DË STIJiS VOËItST.
No. 59.
Zaterdag 29 October '1904.
20' Jaarg.
PAARDEN- en JEEMARKT.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. IHFLFMYA,
Jaarlijksche Veemarkt
Maandag, den 31 October 1904,
Buitenland.
FEUILLETON.
4XELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Try dagavond.
A B O N N E M E N T S.P R IJ S
Per 8 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Ad verten tién worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
B URGEMEESTER en W ETHOUDERS
van Axel, maken bekend, dat de
in die gemeente zal worden gehouden op
zooals breeder bij aanplakbilletten is
omschreven.
Axel, 4 October 1904.
Burgemeester en Weihouders voornoemd
D. J. OGGEL, Voorzitter.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris.
Het incident op de Noordzee.
De Russische Oostzeevloot, die thans
.p weg is naar het oorlogsterrein, heeft
op de Noordzee bij Doggersbank de
Engelsche visschersvloot beschoten, die
daar rustig haar bedrijf uitoefende. De
Russische officieren waren blijkbaar
erg zenuwachtig, want zij moeten de
vaartuigen der Engelsche visschers
voor Japansche torpedobooten hebben
aangezien. Eerst werd de vloot met
zoeklicht bewerkt en toen beschoten,
tengevolge waarvan ongelukkig genoeg
enkele mannen gedood zijn.
Historisch Romantisch Tafereel
uit de Zwolsche Geschiedenis (1362).
In eene dier ruime en wijde zalen,
waarop de toenmalige bouwmeesters zich
zoo bijzonder schenen toe te leggen, om
daarmede de kasteelen der edelen te
voorzien, werd Arnold door zijnen ge
leider binnengevoerd.
Alles wat het vernuft konde uitdenken,
om den grootsten rijkdom en de meest-
verfijnde weelde ten toon te stellen, was
hier bijeengebracht, of liever opgehoopt,
met een' overdaad, die van den rijkdom
en de grootheid des machtigen barons
Sweder van Voërst getuigde. Langs de wan
den hing. van af de hooge zoldering tot
op den vloer, een kostbaar tapijtwerk
neder, vervaardigd op de Doorniksche weef
touwen, en, in schitterende kleuren, de
belegering van Jeruzalem door de kruis
vaarders voorstellendevan rondom prijk
ten de wanden daarenboven nog met
blinkende wapenrustingen en krijgsge
reedschap, van verschillende soort en
vorm, de eerste meest met fijn zilver,
«mimige met goud ingelegd, de anderen
van deugdzaam en blank gepolijst staal
Vervaardigd, terwijl nog als een pronk-
Natuurlijk zal dat zaakje niet gemak
kelijk atioopen en wordt er druk over
.gesproken en geschreven.
Niet alleen de Engelsche bladen spre
ken schande van het optreden der Rus
sische vloot tegen argelooze visschers.
Zoo schrijft de Kölnische Zeitung
„Men kan zich niet verhelen dat de
tsestand ernstig isRusland staat in
deze zaak geheel alleen, want geen
mogendheid kan noch zal het gedrag
van zijn zeelieden rechtvaardigen noch
verontschuldigen." En verder„Dat
soldaten die tegenover den vijand staan
hun zelfbeheersching zoodanig verlie
zen dat zij in de duisternis op hun
kameraden schieten, dat is verklaar
baar. Maar dat zeeofficieren zich tot
zulk een handeling hebben laten ver
leiden, terwijl ze nog dicht bij huis
waren, en in de buurt van onzijdige
kusten, dat bewijst hoezeer de Russische
marine zenuwachtig is. Dat veront
schuldigt echter niet wat er is gebeurd."
De Berlijnsche Neueste Nachrichten
gaat zelfs zoover, het een monster
achtig en onverklaarbaar incident te
noemen, en de meening te opperen dat
de Russische officieren waarschijnlijk
dronken waren.
