3*
No. 30.
Woensdag 20 Juli 1004.
20 Janrg',
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
F E UIL L E T O N.
Alleen voor ons zslvsn?
4XËLSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B 0 N N E M E N T S)P R IJ S
Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IX 00ST-AZ1E.
Het schrikbeeld van de 30.000 op
Kwantoeng in de lucht gevlogen Ja
panners is door ambtelijke mededeeling
uit Tokio teruggebracht tot onschuldi
ge voorposten-gevechten. Het was een
van de Tataren-berichten, zooals er
meer in de door den gloeienden zonne
brand uitgedroogde hersenen van be
richtgevers in het Verre Oosten, uit
gebroed worden.
De onderkoning Alexejef, die het
gerucht als zoetekoek slikte, en de
groote staf te Petersburg, die het daarna
wereldkundig maakte, hadden vooraf
de kansen dat zij zich belachelijk dreig
den te maken, wel kunnen berekenen.
Het is jammer dat de betrouwbaarheid
van de ambtelijke en niet-ambtelijke
Russische reportage met reuzenschre
den achteruit gaat. In het begin van
den oorlog is algemeen en onvoorwaar
delijk hulde gebracht aan de eerlijke
rapporten van Russischen kant (bijv,
na het eerste treffen op zee bij Port-
Arthur; en de ruime opvatting, waar
van de Russische regeering blijk gaf,
door ze onverkort weer te geven. Maar
herhaalde tegenslagen hebben ook daar
in verandering gebracht. De Russische
staf gaat zich toeleggen op de vervaar-
diging van duistere, ellenlange versla
gen over onbeteekenende gevechten en
bewegingen, doorspekt met onbekende
aardrijkskundige namen, terwijl over
belangrij ke gebeurtenissen heengegleden
wordt. Nog altijd kent men de offici-
eele opgaven niet van de Russische
H.
De knecht had Afra wel veel te ver
tellen, maar het eigenlijke toch niet, want
dat had Maarten voor zich gehouden.
Hij had er niets van gemerkt dat zijne
vrouw na zijn vertrek aan het kind een
kus gegeven had die hem gold. Hij was
weggereden, zijne akkers langs, met een
bezwaard gemoed.
Alles was hem zoo vreemd het was
hem alsof dat zijne akkers, zijne weiden
niet waren, en de straatweg dien zij langs
reden niet de gewone straatweg. Hij
was zoo dommelig als of hij nog half sliep
en als of hij wel zag en hoorde wat er
om hem heen gebeurde, maar er niet
meê te maken had. Zoo reed hij wel
twee uren voort. Eindelijk kwam hij
een wagen tegen, die zwaar met graan
beladen wasMaarten herkende knecht
en paarden van zijn schoonvader. Hij
hield op, maakte een praatje met den
knecht en vroeg naar zijne schoonouders
en bloedverwantendaar wikkelde zich
iets los uit het kleed dat de zakken be
dekte.
„Zoo, zijt gij het riep de schoonvader.
verliezen. Het kwade nieuws wordt
hoe langer hoe meer verzwegen en in
ruil daarvoor krijgen wij koelie-praatjes.
De' Russische correspondenten kunnen
al, van wege de scherpe censuur, niet
anders seinen dan gunstige berichten.
In hun jargon heet het, wanneer de
Japanners van een plaats opbreken of
oprukken, dat zij die plaats ontruimen
of „terugtrekken".
Het is bekend dat ook vele Japan-
sche dagbladen het tegendeel van be
trouwbaar zijn. Het te groote zelfbe
wustzijn en vertrouwen op de eind-
zegepraal schaadt ook liier aan de
waarheid. Maar onpartijdigheidshalve
dient nogmaals gewezen te worden op
den duidelijken en betrouwbaren vorm
van de ambtelijke Japansche rapporten.
Alleen hoofdzaken worden openbaar
gemaakt, en daarbij worden geenszins
ernstige verliezen aan eigen kant ver
zwegen. Weliswaar zijn de Japanners
ook meesters in de kunst van het ver
zwijgen en verheimelijken van hun be
wegingen, maar dat geschiedt dan om
strategische belangen. Het is herhaal
delijk gezegd dat geen enkele Euro-
peesche mogendheid in geval het in
Europa tot een oorlog kwam, anders
zou handelen dan de Japanners thans.
