i:
DE SUS VOËRST
No. 90.
Woensdag 22 Februari 1905.
20e Jaurg.
Nieuws- en Advertentieblad
C~J voor Zeeuwsch-Ylaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing S/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrfldagnamiddag TWEE uren.
RUSLAND.
Uit Moskou wordt van Vrijdag ge-
I telefoneerd, dat toen grootvorst Sergius
I van het Historische Museum naar het
I Kreml reed, het rijtuig bij het gerechts
hof door twee personen in een huur
rijtuig werd opgewacht. Op het oogen-
I blik dat de grootvorst het gerechtshof
I voorbijreed, volgden zij diens rijtuig,
I een bom werd onder het rijtuig ge-
I worpen en een sterke ontploffing ver-
I nielde het rijtuig en doodde den groot-
I vorst. De moordenaars zijn gevangen
I genomen, een van hen is zwaar ge-
I kwetstverder zijn er verscheidene
I studenten gearresteerd.
Een uitvoeriger bericht uit Moskou
luidtHedennamiddag om drie uur
ging grootvorst Sergius per rijtuig van
het Nikolaaspaleis naar het Senaatsplein.
Achter de equipage reden twee huur
rijtuigen. Toen de koetsier het ge
rechtshof naderde, kwam hem een slede
tegemoet met twee mannen in burger-
kleeding, de een was als werkman
gekleed. Bij het gerechtshof liet de
slede de equipage voorbijrijden. Op
dit oogenblik werd er een bom onder
het rijtuig van den grootvorst geslin
gerd. De ontploffing was zoo hevig,
dat alle vensterruiten van het gerechts
hof zijn gesprongen. De equipage is
geheel vernield, de paarden zijn weg
gerend. Het volk op het plein raapte
stukken hout en andere dingen op.
De grootvorst is onmiddellijk dood ge
weest hoofd en beenen waren van de
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de ZwoUche Geschiedenis (1362)
48)
XVI.
Nadat Willibald en de oude Wouter
de gewelfde poort van den bisschopshof
waren doorgetreden, scheidden zij voor
dezelve van elkander, beiden in de blijde
overtuiging, dat zij in het doel, hetwelk
hen te Utrecht gebracht had, aanvanke
lijk geslaagd waren. Wouter sloeg den
weg in naar den Groenen Valk, terwijl
de monnik, liever eene tegenovergestelde
zijde kiezende, zich naar het meer afge
legene en armoedige gedeelte der stad
begaf.
Gewisselijk zullen het onze lezers reeds
I bemerkt hebben, dat in de eeuw, waarop
dit vei haal hunne aandacht vestigt, en
waarin zoo zeer het recht van den ster
ken gold, de goede eigenschappen van
een hoofd der kerk, welker grondtrekken
liefde en verdraagzaamheid zijn, niet
zoo zeer bestonden in eenen warmen ijver,
om voor de zedelijke belangen der leeken
te zorgen, als wel om hunne aangelegen
heden van meer stofifelijken aard te be-
j vorderen en te beschermen tegen die
tallooze graven en baronnen, welke, al
romp gescheidende kleederen ver
scheurd. De koetsier heeft erge brand
wonden gekregen en is overleden,
terwijl hij naar het gasthuis werd ver
voerd. Op het plein lagen nog de
wielen van het rijtuig. De ontploffing
is op grooten afstand gehoord. De
moordenaars zijn gevat. De eene zeide
„Het kan me niets schelenik heb
gedaan wat ik doen moest." De namen
der moordenaars zijn nog onbekend.
Na eenige oogenblikken begon het
volk op de plek van den aanslag saam
te loopen en de poort van het Kreml
werd gesloten. Op het Roode Plein
kwam het tot een betooging tegen de
studenten, die hierbij dermate klop
kregen, dat een bij het gerechtshof
aangesteld ambtenaar zich in den strijd
mengde en maakte dat verscheidene
personen werden gevangen genomen.
Later zijn er proclamaties onder het
volk geworpen.
Toen grootvorstin, Elisabeth tijding
van het gebeurde kreeg, begaf zij zich
terstond naar de plek van den aanslag.
Het stoffelijk overschot van den groot
vorst is bijeengebracht en naar het
Nikolaaspaleis vervoerd.