Begrijpelijkerwijze stellen de meeste
Pransche bladen zich op het Russische
standpunt: dat men ambtelijke inlich
tingen moet afwachten;' intüsschen
zoeken zij bij voorbaat naar mogelijke
verontschuldigingen, in de eerste plaats
aannemende, dat de Engelsche visschers
(die Inderdaad meermalen bewijzen heb
ben gegeven van hun eigendunkelijke
stuk aan de wanden, konde beschouwd
worden, een Venetiaansche spiegel, des
tijds een voorwerp van de fijnste weelde
en grootste waarde, wijl het, nog maar
korten tijd geleden, uit het kunstrijk Italië
naar herwaarts overgebracht, in deze
omstreken was bekend geworden.
Onder deze spiegel was even als of
men aan dit kostbaar meubelstuk beta
melijk offerhanden had willen toebren
gen, een ronde tafel geplaatst, bedekt
met eene menigte van gouden en zilveren
tafelgereedschap, kandelaars en drinkva
ten, piramidaalschgewijze op één gesta
peld, die in het heldere spiegelglas terug
kaatsende, zich vertoonden als eene dub
bele prachttrophee van ongekende waar
de. Wijde en lage leuningstoelen van
een kostbaar donker hout, in wier hooge
raggen de wapenen van den baron waren
ingesneden, stonden langs den wand ge
schaard, terwijl in het midden der zaal
eene massive, op zes zware pooten rus
tende tafel stond, op welker breed mar
meren blad eene kunstige hand de ge
schiedenis van den barmhartigen Sama
ritaan had gebeiteldvoorwaar een gril
lig toeval, dat hier eene voorstelling werd
aangetroffen van eene geschiedenis, wier
hoofdtrekken: verdraagzaamheid, men-
schenmin en nederigheid, een zoo sterk
kontrast vormden met de verdrukkings-
zucht, liefdeloosheid en grootheid, welke
in deze verblijven haren zetel hadden
gevestigd.
manieren) zich niet aan de waarschu-
wingsseinen van de Russische oorlogs
schepen gehouden hebben. Dit is
natuurlijk eene bloote onderstelling
Toch schrijft bijvoorbeeld de Matin:
De zenuwachtigheid van de Russische
officieren en hun onervarenheid vormen
een gevaar voor de neutralen, en een
niet minder groot gevaar voor de vloot
zelf. En het blad haalt de woorden
aan van den bekenden, bij Port Arthur
verdronken schilder Werestsjagin: „Rus
land dat is een land waar men ge
vangenissen heeft en geen scholen
een vloot maar geen zeelieden."
Bij de schouwing van de lijken der
bij Doggersbank gedoode visschers zei
de voorzitter der Hullsche jury dat hij
niet veel wenschte te zeggende
kwestie, waarmede de jury zich had
bezig te houden, was hoogst ernstig en
misschien van internationaal gewicht.
Het ministerie van buitenlandsche za
ken had hem verzocht, de lijken te
laten fotografeerenbovendien zouden
ze wellicht nog eenigen tijd onbegra
ven blijven om het personeei van het
Russische gezantschap in de gelegenheid
te stellen, ze in oogenschouw te nemen.
De voorzitter zeide nog, dat waar
schijnlijk nog een derde visscher aan
zijn wonden zou sterven.
In Engeland spreekt men natuurlijk
slechts over eene zaakhet schandaal
op de Doggersbank.
