Binnenland.
Landbouw.
roebel. De Russen hebben het vorig
jaar gelegenheid gehad in 28,247 drank
winkels hun dorst te lesschen; in deze
lokalen werd verkocht 69 raillioen
wedro brandewijn (een wedro is 12.3
liter), hetgeen neerkomt op 63 wedro
per hoofd brandewijn van 40 graden.
H. M. de Koningin en het dienstdoend
gevolg van het vorstelijk Huis zijn gis
terenavond om half acht aangekomen.
Op het perron waren ter begroeting
aanwezig de burgemeester van Apel
doorn, de geneesheer Pot en baron Ben-
tinck.
De Prins blijft nog een paar dagen
in het buitenland.
Donderdagmiddag werd te Middelburg
onder voorzitterschap van den heer
mr. P. C. J. Hennequin de najaarsver
gadering gehouden van het hoofdbe
stuur der Maatschappij tot beoorderinq
van Ijandbouw en Veeteelt in Zeeland.
De voorzitter heette de aanwezigen
welkom.
Na goedkeuring der notulen van de
vorige vergadering, te Hulst gehouden
in Juni, werd mededeeling gedaan van
genomen besluiten en hangende voor
stellen, o. a. dat geen adhaesie is be
tuigd aan het verzoek der onderwijzers
aan winterlandbouwcursussen om ver
hooging der vergoeding van reiskosten.
Vervolgens werd als gemeente, waar
het volgend jaar de algemeene verga
dering en de tentoonstelling zal worden
gehouden, Kortgene aangewezen.
De afgevaardigden van die afdeeling
werden verzocht om bij de dagsbepa
ling rekening te houden met de paar
denmarkt te Middelburg.
Aan de orde was o. a. de benoemin
van een lid van het hoofdbestuur wegens
periodieke aftreding van den heer mr.
P. C. J. Hennequin.
De heer Hennequin meende dat het
misschien tijd wordt om eens een nieu
wen persoon aan het hoofd der ver-
eeniging te stellen, om er wat nieuw
bloed in te brengen.
Mocht de vergadering echter anders
oordeelen, dan is de heer Hennequin
bereid op nieuw de functie op zich te
nemen.
De uitslag der stemming was dat de
heer Hennequin werd herbenoemd m.a.s,
waarop hij dankte voor het bewijs van
vertrouwen.
Vervolgens had de benoeming plaats
van een afgevaardigde naar het Neder-
landsch landbouwcomité wegens perio
dieke aftreding van den heer C. A. H.
Wagtho.
Van Ged. Staten was bericht inge
komen dat door de provinciale staten
een subsidie is verleend voor de be
vordering der paardenfokkerij in Zee
land ten bedrage van f3550 'sjaars,
zulks voor de jaren 1905 en 1906.
De voorzitter bracht een woord van
dank aan de staten voor 'hun royalen
steun.
Bericht was ingekomen dat voor de
landbouwcursussen te Neuzen en Sluis
kil als leden der commissie van toezicht
worden voorgesteldvoor de eerste de
heeren J. de Feijter, D. Haak en P.
Moes en voor de tweede de heeren D.
Dees, D. Haak en C. Verhelst.
Daartegen bleek geen bezwaar te
bestaan.
Verder werden verschillende mede
patiënt toediende, waarna spoedig de
uitwerking zichtbaar werd in den diepen,
zachten sluimer, waarin Agge verviel,
viadat het verband op liaren schouder
was aangelegd. Nu gaf Mathilda de be
waking van Agge aan eene van hare
dienstmaagden over, en verwijderde zich
zaclit met, liaren broeder uit het vertrek.
Wordi vervolgd).
deelingen gedaan omtrent de landbouw
cursussen.
Blijkens mededeeling van den minis
ter van waterstaat hecht deze zijn
goedkeuring aan de benoeming van den
heer Zonnevijlle als tweeden onderwij
zer aan de cursussen te Axel en
Zaamslag.
