DE ST1NS VOÈKST.
No. 79.
Zaterdag 14 Januari 1905.
"20 Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
F EU I L L E TON.
AXIÏLSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrydagavond.
A B O N N E M E N T SJP R IJ S
Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
Bestrijding van de tuber
culose onder het rundvee.
De BURGEMEESTER van Axel,
maakt bekend, dat, ter gemeentesecre
tarie, kosteloos verkrijgbaar zijn gesteld,
formulier A ter mededeeling van het
verlangen, om runderen, welke op tu
berculose duidende verschijnselen ver-
toonen, tegen schadeloosstelling door
het Rijk te dóen overnemen.
Axel, den 3 Januari 1905.
De Burqemeester voornoemJ,
D. J. OGGEL.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
Het Journal verneemt uit Moekden
dat het weêr plotseling zacht is ge
worden. Er zou niet het minste belet
sel meer zijn voor de hervatting van
de vijandelijkheden. De Daily Tele
graph verneemt uit Tsjifoe eveneens
dat men aan de Sjaho nieuwe krijgs
verrichtingen verwacht. Een groot deel
van Nogi's leger is in allerijl naar
Liao-jang gezonden.
Een correspondent van Reuter in
het Japansche hoofdkwartier beschrijft
den uittocht van het garnizoen van
Port Arthur als volgt
Historisch Romantisch Tafereel,
uit de Zuoolsche Geschiedenis (1362)
^Tot nu toe heb ik het steeds voor u
verzwegen, Arnold hernam Van Arkel
„op welke wijze gij onder mijne bescher
ming zijt gekomen, om uw leed door ge
durigen twijfel en teleurgestelde hoop
niet te vermeerderen. Thans echter kan
ik u daarmede bekend maken. Gedu
rende mijn verblijf te Grenoble, zag ik
u, als een tweejarigen knaap, onder een'
hoop van die rondreizende vreemdelingen
die in elke stad, welke zij doortrekken
een ander karakter en voorkomen aan
nemen. In Grenoble stelden zij zich
voor als een hoop goochelaars en dansers
die
„Ha riep Arnold, terwijl uit zijn bloed
rood oog een wanhopige wrevel blonk,
en een bittere grimlach om zijnen mond
speelde, „de edele jonker! de tot aan
den bisschopszetel verheven knaap, is
slechtseen goochelaarskind Bij
den heiligen Hemel!" voegde hij er,
wanluidend lachende, bij, „dat mag ge-
lukzoekcn genoemd worden, om de koord
danserschoen en balanceerstok te ver
wisselen tegen de gouden sporen en het
ridderzaad
Eeu lange stoet van de overblijven-
den der wakkere bezetting van Port
Arthur is aangekomen in het station
van Tsjang-lin-tsoe, een deerniswekkend
schouwspel opleverend. Eerst versche
nen, in vier rijtuigen, door uitgeputte
paarden getrokken, de officieren van
den staf, die geweigerd hadden hun
eerewoord te geven. Allen droegen,
naar luid van de gesloten overeenkomst,
hun degen.
Eenige oogenblikken nadien verscheen
de eerste afdeeling. De officieren der
regimenten rukten op met hunne sol
daten. Hun met rimpels doorploegd ge
laat verraadde het tijdens 't beleg door
stane lichamelijk en zedelijk lijden.
Naar gelang de Japansche soldaten zich
op den weg verdrongen om den door
tocht bij te wonen, was het gelaat der
officieren deerniswekkend om te aan
schouwen, want de sporen der diepste
vernedering w^ren zichtbaar.
De eenen waren gelaten, de anderen
gebelgd over deze onbehoorlijke nieuws
gierigheid. De Russische soldaten sche
nen in goede gezondheid teverkeeren,
hoewel ook op hun gezicht de sporen
van veel ontberingen te zien waren.
De officieren waren zindelijk en goed
gekleed, maar de soldaten behangen
met vuile schapenvellen. Zij schenen
gelaten, maar gelukkig dat de vreese-
lijke ellende uit was. Ten slotte kwa
men wagens, door uitgemergelde paar
den getrokken, hijgend van vermoeie
nis, al waren de vrachten ook nog
zoo licht.