Toen de koning Dinsdag te Lon
den uit zijn paleis naar het station
in Liverpool-street reed werd hij op
Op den ruimen en wijden haard brandde
een groot houtvuur, dat, de herfstkoude
uit het hooge vertrek verdrijvende, te
gelijk eene aangename vrolijkheid aan
het geheel verleende. Aan dezen haard
zat de baron Van Voërst, bijna in dezelfde
kleeding als waarin wij hem aantroffen,
toen pater Willibald hem bezocht, terwijl
naast hem nog iemand was gezeten,
wiens voorkomen alleen van zijn kost
bare kleeding, eenig krijgshaftig en rid
derlijk aanzien ontleende, daar niet alleen
het lichaam die krachtige houding geheel
miste, waardoor Sweder zich zoo zeer
onderscheidde, maar ook zijn rond en
welgevuld gelaat, zwakheid en zucht naar
gemakkelijk levensgenot teekende, en
daardoor meer het voorkomen van mon
niken vadzigheid, dan opgewekt ridder-
vuur had. Deze edelman was de graaf
Gunlher van Schuilenburg, die op eenige
ureu afstands van Zwolle, aan het rivier
tje de Regge, een rijk en machtig ridder
goed bezat, en een vermogende bondge
noot van den heerschzuchtigen baron
Van Voërst was, die, hoewel hij den
graaf om zijne bijna aan lafhartigheid
grenzende lauwheid in krijgszaken, per
soonlijk weinig genegenheid toedroej
hem alleen om de belangrijke krijgsmacht,
waarmede de Schuilen burger bereid was,
hem ten allen tijde te ondersteunen, niet
alleen in zijue nabijheid duldde, maar
hem, hoewel in schijn, eene trouwhartige
vriendschap toedroeg en niet geheel ou-
buitengewoon hartelijke wijze door een
ongemeen talrijke schare toegejuicht.
Men zwaaide m A hoeden en zakdoe
ken alsof Z. M. zoo naar het oorlogs
terrein vertrok. Hy ging echter naar
Newmarket de wedrennen zien.
Eigenaars van sioomtreilers, die aan
het visschen zijn in de Golf van Bis-
caye en op de Spaansche kust, hebben
de regeering verzocht oorlogsschepen
af te zenden om die treilers te bescher
men. Naar 'theet, heeft de admirali
teit daar wel ooren naar. De eigenaars
van de treilers, die te Hull van zoo'n
koude reis zijn teruggekomen, zeggen,
dat behalve de schade, door het Rus
sische vuur aan de booten toegebracht
zij ook groote verliezen geleden hebben
doordat de bemanning van een aantal
treilers, om een goed heenkomen te
zoeken, de treilen hebben doorgekapt,
zoodat de netten dus verloren zijn
gegaan.
Uit Petersburg komt bericht, dat het
Russische eskader, dat den slag van
Doggersbank gewonnen heeft, onder
bevel stond van schout-bij-nacht Von
Völkersahm.
Een bijzondere berichtgever van de
Times te Huil zegt, na een nauwkeu
rig onderzoek overtuigd te zijn, dat de
aanval op de trawlers met voorbedach
ten rade en met volledige kennis van
de omstandigheden geschied is.
De bladen achten het telegram waarin
de Tsaar zyn sympathie uitspreekt,
onvoldoendezij zeggen dat er geen
omstandigheden meer op te helderen
zijn, gelijk het telegram te kennen
gegrond was de veronderstelling van som
migen, dat de Voërster op de rijke be
zittingen van den Schuilen burger aasde,
naardien deze, geene andere erfgenamen
hebbende dan een jongeren broeder(welke
echter in zijne jeugd, op eene geheim
zinnige wijze was verdwenen, zonder
dat men tot nu toe eenig bericht van
hem had kunnen inwinnen, waardoor
men derhalve in de overtuiging verkeerde,
dat zijne wilde en woeste aard hem
elders den dood had berokkend,) wel
licht een maal de trouwe bescherming,
welke heer Sweder hem steeds verleen
de, met de overdracht en schenking van
zijne rijke goederen zoude loonen.
Toen Arnold bij deze beide edellieden
binnentrad, bleef hij, na hen eerbiedig
gegroet te hebben, het oogen blik afwach
ten, waarin hij zoude worden aangespro
ken. Sweder van Voërst staarde hem
langen tijd strak aan, met eenen blik,
die weinig goeds voorspelde, eindelijk
zeide hij met een norsche stem „Gij
zijt dan die windmaker, welke voor de
poorten van een vrij ridder, een geweld
durft aanrichten, zoo als zelf een gemeen
poorter of huisman niet zoude dulden
„Ik weet niet, edele heer! dat ik dit
verwijt verdiend heb, want dat uwe ge
nade daarvoor reden vindt in het voor
gevallene aan den voorburg, kan ik niet
gelooven hernam de Stichtenaar op
eenen bescheiden doch vrijmoedigen toon.
„Gij denkt dus dat ik zal dulden, dat