Binnenland. Landbouw. Gemengd Nieuws. velhebber van het le, Kaulbars tot bevelhebber van het 3e Mantsjoersche leger. 15. De Japanners voor Port Arthur vermeesteren een deel van de Kikwan- forten. Hun verliezen worden op 1500 man geschat. 16. De Russische torpedojager Ras toropni komt met berichten uit Port Arthur te Tsjifoe aan. De bevelhebber laat het schip in de lucht springen. Een aanvullingssmaldeel van de Rus sische Oostzeevloot vertrekt uit Libau. Rozjestwenki's eskader vertrekt uit Dakar, ter Westkust van Afrika. 19. Aanval der Japanners op de wes telijke forten bij Port Arthur. 25. Vijf groote Russische oorlogs schepen met 7 torpedobooten en eenige transportschepen varen het Suez-kanaal door. Te Petersburg wordt de overeenkomst betreffende de commissie ter zake van het Noordzee-incident onderteekend. 29. De stelling op den Berg van 203 meter (Hoogen berg) ten westen van Port Arthur wordt door de Japanners veroverd. De verlotingen in café's. Het bericht, dat de heer Lijn, secre taris van den Frieschen Hotel- en Café- houdersbond, die te Joure als spreker optrad, mededeelde, dat hij, in zijn kwa liteit, van of namens den minister een schijven had ontvangen, inhoudende, dat loterij om wild en potspel niet ver boden zijn krachtens de Drankwet, be rust volgens de Leeuw. Ct. op eqn groot misverstand Van den heer Lijn ontving zij de mededeeling, dat hij te Joure Iets geheel anders heeft medegedeeld. Over het antwoord van den minister had hij het advies ingewonnen van één der rechts geleerde leden der Tweede Kamer en dit advies deelde hij te Joure mede, luidende „Mijns inziens is er verschil tusschen loterij en hazardspel. Vpor loterijen beneden dq honderd gulden moet het gemeentebestuur vergunning geven. Hazardspel kan niet vergund worden en het vragen van vergunning heeft dus geen zin. „Indien de permissie gevraagd is om verloting te houden, is dat (die vraag nl.) niet geschied en is de vergunning niet geweigerd opgrond van de Drank wet, maar op grond van de Loterijwet. het met vluggen draf over dett rijweg voortsnellen. Bij het omslaan van een scherpen hoek des wegs, zag hij, eenige schreden voor zich uit, iemand aan den kant in het hoog opgeschoten gras zitten. Reeds op dien afstand kwam hem die armoedig gekleede gestalte bekend voor, en, toen hij dezelve naderde, herkende hij den ouden veer man Wouter, die, met het grijze hoofd op de bruine handen geleund, zoodanig in diepe mijmering was verzonken, dat hij van de tegenwoordigheid des jongen ruiters niet eerder iets bespeurde, voor dat deze zijn ros tegenover hem stilhield. Niet alleen werd Arnold, om de zeld zaamheid, den ouden Wouter, dien hij zich herinnerde, den vorigen dag nog aan het Frankhuis, bij Zwolle, gezien te hebben, thans op weg naar Utrecht te ontmoeten, door eene zekere nieuwsgie righeid geprikkeld, om te vernemen, wat hem met dien spoed, en, zoo het scheen, zonder eenig ander hulpmiddel, dan zijne oude stramme beenen, van Zwolle naar de bisschopsstad konde getrokken hebben maar sedert hij ooggetuige geweest was van het voorgevallene met Wouters on gelukkige dochter, stelde hij belang ge noeg in den ouden veerman, om zijne reis te vertragen, door zich eenigen tijd met den grijzen vader der geheimzinnige Agge bezig te houden. Het was uit dien hoofde, dat hij zijn ros intoomde, en den ouden in&n dus aansprak«Ik weet „De weigering krachtens die wet staat niet ter beoordeeling van den minister en diens antwoord is dus volkomen correct." Hier kan dus opgemerkt worden, dat volgens dit advies de St. Nicolaas ver lotingen geen quaestie zijn van de Drankwet, maar van de Loterij-wet, welker toepassing een zaak van be voegdheid van den burgemeester is, waarin de regeering zich niet kan mengen. Waar de caféhouders in hun adres de Drankwet voor oogen hadden, zegt de rechtsgeleerde adviseur „De indiening van het adres schijnt mij dan ook op een groot misverstand te berusten." Te Joure werd na de mededeelingen van den heer Lijn besloten, een ver loting van wild te houden in een café ten einde eene rechteriijke beslissing uit te lokken. De heer Lijn deelt ook mede, dat hij verder het rechtsgeleerd Kamerlid nog diens meening gevraagd had om trent de quaestie of biljart-potspel onder de door de Drankwet verboden hazard spelen valt. Het antwoord luidde „Biljartspel is geen hazardspeldat het om geld gespeeld wordt, doet het spel niet van karakter veranderen." (N. B. Ct.) De St. Ct. van Vrijdag