DE STINS VOÈltST.
\o. 66.
W oensdag ^6 November 1904.
20
latirg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. D1FJLEMAN,
Buitenland.
FEUILLET ON.
AXËLSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B O N N E M E N T SjP R IJ S
Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTlEN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
lAdvertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
Over den geringen voortgang dien
het beleg van Port Arthur maakt, seint
een berichtgever van het Berliner
Tageblatt te Sjanghai, dat deskundigen
de oorzaak daarvan zoeken in de onvol
doende sterkte van het Japansche ge
schut tegenover de buitengewoon zware
kanonnen waarmede de forten van
Port Arthur bewapend zijn. De Russen
hebben daar verscheiden stukken van
cm. en van nog grooter kaliber,
welke voor een deel door de groote
pantserschepen aan wal gezet zijn.
Tegenover zulk geschut konden de 12-
en 15 cm. kanonnen die de Japanners
in het begin tegen de stellingen van
Port Arthur gebruikten, weinig uitrich
ten. Bij den bijzonder goeden bouw
der vestingwerken, en de samenwerking
van het vaste geschut met de krachtige
artillerie-reserve die altijd gereed is,
op bedreigde punten in het vuur te
komen, is het aan den generaal dei-
artillerie Niritin die naast Stoessel
den belangrijksten post bekleedt te Port
Arthur tot dusver gelukt, bijna overal
de Japanners, al traden zij nog zoo
talrijk op, terug te werpen.
Van het zware belegeringsgeschut
dat de Japanners in den laatsten tijd
voor Port Arthur gebracht hebben,
spreekt deze berichtgever niet.
Een andere berichtgever van het
Berliner Tageblatt spreekt over de
buitengewone bedrijvigheid die in de
laatste weken weder heerscht op het
Historisch Romantisch Tafereel,
uit de Zieolsche Geschiedenis (1362)
29) «Ju*
„Uwe vleeschpastij was zoo
Maar, heilige spijze der engelen wat
zien mijne oogen thans weder hetzelfde
oproer van straks, en dit keer de vader
tegen den zoon //Ik bidde u, vriend
Swederzeg mij wat dit te beduiden
heeft
„Indien gij, heer graaf!" antwoordde
Roderik snel, „iets op den baron Van
Voërst vermoogt, zoo weêrhoudt hem,
om eene daad te begaan, waarmede hij
zich de verachting van elk, en de vijand
schap van den bisschop van Utrecht op
den hals zal halen."
„Ik hoop niet, vriend Sweder hernam
graaf Gunther, zich angstig tot den baron
wendende, „dat uw zoon Roderik de waar
heid spreekt, door te verklaren, dat dit
voorval ons het ongenoegen van Van
Arkel op het lijf zal halen want niet
alleen zouden dan de genoegens van het
tournooi voor ons verloren zijn, maar er
kan lichtelijk eene veete uit ontstaan,
die ik schuw en haat, erger dan eene
aangebrande reebout."
„Wat er uit ontstaan zal, weet ik niet,
ministerie van oorlog te Tokio, waar
men alles inspant om het hoofd te bieden
aan de aanzienlijke versterkingen die
voor Koeiopatkin onderweg zijn.
Sedert den slag bij Liao-jang zijn,
volgens dezen correspondent, uit Japan
vertrokken de 7 e en 8e divisie, de divisie
van Formosa en twee reserve-divisies.
Thans staan er in Mantsjoerije wel
negen reserve-divisies. (Men meende
dat de Japansche réserve reeds vroeger
zoo aanzienlijk was, maar dat zal wel
niet waar zijn). De onttrekking van
troepen aan de belegeraars van Port
Arthur ten behoeve van Ojama's strijd
macht, heeft niet meer plaats Nogi's
leger is weer op 70,000 man gebracht.
De kern dezer belegeringstroepen be
staat nog altijd uit de le, 9e en 11e
divisies. Bij deze troepen vormde de
dekking der verliezen in het officiers
corps (welke sedert den aanvang van
den oorlog bij sommige regimenten reeds
100 pet. moet bedragen) de grootste
moeilijkheid. Het Japansche ministerie
van oorlog moet dit bezwaar overwon
nen hebben door uit het corps onder
officieren de bruikbaarste elementen te
kiezen, om als plaatsvervangende officie
ren dienst te doen. De correspondent
spreekt ook over de organisatie van
Choenchoezenbenden, die voorshands
den Japanners meer numerik dan inder
daad versterken, maar op den duur
zeer bruikbare aanvullingstroepen kun
nen leveren.
