DE ST1\S YOËKST
No. 82.
Woensdag 25 Januari 1905.
20e Juurg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIFXEIIAfl,
Buitenland.
FEUILLETON.
4XELSCHE
C01IR4NT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor BelgiS 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vry dagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
Het Nowoje Wremja heeft uit Hoean-
sjan een telegram ontvangen, meldende
dat volgens berichten uit Chineesche
bron een gedeelte van Nogi's artillerie
zich reeds bij het legér in Mantsjoerije
gevoegd heeft. Deze berichten worden
Bevestigd door de omstandigheid dat
het Japansche geschut aan de Sja-ho
thans een grooter terrein schijnt te
bestrijken dan vroeger.
Men behoeft geen Chinees te zijn,
om aan te nemen dat Ojama's strijd
macht inderdaad reeds met een gedeelte
der Japansche macht, zoo lang door Port
Arthur vastgehouden is, versterkt is. De
Japanners hebben er zich niet naar ge
dragen om van hen te onderstellen dat
zij er gras over zullen laten groeien.
De Japanners zyn op het denkbeeld
gekomen, den nauwe.n haveningang van
Port Arthur af te dammen en de geheele
haVen leeg te pompen, ten einde aldus
de gezonken Russische oorlogsschepen
te kunnen bemachtigen. Dit vernuftige
plan zal wel heel duur zijn, maar het
schijnt niet onmogelijk, en de belooning
zou groot zijn, indien het slaagde.
Twee Engelsche stoomschepen, die
met steenkolen voor Wladiwostok ge
laden, door de Japanners opgebracht
waren, de Roseley en de Lethingtonr
zijn door het prijsgerecht te Saseho
verbeurd verklaard.
DUITSCHLAND.
De ministerieele commissie zal zich
in verschillende subcommissies splitsen,
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362)
Zoodra de sluwe monnik had ontdekt,
dat de baron Van Voërst door Wouter
werd verdacht gehouden van den aanslag
op het leven van Agge, had hij dadelijk
het denkbeeld aangegrepen, dat deze
dwaling een sterk werkend middel zoude
zijn, om den twist, waarnaar hij zoo be-
geerig verlangde, aan te stoken, daarom
had hij met dien strengen ernst, welke
|rij wist, dat voor het devote gemoed van
den ouden Wouter on wederstaal baar
zoude zijn, aangedrongen, om bij den
bisschop eene aanklacht tegen den baron
Van Voërst in te brengen, die den streng
rechtvaardigen Van Arkel niet 011 vervolgd
konde laten. Met eenegeheime vreugde
bespeurde hij op het gelaat van den veer
man, dat zijne listige taal doel had ge
troffen.
„Ik dacht, genoeg gedaan te hebben,
vader Willi bald door aan een van des
bisschops dienaren op te dragen, om voor
mijne dochter hulp en bescherming in
te roepen,* antwoordde Wouter zacht.
„Wat hoor ik, Wouter! gij hebt u
feigendunkelijk van eene taak verschoond,
opdat het onderzoek naar de grieven
die de werklieden ten aanzien van de
verschillende mijnen hebben, sneller
kan afloopen.
Het aantal stakers beliep Vrijdag
195,604 of 272 minder dan den vorigen
dag.