De gemeenschapsmiddelen zijn gaande
weg zoo verbeterd, dat met de ver
anderde omstandigheden waarin een
hedendaagsche oorlog gevoerd wordt,
door de verantwoordelijke leiders ten
volle rekening dient gehouden te
worden.
De militaire medewerker van de Roes-
,/Waar gaat dat heen, zoo heerig gekleed?"
„Naar de stad, naar het gerecht."
„Zoo? Hebt gij dan een proces? Met
wien
„Ik heb geen proces. Ik ben gezwo
rene.»
Ei Dan moet gij veel geld over heb
ben. Zoo als ik hoor krijgen de gezwo
renen niet eens daggeld en moeten
zelf hunne onkosten betalen."
„Dat kan ik Goddank nog doen,„ ant
woordde Maartenwat hij er nog bij
wilde voegen bleef hem van toorn in de
keel steken.
„Vooruitriep zijn schoonvader den
knecht toe. „'t Ga u wel."
„'t.Ga u wel!" antwoordde Maarten,
en de wagens reden elkander voorbij.
„Het zijn menschen die ver buiten het
dorp wonen en niet met elkauder omgaan,
vlijtig en eerlijk hun werk doen, maar
niet weten dat een mensch niet voor zich
zeiven alleen leeft, 'tls haar schuld
niet dat mijn vrouw ook zoo denkt."
Onder zulke overdenkingen reed Maarten
voort. De reis vrolijkte hem echter wel
dra op en bracht hem op allerlei andere
gedachten, want wie op reis is heeft het
beter dan die thuis blijftde laatste heeft
altijd de gewone zaken en menschen
voor oogen die voortdurend aan den af
wezige herinneren, terwijl zich aan hem
die op reis is telkens iets nieuws voor
doet, dat de gedachte aan het achterge-
lateue verdringt.
kyi Wjedomosti zegt, dat generaal
Koeropatkin persoonlijk de krijgsver
richtingen nabij Kai-ping leidde en
dat dit wel den ernstigen aard der
tegenwoordige krijgsverrichtingen aan
toont. "De schrijver zegt voorts: „Wij
weten niet of de troepen te Kai-ping
de achterhoede van de zuidelijke krijgs
macht of de hoofdmacht ervan vormden.
Als de hoofdmacht ten noorden van
Kai-ping staat geposteerd dan zijn de
gebeurtenissen van den 9den Juli slechts
een voorwoord tot de werkelijke slagen
die tusschen Kai-ping en Ta-sji-tsjiao
moeten plaats hebben. Het is niet
onwaarschijnlijk, dat 'generaal Koero
patkin zou hebben besloten om stand
te houden teneinde slag te leveren in
de vlakte ten noorden der rivier in
plaats van te Kai-ping"
Krankzinnigheid in den oorlog. De
gestichtsdirecteur P. Jacoby te Orel
dringt aan op de instelling van een
afzonderlijken psychiatrischen dienst te
velde, waardoor de tijdens den oorlog
krankzinnig geworden soldaten terstond
in afzonderlijke tenten en onder des
kundig toez:cht zouden komen. Het
aantal acute psychosen is in alle oor
logen zeer groot, doch vooral de plot
selinge verdelging van honderden men
schen tegelijk veroorzaakt door schrik
en angst nog veel meer stoornissen dan
de vroegere wijze van oorlogvoering.
Toen de Mantsjoeria door de Japanners
werd genomen, bevonden zich veertien
krankzinnige soldaten aan boord. Zulke
lijders onder andere zieken te plaatsen
of hen een wekenlange thuisreis te la-
Maarten was er het eerst van al de
gezworenen die van elders kwamen. Hij
wilde dadelijk een bezoek gaan brengen
bij den voorzitter, maar deze was op de
jacht, en nu overviel Maarten een onaan
genaam gevoel van ledigheid, en schaamde
zich bijna dat hij zoo vroeg gekomen
was. En toch was het goed dat hij er
een dag van te voren was om eens hoogte
te kunnen nemen en zich voor te berei
den. Hij verweet zich echter dat hij zoo'n
spoed gemaakt had om van huis te gaan
als hij wat langer thuis gebleven was
had hij met alles meer vrede gehad dan
nu. Hij gaf den knecht nog allerlei aan
wijzingen omtrent het werkvoor het
overige gelastte hij hem de orders zijner
vrouw op te volgen.