De oppassers der officieren kruiden
lichtte wagentjes, waaraan hunne lie
velingshonden zaten. In vele gevallen
droegen de oppassers de degens, die
hunne officieren geweigerd hadden aan
te gespen.
De officieren groetten de Euro-
peesche correspondenten, die hun lij-
denstocht te midden van het vijande
lijk leger bijwoonden. Zij schenen ver
baasd en voldaan tevens dat zij, tus-
schen hagen Japansche soldaten opruk
kend, allerwege met eerbied en goed
heid werden bejegend.
De Japanscho soldaten deelden aan
de Russen bier, eten en sigaretten uit,
en sommigen droegen zelfs, als goede
kameraden, de pakken van afgematte
Russische soldaten.
De spoorweg is bijna volkomen her
steld tot Port Arthur, waar spoedig
treinen zullen aankomen. De telegraaf
en de telefoon zijn voltooid tot Port
Arthur zelf. De Japansche genie-offi
cieren inspecteeren nu de vernielde
forten der oostelijke linie.
De krijgsgevangenen zullen met bij
zondere treinen naar Dalni en vandaar
met gereed liggende stoomschepen naar
Japan worden vervoerd.
ENGELAND.
Reuter seint uit Berlijn, dat de dif-
ferentieele rechten die er in Engelsch-
Indië op suiker geheven worden de
gewenschte uitwerking hebben gehad
en aan den invoer uit Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije nagenoeg een einde
hebben gemaak, terwijl de invoer uit
Engeland en Java grootelijks toegeno
men is. Volgens een verslag van den
Duitschen consul-generaal te Sima
De bisschop scheen de hartstochletijke
vervoering van Arnold niet op te mer
ken maar, met zijn verhaal voortgaan
de, zeide hij „Een dezer lieden, die
de aanvoerder van den hoop scheen te
zijn, bespeurde weldra, dat ik mijne oogen
met aandacht op u gevestigd hield, en
mij toen, bijna ongemerkt, naderende,
vroeg hij, of ik medelijden genoeg had,
om aan dat ongelukkig knaapje, op u
wijzende, een ander levenslot te verschaf
fen, dan het bij zijn troep konde te beurt
vallen. Wellicht had de belangstelling,
waarmede ik u gadesloeg, aan de scherp
zinnigheid van den vreemde verraden,
dat hij niet te vergeefs mijn medelijden
over u zoude inroepen want, waarlijk,
ik was met u bewogen, zoo als gij daar,
bleek en ziekelijk, laagt, op den schoot
van een oude, morsige heidin, die u in
hare bruine armen, onophoudelijk heen
en weder solde, ten einde te beletten,
om, door uw klagend gekerm, de aan
dacht der omstanders af te trekken van
de kunsten, die door den hoop uitgevoerd
werden. Hoewel ik te Grenoble geheel
onbekend was, wilde ik echter met den
rondzwerver in geen gesprek treden,
maar gebood den dienaar, die mij afstond,
tegen eenige rozenobels, die hij zeide
aan uwe opvoeding ten koste gelegd te
hebben. Welke moeite ik ook aanwend
de, om van den vreemdeling te verne
men, op welke wijze, gij in zijne handen
waart gekomen, kon ik echter niets an
ders uit hem verkrijgen, dan de ver
klaring, dat hij u, voor eenigen tijd. in
het zuiden van Frankrijk, had gevonden,
zonder te weten, welke uwe afkomst
of geboorte was. Tot nu toe bleven
mijne pogingen, om eenig licht omtrent
het geheim te bekomen, vruchteloos, en,
sedert langen tijd, had ik daarop alle
hoop verloren, toen, dezen middag, de
oude dienaar, die alleen van de wijze,
waarop gij door mij zijt opgenomen
kennis draagt, mij het bericht bracht,
dat hij den goochelaar van Grenoble
heden in de stad had ontmoet, en hem,
hoewel hij thans onder het kleed en
voorkomen van een Oosterschen toovenaar
vermomd was, dadelijk herkennende
verzocht had, voor mij te verschijnen
waartoe de vreemde genegen en bereid
willig was, denkelijk, wijl hij niet zal
kunnen vermoeden, dat de bisschop van
Utrecht hem uit vroegere tijden kent."