De heer Remery deelde mede dat
de cursus te Clinge is opgeheven.
Overgelegd werden de verslagen der
onderscheidene afdeelingen, waaruit de
voorz. o. m. het volgende meedeelde
In verband met mindere aanvraag
neemt de aanfok van veulens in Wal
cheren af. In Hulst legde men zich
met succes meer en meer op de paarden
fokkerij toe.
Algemeen was de oogst-opbrengst
goed, dank zij den schoonen zomer.
In Noord-Beveland brengen de jonge
paarden goede prijzen op.
Uit Zierikzee wordt gemeld dat de
uienteelt geen bijzonder goede resul
taten heeft opgeleverd.
De bloembollencultuur is vooruit
gaande.
Door Gedeputeerde Staten is het ad
vies gevraagd van het hoofdbestuur
over een verzoek van den Bond tot
bescherming van den trekhond in Nederland.
Met toestemming van het gedeputeerd
College is de behandeling hiervan aan
gehouden tot deze bijeenkomst.
Ged. staten verwijzen naar de in
Zuid-Holland te dezen opzichte bestaan
de bepalingen.
Het dag. bestuur meent dat het wen-
schelijk is dat bepalingen in het leven
worden geroepen tegen misbruik van
trekhonden.
De afgevaardigde van Hulst achtte
het niet goed ten deze al te veel te
reglementeeren, vooral omdat in de
gemeentelijke verordeningen de mishan
deling strafbaar wordt gesteld.
In den zin als door het dag. best.
werd voorgesteld werd besloten.
Nog kwam o. a. ter tafel het verzoek
van Ph. J. van Dlxhoorn en zes ande
ren om de afdeeling Hulst te splitsen
in twee afdeelingen: Hulst en Axel.
Van de afdeeling Hulst is bericht
ontvangen dat men zich op de verga
dering te Hulst met 46 tegen 45 stem
men voor die splitsing heeft verklaard.
De vraag is om een splitsing te wil
len toestaan en als eene nieuwe af
deeling Axel te willen erkennen het
z. g. n. land van Axel, waartoe alpha-
betisch de volgende gemeenten zouden
behooren: Axel, Hoek, Koewacht, Over
slag, Philippine, Sas van Gent, Terneuzen,
Westdorpe, Zaamslag en Zuiddorpe.
De voorz. stelde in het licht, dat in
de statuten bepaald is in hoeveel af
deelingen de Maatschappij bestaat en
dat alleen het hoofdbestuur verandering
in die statuten kan brengen.
Het uitvoerend deel meende dat de
leden van het hoofdbestuur volkomen
op de hoogte zijn van de argumenten
door adressanten aangevoerd, en de
zaak voor behandeling rijp was te
achten.
Het argument dat het ledental der
Maatschappij door de splitsing zal toe
nemen, deelde het hoofdbestuur.
Ook met het oog op de argumenten
meent het dag. bestuur dat er geen
bezwaar bestaat om aan het uitgedrukt
verlangen te voldoen.
Nog is ter elfder ure ingekomen een
schrijven van den heer Welleman,
waarin hij in overweging geeft de be
slissing over het verzoek te verdagen
en verder de maatschappij te reorga
niseeren.
De tijd heeft ontbroken om over dit
schrijven van gedachten te wisselen.
Het dag. bestuur acht het echter
j niet noodig, om met het oog op dit
schrijven de beslissing op het verzoek
van de heeren Van Dixhoorn c. s. te
verdagen.
Verder stelde het voor de brief van
den heer Welleman aan te houden tot
eene volgende vergadering.
De afgevaardigde voor Hulst deelde
mede als gevolg van het in de verga
ring genomen besluit, voor de splitsing
te zullen stemmen.
Hij bleek echter voor die splitsing
niet bijster veel te gevoelen. Gebleken
is dat vergaderingen, in het land van
Axel belegd, slecht werden bezocht.
