jbïïeïtbsaai. i\'o. 29. Zaterdag 16 Juli 1904. 20 'n' Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. F. DIËLEMAN, FEUILLETON. Alleen voor ons zslvon? Buitenland. Mi) CöllHAIXT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B O N N E M E N T SP R IJ S Per 3 Maandeo 50 centfranco per post 60 cent. Yoor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 ceut. DRUKKER UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25; centvoor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De BURGEMEESTER der gemeente Axel maakt bekend, dat Openbare Ver gadering van den Gemeenteraad is be legd tegen DINSDAG den 10 JULI 1904, des namiddags te l3/4 ure, ten Raadhuize, ter behandeling der vol gende zaken 1. Mededeeling ingekomen stukken. 2. Overlegging Gemeenterekening over 1903. 3. Aanbieding begrooting Alg. Burg. Armb. voor 1905. 4. Vaststellen voorwaarden aanbe steding petroleum, voor schooi en straatverlichting. 5. Verzoek van F. G. van Tatenhove e.a., om wijziging van Art. 23a der Algemeene Politieverorde- ning. 6. Voorstel van de heeren P. van Hoeve en Joh. Smies te Axel, dat geene honden op de open bare wegen en plaatsen worden toegelaten, tenzij vastgebonden en geleid aan een touw of ketting. 7. Vaststellen bouwverordening. 8. Vaststellen kohier schoolgelden. 9. ld. suppl. hoofdelijken omslag. 10. Reclames inzake hoofdelijken omslag. Axel, den 15 Juli 1904. De Burgemeester voornoemd D. J. OGGEL. Afra stond op en maakte de meid wak ker een oude nicht die zij uit de ouder lijke woning had medegebracht. Zij moest iemand om zich heen hebben, om van haar angst bevrijd te raken, en zette zich nu met de oude aan het spinnewiel, tot de dag aanbrak. „Hij treft het van daag met het wêer," zeide zij tegen hare nicht, toen het purperen schijnsel der zon boven de bergen uitkwam. Nu begon Afra kloek en vaardig het huisbestier te voe ren, ieder op zijne plaats te roepen en allen dadelijk te toonen, dat de baas van het huis op zijn post was. Als Maar ten dan terugkwam, zou hij zien hoe zij alles in orde kon houden, en dan zou hij in het vervolg meer naar haar luisteren en zich van de gemeentezaken en de rechtbank en alles, wat iemand niet aan gaat, laten afbrengen, want dat zal nog maken dat hij tot armoede geraakt. Daar treedt juist een levend voorbeeld daarvan op het huis aan. Het manneke, dat zoo gebukt loopt en op een lange stok leunt, was eens in het bezit van veel bosch en bouwland, en nu heeft hij van dat alles niets overgehouden dan dien stok. Nog nooit was de Hypotheker zoo noemt men het manneke in den ge- DE OORLOG IN OOST-AZIE. De Frankfurter Zeitung maakt de opmerking, dat het telegram van Keizer Wilhelm aan zijn Wiborgsch regiment niet te vergelijken is (gelijk van som mige zijden in Duitschland geschiedt!) met het telegram dat de Keizer in October '99 aan zijn Britsch regiment zond, toen dat naar Transvaal vertrok. In beide gevallen was 's Keizers tele gram een antwoord op de gebruikelijke kennisgeving van den chef van het re giment. Maar aan zijn Engelsch regi ment seinde Wilhelm: „Ik dank u voor het telegram. Breng het regiment mijn vaarwel over. Moogt gij allen gezond en ongedeerd terugkomen." Vergelijk nu daarbij wat de keizer aan zijn Rus sisch regiment seinde, waarbij Gods zegen werd afgebeden voor de over winning der Russen Reuter seinde uit Tokio over de vermeestering van Kaipaing: Na 4 dagen van hevig vechten, heeft het leger van generaal Okoe Vrijdag namiddag Kaiping vermeesterd, na de Russen in de richting van Hai-tsjeng