DE STINS
20e Jaurg.
No. 70.
Woensdag 7 December I JH)i.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. Dl EL EM AN,
Buitenland.
FEUILLETON.
WHSCIIR
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B O N N E M E N T S]P R IJ S
Per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
(Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
De verovering van den Berg van 203
mëters wordt, zoo seint de Petersburgsche
correspondent van een Fransch blad,
in Russische militaire kringen beschouwd
als het eerste belangrijke succes, door
de Japanners behaald na zes maanden
vechtens. Men voegt er bij dat de
stelling betrekkelijk gemakkelijk te
nemen was, daar ze slechts door aard-
verken verdedigd werd het was geen
fort, en bovendien zou de hoogte be-
streken worden door de batterijen op
den Tateiberg.
Van deze bijvoeging moge mendenken
vat men wil ze lijkt vrij veel op
het verguldsel van de pil zeker is
echter dat met den val van deze stelling
het lot van Port Arthur nog niet beslist
'i, ook al kan het 't begin zijn van het
einde. Men gelooft, volgens den cor
respondent van de Standard te Tokio,
dat de Japanners nu druk bezig zijn
met het maken van loopgraven tegen
de forten van Soeng-sjoe-sjan, Er-loeng-
sjan en Toeng Ki-kwan-sjan. Deze
forten bedekken, volgens de eene kaart
het Lange gebergte," dat zich, op
korten afstand ten noordwesten van de
stad Port Arthur, bijna vlak van het
vesten naar het oosten uitstrekt, en
aan welks uitersten hoek de thans door
de Japanners bezette hoogte zou liggen.
Volgens een andere kaart ligt Er-loeng-
sjan echter ten noordoosten van Port
Arthur, oostelijk van den spoorweg. De
onzekerheid die zelfs aangaande de
Historisch Romantisch Tafereel.
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362)
Hoezeer derhalve wellicht niet onwil
lig, om dit gesprek nog eene wijl tusschen
de beide edellieden teonderhouden, viel het
haar echter moeielijk, om daarbij de noo-
dige onverschilligheid te bewaren, die
alleen haar beveiligen kon, een gevoel te ver
raden, dat nog op den bodem harer ziel
sluimerde, en hetwelk zij schroomde zich
zelve te openbaren, ofschoon zij redenen
had te vermoeden, dat de scherpe blik
haars broeders daarvan reeds iets ont
dekt had. Het was daarom, dat zij de
korte tusschenpoos, welke er op Arnolds
woorden volgde, aangreep, en het gesprek
ran dat onderwerp afleidende, hetzelve
op een ander brach t, door te zeggen Ik
heb, eenige oogenblikken geleden, op het
onverwachtst, de verpleging van een on
gelukkig wezen op mij genomen, en
slecht zoude ik den aanvaarden plicht
betrachten, indien ik langer hier ver
toefde. Ik zal.
»Het is dan waar, genadige jonk
vrouw viel Arnold, met een mengsel
ran blijdschap en verrassing, in Je rede,
idat het rampzalige offer van langen
ligging der voornaamste verdedigings
werken nog bestaat, maakt het over
bodig werk, in nadere bijzonderheden
te treden.
Intusschen schijnen de Russen hun
pogingen om den Berg van 203 meters
te heroveren, nog niet opgegeven te
hebben, hetgeen wel bewijst, hoe groote
waarde de verdedigers van Port Arthur
hechten aan die stelling.
Een journalist heeft een onderhoud
gehad te Antwerpen met den Noorschen
kapitein Dram, die uit Engeland naar
Port Arthur was gevaren. Buiten twee
werktuigkundigen werd de kapitein door
zijne door Japanners opgehitste be
manning verlaten. Met eene bemanning
van Chineezen kwam hij op 5 Aug. op
de reede van Port Arthur met uitge
doofde lichten. Om 9 uren seinde de
kapitein aan de vesting en terwijl hij
het antwoord afwachtte, stoomden tor
pedojagers in de duisternis op hem af.
Zonder acht te geven op onderzeesche
mijnen vaarde hij full speed naar de
pas en werd beschoten. Gelukkiglijk
kwam een Russische kruiser aan, die
de stoomboot beschermde.