De heeren, die zich thans tot het
hoofdbestuur hebben gewend, hebben
het niet noodig geacht het afdelings
bestuur met hun grieven in kennis te
stellen, waardoor het niet mogelijk is
geweest te trachten daaraan tegemoet
te komen.
De afgevaardigde van Kruiningen
was in principe niet tegen inwilliging
van het verzoek.
Hij meende echter dat op andere
wijze aan het bij de heeren Van Dix
hoorn c. s. bestaande bezwaar zou kun
nen worden tegemoet gekomen, b. v.
door zich af te scheiden van de af
deeling Hulst en een nieuwe afdeeling
te vormen.
Besproken werd ook nog de financi-
eele kwestie, wat betreft het saldo dat
zich in de kas der afdeeling Hulst be
vindt.
Van eene zijde werd beweerd, dat
de heeren Van Dixhoorn c. s. geen aan
deel daarvan begeeren, terwijl van een
andere zijde werd gezegd dat zij die
kwestie willen overlaten aan de beslis
sing van het dag. bestuur.
Ook werd er op gewezen dat op de
vergadering te Hulst een 90 personen
tegenwoordig waren, een gering aantal
als men weet dat het ledental der af
deeling ruim 400 bedraagt.
De heer Van Weel verklaarde zich
in principe voor splitsing en wenschte
den heer Van Dixhoorn mede te deelen
dat hij zich te wenden heeft tot het
hoofdbestuur met een honderd leden
en te verzoeken een nieuwe afdeeling
te vormen.
Bestreden werd verder nog de mee
ning der verzoekers dat de leden in
het land van Axel met het meeste fok
materiaal de minste kans hebben tot
het verkrijgen van( de premiën voor
merries en jonge paarden.
De voorz. stelde voor aan de ver
zoekers mede te deelen dat het hoofd
bestuur in principe niet is tegen split
sing, dat enkele argumenten niet steek
houdend zijn en dat nader overleg ge-
wenscht wordt voor tot splitsing over
te gaan.
De heer Van Waesberghe had daar
tegen geen bezwaar, maar wenschte
aan de verzoekers nog mede te deelen
dat wat zij omtrent de premiën be
weren niet juist is.
De heer De Feijter geloofde niet, dat
een bemiddelingsvoorstel veel succes
zal hebben. Hij meende dat de heeren
Van Dixhoorn c. s. zich in elk geval
willen afscheiden.
Besloten werd ten slotte om in den
geest van het bemiddelingsvoorstel van
den voorzitter te handelen.
Een en ander melden we naar aan
leiding van het volledig verslag in de
Midd. Crt.
Men schrijft aan de N. R. Ct. van
de Belgische grenzen:
Het is nu reeds circa zeven jaren
lang, dat onze zuidelijke nabuur, Bel
gië, zijne grenzen gedeeltelijk gesloten
houdt voor den invoer van ons vee.
Slechts slachtvee en melkkoeien, in
den laats ten tijd ook drachtige vaarzen
mogen tweemaal per maand langs en
kele grenskantoren ingevoerd worden,
terwijl de beide laatstgenoemde soorten
runderen nog een langdurige en kost
bare quarantaine moeten ondergaan
in de rijksstallen aan de grenzen.
Het gevolg dezer maatregelenis, dat
er officieel jaarlijks heel wat mindér
runderen naar België gezonden worden
dan voor 1897. Werden voor dien tijd
meer" dan honderd duizend stuks per
jaar door ons land aan België verkocht,
'in 1896 zelfs nog 104,659; in 1897 daalde
dit aantal tot 49,031 stuks. En al is
er sinds dien tijd wel eenige stijging-
op te merken, het aantal langs de
grenskantoren ingevoerde runderen
blijft verre beneden dat van 1896. De
invoer der laatste vijf jaren bedroeg in
1899:68.032, 1900:60.290, 1901:58199,
1902: 57,405, 1903: 73.244 stuks.