verdreven te hebben. Deze hadden de heuvels goed versterkt en beschikten over 30.000 man. Generaal Okoe treedt in zijn verslag in geen bijzonderheden, maar hij wijst op de moeilijkheden waarmee hij te kampen had in den beginne van het gevecht. De Japanners verjoegen 1000 Russen van de hoogten ten zuiden van Kaiping, die de eerste verdedigingslijn heelen omtrek beter onthaald en rui mer bedeeld dan van daag in het huis van Maarten. De oude man liet zich den morgenbrij goed smaken en vertelde voor de honderdste maal zijne levensge schiedenis onderwijl haalde hij eenige papieren, die van het gebruik in de vou wen vergaan waren en aan elkander kleefden, uit eene oude portefeuille te voorschijn, en spreidde ze met hunne gebroken zegels voor zich op tafel uit, ten bewijze dat alles van ambstwege ge legaliseerd was. Hier is het laatste stuk daar kon men uit zien hoe men zijn huis en erf, zijn bosch en zijne akkers verkocht heeft, en daar is de berekening wat van den verkoop is overgebleven, en eindelijk het bewijs van zijn ontslag uit het tucht huis. En waarom waren al die onge lukken den man overkomen Vroeger was hij immers een rijk man, en burge meester, maar zoo slecht zijn de men- schen Om hem in het verderf te stor ten benoemden ze hem tot burgemeester, en hij liet er zich nog op voorstaan ook. Maar daar het lezen en schrijven hem moeilijk viel moest hij alles aan zijn klerk overlaten en die heeft hem met behulp van andere gauwdieven en bloed zuigers uitgekleed. De burgemeester teekende bij het inschrijven van hypo theken zijn eigen naam en werd er daar door met zijn eigen vermogen verantwoor delijk voor, en het was niets dan bedrie gerij, zoodat hij uit zijn huis werd gezet vormden. De Russen trokken noord waarts. Denzelfden dag overmande de Japan- sche rechtervleugel een kleine Russi sche afdeeling, aan zijn linkervleugel geplaatst, en bezette hij de hoogten ten zuid-oosten van Kaiping. Donderdag was de heele Japansche rechtervleugel Kaiping genaderd, niet tegenstaande den hevigen tegenstand dien de Russische infanterie en ruiterij boden, 's Nachts ontvingen de Russen uit het noorden belangrijke versterkin gen per spoorweg. Vrijdagochtend openden de Japansche batterijen een hevig vuur. Ten 8 ure was de vijand van al zijne stellingen verjaagd. Alleen had hij nog zijne laat ste verdedigingslijn, maar ziende dat de stad onvermijdelijk in handen der Japanners zou vallen, trok hij een groot deel zijner troepen terug. Op de laatste verdedigingslijn boden de Russen nog hevig tegenstand aan de Japanners, doch tegen den middag waren de Russen verplicht hunne laat ste stelling op te geven. De Japanners achtervolgden ze, niet tegenstaande het moorddadig vuur der vijandelijke batterijen, die ten noorden op de heuvels geplaatst waren, 's Namid dags waren deze batterijen door de Ja panners tot zwijgen gebracht. Generaal Okoe spreekt noch van Russische, noch van Japansche verliezen. DUITSCHLAND. Het 1ste Pruisische regiment had zijn vaandel verloren in den slag bij Jena. Dit door de Franschen veroverde veld en bovendien nog drie jaren tuchthuis straf kreeg. En nu moet hij bedelen, en mag blij zijn dat Afra hem wat warme brij te eten geeft, en wat aardappelen en meel in een zak, en wat vet in een pot, om meê naar huis te nemen. Afra verkwikte en troostte den man en wierp daarbij telkens een blik ten hemel om God te danken dat het met hen nog zoo ver niet gekomen was. Het moet ook zoo ver niet met hen komen. Het is maar goed dat Maarten het bedenkt terwijl hij nog jong is, om zich met die dingen in te laten, die eindelijk alleen ambtenaars aangaan, want waarvoor heb ben wij anders ambtenaars. En het is gelukkig dat hij eeue vrouw heeft die hem nog op den rechten weg kan bren gen. Hij mag nu gezworene zijn, maar het is voor de eerste en laatste maal. Den geheelen dag was Atra ijverig in de weer. 