart. (Ambtelijk.) Ojama meldt dat de Russen op alle punten verslagen zijn, en vanochtend vroeg (Woensdag) den terugtocht hebben aan genomen. Het Japansche leger vervolgt de Russen uit alle macht. LONDEN, 9 Maart. De Times ver neemt uit Petersburg, van gisteren Ernstige tijdingen zijn vanmiddag zijne halsbrekende kunsten komt ver richten. En dat ik my daar niet hehoef in te dringen, of daartoe magische listen noodig heb, kunt gij hieruit afleiden, dat dat ik van den bisschop, of althans zijnentwege, eene uitnoodiging heb ver kregen, tot een geheim onderhoud met zijne heiligheid zelve. Ben ik dus een maal in het bisschopshof, dan zoude ik niet waardig zijn, de gunsten en het vertrouwen van uwe eerwaarde te In zitten, indien ik my de vrijheid niet wist te verschaffen, om de eetzaal binnep te gaan, waar zijn hoogwaarde, met zijne edele gasten, zich aan tafel zal bevinden. Ben ik dan in dat sanctum sanctorupj, dan zal Jiet de minste zwarigheid zijn, om den aangewezen graaf van Schuilen- burg niet alleen te zien, maar ook te spreken." Een afkeurend hoofdschudden toonde de twijfeling aan, welke de monnik aan het welslagen van het opgegevene voor nemen van Rocko koesterde, en sterjc drong hy er op aan, om te weten, wat Van Arkel konde bewogen hebben, om een gemeenen, zwervenden vreemdeling, bij zich te ontbieden doch naardien de marskramer volstandig weigerde, daarom trent eenige ophelderingen te geven, als iets zijnde, dat geheel buiten de onder havige zaak lag, was Willibald genood zaakt zich, voor het tegenwoordige, tevreden te stellen, met Rocko's verze keringen aan te nemen en te gelooven,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1905 | | pagina 1