België krijgt dus van ons officieel 40
50 duizend runderen minder dan
voor 1897. En toch wordt in België
zelf nog beweerd, dat het land jaarlijks
even goed zijn 100 duizend runderen
uit den vreemde moet betrekken als
voor het ged. sluiten der grenzen. Sinds
het ministerieel besluit van 1897 is
Belgie's veestapel wel eenigszins ver
beterd en vermeerderd verleden jaar
o a. met 2'/2 °/o maar niet van dien
aard dat het 40 a 50 duizend runderen
minder zou noodig hebben. Bovendien
is het aantal inwoners in de laatste
jaren sterk toegenomen.
Het tekort moet dus op andere wijze
worden aangevuld en dit geschiedde
hoofdzakelijk door den invoer van ge
slacht vleesch en door den smok
kelhandel Hoeveel runderen jaarlijks
frauduleus over de grenzen gaan, is
natuurlijk niet bekend, maar zeker is
het, dat dit aantal grooter is, dan velen
wel vermoeden. Tevens wordt ieder
jaar ruim 50 duizend kilogram versch
rundvleesch uit onze grensplaatsen naar
de grootste Belgische steden gezonden.
Bekend is het, dat ia eigen boezem
tegen den belemmerden invoer van
rundvee uit Nederland meermalen van
verschillende zijden, voornamelijk uit
de noordelijke provinciën van België,
stemmen zijn opgegaan, en herhaalde
lijk genoeg is door landbouwers, vee
houders en slachters bij de regeering
beproefd daarin verandering te brengen,
doch ofschoon zelfs de grootste pro-
tectionisten moeten verklaren, dat het
tegenwoordige stelsel lang niet boven
alle kritiek verheven is de toestand
blijft steeds dezelfde. Ja van verschil
lende zijden tracht men zelfs den reeds
zoo belemmerden invoer van Neder-
landsch vee zooveel mogelijk tegen te
gaan. Eerst heeft men de Fransche
grenzen gedeeltelijk opengezet voor den
invoer van vee; spoedig genoeg bleek
echter, dat deze maatregel volstrekt
niet hielp. Frankrijk toch zendt iedere
maand slechts het luttele getal van 50
a 75 runderen naar België. Toen be
proefde men door invoer van Ameri-
kaansche ossen en stieren en bevroren
vleesch uit Argentinië het tekort aan
te vullen. De Belgische markten wer
den overstroomd door „vreemd" vleesch
waardoor de prijzen soms zoo sterk
daalden, dat de Vlaamsche landbouwers
geen prijs meer voor hun vleesch kon
den bedingen Toen gingen natuurlijk
luide stemmen op om den invoer van
„vreemd" vleesch te verbieden. Maar
spoedig bleek, dat dit niet noodig was.
Het Amerikaansch vleesch was wel
goedkoop, doch stond zoover in kwali
teit beneden dat van Nederlandsche
runderen, dat het soms onverkoopbaar
was. Gaandeweg vermindert de invoer
van Amerikaansch vee en hij zal eer
lang ophouden. Ons slachtvee heeft
glansrijk den strijd gewonnen tegen het
goedkoopere overzeesche vee.
Ondanks duizenden in België over
tuigd zijn, dat zij het Nederlandsche
vee niet kunnen missen en de gezond
heidstoestand van ons vee van dien aard
is dat er niet het minst voor besmet
ting van eigen veestapel te vreezen is,
toch blijft men zich tegen den vrijen
invoer verzetten, en wordt èn door de
regeering èn door de Nationale Maat
schappij ter verbetering van rundvee
rassen in België al liet mogelijke ge
daan om het aankweeken en verbeteren
van eigen vee te bevorderen en zoo
doende langzamerhand het Nederlandsch
vee geheel of gedeeltelijk te kunnen
missen.
Dat dit tijdstip, als het ooit mag aan
breken, toch nog verre in het verschiet
ligt, bewijzen de cijfers van invoer, ter
wijl de uitvoer van Belgisch vee zoo
goed als nihil mag genoemd worden.
In de 10 eerste maanden dezes jaars
bedroeg hij 112, het geheele vorig jaar
134 runderen.