r
»e STINS VOHIST.
So.
Woensdag '14 December 1004.
20e
Nieuws- en Advertentieblad
J voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIFXEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en VrJJdagavond.
A B O N N E M E N T SjP R IJ S
Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Yrtydagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
De N. R. Ct. geeft de volgende korte
kroniek van den oorlog.
Sept.
September—December.
5. Schermutselingen bij Jentai. De
aftrekkende Russische troepen houden
Koeroki in bedwang.
Kapitein Wirén vervangt Oechtomski
g bevelhebber van het eskader van
Port Arthur.
8. Het Russische leger bereikt Moek-
den, een achterhoede op 25 KM. ten
zuiden van de stad achterlatende. Het
Japansche leger neemt rust te Liao-jang.
De Japanners hebben 13 krijgsge
vangenen gemaakt, 3500 geweren, mu
nitie enz. buitgemaakt. De verliezen
der Russen worden opgegeven als 80
officieren gesneuveld, 391 gewond, 21,800
minderen gedood of gewonddie der
Japanners (26 Aug. tot 8 Sept.) 136
officieren gesneuveld, 464 gewond
16,940 minderen gedood of gewond.
17. De Japanners rukken op beide
vleugels op tot 20 KM. ten Z.W. van
Moekden. De Russen besluiten, bij
Moekden stand te houden.
18. Het Japansche pantserschip Hei-
jen loopt in de Duivenbaai op een mijn
en zipkt met 197 man.
Bekend gemaakt wordt, dat de Rus
sische kanonneerboot Groemiatsji den
24en Augustus bij Port Arthur op een
mijn gestooten heeft en gezonken is.
De Japanners doen een grootenaan-
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362)
XII.
Tegen den middag van den volgenden
dag reed Arnold het kleine dorp den
Bilt uit, en, den breeden rijweg volgende,
kon hij, bij eenen stevigen draf, nog vóór
den avond, de bisschopsstad hereiken.
Het scheen echter, dat de jonge ruiter
daarop weinig zijn voornemen gezet had
want in plaats van daartoe zijnen hengst
tot eenen fikschen draf aan te zetten,
liet hij, even als bij zijnen rit op den
vorigen morgen, van Zwolle naar den
Stins Voërst, ook nu weder het dier ge
heel aan deszelfs vrijen wil over, dat dan
ook meer spelende, dan wel in geregeldén
stap over den stoffigen zandweg voorthup-
pelde.
Een half uur mocht der Stichtenaar op
deze wijze zijne reis vervolgd hebben,
gedurende welken tijd hij, in mijmering
verzonken, weinig acht had geslagen op
hetgeen buiten hem voorviel, toen hij
langzaam zijnen blik, die langen tijd, in
diepe afgetrokkenheid, over den kop van
zijn ros gestaard had, met eene uitdruk
king van norsche bitterheid, zijdelings
val op Port Arthur en vermeesteren
schansen bij Sjoeisji-jing, en het fort
Koeropatkin.
20. De Japanners doen een aanval
op den Ta-lingpas ten Z.O. van Moekden,
maar worden teruggeslagen.
De kou treedt in op het oorlogsterrein.
25. Generaal Gripenberg wordt be
noemd tot bevelhebber van het 2e
Mantsjoersche leger.
27. De Japanners doen opnieuw een
eisch tot overgaaf van Port Arthur,
deze wordt verworpen.
29. Te Liao-jang komt de eerste
Japansche trein aan, met voorraad uit
Nioe-tsjwang.
Oct.
2. Koerppatkin vaardigt eene proc
lamatie uit, waarin hij een aanvallende
beweging aankondigt.
10. Uit Cardiff wordt gemeld, dat
daar maandelijks 150,000 ton steenkolen
voor Japansche en Russische rekening
verscheept worden.
Artillerie-gevecht aan de Sja ho. De
Japanners trekken tot Jen-tai terug.
Een Russische cavalerie-afdeeling
trekt bij Pun-si-ho, ten O. van Liao-jang,
de Tsi-tse over en bedreigt de Japansche
verbindingslijn, maar moet ten slotte
terugtrekken.
11. De Japanners drijven langzamer
hand de Russen weer ten noorden van
Jen-tai terug.