bevat het oogstoverzicht van 1 December 1904, nl. het overzicht van den stand der wintergewassen, bewerkt door den in specteur van den landbouw, volgens gegevens verstrekt door de Rijksland- bouwleeraren. Wij ontleenen aan dit verslag het volgende Wat de winterroge betreft: Tijdens de grondbewerking en den uitzaai was, tengevolge van gemis van regen, de grond zeer droog en vreesde men, dat het zaaizaad slecht zou opkomen. Velen zaaiden daarom later dan gewoonlijk. Op vele akkers stond het gewas aan vankelijk te hol, doch door den sedert gevallen regen herstelde de stand zich en deze is thans zeer voldoende, ter wijl de ontwikkeling uitstekend was. In alle deelen van het land, zoowel op klei-, zand- als veengrond, is dan ook de stand van de winterrogge goed en zeer goed. Omtrent de wintertarwe wordt gezegd niet, vriend Wouter I wat ik meer moet bewonderen, het vreemde van u hier aan te treffen, of den bijna ongeloofelijken spoed, waarmede gij, u, in den korten tijd, die er verloopen is tusschen dit en het oogen blik, waarin ik u gisteren by Zwolle zag, naar hier hebt kunnen be geven Diegenen onzer lezers, welke niet goed Arnolds verwondering kunnen rechtvaar digen, die hij betoonde daarover, dat iemand, in éénen dag, van Zwolle naar Utrecht konde gaan, gelieven in aanmer king te nemen, dat in de, in zoovele opzichten, ongelukkige middeneeuwen, geene vlugge diligences langs den effenen straatweg, of over den gemacadamlseer- den grintweg rolden, ja, dat zelfs geene nederige tweeradige kar of hotsende huif wagen (die thans bijna overal, tot in de afgelegenste hoeken, in deze gezegende en verlichte tijden door het mulle zand worden voortgesleept, zoo zelfs, dat een gehucht, uit een half dozijn huizen be staande, het zich tot eene on verdragelijke schande zoude rekenen, indien zij niet wekelijks, een paar malen ten minste, de rauwe klanken van een uitgeholde koehoorn door hare eenige straat of steeg hoorde klinken, de aankomst of vertrek verkondigende van hare rommelendesnor wagen of vrachtkar) den eenzamen reiziger vriendelijk opnam, en voor een 1 matig loon hem veilig en gemakkelijk bracht naar de plaats, waar zijne belan- dat de bewerking van den grond dezen nazomer en herfst op uitstekende wijze uitgevoerd is, zoodat het zaailand op tijd gereed lag. Dit levert wel een groot contrast met het vorig jaar, toen tengevolge van het voortdurend natte weder de bestelling van het land eene groote vertraging ondervond. Daar het zaaizaad tengevolge van het gunstige weder tijdens het oogsten, dit jaar blijk baar een hoog kiemvermogen bezit, is de stand van de wintertarwe in alle deelen van het land goed en zeer goed. Op vele plaatsen is de stand zelfs al te weelderig, wat hier en daar tot teleurstelling kan lijden voor het geval dat er dezen winter veel sneeuw mocht vallen. Er is heel wat meer tarwe uitgezaaid dan het vorig jaar. Ten opzichte van wintergerst, die zoo goed als uitsluitend op de klei ver bouwd wordt, geldt hetzelfde als over wintertarwe is gezegd. Overal is de stand zeer goed of goed. Winterkoolzaad staat over het alge meen minder goed dan de wintergranen, een gevolg van de groote droogte ge durende den uitzaai, waardoor het te laat opkwam en de stand te dun was, zoodat nogal heel wat is omgebouwd. Er schijnt dit jaar geen groote opper vlakte met koolzaad te zijn bezaaid, althans uit Groningen, Zeeland en Fries land wordt gemeld, dat niet veel is uitgezaaid. In Zeeland is de stand vrij goed. Tengevolge van de groote droogte ontwikkelde de Karwij zich dezen zomer onder de dekvrucht niet voldoende. In vele deelen van het land, o. a. in Zee land is de teelt grootendeels mislukt en werd de karwij omgebouwd. Daar waar het gewas is blijven staan, is de stand matig, en zijn er veel ledige plekken. De stand van de overjarige karwij is iets beter; alles bijeengeno men zal er echter in 1905 weinig kar- wijzaad aan de markt komen. Het eerstvolgend overzicht, mede den stand der wintergewassen betref fende, zal omstreeks half Maart 1905 verschijnen. - In de laatste helft der vorige maand werden langs de grenskantoren van Zeeuwsch-Vlaanderen naar België gezonden 147 Nederlandsche koeien en vaarzen en wel: langs Veldzigt (gem. IJzendijke) 10, langs Sas van Gent 42, langs Hulst 25 en langs Clinge 61. In al de quarantaine stallen werden op genomen 714 Nederlandsche runderen. gen hem riepen, of die zijn reislust hem deed wenschen te bereiken. De edelen en rijken