Het onderzoek door den Board of
Trade te Huil ingesteld, is afgeloopen
De voorzitter der commissie bracht
heer Van Schuilenburgantwoordde
Sweder norsch „maar dit weet ik, dat,
zoolang ik nog eene lans op den Stins
heb, ik niet zal dulden, dat een Stichte-
naar mij voor een schoolknaap aanziet.
Bewaar dus uwe klaagliederen tot eene
betere gelegenheid, en laat mij begaan,
eene rechtmatige straf uit te deelen.
Hoofdman Huch roep een paar mannen
van de roode bende hier, om deze beide
heethoofden vooreerst achter slot en gren
del te brengen later zal ik zien, -wat
mij verder te doen staat
„Mijn brave jonker Arnold!" vervolgde
Gunther, met zichtbaren angst, zich tot
den jongen Stichtenaar wendende, „gij
ziet, dat ik aan deze zaak zoo onschul
dig ben, als een ongeboren lam. Gij
zult dus wel zoo goed willeu zijn, uwen
heer, Van Arkel, dit te betuigenen
toen weder den baron aanziende, ging
hij, op eenen vasteren toon, dan hij ge
woon was tot den Voërster te spreken,
voort„En u, vriend Sweder moet ik
verklaren, dat ik geheel onwillens ben,
deze handeling goed te keuren, en de
gevolgen daarvan geheel voor uwe reke
ning laat, zonder," voegde hij er zacht
bij, „dat gij, bij eene veete met den bis
schop, op mijnen bijstand kunt rekenen!
als geen voornemen hebbende, om, door
eene niets beduidende kibbelpartij, de
rust en vrede op te offeren, en mij bloot
te geven aan al de ellenden, die uit eenen
strijd, en, de Hemel beware ons! uit
hulde aan de moedige houding der be
manning van den treiler Gull en aan
de overlevenden van de Crane. Rus-
land's vertegenwoordiger sloot zich
daarbij aan, en sprak namens de Rus
sische regeering diep leedwezen uit over
het voorval. De commissie besloot, de
kwestie der schadeloosstelling te Londen
uit te makenzü heeft echter reeds
gegevens verzameld over de levensom
standigheden der gekwetste visschers
en der nagelaten betrekkingen van de
dooden.
DUITSCHLAND.
De tyfus houdt erg huis onder de
Duitsche troepen in Zuidwest-Afrika.
Op de laatste ziekenverlieslijst tellen
wij weer 9 dooden.
Berlijn gaat weer, ten koste van6'/2
millioen mk., te Buch een nieuw gast
huis bouwen. Er zal plaats in zijn voor
1500 bedden. Verder is gerekend op
een inwonenden staf van 34 getrouwden
en 110 ongetrouwden. De inrichting
zal reeds in het voorjaar van 1907 ge
opend worden.
Te Hamburg is een wonderdokter
achter slot en grendel gezet, die be
weerde in drie dagen tijds tering të
kunnen genezen. De bedrieger had een
ongeloofelijken toeloop gekregen en be
rekende tusschen de 100 en 1000 mk.
voor zijn geneesmiddelen. Hij had zelfs
een „sanatorium" geopend. Toen zijn
doopceel gelicht werd, bleek hij eeri
oude tuchthuisboef te zijn.
RUSLAND.
Zooals het gewoonlijk met min oï
meer officieuse berichten over opstootje^
in Rusland gaat, is ook dat over de
ongeregeldheden te Warschau naast de
waarheid gebleven.