14. Einde van den slag aan de Sja-ho.
De voorwaartsche beweging der Russen
is mislukt; zij bezetten stellingen aan
den rechteroever van de Sja-ho, de
Japanners zijn aan den linkeroever
verschanst. Vooral op den westelijken
van zich afwierp, en zacht, maar met
eene wrevele stem zeide //Ha nog zie
ik het oog van haren broeder, trotsch en
verachtelijk, op mij, den ellendigen knaap,
nederblikken Nog zie ik dien smaden-
den, spottenden grimlach, dien hij mij
toewierp, toen ik het vergulde hulsel
van mijn lijf scheurde, en, in al mijne
nietige naaktheid, voor den trotschen ba
ron stond Ook gij, Mathildahadt bij
die ontmomming moeten tegenwoordig
zijn Ook gij hadt, met uwen schampe
ren grimlach, den armen knaap moeten
verpletteren, die zijne hand naar u durfde
uit te steken. Dan ware hij wellicht
van zijne waanzinnige droomen genezen,
en uit de duizelende hoogte, waarin de
ijdelheid zijner verbeelding hem had op
gevoerd, nederstortende, zoude hij, ont
daan van elke bedriegelijke begoocheling,
tot de naakte wezenlijkheid zijn terug
gekeerd. Maar dit was mij niet vergund.
Neen, in plaats daarvan, moest de pijl
mij nog dieper in het vleesch worden
gedreven, en nog meer moest mijne onzin
nige hoop gevoed worden, om mij den
gedwongen afstand van het geliefde wezen
dubbel smartelijk te maken. Ik vloek
u niet, ongelukkige moeder die, om den
rampzaligen val te dekken, het heiligste
gevoel in uwe borst moest smoren, den
zoon van uw hart rukken, en aan het
wufte noodlot overgeven. Ik veracht u
niet, mijn vader! die uwen zoon onmee-
doogend uit de vaderarmen stiet. Neen,
vleugel hebben de Russen zware ver
liezen geleden. Volgens een ambtelijke
opgaaf zijn aan de Sja-ho 34,263 Russen
gedood of gewond de Japansche opper
bevelhebber meldt dat hij 13,000 lijken
van Russen gevonden heeft, en dat het
verlies van den vijand ten minste
40,000 man moet bedragen. De Japan
ners geven aan verliezen op 15,879
dooden en gewonden. Zij hebben 500
gevangenen gemaakt en 45 stukken
geschut veroverd.
15. Het Russische Oostzee-eskader,
onder bevel van admiraal Rozjesiwenski,
vertrekt uit Libau.
Schout-bij-nacht Jessen benoemd tot
bevelhebber van het le smaldeel van
den Grooten Oceaan.
16. De Russen vermeesteren den Berg
met één boom (Poelitof-Berg) op den
linkeroever van de Sja-ho en maken
14 Japansche kanonnen buit. De Ja
panners hebben 1000 dooden en ge
wonden. Zij handhaven zich te Lin-
sjin-poe, op den rechteroever.
Beide legers bevestigen zich in hun
stellingen langs de Sja.ho. Er hebben
nu en dan schermutselingen plaats,
zonder beteekenis.
22. De Russische Oostzeevloot ont
moet bij de Doggersbank deEngelsche
treilersvloot uit Huil en beschiet deze.
Een treiler zinkt, andere worden be
schadigd twee visschers worden gedood
en verscheiden gekwetst.