Arnold had met aangroeiende spanning
het verhaal van den bisschop gehoord.
Beurtelings was eene vroolijke- hoop of
smartelijke teleurstelling in zijne staren
de oogen te lezen geweest. Toen Van
Arkel geëindigd had, en, met zijne laatste
woorden, nieuwe hoop in het duistere
gemoed des jongelings gestort, herrees
daarin, met nieuwe kracht, het genotrijk
gevoel eener blijde verwachting en vroo
lijke toekomst, dat de zwartgallige droom
beelden, welke, eenige uren vroeger
nog voor zijne zinnen gezweeld hadden
voerde Indië in 1901/2 uit Duitschland
28,800 ton suiker in, en 110,000 ton
uit Oostenrijk. In de eerste elf maan
den van 1903/4 kreeg Indië daarente
gen uit Duitschland slechts 230 ton en
2250 ton uitOostenrijk. De invoer van
Javaansche suiker echter nam in de
genoemde tijdvakken toe van 15,500
tot 60,000 ton, en van suiker uit En
geland van 9400 tot 30,900 ton.
OOSTENRIJK-HONGARIJE.
Te Boedapest is groot opzien verwekt
door de aanhouding van den oud-afge
vaardigde Bela Hegedues. Meer opzien
dan eigenlijk verklaarbaar is, want
deze gewezen volkvertegenwoordiger
had zulk een leven achter den rug, dat
men zulk een afloop wel kon verwach
ten. Bela Hegedues is iemand van zeer
goede familie. Hij verwierf als beheer
der van de goederen van den vroege-
ren eerste-minister Lonyay een vermo
gen van 500,000 florijnen en trouwde
er nog een rijke erfgename bij. Maar
Hegedues was zulk een Don Juan, dat
zijn vrouw hem al heel gauw in den
steek en zich scheiden liet. Hegedues
trouwde daarop in Hongarije maken
ze het de menschen niet zoo moeilijk
als in Oostenrijk met een nicht van
den bisschop van Munkacs, waardoor
hij weer een aardige som in handen
kreeg. Maar zijn losse leven gaf hij
er niet aan en het gevolg was, dat me
vrouw Hegedues II hem ook liet zitten;
zij ging er met een Tsigeuner van door
naar Rusland, met een broer van Jozef
Rigo, den befaamden verleider van
Clara Ward.
Hegedues stichtte daarop een schouw
burg, dien hij gauw te gronde richtte
door zijn lichtzinnigheid. Den laatsten
tyd leefde hij van het spel totdat hij
wegens valschheid in geschrifte dooi
de justitie werd gezocht. Door een
sprong uit een tweede verdieping tracht
te hij toen zelfmoord te plegen, maar
dit gelukte hem niet. Men weet, dat
Hegedues niet juist de eerste is die het
van de Rijksdagbanken tot de cel heeft
gebracht.
DUITSCHLAND.
Volgens te Berlijn ontvangen telegram
men, hebben 24,000 kolendelvers in
het Roergebied het werk gestaakt.
verdrijvende, een helder vooruitzicht
opende. Zijnen geest in het rijk der ver
beelding opvoerende, spiegelden zich, in
gloeiende kleuren en schoone vormen,
de lachende beelden van geluk en ge
nieting in lange rijen, voor zijne oogen,
tot ze eindelijk bleven rusten op eene
schitterende gestalte, waarin hij sidde
rend Mathilda's heerlijk beeld herkende.
Lang zoude hij nog voertgedweept
hebben; want de bisschop, bespreurde
wat er in de ziel van den jongeling
omging, liet hem ongestoord over aan
den droom, waarin hij verdiept was, toen
eenklaps de loop zijner denkbeelden
werd afgebroken door het binnentreden
van eene lange, donkere gestalte, waarin
beiden pater Wtllibald herkenden.
Wordt vervolgd