Onder groote geestdrift hebben Vrijdag
2000 mijnwerkersvrouwen te Essen
vergaderd. Van mijlen ver waren de
vrouwen samengestroomd. Behalve ge
wone burgervrouwen met schort, jak
en hoofddoek, zag men er ook als dames
gekleede vrouwen bij. De sociaal-demo
cratische woordvoerster mevrouw Plum
sprak de vergadering toe. Anderhalf
uur lang handelde zij over de onwaar
dige behandeling van de mijnwerkers
door de mijnbeambten, de hongerloonen,
het stilzetten van mijnen om de voort
brenging te beperken en hoogere prijzen
voor de steenkolen te maken, de tijd
van afdaling en opstijging en het
„nullen", daarbij hevig uitvarende tegen
de ondernemersbent. Alle vrouwen
moesten hun mannen aansporen om lid
van een vakvereeniging te worden en
geen jenever te drinken. Zij waar
schuwde verder tegen baldadigheden
en beleedigingen jegens „Arbeitsheili-
gen", gelijk zij de „Arbeitswilligen"
(doorwerkers) noemde, gaf de kapitalis
tische pers die de zaken verdraait, een
veeg uit de pan en bezwoer de vrouwen
trouw aan de zijde van hare mans te
vechten voor lotsverbetering. Twee
andere spreeksters werden even warm
toegejuicht. De vrouwen namen ten
slotte deze motie aan „De vergadering
van mijnwerkersvrouwen die vandaag
die de heiligen op u gelegd hadden te
volbrengen, en schijnt te vergeten, het
geen de schrift zoo duidelijk beveelt,
als zij zegt, hetgeen uwe hand vindt om
te doen, doe dit met ijver. De straf van
den luien en on willigen dienstknecht kome
over uw schuldig hoofd, wanneer gij lan
ger draalt, te gehoorzamen aan een god
delijk bevel, dat in dit uur door mijnen
onwaardigen mond tot u komt.*
Willibald had op dien beslissend be
velenden toon gesproken, die, uit den
mond eens geestelijken, in de midden
eeuwen, voor het onnoozele gemeen, wei
nig minder dan eene Godspraak klonk.
Ook het gemoed van Wouter was te zwak,
en zijn verstand te beneveld, om den
krachtigen indruk dezer strenge taal te
wederstaan, en, bukkende voor ket ge
vreesde priesterlijk gezag, antwoordde hij
met ootmoedige stem „Ik zal hooren,
heilige vader naar hetgeen gij zegt, een
heilig gebod te zijn. Sta mij slechts bij
met uwen wijzen raad en hulp, opdat
ik, in dit vreemde vaarwater, waarvan
ik diepte noch gronden ken, niet verzeil
en aan den grond raak.*
„Ik zelfs zal u bij den heiligen bisschop
geleiden. Spreek, als gij voor zijn aan
gezicht staat, met eerbied, maar ook met
vrijmoedigheiden vooral, laat geene
vrees u weerhouden, om alles aan zijn
heilig oor te openbaren, wat gij weet,
en hem derhalve dienstig kan zijn, om
licht te ontvangen in deze gewichtige
ten getale van 2000 zijn bijeengekomen,
verklaart ten volle in te stemmen met
de verklaringen van de spreeksters en
belooft, de mannen niet eerder naar de
mijn te zullen sturen, voor de door hen
gestelde eischen zijn ingewilligd."
Uit alle oorden van de wereld gaat
men nu steenkolen voeren. Volgens
een telegram uit Montreal, treft daar
zelfs de Dominion Coal Company toe
bereidselen voor verscheping van steen
kolen naar dat land.
RUSLAND.
Volgens ambtelijke opgaven is te
St. Petersburg tot Vrijdagavond in 174
fabrieken, andere nijverheidsonderne
mingen en drukkerijen met ongeveer
96,000 arbeiders, het werk neergelegd.
De courancen zijn niet verschenen.
De gouverneur der stad heeft een
ambtelijke bekendmaking uitgevaardigd,
waarin hij verklaart, dat hij, tengevolge
van de werkstaking in vele fabrieken
en werkplaatsen, iet als zijn plicht
beschouwt er op te wijzen, dat noch
samenscholingen noch optochten op
straat zullen worden toegelaten en dat
ter voorkoming van volksbewegingen
zoo noodig zal worden overgegaan tot
de voorgeschreven krachtige maatrege
len. Tevens worden de arbeiders, die
niet met de staking te maken hebben,
uitgenoodigd zich van elke deelneming
aan volksoploopen te onthouden.
De dankdienst, dien het Petersburg-
sche stadsbestuur had willen houden
voor de redding van den Tsaar, is\an
ambtswege verboden, blijkbaar om de
voorstelling te handhaven, dat het
zaakwaarna gij zijne rechtspraak en
bescherming moogt verbeiden, met het
zelfde onwankelbaar vertrouwen, alsof
gij uw leed aan den Hemel zei ven
klaagd hadt,* hernam Willibald, terwijl
eene lichte uitdrukking van spot op zijne
dunne lippen lag.
„Zal ik dan ook spreken van hetgeen
vroeger geschied is, vader Willibald
of is het genoeg, dat ik den bisschop een
verhaal doe van Agge's laatste ramp
Vroeger, gij weet dit, heeft zij averij ge
kregen aan hare lading en binnenwerk;
de laatste stortzee, welke haar overkwam,
heeft haren romp en inhoud beschadigd."