alleen konden, met andere en eigene vervoermiddelen dan die, welke de natuur aan den mensch geschonken heeft, eenen voorgenomen tocht, afleggen, terwijl er voor dengenen, wien het daar aan ten eenenmale ontbrak, niets anders overig bleef, dan van zijne voeten gebruik te maken, wilde hij zich naar eene andere plaats begeven, en naardien de wegen ongebaand eu dikwijls geheel onbruik baar waren, was een voetmarsch van eenige uren, in dien tijd, van meer be lang en gewicht, dan in deze stoom- en vliegtijden van eenige dagen, of zelfs weken. Zij, die dit een en ander gelieven in te zien, zullen gereedelijk toestemmen, dat jonker Arnold niet anders kon, dan zijne bevreemding te betuigen,datiemand, gelijk de oude veerman Wouter, in éénen dag, den weg van Zwolle naar Utrecht had afgelegd. Arnold was verplicht, zijn aanspraak te herhalen, want niet alleen dat Wouter geen antwoord gaf, maar zelfs geene de minste beweging toonde, dat hij daartoe genegen was. Eerst toen andermaal de zelfde uitroep van bevreemding geklon ken had, hernam de oude man, hoewei nog steeds het hoofd op de hand latende rusten Wanneer men des nachts niet met gegijde zeilen gaat bijleggen, heer reiziger dan is het geene kunst ook zelfs AXEL, 13 December 1904. Bij Koninklijk besluit is, met ingang van 16 Januari, 1905, benoemd tot di recteur van het postkantoor te Axel, de heer J. M. van den DriessenMareeuw, thans in gelijke betrekking te Tegelen; en tot directeur van het postkantoor te Tegelen, de heer J. H. Mesters thans in gelijke betrekking te Axel. Zondag j.l. herdacht de WelEerw- Heer E. Ongenae, Kapelaan alhier, den dag, waarop hij vóór 121/., jaar de H. Priesters wijding ontving. Z.Eerw. was hier onafgebroken gedurende dien tijd als Kapelaan-Assistent werkzaam. Door zijn onvermoeiden ijver voor het welzijn zijner Parochianen heeft hij zich aller achting verworven. Moge het daarom Z.Eerw. gegeven zijn hier nóg vele jaren tot nut der Parochie te arbeiden. Sedert een paar dagen doet zich alhier een geval voor an diphtheritis. Van een ploeg werkvolk, die bieten laden aan de Blikstraat, gelegen aan het kanaal tusschen Neuzen en Sluiskil, ging Zaterdagavond de 22jarige Herre- bout uit Zaamslag op weg naar de laadplaats aan den Zevenaarstraat, ojn daar voor allen het weekloon te ont vangen. Hij keerde niet terug en bleek bij een, na geruimen tijd wachtens, in gesteld onderzoek niet aan de Zevenaar straat te zijn geweest. Men vermoedde een ongeluk. Een schippersvrouw had in het water van het kanaal eenige beweging gezien. Zondagmorgen werd het vermoeden bewaarheid zijn lijk is opgevischt. Men denkt dat hij aan den kanaalberm zijn handen heeft willen wasschen en in 't water gevallen is. Donderdagavond om 10 uur woed de in de lajidbouwschunr van C. Bogaert in den Perkpolder, gemeente Hontenisse, door onbekende oorzaak, een hevig uit slaande brand. Met veel moeite wist men nog een paard, een jaarling en een paar runderen te redden, doch men kon niet beletten, dat nog 11 runderen, 3 paarden, de oogst, benevens de land bouwwerktuigen een prooi der vlammen werden. De schade wordt door assurantie gedekt. De 2 zoons van den landbouwer, die in de kluis sliepen konden zich nog juist door de venstertjes der kluis redden langs anderen weg was dit niet meer mogelijk. Inbraak en brandstichting. Zondag morgen te kwart over vijf uur ontdekte een agent van politie, dat er rook kwam uit de brievenbus van het kantoor van de Nederlandsche Kiosken-Maatschappij en het Internationaal Advertentiebureau, directeur de heer E. Gans, te Rotterdam. De agent maakte dadelijk alarm, waarop het eerst kwamen toesnellen eenige gemeentereinigers, die bezig waren met slangen op de waterleiding het Beursplein schoon te maken, spoedig daarop volgden de reddingbrigade en een spuit. De brand bleek in hoofdzaak te woeden in het midden vertrek, alwaar vyf les senaars staan. In een kwartier tijds was de brand gebluscht en bleet hij bepaald tot het middenvertrek. De reddingbrigade had inmiddels het deurpaneel uitgetrapt en de stevig ge sloten buitendeur door het uithakken der sloten van de binnenzijde geopend. Nauwelijks was de rook weggetrokken of bij het schijnsel der fakkels van de brandweer werd ontdekt, dat drie les senaars waren opengebroken. De klep- niet voor een slecht zeiler, als ik ben, om in één etmaal te loopen van Zwolle binnen de haven van Utrecht.' Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1904 | | pagina 2