Uit brieven blijkt nader, dat de be
toogingen een zuiver Poolsch karakter
droegen. De P.P.S.Partij van Poolsche
Sociaaldemocraten had per procla
matie op 13 November tegen 12 uur
's middags het publiek uitgenoodigd deel
te nemen aan een demonstratie in en
voor de groote Allerheiligenkerk. Die
oproep was niet vergeefsch, want Zon
dagochtend hadden zich duizenden in
en om de kerk verzameld. De overheid
had het heele garnizoen onder de
wapenen geroepen en alle beschikbare
gendarmerie gerequireerd. Op een ge
geven oogenblik werd de kerk omsin
geld en drongen een aantal soldaten
naar binnen. De geestelijke trad op
hen toe en verzocht hen de heilige
plaats te eerbiedigen en te wachten tot
de kerk zou zijn leeggestroomd, Maar
de soldaten hadden bevel de betoogers
in de kerk" gevangen te nemen en zoo
deden ze. Zij splitsten de menigte in
groepen, drongen deze ieder op zichzelf
de kerk uit en namen mee naar de
gevangenis al die daarvoor in aanmer
king kwamen.
Nu geraakte echter de menigte buiten
in beweging. Plotseling werden er vijf
roode vlaggen ontplooid en toen ging
het onder het zingen van revolutionaire
Poolsche liederen de Twardastraat af.
Daar losten de troepen krachtens de
bevelen van den politiegouverneur
Tsjertkow, een salvo op het volk. Uit
de menigte werd teruggeschoten, waar
door drie politieagenten vielen, Ten
eene belegering kunnen voortvloeien."
Deze laatste betuiging scheen van kraché
te zijn, en invloed op den twistzieken
Voërster te oefenenwant, hoewel hij
een blik op zijnen bondgenoot sloeg, dié
diepe verachting en machtelooze woedé
teekende, zweeg hij echter op diens be
paalde verklaring, en den hoofdman de#
roode bende, die zich reeds verwijderd
had, met eene spijtige stem naschreeuwen-
de „Huch laat den verdoemden Stich
tenaar in 's duivels naam loopen ver
liet hij spoedig de zaal, na op alled
eenen blik geworpen te hebben, die gloei
enden toorn en verbittering uitdrukte.
„Ik dank u, heer Roderikvoor dé
edelmoedige bescherming, welke gij mij
verleend hebt," zeide Arnold, toen dé
baron Sweder van Voërst verdweneri
was, en dan zijn oog naar Mathilda wen
dende, vervolgde hij met eene stem, dié
niet vrij was van eenige ontroering
„Het besef, dat gij in dezen oogenblik
zooveel belang in mijn lot gesteld hebt,
is levendig genoeg, edele jonkvrouw
om nimmer uit mijn geheugen gewischt
te worden. De herinnering daaraan zal
steeds de genotrijkste droom mijus levens
zij n
Mathilda sloeg blozend de blauwe oogeii
neder, en antwoordde toen, op eenen
zachten toon „Gij schat de geringe
dienst, welke, ik u mocht bewijzen, te
hoog, edele heer en ik mag dezen uwen
hoogen dank niet aannemen voor iets,
dat ik grootendeels ten belange van ons
zei ven gedaan heb."
„Mijne zuster heeft gelijk, heer Arnold!"
hernam Roderik„want ook al gebood
het de plicht ons niet, om u, naar ons
vermogen, te beschermen voor de lagen
van den ellendigen Huch, dan nog zoude
de voorzichtigheid dit van ons vorderen,
naardien ik het maar al te zeer weet,
dat Van Arkel de even lage als onrid
derlijke handelwijs, eenen zijner geliefd
ste dienaars aangedaan, billijk en gestreng
zal weten te straffen. En mocht ik der
halve ook eenige aanspraak op uwe dank
baarheid- hebben, laat mij dit dan de
vrijheid geven, u té verzoeken, om uwen
heer niet in de zwartste kleuren het voor
gevallene af te schilderen maar zooveel
mogelijk de schuld daarvan op den woes-
ten hoofdman der wilde roode hende te
werpen."
„Mij dunkt," viel thans graaf Gunther
in, die geruimen tijd in afgetrokken ge
dachten naar dit gesprek had geluisterd,
„dat dit verzoek van onzen vriend Rode
rik, op zulke billijke en onomstootelijke
gronden rust, als de verklaring van eenen
kok, dat hij geene pastei of taart kan
bakken, zonder het noodige meel op be
slag. En ik beschouw onzen braven Ar
nold voor te redelijk eenen jonker, om dit
zeer billijk verzoek niet in te willigen
niet alleen, maar daaraan met den meest
mogelijken ijver te voldoen^ waartoe hij
misschien te eerder zich zal genoopt vin-