24. Groote opgewondenheid in Enge
land over het Noordzee-incident. De
Russische gezant te Londen wordt
uitgejouwd. De regeering neemt maat
regelen om de vloten zoo noodig te
beide vergeef ik het u, dat gij het bewijs
uwer schande van u gestooten, en aan
het grievendst weehebt overgegeven. Maar
God waarom, en dit is mijne eenigste
jammerklacht! hebt gij mij niet laten
opgroeien in den nietigen stand, die met
mijne vergeten geboorte paste, waarom
hebt gij mij geworpen in den maalstroom,
die mij onwederstaanbaar met zich voort
sleepte, mijne zinnen bedwelmde, het oog
benevelde, tot eensklaps, bij het vreeselijk
ontwaken, een somber spook uit de rij
der liefelijke droombeelden te voorschijn
treedt, en mij donderend toeroeptSta
stil, knaap zie voor u, in den donkeren
afgrond, aan uwe voeten Uit dien mod
derpoel zijt gij opgekropen, daarin moet
gij weder terugstortenO gij, mijne
moeder welke duldelooze pijniging hadt
gij mij dan niet gespaard Dan zoude
ik, schuldeloos en onbekommerd, mijn
leven voortgesleept hebben in den don
keren hoek, waarin het noodlot mij ge
worpen haden niet, gelijk thans, als
eene bloem, die, uit het slijk opgeschoten,
in den glans der morgenzon schitterende,
op den middag van den stengel wordt
gerukt, en, door eenen trotschen voet,
in hetzefde stof en slijk wordt vertreden,
waarin zijn stam deszelfs wortelen heeft
gesloten Maar, vóór die voet tegen mij
wordt opgeheven, zal ik bukken voor den
storm, die om mij henen loeitniet lan
ger zal ik trotsch mijn hoofd tegen zijne
macht oprichten j ik zal het krommen,
laten samenwerken.
25. De Engelsche gezant te Peters
burg dient een nota in. Lamsdorf be
tuigt hem het leedwezen van den Tsaar
over het voorval op de Doggersbank.
26. De Russische vloot komt teVigo
aan Rozjestwenski zendt een voorloopig
rapport naar Petersburg.
Te Gibraltar worden oorlogstoerus
tingen gemaakt.
De Japanners voor Port Arthur doen
een hevigen aanval op de Kikwan-forten.
De oude stad staat in brand.
28. De Russische en Engelsche regee
ringen komen in beginsel overeen, het
Noordzee-incident in der minne te
schikken. Het blijkt dat ook een
Zweedsche stoomboot (de Aldebaran) en
een Duitsche treiler (de Sonntag) door
de Russische Oostzeevloot beschoten zjjn.
29. Het Russische eskader komt te
Tandzjer aan.
Admiraal Alexejef, die het opperbevel
over de Russische strijdmacht in Oost-
Azië aan Koeropatkin heeft moeten af
staan, keert te Petersburg terug.
November.
1. De Russische oorlogsschepen die
nog te Vigo lagen, vertrekken. Nieuwe
uitbarsting van verontwaardiging in
Engeland. Men spreekt weer van mobi
lisatie-maatregelen te Gibraltar en van
het samentrekken der Engelsche vloot.
4. De Japanners doen weer hevige
aanvallen op de forten ten noorden van
Port Arthur. Hun verliezen zijn zeer
groot.
Een groote Engelsche stoomboot met
levensmiddelen verbreekt de blokkade.
Generaal Linjewitsj benoemd tot be-
vóór het verbroken wordtDaarom,
Mathildavrees niet, dat mijne vuile
hand, het reine, schitterende kleed uwer
edele geboorte zal bevlekken ik zal
heengaan, ik zal u verlatenEn ook
gij, edele Van Arkelgij, de verzorger
en weldoener mijner jeugd en mijns
levens ook gij moet niet langer met be
schaamde kaken staan, wanneer het u
wordt aangewezen, dat gij, aan eenen
verachten knaap, uwe gaven en vriend
schap uitdeelt, die alleen aan eene edele
geboorte voegenmaar niet aan hem,
dien gij, uit het laagste stof, tot u hebt
verheven, ook u ga ik verlaten, en, u
alles teruggevende wat uwe edelmoedige
hand mij geschonken heeft, wil ik niets
met mij nemen, dan de herinnering, dat
uwe verlichte ziel over de strenge en
onverbiddelijke vooroordeelen kondeheen-
stappen, om alleen aan de stem der
menschheid gehoor te geven. Deze her
innering zal voortaan de eenigste licht
straal zijn op het donkere pad, dat voor
mij ligt, en dat pad zal ik betreden, tot
het in het graf ten einde loopt
Hier zweeg de Stichtenaar. Zijne stem,
in het eerst wrevelig en bitter, was lang
zaam verzacht en kalmer geworden, en
had op het laatst eenen somberen, droef-
geestigen toon verkregen, geheel stroo-
kende met den smartelijk weemoedigen
blik, die uit het vochtige, donkere oog
sprak. Toen dreef hij zijn spelend ros
met stem en sporen weder aan, en liet