Grootvorstin Sergius bevond zich op
het oogenblik, dat de aanslag op haar
gemaal werd gedaan, in hare werk
kamer in het Kreml, bezig met schik
kingen voor liefdegaven aan slacht
offers van den oorlog Reeds was een
equipage voorgereden, daar de groot
vorstin naar het huis van den generaal-
gouverneur zou gaan, om daar haren
echtgenoot te ontmoeten, die er even
eens zou gekomen zijn,
ware het ook, dat de gansche uitgestrekt
heid van hun gebied niet verder ging,
dan tot aan den buitensten rand van
hunnen vervallen burg, en hunne geheele
macht niet meer dan een paar lan
sen konde monsteren, zich toch gerech
tigd achtten, om, ongestraft, zoodanige
daden te bedrijven, welke zij edele wijs
heid noemdendoch die gevoegelijker
onder den naam van schelmstukken
konden doorgaan.
Nog had geen Luther of Calvijn de
vaan der tweedracht en der scheuring
in de heilige moederkerk opgestoken
nog zwaaide de geestelijkheid, van den
stadhouder des Zaligmakers af, tot den
bedelmonnik toe, den schepter over een
menschdom, dat, in opgeklaarde denkbeel
den, weinig het redelooze dier overtrof,
en in de woorden van eenen priester,
de woorden van den Gekruisten zeiven
meende te hooren. Daarom konden zij,
die tot het geestelijk ambt geroepen waren,
en inzonderheid de bisschoppen, die tege
lijk het wereldlijk bestuur in handen
hadden, zonder veel tijd te besteden aan
de vervulling hunner kerkelijke plich
ten, zich ongestoord toewijden aan het
meer aardsche gedeelte hunner betrek
king, hetwelk, om de boven aangevoerde
redenen, van evenveel, en zelfs meer
gewicht dan het godsdienstige gedeelte
konde beschouwd worden.
Van daar was het, dat, langzamerhand,
in de bisschoppelijke hofhoudingen de
Onmiddellijk na de ontploffing merkte
een agent van politie een man op, die
vluchtte. Het gelukte hem dezen man,
hoewel hij met een revolver was ge
wapend, gevangen te nemen. De ge
arresteerde had vele kwetsuren, door
splinters van de bom veroorzaakt. Hij
ontkende niet. de moordenaar te zijn
en gaf zelfs toe een revolver bij zich
te hebben om op iedereen te schieten
die hem zou genaderd zijn. Hij drukte
er zijn voldoening over uit, dat de
grootvorstin niet in het rijtuig had
gezeten. Hy weigerde zyn naam of
stand op te geven en zei alleen, dat
hij lid was van de revolutionnaire
socialistische partij.
Het hoofd van den grootvorst is ge-
geheel verpletterd, slechts waren er
nog stukjes van de hersens op de
bestrating te vinden, welke eene vrouw
bijeengaarde en aan een commissaris
van politie gaf. Een politieagent vond
de portefeuille van den grootvorst,
waarin geld en verscheidene brieven.
De moordenaar had een portemonnaie
bij zich met ongeveer tien roebels er in.
Om vier uur 's namiddags is in
tegenwoordigheid van de grootvorstin
en van alle militaire en burgerlijke
autoriteiten deeerstelykdienstgehouden,
op welken er om acht uur een tweede
De ontploffing heeft 64 vensters van
het gerechtshof vernield.
De aanslag heeft te Moskou een
verpletterenden indruk gemaakt.
Ziehier wat eenige Russische bladen
van de daad zeggen. Voor de Nowosti
gewoonten en gebruiken van wereldlijke
vorsten waren ingeslopen, en de prelaten
zeiven hun karakter als kerkelijk opper
hoofd in zoo verre wijzigden, dat zij dik
wijls den bisschopsmijter en staf voor
den stalen helm en het ridderzwaard
verwisselden. Johan van Arkel die
niet geheel van eene zekere mate van
heerschzucht was vrij te pleiten, en daarin
niet ontaard van het stoute geslacht,
waaruit hij was gesproten, en waarvan
in het destijds in zwang zijnde spreek
woord gezegd werd
De Brederodes de edelsten,
De Wassenaars de oudsten,
De Egmonds de rijksten,
Van Arkels de stputsten.