Toen zijn knecht vertrokken was voelde
Maarten zich verschrikkelijk eenzaam
hoe goed had hij de uren. waarmeê hij
hier niets wist aan te vangen, thuis kun
nen gebruiken
Den volgenden morgen was hij intus-
sehen volkomen helder en gereed om zijn
plicht te doen, tewijl velen zijner mede
gezworenen eerst laat in den nacht of
zelfs kort voor het begin der zitting aan
kwamen en nu op de gemakkelijke stoe
len in de gerechtszaal uitrustten.
Toen de zitting begon had Maarten
glad vergeten, dat er eene plaats in de
wereld was, waar hij huis en hof, vrouw
en kind had. De eed om naar de
inspraak van zijn geweten, zonder haat
ten maken, verergert hun toestand on
getwijfeld. Jacoby is geneigd, vele
gruweldaden van soldaten in den oor
log aan krankzinnigheid toe te schrijven.
ZWITSERLAND.
De (lood van President Kruger.
In een schrijven over het sterven
van Kruger zegt de correspondent van
de N. Rott. Ct. o. m. het volgende
,Het lyk van den grooten oude, eens
de typische vertegenwoordiger van een
oud oerkrachtig zelfstandig volk, eens
voor de geheele wereld de verpersoon
lijking van het geleden onrecht, dat
Engeland zijn volk dorst aandoen, eens
de sympathie van alle oprechte harten,
ligt nu verlaten in 't lijkenhuisje van
Clarens, tusschen wat eenvoudige bloe
men. 't Is gebalsemd door prof. Aug.
Rond, onder medewerking van dokter
Heymans, en direct daarna gekist. De
binnenste kist is van dun cederhout
met witte zij bekleed. Op 't zijden kus
sentje rust de oude krachtige kop, die
bij leven niet buigen wilde, behalve
voor zijnen God. De groote staalgrijze
weemoedige oogen zijn voor immer ge
loken, maar de trekken van het gelaat
zijn nog van dezelfde goedheid, dezelf
de geslotenheid, dezelfde vastberaden
heid, die hem by het leven kenmerk
ten. 'tls of ze nog willen uitdrukken
dat geloof, dat hem niet in de moei
lijkste ure van zijn rijke leven heeft
verlaten: „dat die verlossing van syn
volk nog wel sal kom
De houten kist is gevat in een loo-
dende looden in een zware eiken
houten. Voorloopig zal het lijk van
en zonder vrees het oordeel uit te spre
ken toen hij de hand ophief, en alle
andere leden met hem dat was voor
Maarten een plechtig oogenblik, veel
plechtiger nog dan toen hij den krijgs
manseed zwoer. Ja, hij was er zoo ge
heel met hart en ziel bij, dat hij dikwijls
den voorzitter hielp en de aangeklaagden
en getuigen vragen deed.
„Dien kiezen de gezworenen stellig tot
hun voorman," zeiden vele toehoorders
tot elkander. „Die wil laten zien dat
hij er wat van weet," merkten waanwijze
lediggangers opwant velen gelooven
niet dat men ter wille van een zaak, die
hem persoonlijk niet aangaat, in vuur
kan geraken dat gebeurt volgens hen
nergens anders om dan om een voordeel
tje te behalen, of, zoo als hier, uit eerzucht.
De eerste zitting ging voorbij met het
voorlezen der akte van beschuldigingen
met het getuigen-verhoor. Het geval was
eenvoudig en gemakkelijk uit te maken,
hoewel de aangeklaagde alles hardnek
kig loochende. De gezworenen uit den
boerenstand hadden schikking gemaakt
voor een gemeenschappelijken middagta
fel; Maarten sprak onder het eten bijna
niets; eens zeide hij echter tot zijn buur
man „Wat hebben wij het toch goed
dat wij hier zoo met elkander eten en
praten en dan kunnen gaan waarheen
wij willen. Hoe moet het iemand te
moede zijn, die nu morgen nog eens voor
het gerecht moet verschijnen, om dan