„Vervloekt zij uw suffend gebabbel!"
bromde de monnik zacht tusschen de
tanden, en toen antwoordde hij luid:
„Ik heb u gezegd, dat gij niets zult ver
zwijgen; of is uw verstand zoo helder
opgeklaard, dat gij scheiding kunt maken
tusschen hetgeen goed en hetgeen
kwaad is
„Ik weet het, vader!" hernam Wou
ter, „dat de goede heiligen aan eenen
armen schipper slechts zoovee"! wijsheid
hebben gegeven, als hij noodig heeft,
om, in handzaam en stormweer, te weten,
waar hij staan moet; maar ik meende,
dat het zondig is, onzen naaste te be
schuldigen, wanneer wij niet zeker van
den koers zijn."
Eene lichte bleekheid, die zichtbaar
werd op het gelaat van den monnik,
toonde aan, dat de eenvoudige aanmer
kartetsschot slechts een ongelukkig en
onbeduidend toeval was. Feitelijkschijnt
echter uitgemaakt te zijn dat verschei
den kanonnen in plaats van, gelijk het
voorschrift luidde, stroomopwaarts ge
richt te zijn, recht op het winterpaleis
doelden. De gevonden mantel van de
kartets moet meer dan honderd kogels
bevat hebben, maar de lading niet ge
heel in orde geweest zyn, want de
meeste kogels vielen onderweg mat op
het ys der Newa neer. Het kanon was
scherp op het keizerlijk paviljoen ge
richt. Iü elk geval zijn er meer ge
wonden dan de politie toegeeft.
Binnenlandsche Onlusten.
De Tsaar heeft een lang onderhoud
gehad met de ministers, waar uitsluitend
de binnenlandsche toestand is besproken.
Het lijkt uiterst moeilijk zich eenig
denkbeeld te maken omtrent de voor
stelling, die de Tsaar zelf en zijn raads
lieden hebben van den binnenlandschen
toestand des rijks. Zij moeten ziende
blind en hoorende doof zijn, wanneer
de tegenwoordige gebeurtenissen hen
niet met verbijsterende gedachten ver
vullen. De Russische pers is niet in
staat veel licht te verschaffen in zulke
ernstige tijden, wanneer de censor
heviger pleegt te woeden dan ooitnu
is zij zelfs tengevolge der zich geweldig
uitbreidende werkstaking tot volkomen
stilzwijgen gedopmd te Sint Petersburg
verschijnen geen couranten meer. De
eenige bron, waaruit men thans te
putten heeft, zijn de telegrammen en
deze geven, een onder de omstandig
heden overvloedig te noemen oogst.
kingen van den ouden Wouter hem hadden
getroffen. Schielijk echter antwoordde
Willibald, met eene vaste stem: „Wie
spreekt dan van valschelijk beschuldigen?
Heb ik iets anders bevolen, dan den
bisschop te verklaren, hetgeen uw eigen
geweten u ingeeft? Volg slechts die stem,
en laat het aan het wijze en verlichte
oordeel van den aardschen plaatsbeklee-
der des Hemels over, om uitspraak te
doen, en scheiding te maken tusschen
hetgeen in uwe aanklachte al dan niet
strafbaar is. En nu, volg mij
Terwijl Willibald het lange vertrek
doorliep, ging ook de hoop toeschouwers
rondom den kunstenaar uiteen. In het
midden van dit gedrang trad iemand
den monnik op zijde, en fluisterde hem,
nauwelijks hoorbaar, toe: „Rocko wacht
u dezen avond in het Bloedstraatje!"
Schielijk wendde de pater zich om, en
nu bespeurde hij, dat de Oostersche too-
venaar zich, met drift, van hem verwij-
d'erde, en, door de menigte heen worste
lende, met vluggen tred, het vertrek
verliet. De haast, welke hij maakte,
belette Willibald echter, om den gooche
laar te naderen. Hij wenkte dus Wou
ter toe, om hem te volgen, en, van dezen
vergezeld, trad hij toen den „Groenen
Valk* uit, en ook daar buiten van den
kunstenaar niets meer ontdekkende, sloeg
hij den weg naar het bisschoppelijk pa
leis in.
Zijne uyjunikenpij opende daar, zoo