Deze telg, zeggen wij, uit dat beroemde
geslacht, had inzonderheid aau de, door
de omstandigheden gewettigde, gewoonte
toegegeven, en hoewel innerlijk elke
ijdele vertoouing verachtende, als onbe
staanbaar met zijne opgehelderde denk
beelden van ware grootheid, spreidde
hij echter dikwerf rondom zijnen zetel
eene schitterende pracht en eenen luister
ten toon, alleen aan de hoven der mach
tigste vorsten gekend. Daartoe behoor
den vooral die schitterende tournooien,
welke hij vaak in de bisschopsstad gaf,
en waarin men zeide, dat de krijgshaf
tige bisschop zelf dikwerf eene lans brak.
Ook nu weer stond Utrechts ingezete
nen zoodanig luistcrlijk feest te wachten,
is zy het bewijs, dat Rusland ziek is
en een spoedig herstel noodig heett, en
dat kan alleen geschieden als de
bureaucratie voor het volk wijkt. De
Roes hoopt vurig, dat vrede en rust
en vruchtbare arbeid op deze geweld
daden en bloedstorting mogen volgen.
De Swjet zegt, dat de anarchisten zich
vergissen, als zij denken door misdaden
de reactie te steunen, waardoor weer
de beweging van het volk zou toenemen.
De dood van Sergius zal den Tsaar en
Rusland smartelijk aandoen, maar niets
veranderen.
Er zijn er die daar anders over oor-
deelen. Zoo uitte een aanzienlijk lid
der liberale partij te Petersburg zich
als volgt tegenover den correspondent
der Daily ChronicleMet den dood
van Sergius heeft de reactionaire partij
haar leider verloren. Onze vooruit
strevende partij is daardoor zeer ver
sterkt. Boeligin en Trepof zijn hun
voornaamsten steun kwijt. De Tsaar
verliest in hem den bloedverwant, die
zijn slechtste raadsman was. Rusland
is een schrede nader tot de vrijheid.
Zoo oordeelt er ook de bekende
Russische professor Reusner over, die
met den verslaggever van een Duitsch
blad een gesprek heeft gehad. Aan
het verslag, dat het blad van Reusner's
woorden geeft, ontleenen wij het vol
gende
De aanslag op grootvorst Sergius
kwam voor niemand onverwacht, want
hij gold voor den meest gehaten man
in Rusland. Dagelijks verwenschen hem
vrouwen die hun man, kinderen die
hun vader, ouders die hun kinderen
dat aan een volk, hetwelk aan uiterlijke
praal en grootheid zoo zeer hechtte, te
welgevalliger was, naarmate het meer
of minder prachtig konde genoemd wor
den, en, volgens de aanstalten, welke
daartoe reeds gemaakt waren, moest dit
tournooi al de vorigen in luister over
treffen. Vele lezingen waren er in om
loop, wat de reden kon zijn van dit volks
feest, hetwelk, nog zoo geringen tijd ge
leden, door een dergelijk steekspel was
voorafgegaan. Velen meenden daarin
een aangroeiend verlangen van den bis
schop te zien, om de macht, waartoe hij
het Sticht dagelijks meer en meer ver
hief, in uiterlijke praal ten toon te sprei
den. Zij echter, die, meer van nabij,
met Van Arkels begrippen daaromtrent
bekend waren, wisten, dat dit de ware
oorzaak niet konde zyn van het zoo spoe
dig vernieuwen van een feest, dat te
kostbaar was, om voor veelvuldige her
halingen vatbaar te zijn. De juiste oor
zaak was aan niemand dan den bisschop
zeiven, bekend. Zijn scherp doorzicht
had hem, namelijk, reeds voor langen
tijd, doen inzien, dat elke poging, welke
hij aanwendde, om met den baron Swe-
der van Voërst een minnelijk vergelijk
te treffen, en hem met de Overstichtschen
in vrede te doen leven, zoude afstuiten
op het trotsche en heerschzuchtige hart
van den machtigen baron. Voor hij
echter tot strengere middelen overging,
wilde Van Arkel het beproeven, of hij