Wanneer zij in de pas trad met het
krieken van den dag, werd eene vree-
selijke ontploffing vernomen, 's Namid
dags werd de onttakelde Russische
kruiser door twee schepen in de haven
gesleept.
De blocus was dus zoo streng niet
zooals men geloofde.
De kapitein is tweemaal aan wal
gekomen te Port Arthur. Van 6 tot 21
Augustus had de vesting nog niets ge-
moordlust, de ongelukkige dochter van
den ouden veerman leeft
//Zoo is het, edele heeren er bestaat
genoegzame hoop, om hare spoedige ge
nezing eerlang te gemoet te zien, name
lijk, wat de toegebrachte wonde betreft
want hare zielskrankheid schijnt van dien
hevigen aard te zijn, dat aan een herstel
ling daarvan moet gewanhoopt worden."
z/De hemel zegene de schoone pogingen,
edele jonkvrouw welke gij, tot een en
ander, zult aanwenden, en die, door elk
toegejuicht, op den rechten prijs zullen
gesteld worden. Bij voorraad reeds breng
ik u, in naam der lijdende menschheid,
daarvoor mijne hartelijkste hulde en dank
toe."
Weder toog een licht rood over Ma
thilda's schoon gelaat, en toen de zaal
verlatende, groette zij Arnold op eene
wijze, die, hoewel bijna zwijgend, van
zoodauigen aard was, dat zij Roderik in
het vroeger gekoesterde denkbeeld stijfde
dat het hart zijner zuster door meer dan
éèn voorwerp naar Utrecht werd getrok
ken.
De jonge Stichtenaar had de schoone
gestalte zoolang nagevolgd, tot zij uit zijn
gezicht was verdwenen, en daarna nog
bleef hij, met starenden blik, die aan
toonde, dat zijn geest geheel met de zich
•"wij 1 rende maagd vervuld was, luis-
t haren lichten tred, tot ook die
ii. uen langen, hollen gang weg
stierf. Toen drong er eene nauwelijks
leden. Zy bevatte 3000 gewonden
Geneesheeren ontbraken.
Volgens een Russischen officier be
vonden zich 40,000 man in de vesting.
Er waren 9 handelsschepen in de
haven. Er lagen ook 35 oorlogsschepen
op anker. Van het gevecht van 11
Augustus heeft de kapitein slechts kanon
gebulder vernomen, dat tot 3 uren
namiddag geduurd heeft.
's Anderen daags stoomden 5 groote
oorlogsschepen en 5 torpedobooten de
haven binnen. Allen droegen sporen
van houwitsers. Een hunner was half
uiteengeslagen. Men ontscheepte gan-
sche booten vol dooden en gekwetsten.
Den ganschen nacht vervoerde men
gewonden, 's Anderen daags 12 ver
lieten 2 torpedobooten en eene kanon
neerboot de haven. De twee torpedo
booten kwamen alleen terug. De andere
boot was in de lucht gesprongen.
Om middernacht werd men gewekt
door een geweldig kanonvuur, komende
van de forten en de oorlogsschepen.
Onze boot beefde als riet voor den
wind en de zee was onstuimig. Ik moest
in de kabien blijven om niet doof te
worden. Dit duurde twee uren.
Kapitein Dram meent dat er (genoeg
levensmiddelen te Port Arthur waren.
In Augustus kwamen 10 schepen per
maand de haven binnen met levens-
en schietvoorraad. Sedert October zijn
er 20 de haven binnengeloopen. Eenigen
worden door de mijnen in den grond
geboord. Kapitein Dram vertrok binnen
3 dagen naar Port Arthur, doch weigerde
den naam door inschepingshaven ken
baar te maken.
merkbare zucht uit de borst van den
jongeling opwaarts, en daarmede scheen
hij uit zijne afgetrokkene mijmering ont
waakt te zijn want zijn donker oog met
eene uitdrukking van diepe neerslachtige
moedeloosheid op den jongen baron ves
tigende, zeide hij: //Wij moeten het
erkennen, heer Roderikdat de vrou
welijke sekse zooveel op ons vooruit
heeft, dat zij, eerder dan de man, aan
het hoofd der schepping behoort te staan."