's Avonds nam zij de boeken van Maarten uit de kast en verblijdde zich over de nauwkeurigheid, waarmeê hij alles had opgeteekend. Zij deed eerst haar best om op een stukje papier dat in het boek stak, zijn hand na te boot sen hij moest niet tnerlcen waar zij be gonnen was bij te schrijven; maar het wilde haar niet gelukken. „Neen," zegt zij halfluid, „dat moet ook niet zijn nog jaren later, als wij oude lieden zij n, moet hij nog kunnen zien waar ik begonnen ben.' Zij voelde zich erg eenzaam en keek dikwijls van het spinnewiel op teeken is thans door een verzamelaar te Potsdam teruggevonden bij een curiositeiten-koopman. De verzamelaar heeft het vaandel aan den Keizer aan geboden, en deze heeft nu een onder zoek laten instellen om uit vinden, hoe het mogelijk is geweest dat dit vaan del, na zoo lang verdwenen te zijn ge weest, terecht is gekomen in den win kel van den koopman. De correspondent van de Frankf. Ztg. te Homburg maakt melding van een andere, totdusver nog niet algemeen bekende noodlottige vergissing van ba ron von Mirbach, den hofmaarschalk van de Keizerin. Te Homburg woonde een zekere Mevrouw Michon, die daar, nu een jaar geleden, gestorven is. Zij was indertijd den Elza gekomen, met een Franschen kok getrouwd en had met dezen een kleine eetgelegenheid geopend. De zaak ging vooruit en toen kochten de echtelieden een hotel, waarin de geheele Fransche spelersbent gewoon was in het seizoen af te stappen. Me-" vrouw Michon was weinig kieskeurig wanneer het op geld aankwam, en zij nam het aan van wien zij het maar krijgen kon. In elk geval werd mevrouw Michon zeer vermogend. Toen zij haar hotel verkocht, behield zij een bijge bouw waarin zij tot aan haren dood kamers verhuurde" aan vrienden. Hier leefde zij in herinnering aan haar zeer bewogen verleden. Ten slotte werd zij echter vroom en deed, als roomsche, veel voor goede stichtingen en kerken. Ook de heer v. Mirbach kreeg van haar 5000 mk. voor een van zijn ontworpen naar de plaats waar Maarten gewoonlijk zat. Tot laat in den nacht spon Afra vlijtig voort, als of zij er haar brood meê moest verdienenzij wildeopblijveutotdeknecht met de paarden terugkwam. Eindelijk werd zij door. den slaap overmandzij had den vorigen nacht haast niet gesla pen en dezen dag v.ohr tyvee gewerkt. „En hij zal ook aan ci$ti knecht geene bijzondere boodschap 'gegeven hebben. Hij zal hem wel niet laten merken, dat wij half in onmin gescheiden zijn," dacht zij. Zij ging naar de eenzame slaapkamer en sliep weldra inmaar midden in den nacht ontwaakte zij zij hoorde den knecht met den wagen thuis komen, en kon iedere beweging van het uitspannen dui delijk onderscheiden, en iedere stap van de paarden die moede naar stal gingen; ook hoorde zij den wagen in de schuur halen en den hqnd blaffen, die van de reis meê teruggekeerd was. Het vertelde wrarschijnlijk aan den kettinghond zijne reisavonturen. Afra zou nu wel hebben willen opstaan om den knecht te vragen, of zijn baas hem geen boodschap had medegegeven. „Maar dat past niet," zeide zij b'.jiich zelve, „gij moet leeren wachten." Zij wikkelde zich dus in de dekens. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1904 | | pagina 1