//Voorwaar antwoordde Roderik grim
lachend, //eene niet geringe loftuiting,
die onze opperheerschappij in wezenlijk
gevaar zoude brengen, indien zij door
al onze broeders gedeeld werd, en ter
ooren kwam van het geprezen geslacht.
Maar, is het mijne zuster, die deze schit
terende overwinning voor hare sekse op
u behaald heeft
//Arnold gevoelde het, dat hij zich ver
raden had en te verre was gegaan. Zon
der derhalve de verlangde verklaring te
geven, trachtte hij zich eenigermate te
redden door deze vraag//Gij althans
zult het mij niet betwisten, heer Roderik,
dat de jonkvrouw deugden bezit, die
haar den verheven stand, welken ik heb
genoemd, waardig maken
//Het is waai-," hernam Roderik met
innig gevoel, //dat mijne zuster onder
de edelsten van haar geslacht moet ge
rangschikt wordenniemand dan ik,
haar broeder, is daarvan dieper overtuigd.
Doch." vervolgde hij, op den vorigen
DUITSCELLAND.
Voor de tweede lezing van het kanaal
plan door de commissie uit het Pruis-
sische Huis werd afgedaan, is opnieuw
het voorstel betreffende normalisatie
van de Moezel, Saar en Lahn aan de
orde geweest. De rapporteur bestreed
het voorstel evenals vroeger om tech
nische, aesthetische, financieele en oeco-
nomische redenen. Het plan was in
elk geval onrijp. In de eerste plaats
zou Luxemburg bij moeten dragen in
de kosten.
Ook de minister van openbare werken
bestreed de normalisatie van bovenge
noemde rivieren. Hij zegde echter toe
dat de regeering waken zou voor de
belangen van de oeverbewoners.
De minister van financiën voegde
hieraan toe dat het hem onmogelijk was
het benoodigde geld (86 millioen mk.)
voor het werk te verschaffen. Alleen
wanneer Luxemburg en Elzas-Lotha-
ringen, als naaste belanghebbenden,
ongeveer twee derden van de kosten
wilden dragen, kon men er over denken.
Andere leden gaven eveneens als
hun meening te kennen dat het plan
niet voldoende voorbereid was.
Het voorstel werd ten slotte met alle
stemmen tegen 7 verworpen. Alleen
ging een motie van de nationaal-libe-
ralen, waarin de wenschelijkheid van
een onderzoek naar de normalisatie van
Moezel, Saar en Lahn werd uitgesproken,
er door.
Toen was het oogenblik gekomen
voor de eindstemmingen. Met 21 tegen
7 stemmen werd goedgekeurd artikel
lossen toon, terwijl hij op den Stichtenaar
eenen vorschenden blik sloeg, n hetgeen
gij wellicht eenige enkele malen bij mijne
zuster hebt kunnen opmerken, gevoegd
bij ontdekkingen, welke gij nu omtrent
hare edele ziel kunt gedaan hebben, is,
dunk mij, te luttel, om, bij eene onbe
vooroordeelde uitspraak, haar het recht
toe te kennen, eene plaats in te nemen,
die, van Adams tijd af, aan ons is voor
behouden, en, tot op dit tijdstip, is ver
bleven."
//Hetgeen ik dit oogenblik bij haar ont
dekte, was daartoe reeds genoegzaam,"
hervatte de Stichtenaar met vuur. //Neen
nimmer konde zich hare reine en onschul
dige ziel beter verraden, dan op het tijd
stip, toen zij zich voor mij in de bres
wierp, en, ter mijner redding, haars vaders
toorn trotseerde, en hoe schoon blonk
hare liefde en menschenmin door, toen zij
daar straks de rampzalige Agge aan de
klauwen dier wilde stioopers ontscheur
de, en thans liefderijk verplegende, haar
aan den dood tracht te ontrukken, zonder
te letten op den lagen stand der onge
lukkige, maar in haar alleen aanschou
wende een menschelijk wezen, dat recht
heeft, op hare hulp en liefde aanspraak
te maken. Zoo immer ging hij met
klimmend hartstochtelijk vuur voort;
doch eensklaps afbrekende, vervolgde hij
op eenen schroomvalligen toon: ffMaar
ik vergeet, dat ik spreek tot haren
broeder, die wellicht den spot zal drijven.